'Ik wil mensen graag iets laten proeven van vroeger.' p kijkje in de keuken Vestingboerderij Het recept van deze riefpannekoke vindt u op bladzijde 119. 'Kiek, het pronkstuk van het huis.' Direct na binnenkomst in de kokken toont Gerrie de linnenkast. Een weelderig, majestueus exemplaar afkomstig uit het begin van de zeventiende eeuw, vertelt zij. Aan het vele houtwerk en de hoeveel- heid linnen konden bezoekers vroeger de welstand van de boer aflezen. Nou, daar- mee zat het bij het voorgeslacht van Gerrie wel goed, de pompeuze uitstraling van de kast indachtig. Nog steeds kraakt het houtwerk onder het vele linnen, waarvan een groot aantal doeken in een roos- of hartpatroon zijn opgerold. En over rijkdom gesproken: de muur van de keuken is geheel voorzien van paarse wandtegeltjes, 96 in totaal. 'Ze zitten al aan de muur vanaf de bouw van de boer- derij in 1475. Een vestingboerderij is het. Een versterkte hoeve met een dubbele gracht en flinke lap grond.' De naam Brooks verwijst naar de omringende broeklanden. Lage, drassige grond. 'Mijn familie heeft hier altijd gewoond, vaak met drie generaties bij elkaar onder een dale. Voor de aide lu (ouwelui) werd in de zeventiende eeuw een stuk bijgebouwd waar ze gezellig met elkaar konden klet- sen.' Vlak ernaast ligt de zondagskamer. Daar ontving de boer vroeger de domi- nee, pastoor, dokter en notaris. Op zulke dagen strooide de boerin op de vloer een zandtapijt,' Strooien? Tekenen is een beter woord, blijkt als Gerrie op de knieen gaat. Zij veegt een laagje zand over de vloer en begint met haar vinger te zandschilderen. Klassieke patronen, bloemmotieven, graanhalmen: na een tijdje ligt er een complete mini-pers op de grond. 'Daarmee was je soms een hele dag bezig. Dat er bezoek doorheen liep, was niet erg. Zolang je maar kon la ten zien dat je voor het maken van zo'n tapijt de tijd had. Dat betekende dat het goed met de boerderij ging.' WlEMEN Op de boerderij hielden ze in eerste instantie ganzen. Later werd het een gemengd bedrijf. Koeien, paarden, var- kens, landbouw: van alles wat. Op het erf liggen ook een groente-, bloemen- en kruidenhof. En die zijn er nog steeds. 'Er groeien zo'n zeventig kruiden,' telt Gerrie. Wijnruit ('voor sauzen'), citroen- melisse ('voor bij het vlees'), hartgespan ftegen maagpijn'), valeriaan ('voor de zenuwen'), alsem ('voor in de jenever'), wolfsmelk ('tegen mollen en woelrat- lcen) van het plafond. 'Als ik hammen, worsten en stukken spek wil roken, dan gaan ze in de schoorsteen.' Die worsten maakt ze nog altijd zelf. 'En hoofdkaas en bloedbrood, een combinatie van var- lcensbloed, roggemeel, witte bloem en zout. Je rolt er stevige ballen van en die leg je in de koeling. 's Ochtends doe je die met uitgebakken kaantjes, een lepeltje vet, water plus wat zout in de pan en dat laat je sudderen totdat het een flinke brij wordt.' ten'), lavendel ('voor in de linnenkast'), salie ('mondspoeling') en longkruid ('tegen longaandoeningen'). Bijna een soort huis-apotheek. In de groentehof staat tussen lcool, wortels en courgette een vergeten groente als Brave Hendrik fheerlijk om te stoven en voor een stamppot'). Aan de windzijde is de boer derij afgeschermd door een rij bomen. Tussen andere takken groeien juttepe- ren, kweeperen, schoenmakersperen, pomperen, notaris en haagjes. Maar kom, gebaart Gerrie, terug naar de kokken, letterlijk het brandpunt van het huis. Het oorspronkelijke interieur is eeuwenlang geheel intact gebleven. En nog steeds gaan er lcoperen ketels en pannen op het vuur, en bungelen er vleeswaren aan de wiemen (ldeine bal- Traditie Nu is het tijd voor het middageten. Gerrie tovert een riefpannekoke op tafel. Een pannenkoek van geraspte aardappel. Je proeft het gelijlc het is met liefde bereid. 'Ik wil mensen graag iets laten proeven van vroeger, opdat die gerechten niet verloren gaan.' Daarover hoeft zij zich geen zorgen te maken. De belangstel- ling voor de plattelands- lceulcen neemt toe. 'Al het oude komt terug.' Dat in de Achterhoek de 'oude pot' veel langer bewaard is gebleven, komt door de ligging van de streek, ver- moedt Gerrie. 'Dit is letterlijk een ach terhoek, jarenlang van de rest van Nederland afgesloten door de grote rivie- ren. We laten ons hier dan ook niet zom- aar iets door anderen aanpraten. Kijken de kat uit de boom. Nuchter ja, en trots op onze cultuur, taal en gebruiken.' Vandaar dat zoveel mensen graag voor een korte of lange vakantie naar de streek trekken. Om te kijken hoe het vroeger was. Wat is Nederland zonder boerenkool, hangop, hutspot, erwten- soep en jan-in-de-zak? Dat is toch een stulcje van onze identiteit.' AllerHande 3-2000 71

Allerhande | 2000 | | pagina 71