j ie ;t£aJs eR weRJ. -V -V\. a Cabaretier Bavo Galama is vader van drie kinderen. Bavo vertelt ze een zelfverzonnen sprookje over het gerecht dat op tafel komt en tien tegen een dat de maaltijd er dan met smaak ingaat! Reus In een land hier ver vandaan, hoog in de bergen, woonden de Krielieputters. De grootste Krielieputters werden niet gro- ter dan een meter. Maar ze waren wel heel sterk, slim en ijverig. Op de berg- helling hadden ze boerderijtjes gebouwd waar ze krielkippen verzorgden en ze hadden akkers waar ze krielaardappel- tjes verbouwden. En er was ook een schooltje. En er was een krielspeeltuin met een krielglijbaan. Het enige probleem was dat het in de bergen wel eens hard kon stormen en dan blies de bergwind de huizen, de schuren en de stallen van de Krielieputters kapot. Dan moesten de volgende dag alle Krielieputters heel hard werken om alles weer te repareren. Ook de krielldnderen moesten dan hel- pen met timmeren en nieuwe planken zagen. Dan konden ze natuurlijk niet naar school. Totdat er op een dag een reus op hun berg kwam wonen. Het was gewoon een mensenmeneer, maar voor de Krielieputters leek het wel een reus. De reus heette Athenos, hij kwam uit Griekenland en was heel aardig. Hij kwam iedere dag wel even in het dorp een praatje maken. Athenos was ook heel slim en knap. Hij had voor de kriel ldnderen een heuse draaimolen gebouwd. Ook bouwde hij hele stevige huizen voor de Krielieputters. Die waren zelfs zo sterk dat de bergwind ze niet meer kapot kon blazen. Maar op een kwade dag was er iets vreemds aan de hand met Athenos. Het leek wel of hij zijn verstand was verlo- ren. Athenos was naar het dorp gelopen en was op de glijbaan voor de krielldn deren gaan zitten. 'Krak,' zei de glijbaan en brak in duizend stukken. '0, die maak ik wel weer in orde,' zei Athenos, maar toen hij er aan wilde beginnen wist 'ie niet meer hoe het moest. Daama vroeg hij: 'Weet je hoeveel twee plus twee is? Zeven! Slim ben ik he?' 's Avonds verzamelden alle Krielie putters zich in het dorpshuis. Krelis Kriel, de burgemeester, nam het woord. 'Beste mede-Krielers,' sprak hij bezorgd, 'ik ben bang dat onze vriend Athenos zijn verstand heeft verloren. We moeten hem helpen. Wie heeft er een idee?' Bart, een jonge, ondernemende Krielieputter stale zijn hand omhoog. 'Athenos heeft het vaak gehad over het land waar hij vandaan komt: Griekenland. Als ik daar nou's naar toe reis en daar navraag doe,' stelde Bart voor. Omdat niemand een beter idee had, werd het voorstel met algemene stemmen aangenomen. De volgende dag vertrok Bart voor een verre reis naar Griekenland. 'Dag Bart, tot ziens, wees voorzichtig!' riepen alle Krielieputters. In de maanden die volg- den werd Athenos steeds dommer. Voor hij naar bed ging, trok hij zijn zondagse kleren aan en als hij naar het dorp ging liep hij rond in een pyjama. Op een dag praatte hij ook niet meer tegen de Krielieputters. Hij was alle woorden ver- geten. Het werd hoog tijd dat Bart eens terug- kwam uit Griekenland, vonden alle Krielieputters. Groot was dan ook de blijdschap toen op een middag Bart weer terugkeerde in het dorp. 'En?' vroeg de burgemeester, 'weet je hoe we Athenos weer normaal krijgen?' 'Luister,' sprak Bart, 'Athenos is een Griek en de mensen in Griekenland heb- ben me verzekerd dat alle Grieken na een tijdje per se moussaka moeten heb- ben.' 'Moussaka? Wat is dat nou weer?' vroegen alle Krielieputters zich af. Bart haalde twee grote glimmende paarse vruchten uit zijn rugzalcje. 'Dit zijn aubergines,' zei Bart, 'die groeien in Griekenland aan grote planten. Hier lcun je moussaka van maken. Ik heb het recept bij me.' Meteen gingen de beste koks onder de Krielieputters aan de slag in de keuken van het dorpshuis en twee uur later kwamen ze naar buiten met een schaal waar de allerlekkerste geur van opsteeg. 'En daar was de reus al. Met smaak at hij de hele schaal leeg. 'Zo, dat was lekker!' zei Athenos. 'Zie je, het helpt!' riep Bart opgetogen. 'Hij wordt al slimmer." He Athenos,' riepen sommige omstanders, 'hoeveel is tien keer tien?' Athenos ant- woordde: 'Tien keer tien is honderd!' Alle Krielieputters waren heel erg blij. Hun reus was weer helemaal de oude. Maar omdat Bart in Griekenland zelf ook veel moussaka had gegeten, was Bart zelf ook heel slim geworden. Hij had dan ook uit Griekenland een zakje met zaadjes meegenomen van de aubergineplant. Nu konden de Krielieputters zelf aubergines kweken om moussaka van te maken. En nu groeien op de akkers van de Krielieputters hoog in de bergen alle- maal aubergineplanten. En de Krielieputters eten sindsdien iedere week een lceertje moussaka en zo wer den ze het allerslimste volkje op de hele wereld. Fotografie: Henk Brandsen (gerecht) lllustratie: Bart van Leeuwen Kok: Korrie Brandt 106 AllerHande 3-2000

Allerhande | 2000 | | pagina 106