Kerstengel
1V.- 4
A Is kind had ik er geen idee van
dat er in kippensoep kip kon zit-
ten. Toch smaakte mijn moeders
kippensoep zonder kip het lek-
kerste van de wereld. Met kerstmis stond die
steevast op het menu. Als hoofdgerecht kre-
gen we kip. Heerlijk gaar. Logisch; voordat
de kip gebraden werd, had hij al een uur in
de soep liggen pruttelen. Het was een geluk
dat mijn moeder zo vindingrijk was, want
ze had niet veel uit te geven, maar wel aeht
monden te voeden. Met kerstmis kwamen
daar altijd nog twee mondjes bij. Ome Kees
hoorde gewoon bij het gezin. En tante Mien,
een oudere vrijgezelle schooljuffrouw, had
op hoogtijdagen ook haar vaste stek bij ons.
Ach, wat waren we geluklcig. Mijn vader
en moeder met hun zes kinderen in een-
dracht bij elkaar. Spelletjes rond een echte
boom. Kerstkransjes aan de groene takken.
Ome Kees, die grapte en goochelde. Tante
Mien, schoongewassen en goedgeluimd. De
met kaarsen verlichte eettafel, versierd met
knutsels van de kinderen. Ik zie nog mijn
lieve moeder, trots binnenkomend met de
kippensoep en later met de kip, die in tie-
nen werd gedeeld. Patat en appelmoes erbij.
Griesmeelpudding met bessensap na.
Heerlijk! Zingend deden we met z'n alien de
afwas, terwijl mamma koffie zette. Het
waren de warmste dagen in mijn leven.
Een keer dreigde heel de kerstviering in
duigen te vallen. Er was zelfs geen geld voor
een kippetje. Juist toen pappa tante Mien
wilde inschakelen, werd er gebeld. De bak-
ker kwam een heerlijke kerststol brengen.
'Er is al betaald,' zei hij. De groenteboer
volgde met groenten en fruit. Toen de bel
opnieuw ging stond er een oude vrouw voor
de deur met een kalkoen onder haar arm.
De grijze dame bleek twee huizen verder-
op te wonen. Zij was de weldoenster. 'Elk
jaar,' begon ze, 'kies ik een familie uit om
kerstmis mee te vieren. Ik ben maar alleen,
ziet u, en ik vind het heerlijk om met een
groot gezin aan tafel te zitten. Zou ik er nog
bij kunnen?'
De volgende dag zaten er elf sloebers aan
de kerstkalkoen. De buurvrouw genoot, net
als wij. Na de koffie stapte ze op; ze was heel
moe. Pappa lcuste haar op de wang en zei;
'tot gauw'. Blijmoedig ging ze slapen en
werd nooit meer walcker, onze eigen ker
stengel.
Elk jaar, voor het overvloedige kerstdiner,
kijk ik even naar de sterren. En dan zeg ik
stilletjes: 'nog bedankt buurvrouw'.
Ria Massa-de Zeeuw, Zoetermeer
kerstverhalen
Het volgende verhaal vindt u op bladzijde 37
AllerHande 12-1999 31