De bakermat van onze beschaving ligt in wat nu de Arabische wereld heet AllerHandc 23 Sprookjesachtig en ondeugend - dat zijn de verhalen van 1001 nacht. En spannend! De vertelster Sjahrazaad (Shehera- zade) moest er haar leven mee zien te redden. Ze was net ge- trouwd met koning Sjahriaar, die de gewoonte had het bij een nacht te laten en zijn bruid daarna om te brengen. Haar openhartige verhalen boeiden niet alleen haar echt- genoot voor altijd, maar uit- eindelijk ook de hele wereld. Ze voeren ons terug naar beeldschone dames en betove- rend mooie jongens in de tijd van Haroen ar-Rasjied, kalief (bestuurder) van het grote Ara- bische rijk, dat liep van de Indus (in het huidige Pakistan) tot Spanje. Smeltende snoephapjes De bundel verhalen die '1001 nacht' ging heten gaat niet alleen over de liefde, maar ook over eten. Liefde en lekker eten - die horen immers bij elkaar? Gelieven wenen van hartstocht 'tranen rood als wijn, fonkelend als drank in de bokalen' en stoppen elkaar smeltende snoephapjes in de mond. Maar net zo min als de vertelster het liefdesspel tot in details beschrijft, krijg je haar recepten te horen. Voor de kookkunst moeten we bij de oude Arabische kookboeken, uit de tijd van de kaliefen, te rade gaan. En als je dat doet beland je opnieuw in een sprookjeswereld. Met een ver- schil: die wereld bestaat echt! Tot op de dag van vandaag. Wie wel eens in een soek - zo'n smal schemerig Arabisch marktstraatje - geweest is, zal het beamen: ongeevenaard, die met elkaar samenwerkten. Een vroeg soort poldermodel dus! Zo'n model vereist een goede administratie en daarvoor werd vrijwel gelijktijdig zo'n 5000 jaar geleden in Irak en Egypte het schrift uitgevonden. En vanaf dat moment verandert de prehistoric in historie. Ook op culinair gebied. Vanaf dat allereerste moment weten wij wat de mensen daar aten en dronken. Babyloniers Een satirisch spreekwoord van de Soemeriers (Irak) uit de oudste spreekwoordenverzame- ling ter wereld, zo'n 2500 jaar gele den in spijker- schrift opgetekend op kleitabletten, luidt ongeveer als volgt: 'Laat die arme man toch doodgaan, laat hij toch niet blijven leven! Als hij brood vindt, vindt hij geen zout. Als hij zout vindt, vindt hij geen brood. Als hij kruiderij vindt, vindt hij geen vlees. Als hij vlees vindt, vindt hij geen kruiderij.' Een ouwe zeurpiet dus, zo iemand voor wie het eten nooit goed is. Maar we zien ook dat bepaalde smaken altijd al bij elkaar hoorden. Brood zonder zout is niks. Vlees zon- der kruiden is niks. Het oudste kookboek ter wereld staat op naam van de Babyloniers (ca. 17de eeuw v. Chr., ook weer Irak). Later namen de Perzen de sterke culinaire traditie van het land tussen Eufraat en Tigris over. Ze organiseerden kookwedstrij- den aan het hof en loofden prijzen uit voor de lekkerste gerechten. De Grieken leerden weer van de Perzen wat kook kunst is. Ook de Egyptenaren hebben al vanaf het derde mil lennium v. Chr. aantekening gehouden van wat zij aten en geweldige verscheidenheid van smaken en geuren die je daar omwolkt. Volgens Herodotus (500 v. Chr.) was heel Arabia in zijn tijd al geparfumeerd met kruiderij. Hier tref je het meest verfijnde wat in de loop der eeuwen in de landen van het Midden-Oosten en Noord- Afrika op het gebied van geur en smaak ontwikkeld is. Poldermodel De bakermat van onze bescha- ving ligt in wat nu de Arabi sche wereld heet. Veeteelt kun je nog bedrijven als een zwer- vende nomade: je gaat met je beesten daarheen waar wat te grazen valt. Maar planmatige landbouw vereist een vaste vestigingsplaats en dus de bouw van dorpen en steden. In de landen die nu Irak en Egypte heten, begon men het eerst met irrigatie, wat om een bestuursvorm vroeg die ervoor zorgde dat landbouwers in een zeer groot gebied harmonieus

Allerhande | 1999 | | pagina 23