Hollandse kaas Voor Friese nacelkaas Kaaseters in binnen- en buitenland levendige handel in Goudse en Edammer kazen. Haarlem was een van de eerste steden met een zuivel- markt. Aan het begin van de 14de eeuw kregen ook Leiden, Oudewater en Aikmaar marktrechten. Later werden de kaaswagen ge'introdu- ceerd; speciale gebouwen waar de kaas werd gewogen en verkocht. Nog altijd zijn er kaasmarkten, bij- voorbeeld in Bodegraven en Woer- den, waar de boerenkaas wekelijks wordt verhandeld. En hoewel de waag met zijn houten platformen heeft plaatsgemaakt voor een moderne weegschaal, is de sfeer van de ouderwetse kaasmarkt nog altijd springlevend. Nieuwe soorten Wat de kazen zelf betreft, is er in de loop der jaren veel veranderd. Wie bij Hollandse kaas nog steeds uitsluitend denkt aan Goudse, Edammer of Leidse doet onrecht aan kaasproducerend Nederland. Vooral sinds de jaren vijftig is het assorti- ment uitgebreid met vele andere, ook zachte, kaassoorten. Enkele kazen kwamen voort uit de kennis- making met buitenlandse soorten, zoals Parano en Prima Donna, die Nederlanders doen hun eigen kaas eer aan. Vorig jaar werd er per hoofd van de bevolking zo'n dertien kilo Hollandse kaas geconsumeerd. Goudse kaas, in al zijn varianten, is verreweg het populairst. Het grootste deel van de Nederlandse kazen, tweederde van de totale kaasproductie, wordt echter geexporteerd naar het buitenland. In 1998 ging er maar liefst 479 miljoen kilo kaas de grens over. Duitsland, Belgie en Frankrijk zijn onze belangrijk- ste kaasklanten. Ook hier geldt dat de Goudse kaas op de eerste plaats komt als belangrijkste exportkaas. Daarna volgen Edammer en Maasdammer. niet voor niets Italiaans klinkende namen kregen. Door hun structuur en smeltkwaliteiten zijn ze uitste- kend geschikt voor warme gerech- ten als pizza en pasta. De laatste jaren winnen kazen van geiten- en schapenmelk aan populariteit. Zo heeft het succes van de boeren- geitenkaas de producenten doen besluiten om de Hollandse geiten- kaas ook grootschaliger te gaan produceren. Ook bestaande kaassoorten blijven in ontwikkeling. De Goudse kreeg nieuwe impulsen door het zoutge- halte te verlagen. Dat resulteerde in zachtsmakende Gouda's als Maas- lander en Zaanlander mild. 30+ ka zen als Milner, Westlite en AH 30+ Minder vet minder zout, spelen in op de vraag naar minder vette en min der zoute kaas. Daarnaast kwamen er veel aparte smaakjes op de markt, door de toevoeging van verse krui- den als peterselie, selderij en bies- look, knoflook en ui en zelfs paprika en venkel. Eind jaren zeventig introduceerde Het Nederlands Zuivelinstituut de Maasdammer (vergelijkbaar met AH Hollandse gatenkaas): een halfharde gatenkaas waarvan de productieom- vang binnen tien jaar explosief groeide. Onderzoek naar de pro- ductie van Meshanger, een kaas die vroeger in Noord-Holland werd gemaakt, resulteerde in de ontwikkeling van Kernhem, een platte ronde kaas die wat smaak betreft sterk doet denken aan een buitenlandse kaassoort als Port Salut. Al deze moderne kaassoorten ten spijt, zijn de aloude harde kazen nog altijd het populairst. De laatste jaren is zelfs een opleving zichtbaar van specifieke, harde Neder landse kaassoorten. Deze blijken het behalve op de boterham ook goed te doen in een voor- of nagerecht. Daarmee blijft Hol landse harde kaas in buiten- en binnenland favoriet.

Allerhande | 1999 | | pagina 77