Aardappel-
termen
In vier eeuwen tijd is de aardappel uitgegroeid
tot een vaste verschijning op het dagelijks menu.
AllerHande 119
Per jaar verorbert elke Neder-
lander zo'n 86 kilo aardappels,
inclusief 33 kilo afgeleide pro-
ducten, zoals patat of chips.
Dat betekent dat we met elkaar
jaarlijks zo'n 1,3 miljard kilo
aardappels eten! Na tarwe,
mais en rijst staat de
aardappel wereld-
wijd op de vierde
plek van meest
gegeten voedsel.
Daarnaast wordt de
aardappel verwerkt
tot frieten of chips
en wordt het zet-
meel uit aardappels
gebruikt als bind-
middel in de voe-
dingsindustrie en
als grondstof voor
lijm, textiel, papier,
vert, cosmetica,
medicijnen en nog
heel veel andere
dingen.
Export
Nederlandse boeren
produceren een rijke
varieteit aan aardappels: vaste
en kruimig, vroege en late ras-
sen. Na mais is aardappel het
meest geteelde gewas. Circa
80% van alle aardappels die
Albert Heijn verkoopt, komt
van eigen bodem. En er is
genoeg om ook
andere landen te
voorzien. In totaal
produceert Neder-
land 3,775 ton con-
sumptieaardappels,
waarvan eenderde
is bestemd voor de
export. In de Euro-
pese Unie is Neder-
land de grootste
exporteur van con-
sumptie-, industrie-
en pootaardappels
(die speciaal wor-
den geteeld voor
een nieuwe aardap-
peloogst). De naam
'pieper', die oor-
spronkelijk vooral
werd gebruikt voor
jonge, kleine aard-
appeltjes, is dan
Ogen: knoppen
waaruit uitlopers
kunnen komcn
Spruiten: uitlopers
Pitten: stukjes spruit
die na het schillen zijn
blijven zitten
Glazig: doorzichtig en
hard, veroorzaakt door
een tekort aan zetmeel
Vast: blijft stevig
na het koken
Kruimig/bloemig: valt
nog net niet uit elkaar
(hoe meer zetineel
des te bloemiger)
Afkoker: zeer bloemig,
valt na het koken
uit elkaar
De trots
van de
polders