e.
m
~"*L
Verborqen schatten onder de waterspiegel
Oesters
Oesters worden rauw gegeten,
zo uit zee. Napoleon III was
een liefhebber; hij stimuleerde
de kweek van dit schelpdier.
Oesters leven op de zeebodem
en zetten zich vast op uitge-
zaaide mosselschelpen (oester-
broed). Na ongeveer een jaar worden de
jonge oesters overgebracht naar bewaar-
plaatsen, waar ze blijven totdat ze circa
40 gram wegen. Vervolgens verhuizen ze
naar speciale kweekvijvers om te groeien
tot ze groot genoeg zijn voor consumptie.
Dit kan drie tot vier jaar duren.
Albert Heijn heeft de uit Zeeland afkom-
stige 'Fine de Zelande' of 'creuse'. De Fine
de Zelande heeft een diepe schelp en is
grillig van vorm. Het aantal ringen op de
schelp verraadt de leeftijd. ©0(5)
tMosselen
De faam van de
Zeeuwse mosselen is te
danken aan het schone,
voedselrijke en gezonde
water van de Ooster-
H schelde. De mosselen
worden gekweekt op mos-
selbanken met mosselzaad
(kleine mosseltjes van hooguit 1 cm)
uit de Waddenzee. Met hun byssysdraden
(de 'baard') hechten de mosselen zich aan
de bodem of aan elkaar. Na ongeveer twee
jaar zijn ze groot genoeg voor consump
tie. Dat wil zeggen: nadat ze 'verwaterd'
zijn. Dit proces (het afstoten van zand en
slib in de schelp) is erg belangrijk voor de
kwaliteit. Het verwateren gebeurt op afge-
bakende percelen in de zee, waar de getij-
den voor een grondige 'spoeling' zorgen.
Na een dag of tien zijn de mosselen hele-
maal klaar en schoon en volgt het verpak-
ken. Albert Heijn verkoopt deze mosselen
schoongemaakt, zonder baarddraden, in
een lek- en reukvrije bak (Zeelands
Roem, 1 of 2 kg ©0®. Daarnaast
heeft Albert Heijn gekookte en
gebakken mosselen
(AH
Alikruiken
Deze zeeslakjes - ook wel
I'kreukels' genoemd - voelen
zich het prettigst in zuiver
"zeewater, op rotsachtige, met zee-
wier en alg begroeide kusten. Bij laag tij
worden de kreukels van de rotsen geplukt
en verscheept naar de verwaterbassins in
Zeeland. Dagelijks worden volgroeide
kreukels uit de bassins gevist, op grootte
gesorteerd en verpakt voor de verkoop.
Geserveerd met krentenbrood vormen
alikruiken een populair Zeeuws paas-
gerecht. De schelp heeft een bruine,
zwarte of roodachtige kleur. Bij jonge
exemplaren is die schelp geribbeld, de
'oudjes' zijn gladder. Een klein 'plaatje'
sluit de opening af en moet eerst worden
verwijderd om de kreukel met een haakje
of kromgebogen speld uit de schelp te
halen. Albert Heijn heeft op beperkte
schaal alikruikjes die in de schelp zijn
gekookt. Ze zijn te koop bij tien Albert
Heijn-winkels die vis hebben op de bedie-
ningsafdeling.
Garnalen
Een garnaal beweegt zich
springend voort, daar
heeft hij in het Frans de
naam 'crevette' (een oud-
Frans woord voor geitje!) aan
te danken. Er bestaan misver-
standen over de herkomst van
de garnaal. Doordat de roze garnaal oor-
spronkelijk rond Noorwegen werd gevan-
gen, houdt de naam 'Noorse garnaal'
hardnekkig stand. Maar tegenwoordig
komen de roze garnalen vooral uit zuid-
oost-Azie.
Hollandse garnalen doen hun naam in
zekere zin nog wel eer aan: ze worden
gevangen aan de Noordzeekust, tussen
Normandie en Denemarken. De garnalen
worden na de vangst direct gekookt,
gepeld en ingevroren op -24 °C.
Bij Albert Heijn zijn roze garnalen en
Hollandse garnalen te koop ©0®.
De Hollandse garnaal is er in een
maat, de roze garnaal is er in ver-
in wordt
schillende varianten: de 'gewone' roze
garnaal, de (grotere) cocktailgarnaal, de
Jumbogarnaal en de gamba (de Spaanse
naam voor een grote roze garnaal,
ongeveer even groot als de
Jumbogarnaal
Er zijn ook gerookte
cocktailgarnalen
Rivierkreeftjes
De rivierkreeftjes van Albert Heijn komen
uit China, maar rivierkreeftjes voelen zich
ook snel thuis in 'vreemd' water. Dat
bleek enige tijd geleden toen in Haarlem
iemand illegaal gei'mporteerde, levende
exemplaren in een rivier dumpte en er al
gauw een plaag dreigde.
Direct na de vangst worden ze gekookt,
gepeld en ingevroren. Het vlees van de
kreeftjes wordt vervolgens naar
Nederland vervoerd. Vlak voor
de verkoop wordt het
verpakt in kleine
bakjes.
Schelpdieren leven in een dubbele schelp. Het
zijn zogenaamde weekdieren, ze hebben geen
skelet. De schelp zorgt voor beschutting. De
bekendste soorten zijn de mossel, oester en
alikruik. Schaaldieren hebben wel een skelet
maar dan als een soort jasje, de schaal. Ze
worden geleedpotigen genoemd, ze leven in
water, ademen door kieuwen, en hebben twee
paar voelsprieten. De bekendste soorten zijn
de krab, kreeft en garnaal.
AlltrHandf 75