p bezoek bij twaalf jongi Neem twaalf kinderen uit groep 1 en 2, een enthousiaste juf en een lokaal met een oven. Laat ze een ochtend koekjes bakken. Het resultaat? Lekkere geuren en heel veel plezier! Een rare naam voor zo'n lekker koekje! 'Ik ruik koekjesss!' Voor het koekjes bakken was AllerHande te gast bij de basisschool Arnoldus van Ods in het Zuid-Hollandse Benthuizen. Op deze school bakken de kinderen zo'n drie keer per jaar koekjes. Koekjes bakken is een bezigheid waarbij vooral plezier vooropstaat. Toch leren de kinderen er ook wat van. Hebben ze tij- dens de les net vormen als rond, vierkant en driehoekig behandeld, dan maken ze de koekjes ook in die vormen. Door zo samen bezig te zijn, leren de kinderen bovendien in een groep en taakgericht bezig te zijn. Ze leren anderen te vragen of ze iets mogen gebruiken, in plaats van het uit de handen van een ander kind te trekken. Doordat jongere kinderen samen met iets oudere kinderen bezig zijn, leren ze ook van elkaar. Jongere kinderen leren van het voorbeeld van oudere en oudere kinderen leren anderen te helpen. In de laagste groepen wegen de kinderen de ingredienten nog niet zelf af, wel kijken ze mee als de juffrouw of een ouder het voor ze doet. De koekenbakkers van vandaag zijn Lisette, Iris, Mats, Sanne, Jonas en Daniel van 4 jaar, en Vera, Jeroen, Dylan, Iris, Kirsten en Robbert van 5 jaar. Sommige kinderen bakken thuis ook wel eens koek jes, zoals Jeroen. Andere kinderen hebben nog nooit eerder koekjes gebakken en vinden het heel spannend om te doen. Ze kijken eerst een Zandkoekjes hebben Hun naam te danken aan het deeg, dat heel korrelig is. beetje naar de ervaren koekjes- bakkers om de kunst af te kijken. Na het samenvoe- gen van de ingre- 44 AllerHande

Allerhande | 1999 | | pagina 44