mmis
ten, mocht het tafelschip alleen
geopend worden in bijzijn van
de eigenaar. Verder hadden veel
middeleeuwse vorsten lepels van
serpentijn. Deze steensoort werd
verondersteld te springen als hij in aanra-
king kwam met gif. Ook het bedekken van
de spijzen was een bekende voorzorgs-
maatregel. Het woord 'couvert', dat
'bedekt' betekent en dat nu wordt
gebruikt voor het eetgerei van een per-
soon, is eraan ontleend.
Het gebruik van de vork als middel om
het eten naar de mond te brengen, is
waarschijnlijk afkomstig uit het Byzan-
tijnse rijk. De Byzantijnse prinses Theo
dora introduceert dit onderdeel van het
bestek in de elfde eeuw in Venetie. Wan-
neer ze trouwt met de Venetiaanse hertog
neemt ze uit haar ouderlijk paleis de
gewoonte mee om te eten met een gouden
vorkje. Dit spreekt de Venetiaanse dames
wel aan en al snel volgen enkelen van hen
het voorbeeld van de prinses. De kerk is
echter fel gekant tegen dit gebruik en
bestempelt het als een duivelse zede. Het
is een belediging van God om voedsel
waar om gebeden is met iets anders dan
met de handen aan te raken, menen de
AllerHande 119
Duivelse zede
Ook in vroeger eeuwen werd al menig copieus
maal genoten, zoals te zien is op dit detail uit
een schilderij dat het Bijbelse tafereel van de
Bruiioft van Kanaan voorstelt (van een
anonieme maker uit de Venetiaanse school).
Uit alle hoeken worden wijnen en spijzen
aangedragen. Veel bestek kwam er toen nog
niet aan te pas: meestal werd uit de hand
gegeten en er werd hooguit een mes gebruikt
om er even iets aan vast te prikken en naar de
mond te brengen.