Witle wijn hoort in een klelner glas dan rode. Een rationele verklaring voor hel feit dat witte wijnglazen altijd klelner zijn dan rode, Is er niet. Want witte wijn is toch niet minderwaardig? En je hoeft er toch ook niet minder van te drinken? Gebruik daar- om rustig het grotere, 'rode' DE HAND Pak een wijnglas altijd beet bij de steel of eventueel bij de voet. Maar nooit bij de kelk, want dan kun je de kleur van de wijn niet goed zien, ter- wijl de kelk ook smoezelig wordt. Vingers rond de kelk betekent ook dat je de mogelijke geurtjes op die vingers meeruikt met de wijn: toilet- zeep wellicht, of handlotion, tabak, nagellak. Mensen die met wijn weten om te gaan, kun je vaak alleen al herken- nen aan de manier waarop ze hun glas vasthou- den, zelfs op tien, twintig meter afstand. Het kan boeiend zijn om daarop te letten. glasmodel 6ok voor witte wijn i iM KENMERKEN VAN EEN GOED GLAS Het was de auteur Werumeus Buning die op- merkte dat 'wijn drie keer beter smaakt uit een goed glas dan uit een slecht glas'. En hij heeft gelijk: een goed glas laat een wijn beduidend beter tot zijn recht komen, gelijk de juiste lijst rond een schilderij. Een goed wijn glas heeft als kenmerken een ruime, onversierde kelk van blank glas en met een naar binnen buigende bovenrand. Dankzij de blanke kelk kun je de kleur van de wijn goed zien; omdat de kelk ruim is, kan de wijn er makkelijk in worden bewo- gen en vanwege de taps toelopende bovenkant wordt de geur van de wijn naar de neus toegedreven. Voorts hoort een glas een steel te hebben en een voet. Tenslotte is van belang dat het glas een goede balans heeft: het moet lekker in de hand liggen. Wonderlijk genoeg wor den er massa's slechte glazen aange- boden (meestal mooi voor het oog, waardeloos voor de wijn), maar gelukkig ook heel veel goede. Een klassiek model is het Gildeglas, dat in de jaren '30 ontwikkeld werd in samenwerking met de gezamenlijke Nederlandse wijnimporteurs. SCHOONMAKEN Het kan verstandig zijn om wijngla zen altijd met de hand af te wassen. Want in de machine kan kalkaanslag ontstaan. Gebruik gewoon afwas- middel, maar spoel de glazen wel even na met lauw water. Voor het afdrogen zijn twee doeken handig: 6en om het vocht te verwijderen en een om de glazen glimmend te krij- gen. Dit laatste gaat met twee doe- ken meestal ook sneller dan met e6n. KOOP OP BREUK Helaas, glas is glas en dus breek- baar. Koop daarom altijd enkele gla zen meer dan u nodig liebt. OPBERGEN Wijnglazen nooit omgekeerd in de kast zetten. Want voor je het weet, hangt er een muffe kastgeur in de kelken, wat betekent dat ze moeten worden gespoeld, zoniet opnieuw gewassen. Want zo'n kastgeur komt onherroepelijk in de wijn. Plaats de glazen dus gewoon rechtop. Nog idealer is een rek, waarin ze op hun kop kunnen worden gehangen. Dit soort rekken worden echter nauwe- lijks verkocht: hier is hulp vereist van een bekwame doe- het-zelver. STREEK- MODELLEN Een enkei, goed glasmodel is eigenlijk geschikt voor vrijwel alle wijnen. Dit neemt niet weg dat ook streekglazen hun charme hebben, hoewel ze, nuch- ter bekeken, als wijnglas mis- schien niet altijd ideaal zijn. De meest voorko- mende zijn de Elzasser glazen met hun vrij lage kelk op een lange steel en de smalle Sherryglazen. In de Sherrystreek zelf worden deze copitas genoemd; veel wijnhuizen daar nemen hun glazen trouwens af van een Nederlandse glasfabriek. WATER EN WIJN Vooral in het buitenland (zoals Frankrijk, Italie, Spanje) schenkt men gewoontegetrouw de wijn in een te klein glas en het water in een royaler glas. Als ware wijnliefhebber moet je beide glazen gewoon omdraaien. Champagne schenk je in coupes. De feestelijke belle- tjes van Champagne (of andere mousserende wijnen) zijn in een coupe nauwelijks te zien, terwijl je uit een coupe de wijn ook haast niet kunt ruiken. Gebruik coupes dus alleen om uit te eten en nooit om uit te drinken. Champagne komt wel tot zijn recht in een gewoon tulpglas of fluitmodel.

Allerhande | 1992 | | pagina 128