I Sterke rassen van overzee Wisselteelt en grondruil AH streeft ernaar dat aardappels en groenten uit de voile grond uiterlijk in 1995 aan de nieuwe overheidsnormen voldoen. Dat is vijfjaar eerder dan de overbeid in gedachten heeft. Planten zijn net mensen gfT"! ;|T valse meeldauw. Gewone meeldauw (een plantenziekte veroorzaakt door schimmels) kent u vast wei; die is heel zichtbaar en vormt geen pro- bleem. Met valse meeldauw ligt dat anders. Vals moet u letterlijk opvatten, als 'gemeen' dus, want deze schimmel die in zestien ver- schillende soorten kan opdui- ken, zit aan de onderkant van het blad en valt pas op als het al te laat is. Deze schimmelsoorten zijn overal aanwezig. Dat geeft niks, behalve als ze actief wor- den! En dat doen ze bij voch- tig weer, (bij temperaturen van 15 tot 20 graden Celsius als ze zich zo razendsnel ver- menigvuldigen dat een com plete sla-oogst binnen twee dagen is verwoest. Het vakmanschap van onze tuinders voorkomt zo'n ramp. Ze houden het weer scherp in de gaten, herkennen de voor- tekenen en lopen dan dage- lijks vele keren door de velden om te kijken of de bladeren nat zijn. Blijven ze tweemaal 24 uur nat, dan is er kans op infectie en moeten ze ingrij- pen. In een vroeg stadium dus! Daardoor kunnen ze vol- ouw mingsmiddelen worden al lang niet meer preventief{bij voorbaat, voor het geval er een plaag optreedt) gebruikt, maar als het echt niet anders kan en in zo klein mogelijke hoeveel- heden. Curatiefdus, een mooi woord voor genezend'. Vier jaar geleden nam AH contact op met het Centrum voor Landbouw en Milieu om allerlei initiatieven op elkaar af te stemmen en tot een geza- menlijke aanpak te komen. De normen voor 1995 zijn nu geformuleerd en de telers moeten ze in de praktijk gaan brengen. Dit gebeurt uiteraard in nauw onderling contact. Het uitgangspunt is: wat heeft een gewas nodig terwijl je het milieu zo min mogelijk belast. Die vraag kan nog niet voor alle groenten beantwoord worden. Nog niet volledig althans. Een voorbeeld om aan te geven waar onze telers zoal mee te maken hebben, is staan met een kleine dosis gewasbeschermingsmiddelen. Bij spinazie is overigens een nieuwe soort valse meeldauw ontstaan waar nog geen ant- woord op is. Slaat die schim mel toe, dan zit er voor de telers niks anders op dan het omploegen van de akkers. Weg oogst. Door nieuwe spi- nazierassen uit de Verenigde Staten te importeren kan dit probleem vermeden worden, want Amerika loopt, wat betreft de ontwikkeling van nieuwe rassen, voor op Euro- pa. Dat heeft onder meer te maken met de immense schaal van de landbouw in dat grote land. Meestal gaat't bij het telen van groenten om onafzien- bare velden met een gewas (mono-cultu- ren) en dat zijn ware pa- radijzen voor insekten en schimmels, die zich net als het griepvirus telkens vernieuwen, zodat ze immuum worden voor gewasbeschermingsmid delen die voor hun voorgan- gers werden ontwikkeld. Omdat Europa dus 'achter- loopt' met die mono-culturen kunnen we volop profiteren van nieuwe, sterke Ameri- kaanse spinazierassen. Behalve het beste zaad houden onze telers voor elke groente rekening met het kiimaat en de juiste grondsoort. Zo gedijt de ene groente goed in de zee- wind van Friesland en houdt de andere weer van een andere bodemsoort dan de Friese. Die keuzes houden in dat de teler meer dan vroeger op zoek zal gaan naar de beste grond voor zijn gewassen. Tuinders met eigen grond moeten hun grond behoeden voor uitputting, want er is meer dan de bekende aardap- pelmoeheid. Voor vele groen ten geldt namelijk ook dat ze niet jaar-in jaar-uit op hetzelf- de stuk grond verbouwd moe ten worden. Dat kin wel, maar dan moet de grond ont- smet worden, en dat willen we liever niet want dat is niet goed voor het milieu. Deze telers moeten dus overstappen op wisselteelten en grondruil. In beide gevallen heeft de omschakeling grote gevolgen. Neem alleen maar de vaste regeninstallaties die vaak in de grond liggen, precies tussen de rijen van een bepaald gewas. Voor wisselteelten moeten ze investeren in verplaatsbare regeninstallaties. Ook het maken van lange-termijnplan- ningen Wordt noodzakelijk. Tuinders kunnen zich ook niet meer toeleggen op 66n groente en dat heeft ook financiele gevolgen, want het ene gewas levert meer op dan het andere. Maar, de tijd van maar een groente telen is hoe dan ook voorbij. Onze telers worden weer allrounders. Daarbij is het een prettig idee dat ze door AH op vele denk- bare manieren gesteund wor den en zich geen al te grote zorgen hoeven te maken over het financiele risico. We vra- gen nogal wat van hen, dus daar staat het nodige tegen- over. Vroeger werd v66r de teelt een grote hoeveelheid voedings- stoffen aan de bodem toege-, voegd (meestal kunstmest). In 66n klap, voor de hele periode tot de oogst. Maar planten zijn in sommige opzichten net mensen: ze kunnen zich over- eten. Onze telers pakken dat anders AllerHande 101

Allerhande | 1992 | | pagina 101