Minder suiker
R. ALCOHOL
'Begin maar eens met de suiker uit koffie en
thee weg te Lzten; dat scheelt gauw tien schepjes
suiker per dag, en dat is al een heleboel'
Marie-Jose Cornelissen (Stichting De Kleine Aarde)
Wij Nederlanders eten veel en
veel te veel suiker. Dat vindt
Marie-Jose Cornelissen, voe-
dingsvoorlichtster en dietiste
van de Stichting De Kleine
Aarde. Deze stichting houdt
zich bezig met voedingsvoor-
lichting en milieu-educatie.
Marie-Jose Cornelissen: 'Met
het stijgen van de welvaart
neemt vooral het gebruik van
suiker en vlees toe. Hebben de
mensen meer geld, dan kiezen
ze eerder voor luxere artikelen.
En die bevatten vaak erg veel
suiker. Witte suiker hebben
we niet eens nodig in ons
lichaam. We hebben wel sui
ker nodig, in de vorm van glu
cose, maar dat komt als je
gezond eet uit genoeg andere
voedingsmiddelen. Glucose
ontstaat bij voorbeeld door de
vertering van het zetmeel in
aardappels, granen en brood.
In fruit zit fructose en ook dat
wordt omgezet in glucose.
Glucose is onze brandstof;
je zou kunnen zeggen dat
glucose de benzine voor ons
lichaam is.'
Die energie, legt ze uit, zit ook
wel in 'gewone' suiker. Maar
die heb je helemaal niet nodig,
als je maar voldoende brood,
aardappels, granen en fruit
eet. En hoeveel dat precies is,
is niet te zeggen. Dat is voor
iedereen anders: het hangt o.a.
af van leeftijd, conditie,
gewicht, soort van werk.
'Het is net als met zout: je
raakt gewend aan een bepaal-
de hoeveelheid suiker. En het
is heel goed mogelijlc om aan
minder suiker te wennen. Wie
een tijdje koffie zonder suiker
heeft gedronken en het dan
opeens toch weer doet, schrikt
van de smaak. Dan vind je
koffie met suiker ronduit vies.
Je smaak is echt te veranderen.
Dat hoeft niet op stel en
sprong; je kunt geleidelijk
minderen. Begin bij voorbeeld
maar eens met de suiker uit
koffie en thee weg te laten.
De meeste mensen drinken
minstens vijf koppen koffie en
thee per dag: dat scheelt al
gauw tien schepjes suiker, en
dat is al een heleboel.'
Veel mensen kiezen voor sui-
kervervangers in plaats van
suiker. Wat vindt Marie-Jose
Cornelissen daarvan?
'Dat moet natuurlijk iedereen
zelf weten. Het is waar dat
suikervervangers geen Calo-
rieen leveren en dus niet slecht
zijn voor de lijn. Maar je
houdt een hang naar zoet.
Meer zoet fruit eten - is dat
een oplossing? Ze zegt: 'Nou,
als je zin had in een zoet kopje
koffie is een appel niet echt
een troost, maar het is wel
goed om als je zin hebt in een
zoet toetje, eens voor fruit te
kiezen.'
Veel mensen nemen als ze zich
slapjes voelen snel even wat
druivesuiker. 'Dan ben je door
je brandstof heen,' zegt Marie-
Jose Cornelissen. 'Dan heb je
te weinig gegeten. Je kunt dat
beter voorkomen dan druive
suiker te slikken. En neem je
druivesuiker, neem er dan
meteen een boterham,
beschuit of koekje bij. Want
druivesuiker geeft maar een
tijdelijke opleving.'
In gebak, koek en snoepgoed
zit nogal wat suiker. Daar
staat tegenover dat er langza-
merhand 'van nature' zoete
produkten op de markt
komen waar geen suiker aan is
toegevoegd. 'Kauwgom bij
voorbeeld. En er is ook al
drop zonder suiker. En uiter-
aard komen er steeds meer
produkten uit de natuurvoe-
dingshoek, en daar zit altijd
minder suiker in.'
Het is een feit dat we in
Nederland gemiddeld te veel
alcohol gebruiken, daar wil hij
niet onderuit, maar toch is hij
niet al te streng in zijn oor-
deel. Drinken mag, daar komt
het op neer, maar, zoals de
campagne ook al zegt: met
mate. Daarnaast is het prettig
dat steeds meer mensen bij
steeds meer gelegenheden kie
zen voor een alcoholvrij of
alcoholarm drankje.
Prof. Hermus: 'Hoeveel gla-
zen per dag is te veel? Dat is
niet precies te zeggen. Er zijn
zoveel grenzen als er drinkers
zijn. Zwaardere mensen kun
nen meer alcohol hebben dan
lichtere mensen, mannen
meer dan vrouwen, bij het
eten kun je er beter tegen,
omdat de alcohol vertraagd
wordt afgebroken en minder
snel in het bloed terecht
komt. De afbraak van een glas
duurt globaal een uur. Bekijk
je het puur lichamelijk, dan
kun je zeggen: acht glazen per
dag, dat kan de lever verwer-
ken en dan is er geen acute
schade. Maar dat is puur op
basis van de lichamelijke
mogelijkheden. En het wil
niet zeggen dat je dat je hele
leven ongestraft kunt doen.
Dus drink dan toch maar lie-
ver wat minder, laten we zeg
gen twee glazen per dag voor
vrouwen en vier voor man
nen. Dan drink je matig.'
'Alcohol heeft trouwens ook
een positieve uitwerking: uit
alle onderzoek blijkt, dat men-
sen die nooit iets drinken
meer ziektes van het hart- en
vaatstelsel krijgen. Maar ik
vind het wel riskant om daar
aanbevelingen over te doen.
Het komt er in elk geval op
neer dat er tegen matig drin
ken geen enkel bezwaar is.'
'Waarschijnlijk is er een dag-
en nachtritme in de verwer-
king van alcohol', zegt prof.
Hermus.'s Morgens wordt
alcohol moeilijker afgebroken
dan in de namiddag of
's avonds. Hoe dan ook, ik
denk dat mensen die's mor
gens al drinken toch wel een
probleem hebben. Mensen die
op dit moment acht of tien
glazen per dag drinken, en dat
zijn er veel, zouden terug
moeten naar vier. Dat is moei-
lijk. Er zijn mensen die het op
eigen kracht kunnen. Je kunt
bij voorbeeld proberen te tel-
len hoeveel je precies drinkt,
je kunt er een dagboek over
bijhouden. Dan ontdek je op
welke momenten je precies
drinkt en kun je proberen te
zeggen: op die en die momen
ten drink ik niet meer, bij
voorbeeld in de voormiddag.
Dat zou een methode kunnen
zijn. Het helpt daarbij als je je
omgeving om hulp vraagt.
Het is goed te vergelijken met
afvallen, wat dat betreft. Maar
net als met afvallen lukt ook
minder gaan drinken vaak niet
op eigen kracht'en dan kan
men beter professionele hulp
inroepen.'
Het gebruik van alcohol stijgt
al 15 jaar niet meer. De consu-
menten realiseren zich de pro-
blemen van alcoholgebruik.
Niet voor niets zijn de alcoho-
larme bieren een doorslaand
succes geworden. Wel is er een
matigingsbeleid nodig, want
veel mensen drinken nog te
veel. Aan de andere kant legt
prof. Hermus er de nadruk op
dat matig drinken beslist geen
taboe is: 'Een matig gebruik
hoeft niet te worden veroor-
deeld. Alcohol heeft ook een
positief effect op het maat-
schappelijk leven.'
AllerHande 97