Minder vet NBlOEMOUt- We moeten niet naar de andere kant doorslaan en helemaal geen vet meer eten. En bovendien: het leven moet wel aangenaam blijven. 'Ook bij fastfoodzaken kunje nu salades, mineraalwater en halfvolle melk krijgen. Dat zijn positieve dingen. Mensen zijn veel meer bezig met hun eigen lichaam, hun eigen gezondheid, en dan willen ze weten wat ze binnen krijgen. 'Een beetje vet hebben we gewoon nodig, bijvoorbeeld om in vet oplosbare vitamines A en D op te kunnen nemen. Ineke van Dis (Hartstichting) rde opkomst van kant-en4dare gemaksvoeding neemt de vraag naar gezond voedsel toe. Ir. Ineke van Dis, voedingskundig beleidsmede- werker van de Hartstichting, legt uit hoe dat zit. 'Wie regel- matig gemaksvoedsel eet, wil daar iets extra gezonds tegen- over zetten. Daardoor wordt er, ter afwisseling van gemaks voedsel, steeds meer vers gege- ten, en dat is een positieve ontwikkeling.' Tien jaar terug, zegt ze, was het ondenkbaar dat in een bedrijfskantine een salad bar was te vinden. 'Maar nu zie je ze overal, in supermarkten, bedrijfskantines, noem maar op. De consument is veel mondiger geworden en vraagt er zelf om. Ook bij fastfood zaken als MacDonald's kun je I nu salades, mineraalwater en halfvolle melk krijgen. Dat zijn positieve dingen. Wil je gezond eten, dan zijn de mogelijkheden daarvoor enorm toegenomen.' Wil je minder vet eten en daarmee hart- en vaatziekten voorkomen, dan is het allerbe- langrijkste: minder verzadigde en meer onverzadigde vetten eten, zoals linolzuur. 'Dus niet alleen minder vet, maar ook ander vet, met onverzadigde vetzuren. Daarin is steeds meer keus. Vooral het aantal oliesoorten neemt toe. En je kunt zeggen: hoe vloeibaarder vet is, hoe minder slecht het is. Verzadigd vet wordt op kamertemperatuur hard, maar olie, waar onverzadigd vet in zit, blijft vloeibaar. Zonne- bloemolie, olijfolie, zelfs sla- olie is, omdat het onverzadig de vetzuren bevat, beter dan niet-vloeibaar vet. Maar er zijn nog meer ontwikkelingen. je had vroeger al dieetmargari- ne en margarine met 40% linolzuur, maar er is nu ook light margarine met maar de helft vet en dan ook nog het goede vet.' Ineke van Dis vindt het uitste- kend dat er bij voorbeeld ook steeds meer kaas met minder of ander vet op de markt komt. 'Het is allemaal vaak iets duurder, ja, maar je hebt nu tenminste de keus. Het gaat om je eigen leven, uitein- delijk, en dat zijn steeds meer mensen zich bewust. Daar door is er zoveel vraag naar minder vette produkten. Men wil meer keus en een stukje vrijheid. Als Hartstichting zeggen wij ook niet: dit en dat mag niet, we geven de mensen een vrije keuze. En het is goed dat er dank zij de vele minder vette produkten ook echt zoveel keus is.' Een andere goede ontwikke ling vindt Ineke van Dis dat er tegenwoordig veel meer infor- matie over de voedingswaarde op verpakkingen staat. 'Daar heeft de consument recht op. En Albert Heijn is daar heel vooruitstrevend in. Mensen zijn veel meer bezig met hun eigen lichaam, hun eigen gezondheid, en dan willen ze weten wat ze binnen krij- gen.'Dat men echt bereid is om minder vet te eten, is te zien aan een aantal zaken. De magnetron bijvoorbeeld. 'Er staat nu al in 1 op de 10 huis- t houdens een magnetron, en dat is prima, want met een magnetron heb je veel minder vet nodig bij het klaarmaken van eten. Er worden ook steeds meer pannen met anti- aanbak-bodems verkocht. De wijze van bereiden verandert over de hele linie. Je kunt vis ouderwets in de koekepan bakken, maar gehuld in alu- miniumfolie de oven in, heeft vis vrijwel geen vet nodig.' Gefrituurd wordt er nog altijd veel. Gebruik dan, is Inekes advies, olie, omdat daar onverzadigde vetzuren in zit- ten. En een biefstukje? 'Dat kun je bakken in bak- en braadvet met linolzuur, of ook in olie.' Ineke van Dis is blij dat de industrie steeds meer niet- vette produkten maakt. Want het is duidelijk gebleken dat er behoefte aan is. Maar, zegt ze, een bepaalde hoeveelheid vet hebben we gewoon nodig, bij voorbeeld om in vet oplosbare vitamines A en D op te kun nen nemen. 'Niet veel vet, maar toch. We moeten niet naar de andere kant doorslaan en helemaal geen vet meer eten. En bovendien: het leven moet wel aangenaam blijven.' 102 AllerHande

Allerhande | 1991 | | pagina 102