Op deze bladzijden geven wij een antwoord op veel gestelde vragen
over additieven. Ze zijn geordend per soort additief.
De antwoorden geven veel informatie over deze additieven.
Wat betekent het E-nummer?
Is E330 kankerverwekkend?
Is anti-oxydant hetzelfde als
conserveermiddel?
Waarom zit er anti-oxydant in
voorverpakt gehakt?
Zit er in elk produkt conser
veermiddel?
Bevat brood conserveermiddel?
Waarom conserveermiddel in
gedroogde vruchten?
VEEL GESIELDE VRAGEN
OVER ADDITIEVEN
Op veel verschillende verpakkin-
gen van Albert Heijn staat een
nummer met een E vermeld. Wat
betekent dit E-nummer
Het E-nummer op de verpakking
staat voor een additief. Elk addi
tief heeft zijn eigen E-nummer. Bij
voorbeeld E260 is azijnzuur.
Een additief krijgt pas een E-num
mer als de EEG het additief heeft
goedgekeurd. Deze goedkeuring
volgt als uit onderzoeken is geble-
ken dat het additief onschadelijk is
voor de gezondheid.
Het is in Nederland nog niet ver-
plicht dit E-nummer op de ver
pakking te vermelden. Het noe-
men van de groepsnaam van het
additief is genoeg. Wanneer op een
verpakking bij voorbeeld de
groepsnaam 'conserveermiddel'
staat, hoeft er niet vermeld te wor-
den welk conserveermiddel dat
precies is.
Ik heb een lijst gezien waarop
staat dat E330 kankerverwekkend
is. Nu zag ik dat Albert Heijn E330
gebruikt in appelmoes. Is het niet
beter als Albert Heijn E330 niet
gebruikt?
A1 enkele jaren circuleren in Ne
derland lijsten met zogenaamd
kankerverwekkende E-nummers.
De herkomst van deze lijsten is
onduidelijk en ze bevatten onjuis-
te informatie. Zo zou E330 bij-
zonder kankerverwekkend zijn.
E330 is echter het onschadelijke
citroenzuur. Het komt van nature
voor in citroenen en andere citrus-
vruchten.
Wanneer uit een onderzoek blijkt
dat een bepaalde stof schadehjk is
voor de gezondheid, dan wordt
deze stof verboden. Deze mag dan
niet meer in Nederland worden
gebruikt.
Op de verpakking van AH-slagers-
leverworst staat dat er zowel anti-
oxydant als conserveermiddel in-
zit. Dat is toch hetzelfde?
Nee, dat is niet hetzelfde. In som-
mige produkten, zoals leverworst,
treden snel kleur- en/of smaakver-
anderingen op als gevolg van lucht
of licht. Deze veranderingen zijn
niet schadelijk voor de gezond
heid, maar geven het produkt een
minder fraai uiterlijk of een min
der goede smaak. Oni deze veran
deringen te voorkomen of te ver-
tragen voegt de fabrikant
anti-oxydant toe. Anti-oxydanten
gaan echter bederf niet tegen en
verlengen daaront niet de houd-
baarheid.
Om de houdbaarheid van produk
ten te verlengen worden conser-
veermiddelen gebruikt. Deze gaan
bederf tegen.
Het toevoegen van een conser
veermiddel heeft dus een andere
reden dan het toevoegen van een
anti-oxydant. Ze kunnen samen in
een produkt voorkomen. Zo be
vatten AH-Luncheon meat,
AH-cocktailworstjes en ook de
AH-slagersleverworst zowel con
serveermiddel als anti-oxydant.
Anti-oxydant is aan gehakt toege-
voegd om bruinkleuring te vertra-
gen. Rood vlees kleurt namelijk
bruin van binnen uit door gebrek
aan zuurstof uit de lucht. Bij ge-
malen vlees (o.a. gehakt, tartaar,
gehakte biefstuk) gaat deze ver-
kleuring sneller. Vaak denkt de
klant (ten onrechte) dat verkleurd
vlees niet vers of zelfs bedorven is.
Om deze verkleuring te vertragen
mag de slager aan gehakt vlees de
natuurlijke anti-oxydanten ascor-
binezuur (vitamine C, E300) en ci
troenzuur (E330) toevoegen. Bij
alle andere vleessoorten is het ge-
bruik van additieven niet toege-
staan.
Nee, conserveermiddel is niet in
elk produkt nodig. Er zijn andere
methoden om produkten langer
houdbaar te maken. Vroeger wer-
den technieken als zouten, konfij-
ten, drogen, roken en het inleggen
in zuur of alcohol toegepast om
produkten langer houdbaar te ma
ken. Deze technieken worden te-
genwoordig vooral gebruikt om
een aparte smaak te geven aan een
bepaald voedingsmiddel. De le-
vensmiddelenindustrie gebruikt nu
andere technieken om produkten
langer houdbaar te maken, zoals
steriliseren, pasteuriseren, vacuum
verpakken, koelen en diepvriezen.
Deze technieken zijn sneller, goed-
koper en bieden een betere be-
scherming tegen bederf. Wanneer
een van deze technieken is toege
past, is een conserveermiddel
meestal overbodig.
Nee, in brood mag geen conser
veermiddel zitten. Dit geldt voor
zowel verpakt als onverpakt
brood. Alleen verpakt roggebrood
mag conserveermiddel bevatten.
Roggebrood heeft een hoog vocht-
gehalte en beschimmelt daardoor
sneller. Conserveermiddel gaat dit
tegen. Brood mag wel meelverbe-
teraar bevatten. Dit geeft het
brood een gelijkmatiger structuur.
Waarom is bij gedroogde
vruchten van AH conserveermiddel
gebruikt?
Het drogen van de vruchten is niet
effectief genoeg om deze lang
3