10 VRAGEN OVER
VOEDSELALLERGIE
EN VOEDSELINTOLERANTIE
IWat is een voedsel-
allergie en is dat
hetzelfde als voedsel-
intolerantie?
Hoewel men meestal
spreekt over voedselal-
lergie moet er eigenlijk
verschil worden ge-
maakt tussen aller-
gieen en andere over-
gevoeligheidsreacties,
zoals voedselintoleran-
ties.
Een allergie is een af-
weerreactie van ons li-
chaam. We beschikken
over een soort waar-
schuwingssysteem dat
beschermt tegen in-
dringers van buitenaf
zoals virussen en bac-
terien. Dat zogeheten
immuunsysteem zorgt
ervoor dat het lichaam
antistoffen produceert
die de indringers on-
schadelijk maken.
Ontstaat er een af-
weerreactie door het
eten van bepaalde le-
vensmiddelen, dan
spreken we van een
voedselallergie. Deze
voedselallergie kan
worden veroorzaakt
door eiwitten die van
nature in een produkt
voorkomen. Een enkele
keer ook door hulpstof-
fen: stoffen die aan het
produkt zijn toege-
voegd.
Er zijn meer dan hon-
derd verschillende ma-
nieren waarop een al
lergie zich kan uiten:
jeuk, zwellingen, ast-
ma, darmklachten en
eczeem zijn enkele
voorbeelden. Soms zijn
ze alleen maar hinder-
lijk, maar de klachten
Wat is precies een voedselallergie en waardoor wordt die ver
oorzaakt? En wat is voedselintolerantie? Is het waar dat kin-
deren van sommige stoffen in levensmiddeien agressief kun-
nen worden? Hoe staat Albert Heijn tegenover het gebruik
van hulpstoffen? Op deze en andere vragen over voedselal
lergie en voedselintolerantie krijgt u hieronder antwoord.
kunnen ook emstig
zijn.
Bij een voedselintole
rantiereageert het li
chaam, net als bij een
voedselallergie, afwij-
kend op voedingsstof-
fen. In dit geval echter
wordt deze reactie niet
veroorzaakt door het
immuunsysteem. Zo
kan men bij voorbeeld
soms het gluten uit
graan of de melksuiker
uit melk slecht verdra-
gen. Zulke intoleranties
veroorzaken verve-
lende buikklachten. An
dere groepen van stof
fen kunnen ook intole
ranties veroorzaken.
Zowel van nature in het
voedsel voorkomende
stoffen als stoffen die
eraan worden toege-
voegd.
Het is moeilijk om aan
te geven hoeveel men-
sen last hebben van
voedselallergie of
voedselintolerantie. De
schattingen lopen zeer
ver uiteen en zijn niet
betrouwbaar. Men is
bezig te onderzoeken
hoe vaak voedselaller
gie en voedselintole
rantie nu echt voorko
men. Onderzoek uit het
buitenland leert ons dat
er veel minder aller-
gieen en intoleranties
voorkomen dan we zelf
denken.
2Welke stoffen
kunnen een over-
gevoeligheidsreactie
veroorzaken?
Er zijn nogal wat pro-
dukten die overgevoe-
ligheidsreacties kunnen
opwekken: te veel om
in dit artikel op te noe-
men.
In de praktijk blijken
echter produkten als
melk, eieren, noten, vis,
schaal- en schelpdie-
ren, chocola, varkens-
vlees, kaas, kip, to-
maat, banaan, sinaas-
appel, aardbeien en ap-
pel in verhouding de
meeste overgevoelig-
heidsreacties op te roe-
pen. Vooral kinderen
onder de vier jaar heb
ben hier last van. Bij
volwassenen komt het
veel minder voor.
3 Is het waar dat
sommige mensen
overgevoelig reageren
op hulpstoffen in
voedingsmiddelen?
Veel toegepaste hulp
stoffen bij de produktie
van levensmiddeien
zijn conserveermidde-
len, anti-oxydanten,
kleur- en geurstoffen,
emulgatoren en stabili-
satoren. Die stoffen
kunnen bij sommige
mensen allergiever-
schijnselen veroorza
ken. Met name lijkt het
alsof kinderen overge
voelig kunnen zijn voor
dergelijke stoffen.
Nog niet zo lang gele-
den was in het nieuws
dat sommige hulpstof
fen bij kinderen zouden
kunnen leiden tot hy-
peractiviteit en zelfs
tot agressief gedrag.
Uit onderzoek van de
Amerikaanse arts Dr.
Feingold blijkt dat er
ook een relatie bestaat
tussen hyperactiviteit
en leermoeilijkheden
bij kinderen enerzijds
en het (ruime) gebruik
van hulpstoffen ander-
zijds. Andere onderzoe-
kers hebben die duide-
lijke relatie niet gevon-
den. Kortom de weten-
schap is daar nog niet
uit!
Overigens blijken hulp
stoffen veel minder
vaak allergische reac
hes op te roepen dan
veel gebruikte voe
dingsmiddelen zoals
eieren, vis, melk en
sommige fruitsoorten.
4Waarom maken
levensmiddelen-
fabrikanten gebruik
van hulpstoffen?
En hoe is het gesteld
met de produkten die
Albert Heijn verkoopt?
De levensmiddelenfa-
brikanten maken om
verschillende redenen
gebruik van hulpstof
fen.
Conserveermiddelen
worden toegepast om
de strijd tegen ver
schillende bacterieen
en schimmels aan te
gaan en zo produkten
beter houdbaar te ma
ken.
Anti-oxydanten helpen
voorkomen dat vet- en
oliehoudende produk
ten na een tijdje ranzig
gaan smaken.
Stabilisatoren en emul
gatoren voorkomen dat
produkten gaan schif-
ten of 'ontmengen'. Zo
wordt bij voorbeeld
verhinderd dat na ver-
loop van tijd de olie bo-
venop de mayonaise
komt en in chocolade-
melk de cacao naar de
bodem zakt.
Kleurstoffen geven
kleur aan het produkt
met de bedoeling om
het er smakelijker uit
te laten zien.
Albert Heijn is zich
overigens terdege be-
wust van de groeiende
onrust over het gebruik
van hulpstoffen in le
vensmiddeien. Daarom
staat AH zeer kritisch
tegenover het gebruik
van hulpstoffen in de
produkten van het AH
Huismerk. Albert Heijn
verwacht van de leve-
ranciers van zijn huis-
merkprodukten dat
deze het aantal te ge-
bruiken hulpstoffen
stelselmatig verlagen.
5 Is het gebruik van
hulpstoffen in
voeding wel nodig?
Strikt genomen zijn de
'cosmetische' hulpstof
fen niet nodig: deze
stoffen worden immers
alleen toegevoegd om
de produkten er mooier
uit te laten zien. Eigen
lijk zouden deze hulp
stoffen dus achterwege
kunnen worden gela-
ten. Het gevolg zou
34 AllerHande