DELICATA DAT IS DE ECHTE CHOCOLADE VAN AH IN MEXICO WERD DE CHOCOLADE UITGEVONDEN te maken en om ze aan te passen aan de veranderende smaak. Want smaken verschillen niet alleen, ze veranderen ook, vaak heel subtiel. Wat AH uiteraard ook doet, is het ontwikkelen van nieuwe lekkemij- en, want met chocolade kun je alle kanten op die maar lekker zijn. Het laat zich in alle mogelijke vormen gieten en is met allerlei zaligs te combineren. We leven momenteel in een 'zoet smaaktijdperk' en dat merk je bij de chocola aan de toe- nemende belangstelling voor witte chocolade. Onder het huismerk De- licata zijn er dan ook twee witte soorten: door en door wit en wit met rice-crispies. Sommige chocolade-liefhebbers vinden die roomkleurige repen en tabletten eigenlijk geen echte cho colade. Ze hebben wel een beetje gelijk. Cacaopoeder komt er name- lijk niet aan te pas, pure cacaobo- ter daarentegen wel. Bonbons genieten een toenemende populariteit De zoete tong spreekt ook op bon- bongebied. Steeds meer klanten zetten behoedzaam een doosje van die eenhappertjes in hun winkelwa- gentje. Dat wil zeggen: een van de zes doosjes, want zoveel soorten bonbons heeft AH onder het huis merk Delicata. A1 langer bekend en bemind zijn de klassieke 'Belgen': gesorteerde bonbons zoals ze van oudsher in Luik en Namen gemaakt worden, en fruits de mer uit Knokke (bonbons met hazelnootpa- te-vulling in de vorm van schelpjes en zee-paardjes). Een jaar geleden stelden we de verse - en dus beperkter houdbare - pralines uit Wommelgem aan u voor, in het goudkleurige doosje. Sinds kort wordt dit kwartet ver- sterkt door twee nieuwe soorten: Delicata bonbons assortis en Deli cata manons. De bonbons assortis hebben we ont- worpen in nauw overleg met een bekende Nederlandse chocolatier. Zeven verschillende bonbons zijn het geworden en van elke soort zit- ten er drie in het doosje. Drie eta- ges dus! Deze bonbons zijn lichter en luchtiger dan de klassiekers. Manons zijn manons: een laagje marsepein, een toef je luchtige zoet- heid en een halve walnoot in een couverture (jasje) van pure, witte of melkchocolade. Bitter of puur: meer of minder cacao Chocolade is op alle fronten in op- mars, want ook de donkere soorten vliegen zo ongeveer de winkeldeur uit en dan bedoelen we pure en ex tra bittere chocolade. Het verschil tussen deze twee is het cacaogehal- te. Pure chocolade (Delicata-repen en tabletten in rode wikkel) bevat tenminste 54 procent cacao. Deli cata extra bitter (paarse wikkel) bevat tenminste 58 procent. Ter vergelijking: het cacaogehalte van melkchocolade is 34 procent. Dat puur ook populair is, blijkt bij voorbeeld uit het succes van de ta bletten pure chocolade met extra hazelnoten. Die waren er vroeger ook, maar op een gegeven moment was er zo weinig vraag naar dat AH de verkoop moest staken. Ha- zelnoot was vrijwel alleen geliefd in combinatie met melkchocolade. De 'uitvinders' van chocola de, de Mexicaanse India- nenstam derTolteken, ge- bruikten de cacaoboon nog veel puurder dan wij. Wij zouden nu onze neuzen op- trekken voor hun 'xocoatl', de oerversie van onze cho- coladedrank. Ook de stuk- jes chocola die zij al maak- ten, hooguit gezoet met wat honing, zouden wij niet voor ons plezier eten. De Spaanse ontdekkings- reiziger en landveroveraar Hernan Cortez kon er dan ook met z'n pet niet bij waarom die cacaobonen zo begeerd werden en zelfs als betaalmiddel fungeerden. Toen hij rond 1520 met 600 soldaten in Mexico landde, kostte een konijn bij voorbeeld tien cacaobo nen en een slaaf wisselde van eigenaar voor honderd bonen.Cortdz werdoveri- gens door Montezuma (kei- zer van de heersende Azte- ken) binnengehaald als de lang verwachte re'incamatie van de priester-koning Quetzalcoatl en overladen met cacaobonen. Hij nam ze meeterug naar Spanje, waar de waarde onmiddel- lijk werd ingezien. Pogin- gen de vondst geheim te houden mislukten en de bittere cacaodrank ging op toernee door Europa. Maria Theresia van Oosten- rijk was dol op 'een kopje cacao' en introduceerde het drankje aan het Franse hot toen ze met Lodewijk de Veertiende trouwde (1659). En zo ging dat in die tijd: nieuwe produkten begonnen hun carriere aan het hof. Alle schaarse en dus kostbare zaken waren pure luxe. Wie zich derge- lijke dingen kon veroorlo- ven, kocht daarmee status. Aan het eind van die 'gou- den eeuw' was cacao zo in- geburgerd, dat er naast koffiehuizen ook chocola- dehuizen ontstonden waar de burgers een kopje cacao konden drinken. De eerste cacaofabriekjes stonden in ons land onder meer in de Zaanstreek. Ruwe cacaobonen werden gebrand, gedopt en verma- len tot een dikke massa waar tabletten van werden gegoten. Soms werd er sui- ker of honing toegevoegd. Die tabletten waren niet te eten, maar dat was ook niet de bedoeling. Opgelost in water of melk werd er een cacaodrankje van gebrou- wen. Een machtig drankje, want al het vet (ruim 50 procent cacaoboter) zat er nog in. Pas in de vorige eeuw ver- anderde er iets. Coenraad Johannes van Houten dok- terde uit hoe je een deel van die cacaoboter uit de cacaomassa kon halen. Wat overbleef was een harde koek, die tot poeder te ver- malen was, en cacaoboter, die een unieke eigenschap heeft het smeltpunt is ge lijk aan de menselijke li- chaamstemperatuur. Daarom smelt chocolade ook op de tong. Een andere vinding van Van Houten maakte het poeder beter oplosbaar en neutrali- seerde minder smakelijke zuren (prepareren, ofwel al- kaliseren). De Zwitser Da niel Peter voegde zoete ge- condenseerde melk toe en de melkchocolade was een feit. Nog niet zo lang geleden kwam AH terug met de combinatie pure cho- calade/hazelnoot. We probeerden het gewoon weer, al was het alleen maar omdat we ons assortment zo volledig mogelijk willen hebben. Tot ieders verbazing sloeg die com binatie ineens in als een bom! Eigenlijk kan alles met chocolade Sinds de cacao in de zestiende eeuw in Europa werd ge'introduceerd, is er aan de chocolade zelf niet zo gek veel veranderd. Cacaopoeder en ca caoboter vormen nog steeds de ba sis van alle echte chocolade, maar de technologische ontwikkelingen hebben het produktieproces zo ver- beterd en verfijnd, dat alles eigen lijk kan met chocolade. Wat erg nauw luistert bij de overgang van vloeibaar naar vast, het stollen dus, is de temperatuur. De cacaoboter moet gelijkmatig uitkristalliseren, zodat de chocolade mooi gaat glim- men en hard wordt, zonder uitslag te krijgen (vetrijp). Wit uitgeslagen chocolade zag je vroeger veel vaker dan nu. Dat heeft alles te maken met de scherpe beheersing van de tempe ratuur tijdens de produktie. Uitslag ontstaat eigenlijk alleen nog maar thuis als chocolade van de warme kamer naar de koelkast verhuist en omgekeerd. Dat temperatuurver- schil is te groot. Een bewaartempe- ratuur van zo'n 18 graden Celsius is ideaal. Als de chocolade toch 'uitslaat', is dat geen echte ramp. Uitgeslagen choc.olade is beslist niet bedorven; er is alleen een beetje cacaoboter aan de oppervlakte gekomen. De smaak wordt daardoor wel een ietsje minder. Niet de koelkast in en uit Massieve chocolade (repen en ta bletten) is goed houdbaar bij die 18 graden. Pure chocolade het langst: tenminste een jaar. Hoe meer er aan de chocolade is toegevoegd, des te korter die periode wordt. In deze volgorde: melkchocolade, puur met hazelnoot, melk met ha- zelnoot, bonbons, pralines... Maar waarom zou u chocolade eigenlijk lang bewaren? Chocolade als warm drankje was in de 17de eeuw een luxe. AllerHande 41

Allerhande | 1988 | | pagina 41