AH is sinds jaar en dag Nederlands grootste kaasboer. Sinds kort komt een aeel van al die Kaas uit een gloed- nieuwe 'Kaascentrale'. Het gaat om de kaas die vers van het mes verkocht wordt in ae AH-bedieningsafdelingen. Met vakmanschap en zorg wordt daar op de kazen gelet. Dat is te proeven. Dat levert kazen op die... nou ja, u weet wel. Want ongetwijfela kent u de kazen van AH's huismerk. Om de kwaliteit te garanderen en altijd aan de vraag te kun- nen voldoen, heeft AH z'n kaas altijd al zelf opgeslagen. En dit voorjaar opende AH een gloed- nieuwe Kaascentrale. In Bodegra- ven, in het hartje van het Hollandse kaasgebied. 'Je zou deze streek de Goudse Drie- hoek kunnen noemen,' zegt AH's kaasexpert Klaas Schep. 'Tussen Gouda, Woerden en Bodegraven. Hier gaan de kazen het pakhuis in, om te rijpen. De mensen hier zijn grootgebracht met het begeleiden van kaas. Het is ze met de paplepel ingegoten. Natuurlijk heeft iedere Nederlander verstand van kaas, maar in deze driehoek is kaas het gesprek van de dag. Daarom staat ons pakhuis hier.' Een glimp van de Kaascentrale is ook te zien in een STER-spot. Als je echt tussen de planken staat, lijkt het of de zon schijnt. Waar je ook kijkt, er is maar een kleur: zon- nig goudgeel. De planken van de immens hoge stellingen hebben bij elkaar een lengte van vijftig kilo meter. Dat is hemelsbreed precies de afstand tussen Bodegraven en Zaandam, waar Albert Heijn Sr. een eeuw geleden zijn eerste eigen kaaspakhuis opende. Goede inkoop bepaalt kwafiteit Behalve inkoper is Klaas Schep AH's 'affineur'. Affineren betekent louteren, zuiveren. Maar hoe gaat dat allemaal in de praktijk? Klaas Schep: 'Het begint natuurlijk met het inkopen van kwaliteitskaas, rechtstreeks bij de producenten. Dat is vooral een kwestie van erva- ring. Je kent je kaasmakers en de eigenschappen van hun produkt. De tijd van het jaar speelt een rol: staan de koeien op stal of in de wei? Door kennis en ervaring weet je welke kazen geschikt zijn om 'voor oud te gaan liggen' en welke kazen jong of juist belegen op hun best zijn.' 'Het rijpingsproces voltrekt zich bijna helemaal in onze Kaascentra le. Een partij kaas arriveert vijf- tien dagen na de produktie. De wet schrijft voor dat de bereider z'n kaas zo lang zelf opslaat, zodat de kaas soepel en stevig genoeg wordt om zonder deuken vervoerd te kun nen worden. 'Dan begint het werk van de affineur; de 'opvolgend be reider' die de kaas eveneens ten- minste twee weken moet opslaan. Ook dat is de wet: kaas mag pas 28 dagen na de bereiding aan de con- sument worden aangeboden. Ver- der bemoeit de wet zich niet met leeftijden. Wel zijn er adviezen van het Nederlands Zuivelbureau. Zo moet oude kaas volgens het advies tenminste tien maanden oud zijn en overjarige een jaar. Wij vinden dat een te klein verschil. Onze oude kaas is tenminste elf maanden oud en onze overjarige is bijna twee jaar! Dan krijg je de echte, met die witte kaaszoutkristallen die bij overjarige kaas horen.' Koprol verplicht AH's Kaascentrale bevat dus goud geel zuivel van alle leeftijden. Elke week komt er 100.000 kilo kaas bin- nen. De affineur, voor wie kijken, boren en keuren dagelijks werk is, bepaalt welke partijen naar de 'peutercreche' gaan en welke voor langere tijd op de planken van het 'bejaardenhuis' mogen. Het leefklimaat is vanzelfsprekend goed geregeld. Temperatuur en luchtvochtigheid worden zo uitge- kiend dat de kazen gezond rijpen. Een koprol op z'n tijd hoort er ook bij. Dat keren van de kaas gebeurt niet meer met de hand. Door de enorme hoeveelheid en de hoogte van de stellingen zou dat onbegon- nen werk zijn. Het gaat nu zo: een vorkheftruckje brengt een container met kazen naar een slim uitgedacht toestel dat de kazen keert en van een nieuwe coating (hygienisch jasje) voorziet en meteen de plank een grondige wasbeurt geeft. Mensen- handen komen er dus niet meer aan te pas. Proefboringen ter controle Aan alles is gedacht om ervoor te zorgen dat mooie jonge kaas zich ontwikkelt tot nog betere belegen of oude kaas. Maar hoe weet Schep nu zeker of het onder die korst alle maal goed gaat? Klaas Schep: 'Tij- dens het rijpingsproces keuren we elke partij door een paar kazen te proeven. En voor een partij de deur uit gaat - naar de winkels dus - con- troleren we nog een aantal kazen door een zogenaamde proefboring uit te voeren. Daama geven we pas ons fiat.' 'Verder krijgen we regelmatig be- zoek van de officiele keurmeesters van het COZ, het zuivelcontrole-or- gaan. Die kijken, boren en proeven om te beoordelen of kaas - en niet alleen die van AH natuurlijk - aan de eisen van de Landbouw Kwali- teitswet voldoet. Ze komen altijd onverwacht en je weet nooit welke kazen ze gaan keuren. Het gebeurt overigens bijna nooit dat een kaas van ons wordt afgekeurd.' 'S LANDS GROOTSTE KAASBOER BLIJFT OP DE KAZEN LETTEN AllerHande 25

Allerhande | 1987 | | pagina 25