Hoe vaak lees je niet in een recept:
'Snipper een halve kool fijn.' Of:
'Garneer het toetje met vijf perziken
uit blik.' Of ook wel: 'Bind de saus
met drie lepels room.'
Wat doet u in zo'n geval met de
andere helft van de kool, de overige
drie perziken of het halve potje
slagroom? Niet weggooien natuurlijk.
Net zo min als nog overgebleven
lekkere hapjes van een wat royaal
uitgevallen maaltijd. Wie wat
bewaart, heeft wat. Maar dan wel op
de juiste manier. Daarom geven we u
hier een reeks belangrijke tips voor
het bewaren van resten en restjes.
Gelukkig hebben we
tegenwoordig alle-
maal een koel-
kast; soms met een
klein diepvriesvakje en
vaak met een groot vak
of zelfs een aparte diep-
vrieskist of -kast. Res-
ten bewaren is daar-
door makkelijker dan
vroeger. Wilt u de voe
dingswaarde behouden
en bederf voorkomen,
dan is een zorgvuldige
behandeling van groot
belang.
Hygiene is
nummer een
Het bederf van eetwa-
ren wordt veroorzaakt
door micro-organis-
men, een mooi woord
voor schimmels en
bacterien. Die zijn
overal aanwezig, maar
ze krijgen minder kans
uw restjes te bederven
als u zorgt voor een
koele en droge, maar
niet tochtige omge-
ving.
Zeer belangrijk is hy
giene. Zorg dat alles
goed schoon is, zowel
het keukengerei waar-
mee u de restjes in
doosjes doet, als de
doosjes en de koelkast
zelf. En natuurlijk de
handen. Houd de rest
jes altijd gescheiden
van nog rauwe produk-
ten.
Als u de restjes gaat
gebruiken, bedenk dan
dat de micro-organis-
men zich goed voelen
in een lauw-warme
temperatuur. Dus: niet
langzaam opwarmen
en weer laten afkoelen,
maar juist heel snel
opwarmen en meteen
gebruiken. Bewaar lie-
ver niet te veel restjes
tegelijk, anders wordt
de kans groot dat u ze
toch na een paar dagen
weggooit.
Resten bij
het koken
Tijdens het koken ont-
staan er dikwijls res
ten, omdat voor een
bepaald recept niet de
gehele verpakking of
het gehele produkt no-
dig is. Hier enkele veel
voorkomende voor-
beelden:
Wintergroenten als
kool en winterwortel
zijn vaak te groot om
in een keer te verwer-
ken. Gelukkig zijn juist
deze groenten op een
koele plaats of in de
groentela van de koel
kast nog een hele tijd
goed te houden. Zeker
een tot twee weken.
Maak wat u niet nodig
hebt nog niet schoon
en trek over de snij-
vlakken strak plastic
folie om uitdrogen te
voorkomen.
Van bladgroenten als
andijvie of kropsla
blijft wel eens een
halve krop over. Als
die er nog fris uitziet
kunt u deze in een pa-
pieren zak of gewik-
keld in een iets vochti-
ge, schone doek nog
een of twee dagen be
waren. Niet luchtdicht
afsluiten!
Kant en klaar gesne-
den groenten moet U
niet langer bewaren
dan de datum op de
verpakking aangeeft.
Door het snijden ver-
liest zulke groente snel
zijn frisheid en waar-
devolle voedingstoffen.
Haal de inhoud van
blikken fruit, vis, toma-
tenpuree of groenten
altijd uit het blik. Het
laagje tin aan de bin-
nenkant van het blik
kan samen met de
lucht zorgen voor ver-
kleuring. Als u zo'n
restje overdoet in een
goed afsluitbaar koel-
kastdoosje, kunt u het
zeker nog enkele da
gen bewaren.
Slagroom, creme frat-
che en zure room mag
u in de verpakking in
de koelkast bewaren.
Sluit de opening goed
af met plastic of alumi-
niumfolie om uitdro
gen te voorkomen. Zo
is room vier a vijf da
gen houdbaar. Hebt u
er intussen iets van no-
dig, gebruik dan een
schone lepel. Gebruikt
keukengerei werkt be
derf in de hand.
Mayonaise, slasaus en
dergelijke kunt u het
beste op een koele
plaats bewaren, maar
niet in de koelkast.
Potjes augurken,
zilveruitjes en zoetzure
salade horen na ope
ning wel in de koelkast
thuis. Dan zijn ze nog
enige weken houdbaar.
Let op dat u ook uit
deze potjes alleen iets
neemt met een schone
vork of lepel.
Aardappelpuree of
-saus waarvan u maar
een half pakje nodig
hebt, kunt u bewaren
als u het zakje een aan-
tal keren terugvouwt
en er een wasknijper
op zet. Bedenk wel dat
er lucht bij is geweest,
dus dat het poeder niet
meer onbeperkt houd
baar is. Gebruik het
zakje daarom liefst zo
snel mogelijk.
Eenmaal klaarge-
maakte aardappelpu
ree kan beter niet be-
waard worden, omdat
dit een zeer goede voe-
dingsbodem is voor
bacterien.
Restjes na
de maaltijd
lets over na de maal
tijd? Zonde om weg te
gooien. Hier de juiste
manier om resten te
bewaren:
Soep heeft de neiging
om snel zuur te wor
den, vooral peulvruch-
tensoepen, zoals
erwtensoep. U kunt
zuur worden voorko
men door de soep di
rect na gebruik snel te
laten afkoelen. Zet de
pan hiervoor in een
bak met koud water.
Liefst op een rooster,
zodat ook de bodem
gekoeld wordt. Roer de
soep regelmatig door,
zodat de warmte kan
ontsnappen. De vol-
gende dag warmt u al
leen het deel van de
soep op dat u gaat ge
bruiken. Een rest soep
leent zich overigens
uitstekend voor invrie-
zen.
Gebraden vlees be
waart u met de jus in
een schaaltje of koel-
kastdoosje in de koel
kast. Dek het af met
folie of een deksel om
te voorkomen dat het
vlees geur verspreidt.
Wilt u het vlees de vol-
gehde dag koud als
broodbeleg gebruiken,
pak het dan zonder jus
in plastic of alumi-
niumfolie.
Gekookte groente,
aardappelen, rijst of
macaroni bewaart u
eveneens in een goed
afgesloten doosje in de
koelkast. Op deze ma
nier zijn deze restjes
twee a drie dagen goed
te houden. Gekookte
spinazie en andere
bladgroenten kunt u
beter niet bewaren. Zij
bevatten nogal veel ni-
traat, dat tijdens bewa
ren kan worden omge-
zet in de giftige stof ni-
triet. Vooral voor
kleine kinderen en
ouderen kan deze stof
schadelijk zijn.
Gesneden rauwkost en
aangemaakte sla zijn
niet zo geschikt om te
bewaren. Ze worden
slap en verliezen veel
voedingsstoffen.
Pudding en andere
toetjes zijn ook in een
afgesloten schaaltje of
doosje wel twee a drie
dagen goed te houden.
Eenpansmaaltijden
zijn juist ideaal om
royaal te koken en er
zoveel extra van te
maken, dat u een volle-
dige maaltijd kunt in-
vriezen. Kruid het deel
dat u invriest niet te
scherp, want kruiden
worden vaak muf door
invriezen.
^■restjes bewaren met behoud van voedingswaarde
WIE WOT BEWflART
AllerHande 19