Een Sint Bernard, om met iets groots in huis te vallen,
weegt bij z'n geboorte een pona en na een jaar vijftig
kilo. Een Duitse dog groeit in zijn eerste jaar twee centi
meter per week. En een bouvier gaat die eerste twaalf
maanden vijfentwintig kilo meer wegen. Er moet dus ge-
geten worden. Maar.wat? Want er is groot verschil tus-
sen hondenvoer en honds voer. AllerHande ging op zoek
naar het beste 'viervoeter-dieet'.
Honden zijn eters van het hap-
slik-weg type en ze lijken het
vaak dan oak niet al te nauw
te nemen met hun maaltijd. Dat
neemt niet weg dat er ook bij hon-
denvoedsel een groot verschil kan
bestaan tussen lekker en gezond.
Dat bleek bij een intensieve test
van AH waarbij vele honden
(groot, klein, ras en 'vuilnisbak')
weken achtereen hun maal deden
met drie verschillende complete
hondendiners en hondenbrokken.
Twee kennels (van fokkers) en een
aantal dierenpensions werden bij
de test ingeschakeld. Daama zijn
tientallen particuliere hondenbezit-
ters erbij betrokken. Iedereen
hield nauwkeurig bij hoe de honden
op diners en brokken reageerden.
Bij de proeven ging het er vanzelf-
sprekend om het lekkerste, en het
beste hondenvoer te vinden.
De vragen waar het bij deze test
om ging: wat eten honden bij voor-
keur, waar eten ze binnen een be-
paalde tijd het meeste van, wat is
volgens hun baas het beste voer,
kan er nog iets aan verbeterd wor
den, welke wijzigingen zouden de
hondenbezitters nog willen voor-
stellen?
De diners kregen elk een letter: A,
B en C. Diner A werd tegen diner B
getest, daama A tegen C, en ten-
slotte B tegen C.
Opmerkelijke ervaringen waren er
te over. Een voorbeeld: drie hon
den verdrongen zich rond de bak
met hun favoriete diner en pikten
elkaar het voer voor de neus weg.
Geen van de drie keek zelfs maar
naar de tweede bak met ander
voer, die vlak naast ze stond.
Kliekjes is niet voldoende
Wie het beste wil voor zijn hond
(en wie wil dat niet) geeft hem wat
het dier nodig heeft om in conditie
te blijven. Vergeet u nooit, dat een
hond niet van kliekjes menseneten
kan leven.
Die kliekjes bevatten voor een
hond onvoldoende voedingsstoffen.
Er moet altijd een portie compleet
voer bij worden gegeven om een
goede, uitgebalanceerde maaltijd
te krijgen.
Het geheim zit in het woord 'com
pleet'. Een goed diner bevat mine-
ralen, vitaminen, eiwitten, koolhy-
draten en ruwvezels in een be-
paalde verhouding.
Het natuurlijke voedingspatroon
van wilde honden geeft die verhou
ding aan. Wilde honden eten bij-
voorbeeld niet alleen het vlees van
hun prooi, maar ook de ingewan-
den: de lever, de nieren, het hart,
de longen en niet te vergeten de
maag, waarvan de half verteerde
inhoud een onmisbaar onderdeel
van het 'voedselpakket' is.
Een hond heeft namelijk een kort
darmkanaal en kan rauw gras en
groente niet verwerken. Hij moet
een deel van zijn vitaminen uit al
gedeeltelijk afgebroken groenvoer
halen.
Acceptatie- en duurproef
Naast vlees, dat wel het hoofdvoed-
sel is, moeten we dus in de maal
tijd voor ons huisdier pens (met
half verteerde grasresten) opne-
men. Voor de opgroeiende hond
moet er beendermeel (vanwege de
kalk- en fosforzouten) bij, zijn er
koolhydraten (oud brood) nodig eh
moet orgaanvlees worden gevoerd.
Soms zijn melk en extra vitaminen
nodig. Gekookte rijst of mai's com-
pleteren zo'n maaltijd. Alles bij el
kaar komt er veel kijken voor een
goede hondenhap.
Hoe goed de samenstelling van het
complete diner uit de winkel aan al
deze eisen voldoet, bleek uit de
proeven. Er zijn kennels waar de
honden dag in, dag uit die diners
krijgen. De honden blijven er kem-
gezond.
Bij het testen van 'onze' drie di
ners, is naast een acceptatieproef
een duurproef gehouden. Dat ge-
beurde juist vanwege dat verschil
tussen lekker en gezond. In die
duurproef kreeg een aantal honden
eerst diner A, daama (even lang)
diner B en tenslotte diner C.
Niet alleen de conditie van de die-
ren werd zorgvuldig in de gaten ge
houden. Ook hun ontlasting werd
gecontroleerd om te zien hoe goed
het voer te verteren was.
Bazen hebben een andere
voorkeur
Met conclusies werd gewacht op
het oordeel van de particuliere
hondenbezitters. Zij kregen de-
zelfde drie diners, die elk drie da-
gen achtereen aan de hond moes-
ten worden gevoerd.
Aardig detail: brokken die bij de
hond vrij laag scoorden, eindigden
bij de baas soms hoog: 'Omdat ze
lekker ruiken en prettig klein zijn'.
De mening van de hondenbezitters
verschilde dus hier en daar van die
van hun dier. Daarbij bleek het
uiterlijk van het produkt een rol te
spelen. Niet voor de honden, maar
voor de eigenaars.
Zowel de kennelhouders als de indi-
viduele hondenbezitters meldden
tenslotte welk produkt de voorkeur
kreeg en waarom. De maat van de
brokken, de kleur en geur van het
diner, de samenstelling (meer
Hondendiner
ookvooruw
huisgenoot
lekker niet
altijd gezond
,*-» - v Y y
-V..VK .V
i__r
24 AllerHande