beelden Perseus, Cassio
peia, Cepheus en Zwaan.
Wat is die Melkweg eigen-
lijk?
Alle sterren die we aan de
nachthemel zien, behoren
tot een heel groot sterren-
systeem: 't melkwegstel-
sel, waartoe ook onze zon
behoort. Het overgrote
deel van de sterren van
dit stelsel ligt in een 'plat'
vlak, maar ze zijn zo ver
weg dat we ze met het
blote oog niet afzonderlijk
kunnen onderscheiden.
Die melkachtig oplich-
tende band aan de hemel
is dan ook niets anders
dan het gezamenlijke
licht van die miljarden
verre sterretjes. Het zijn
er bij elkaar honderd mil-
jard, dat is geschreven
100.000.000.000.
Kijk 2 miljoen jaar om
Ons melkwegstelsel is
niet het enige in het
heelal. De astronomen
anno 1983 weten dat er
naar schatting enige mil-
joenen melkwegstelsels
zijn binnen een straal van
drie miljard lichtjaren.
Een lichtjaar is de af-
stand die het licht in een
jaar aflegt. In kilometers
is dat 9460 miljard.
Een van de melkwegstel
sels die we met het blote
oog aan de winterhemel
kunnen zien is de Andro-
meda-nevel. Bij alle vorige waame-
mingen moest u de eerste sterren-
kaart gebruiken. Het sterrenbeeld
Andromeda vindt u rechtsboven op
de tweede kaart.
Om Andromeda aan de hemel te vin-
den, moet u met de rug naar het
noorden gaan staan (het oosten
links en het westen rechts). U
vindt het sterren
beeld dan tussen Per-
en Pegasus, rechts
boven de Driehoek.
Andromeda heeft een
langgerekte vorm door
vier op een
rijtje staande ster
ren, waarvan de
meest rechtse
eigenlijk bij Pe
gasus hoort. Bo-
ven de - van links
af gerekend - tweede ster staan
twee kleinere sterren.
Als u goed kijkt, ziet u een vaag op-
lichtend 'spiegelei' van klein for-
maat. Dat is de Andromeda-nevel
die 2,3 miljoen lichtjaren ver weg
staat. Het is het beroemde sterren-
stelsel M 31, om in astronomische
termen te spreken, en dit melkweg
stelsel dankt zijn roem onder meer
aan zijn prachtige vorm. We kijken
er als het ware schuin bovenop.
Daardoor kunnen we mooi zien dat
er een 'dikke' kluit van miljarden
sterren in het
midden zit met
spiraalarmen er
omheen met nog
weer eens miljoenen en miljoenen
sterren. Zodoende ontstaat dus dat
spiegelei.
De helderste en de grootste
Veel mensen denken dat de pool-
ster de helderste ster aan de he
mel is. Dat is niet waar. De helder
ste ster is Sirius in het sterrenbeeld
de Grote Hond.
Laat op winteravonden is Sirius vlak
boven de zuidoostelijke horizon te
vinden. Hij 'knalt' eruit. Links en
rechts staan twee minder heldere
sterren. Wat u niet kunt
zien is dat Sirius een be-
geleider heeft die eens in
de vijftig jaar om de
'moederster' heendraait.
Rechts boven Sirius vindt
u het sterrenbeeld Orion
met zijn markante vorm
van een spoel of zandlo-
per. De heldere ster links-
boven is Betelgeuze, de
ster rechts daamaast Bel-
Iatrix, de ster rechtsonder
Rigel. A1 deze drie sterren
zijn supperreuzen onder
de sterren. Maar Betel
geuze spant de kroon met
maar liefst een doorsnee
van 400 keer die van de
zon.
En tenslotte dan: de
Orionnevel. Er zijn meer
van deze gasnevels ont-
dekt, maar dit is de groot
ste, de helderste, de mooi-
ste. Je kunt'm met het
blote oog waamemen.
Astronomen nemen aan
dat het heelal 5 miljard
jaar bestaat. In het begin
moet het de vorm hebben
gehad van een kolossale, uitzettende
wolk van gas en straling. Uit deze
gaswolk zijn alle melkwegstelsels en
alle sterren in het heelal voortgeko-
men. De zogenaamde 'diffuse gasne
vels' zouden resten zijn van die oer-
nevel en de Orionnevel is er een van.
In die nevel spelen zich scheppings-
processen af waaruit na miljoenen
jaren nieuwe sterren voortkomen.
U kunt die nevel zien! De vemau-
wing in de zandloper van Orion blijkt
bij goed turen te bestaan uit drie
sterren. Direct onder die vemau-
wing staan drie kleinere sterretjes.
Rond het onderste van deze drie
sterretjes ziet u een vage floers: de
Orionnevel. Een wereld in wording!
Hiernaast: de prachtige
Andromeda-nevel is bij
heldere hemel ook met
het blote oog waar te ne-
men Op de inzet: het ster
renbeeld Orion met daar-
onder de Grote Hond.