tt
t
1 f
I
v:,
t
I
ENKELE VEEL VOORKOMENDE SPOREN.
lit
Vootal als je rustig loopt en je kleding
een beetje gedekt van kleur houdt kun
je in het winterbos heel onverwachte
dingen tegen komen. Die oranje regen-
pakken zijn voor de verkeersveiligheid
natuurlijk zeer geschikt, maar in het
bos kun je zoiets beter niet aantrekken.
En laat de kindenen maar sluipen. Als
zij zachtjes moeten lopen gaan ze van-
zelf fluisteren en dat maakt de kans
om wild te zien natuurlijk toch groter
A1 heb ik wel gemerkt dat veel kindeten
alleen het vinden van dietspoten al iets
fantastisch vinden.
Een afdruk in de grond maakt voor
hun gevoel a! dat het dier vtak in de
buurt ziL Sporen maken het bos voor
kindenen extra spannend, sponen zoe-
ken is een avontuur En helemaal met
sneeuw, natuurlijk.
Elke winter heb je wel een paar witte
dagen en met zo'n dun laagje tnef je
prachtige spoorsneeuw aan... Maar
ook als er geen sneeuw ligt staan al
die sporen haarscherp afgedrukt in de
vochtige bosbodem.
Er zijn eigenlijk twee groepen sporen:
van dieren met nagels en van dieren
met hoeven. Sporen met nagels kun-
nen de prenten zijn van muizen, vossen
en eekhoorns, de hoeven verraden het
pad van herten, reeen en zwijnen.
Hoewel hoefdieren vier tenen hebben,
lopen herten en ree&n uitsluitend op
de uiteinden van de middelste twee,
dus hun hoefafdruk laat slechts twee
tenen zien, tenzij er nog twee kleine
teentjes viakbij staan afgedrukt. Dat is
dan het spoor van het wilde zwijn. De
sporen van haas en konijn lijken erg
veelopelkaar
De kleine voorvoetjes worden het eerst
geplaatst en daarvoor komen dan de
afdrukken van de achtervoeten, die
altijd voorbij de voorvoeten schieten.
Toch zijn de sporen van die twee wel
van elkaar te onderscheiden. Met een
luciferdoosje normaal model, niet dat
kleintje) is het spoor te meten. Is de
breedte van de achtervoet even breed
als het doosje dan is het een haze-
spoor Haalt het maar tweederde van
de breedte van het doosje, dan was
het een konijn.
De prent op de grond die een vos ach-
terlaat lijkt nogal op een hondespoor
Om te zien of het inderdaad een vos
was moeten we goed kijken naar de
plaatsing van de teenkussens. Een
poot geeft vijf kuiltjes te zien van de
teenkussentjes. Als achter de twee
voorste kuiltjes een rechte lijn kan wor
den getrokken die geen andere kuiltjes
raakt, dan was het Reinlje de Vos'.'
Staatsbosbeheer-voorlichter Van den
Berg kan uren vertellen over het bos
in het winterjaargetijde. Het is zo fasci-
netend mooi, en er valt zoveel te zien,
te horen en te ruiken...
"Aangenaam!
Dt ben een
everzwijn of
wild zwijn!"
i
-JMfes fnrr -hast -
Spoorvan
Reintje de Vos in de sneeuw.
Het edelhert met zijn]
impoaante gewei. 1
Er zijn twee groepen loopsporen, die van dieren met nagels (muizen,
eekhoorns, vossen en huisdieren als hond en kat) en dieren met hoeven
(herten, reeen.zwijnen en huisdieren als koe.geit en paard). Deze laatste
hebben wel vier tenen, maar lopen alleen op de uiteinden van de middelste
twee. Alleen als ze op erg zachte grand of in de sneeuw lopen, laten ze soms
ook een afdruk van de buitenste tenen achter. Bij t wilde zwijn is dit anders,
die loopt ook in normale omstandigheden op alle vier tenen.
WILD ZWIJN
l:Mdl
EEKHOORN
BUNZING
HAAS EN
KONIJN
De prenten van een wild zwijn zijn
goed te herkennen doordat de
achtertenen ook altijd afdruk-
ken achterlaten.
Het edelhert heeft brede prenten
en de buitenrand van de hoeven
maakt naar voren toe een regel-
matige bocht. Bij het ree is t zool-
kussen zover naar voren doorge-
groeid, dat de bodem van de prent
een vlakke indruk laat zien. De
hoefvorm is smal en spits.
De egel heeft nogal lange klauwen,
die evenals de tenen en de zool-
kussens in de voetdruk tezien zijn.
De binnenteen (duim) is meestal
maar zwak afgedrukt, soms zelfs
helemaalniettezien.Desporen
van voor- en achtervoet zijn
ongeveer even groot: ca.
2,5 cm lang.
De voetafdruk van de voorvoet van
de eekhoorn laat vier lange
tenen met klauwen zien, die
■an de achtervoet vijf tenen.
De prent van de voorvoet is ca.
4 cm lang en 2 cm breed, die van
de achtervoet ca. 5 cm lang en
3 cm breed.
De ca. 4 cm lange prent van de
bunzing laat niet alleen de zool-
kussens duidelijk zien, maar
ook de klauwen. Zowel voor-
als achtervoet laten vijf teen-
afdrukken achter. De afdrukken
van de achtervoeten komen over
die van de voorvoeten heen
De sporen bestaan uit vier afdruk
ken: Achtenaan twee korte prenten
van de voorvoeten, vooraan de
langere prenten van de achter
voeten. Is de breedte van de
achtervoet even breed als een
luciferdoosje.dan is het een
hazespoor, is de breedte 2/3 van
et doosje dan is het van een konijn.
Het spoor van een vos is te onder-
scheiden van dat van een
hond door het volgende
trucje: Kunt u een rechte
lijn trekken tussen de 2 teen-
kussens van de voorste tenen
en die van de buitenste tenen,
zonder dat die lijn de kussens
kt, dan was het een vos. In t
andere geval is het een hondespoor.
ir
|Pw
■Mr
ALLERHANDE^4