KIEST U MAAR: ZELF MAKEN 0
D E KAARSEMAAKER.
Verlieft het minft, Om groote wind.
Kaarsen zijn tegenwoordig
niet meer nodig om ons huis
in't donkere jaargetijde te
verlichten. We gebruiken ze
nu eigenlijk alleen nog om n
extra gezellige of roman-
tische sfeer te scheppen, bij
verjaardagen, tijdens de
kerstdagen of andere feeste-
lijke gelegenheden.
Vroeger was dat anders.
Vele eeuwen lang hebben
kaarsen gezorgd voor het
nodige licht, in kastelen en
paleizen, in kerken, huizen
en boerderijen. Nog in de tijd
van Jan en Kasper Luyken,
de makers van de hier afge-
beelde fraaie ets, dus nog
maar zo'n 300 jaar geleden,
was het vak van kaarse-
maker een respektabel en
veelbeoefend ambachL Met
de opkomst van de olielamp
en de gaslamp werd de be-
hoefte aan kaarsen voor
dagelijks gebruik natuurlijk
aanzienlijk minder, al
worden ook vandaag de dag
nog steeds op dezelfde tradi-
tionele manier kaarsen ver-
vaardigd, bijvoorbeeld in
enkele kloosters.
De modeme kaarsen-
fabrieken produceren ver-
schillende soorten goede en
goedkope kaarsen - van
eenvoudige strakke witte
kaarsen tot fantasiekaarsen
in vele kleuren. Het zelf
trekken van kaarsen
("tonken", zoals het woord
eigenlijk luidt) is minder
moeilijk dan u misschien
denkt. Hier volgen wat aan-
wijzingen voor het maken
van was- of stearinekaarsen
en't gieten van leuke, kleu-
rige stompkaarsen.
Als grondstof kuntu een
mengsel nemen van stea-
rine, paraffine en 'n beetje
bijenwas. (Alleen bijenwas
kan natuurlijk ook, en is erg
mooi, maar helaas nogal
prijzig). Voor de pit heeft u
een niet te dunne katoenen
draad nodig, die u zelf kunt
draaien of vlechten, of kant
en klaar kunt kopen. Kleur-
stof is ook in de winkel te
krijgen.
Het trekken van kaarsen is
'n werkje dat nogal veel tijd
en geduld vraagt Daarom is
het wel zo leuk om het met
meer personen tegelijk te
doen. Het smelten van de
was, paraffine of stearine
kan't beste 'au bain Marie'
gebeuren: u zet een emmer
in een waterbad op het vuur,
en wacht tot het een vloei-
baar mengsel is geworden.
Aan stokjes van ongeveer
50 cm langbindt u drie of
vier pitten stevig vast De
pitten mogen de bodem van
de emmer net niet raken.
U laat de pitten in de vloei-
stof zakken, haalt het stokje
weer omhoog en trekt de
pitten weer goed recht
Vervolgens dompelt u de
pitten telkens opnieuw even
(niet te lang!) in de substan-
tie, net zo lang tot de kaarsen
zo dik zijn geworden als u
wilt
Als de kaarsen goed zijn af-
gekoeld - u kunt de stokjes
na het tonken bijvoorbeeld
tussen twee stoelen hangen
- knipt u ze los en werkt u
het uiteinde bij met een
scherp mes.
Makkelijker en sneller is't
maken van stompkaarsen.
Wat heeft u er voor nodig?
Wat kartonnen rollen van
closetpapier, weggooi-
bekertjes, conservenblikjes
of dunne plastic buizen.
Met een spijker slaat u eerst
een gaatje in de bodem van
het blik of het bekertje. Dan
haalt u de pit door't gat die
u vervolgens aan de boven-
kant van het blik vastknoopt
aan een stokje, breinaald of
iets dergelijks. Nu trekt u de
pit aan, zodat deze strak zit
Het uiteinde dat door het
gaatje steekt plakt u stevig
vast met plakband. Zorg dat
het gat goed dicht is.
Gebruikt u een closetrol of
een plastic pijp, dan moet
daar eerst een bodem in
worden gemaakt Hiervoor
kunt u een stukje karton
nemen, dat u met plakband
goed bevestigt Ook hier
maakt u een gaatje in om de
pit door te halen.
Zo, de vorm is klaar om er
het gesmolten kaarsvet in te
gieten!
Voor het kaarsvet kunt u
natuurlijk nieuwe stearine,
paraffine of bijenwas kopen,
u kunt ook heel goed
stompjes van oude kaarsen
gebruiken. Wilt u gestreepte
kaarsen maken, dan kunt u
steeds verschillend gekleur-
de laagjes kaarsvet in de
vormen gieten.
Krijgt u de kaars niet uit de
vorm? Giet dan even wat
heet water over het blik of de
plastic buis. De buitenkant
van de kaars wordt dan wat
zacht en u krijgt'm makke
lijker uit de vorm.
Veel plezier!
mmn,
m
i
CD Albert Heijn AllerHande/34