Een paa genieten. keer per jaar echt i* V; '/-x. al vroeg. "Je moet de zwaan wegbrengen", zei ze, zenuw- achtig fluisterend, alsof het over een ondergedoken piloot ging. Och, tenslotte vloog hij ook. "Voor de kin- deren wakker worden". "We zouden hem tochIk dacht aan de rogge, het brood, de bieten, die wij in die zwaan hebben belegd. Maar ik begreep zelf ook al, dat hij voor ons zedelijk on- eetbaar was geworden. Tien minuten later was ik op weg, met de zwaan wrieme- lend in een grote zak in het aanhangwagentje achter ons aller fiets op houten banden. Ik heb wel een uur met hem gefietst, in die allereerste schemering, die zo grauw is als alle ellende van eeuwen bij elkaar opgeteld. Toen, ergens in de buurt van Elle- com bij eenNvijver, heb ik hem losgelaten. Gekortwiekt Pals hij was stumperde P*5 hij mij nog even achterna, maar zelfs op houten banden was ik sneller. Aan het einde van de laan keek ik nog even om. Hij stond daar zeer wit in dat morgengrijs, en zeer alleen, en ik voelde mij dat hele eind terug als de vader van Klein Duimpje. De schrijver H. A. A. R. Knap heeft na zesen- dertig jaar deze ervaring eens op schrift gesteld: hoe zijn (ondergedoken) gezin in de hongerwinter een zwaan cadeau kreeg. Voor de kerst Maar de kinderen raakten zo aan het dier gehecht dat de ouders niet anders konden dan de poelier wegsturen met de zenuwachtige mede- deling dat ze de zwaan liever voor Oudjaar wilden be- warenHet is een van de negen kerstverhalen die Henri Knap heeft bijgedra- gen aan het zojuist ver- schenen Elsevier's Kerst- verhalenboek. "Maar ik ben geen beroepskerstverhalen- schrijver hoor", zegt Han Knap. "Simon Carmiggelt heeft eens geschreven dat de echte kerstverhalenauteur iemand is die in juni, als de mussen van de daken vallen, begint te schrijven. Hij leeft zich in in de sneeuw die er nooit is en schrijft over de boerenzoon die jaren ge- leden weggelopen is en die De echte kerstverhalen- schrijver begint al in juni te schrijven, als de mussen van de daken vallen. nu, als de kerstklokken beieren, het erf opkomt Of hij schrijft over het zoontje van de arme weduwe, dat tienduizend dollar vindt van een Amerikaan. En die Amerikaan staat erop het jongetje thuis te brengen. De rest laat zich raden. Aldus Carmiggelt Maar in de kerstverhalen die ik nu voor Elsevier geschreven heb kom je de boerenzoon en de arme weduwe niet tegen. Mijn kerstverhalen zijn voor mensen die, wat ze ook ge- loven, Kerstmis een bijzon- dere tijd vinden. Het zijn variaties op een thema en, dat thema is, dat wij mensen in onze dagelijkse routine, allemaal tegelijk zo tegen het eind van het jaar samen stil- staan om even uit te blazen. Sentimentaliteit waar de m j£(CHRIJVER HENRI KNAP: CD Albert Heijn AllerHande/15

Allerhande | 1980 | | pagina 15