EEN VADER MET AKTE Hygiëne omvat 1001 zaken Slapen alleen in pyjama mag (nog) niet Taal barrière Stichting Vakmanschap is Meesterschap Gezin Navolging Intelligent Had ik maar eerder geweten, dat ik de zoon was van een vader met akte. Dan zou ik waarschijnlijk niet langer de eeuwige reserve zijn geweest bij de dagelijkse partijen voetbal op het pleintje naast de kerk. Ik vond het weliswaar redelijk, dat de jongens, die de spelers kozen, mij lieten staan, want ik kon niet koppen en als ik de tennisbal eindelijk op mijn schoen kreeg, verdween liij altijd onbeheerst op het platte dak van de doopkapel. Dan moest Joop via de regenpijp naar boven om de bal te zoeken tussen de afgedankte fietsbanden en kapotte pannen, die gelo vige buurtbewoners er op hadden geworpen. vers bier GOED BEKEKEN! Rondkijken Frituurvet Eén keer goed MEI AT-T.ERH ».NTJE 13 Advertentie fiets, soms met een tas op zijn bagage drager, waarin volgens de buren schriften zaten, die hij de avond tevoren gecorri geerd had. Wij wisten echter, dat er een kapotte broodrooster of een kapot strijk ijzer in zat, dat mijn moeder hem meegaf om op school te repareren. Hij had daarvoor een werkhok achter zijn leslokaal, waarin hij zich terugtrok, nadat hij de leerlingen een taak voor enkele uren had opgegeven. Hij was een groot voorstander van zelfwerkzaamheid, want er wachtten hem thuis vele kar weien. In de loop der jaren maakte hij nog veertien electrische klokken, een compleet intercom-systeem tussen de slaapkamers en een verlichting voor de kerststal. "TE kunt die knapen wel alles voor kauwen", zei hij eens, „maar ze kun nen beter vroeg leren om op eigen benen te staan". Later heb ik gehoord, dat hij ondanks zijn veelvuldige afwezigheid in de klas een heilig ontzag inboezemde door zijn plotselinge uitvallen, waarbij hij uit sluitend gebruik maakte van het rechter been. Als .hij onrcad rook, kwam hij onver wacht uit zjjn werkhok tevoorschijn, greep feilloos de aanstoker van het kwaad, draaide hem een kwartslag en plaatste de punt van de rechterschoen in het kruis van zijn broek. Men neemt aan, dat deze handeling later allerwegen bekendheid heeft gekregen als „het stuitje tegen de borst". "jVTERKWAARDIG, maar nu pas valt het me op, dat vader thuis bijna nooit over school sprak. Hij mompelde binnens monds wel eens wat over „die rekels" en als hij te zwaar getafeld had, wilde hij ook nog wel eens zijn vuist ballen in de richting, waar hij de ambachtschool ver moedde. Maar voor de rest liet hij het onderwerp rusten. Als hij tussen de middag thuis kwam halverwege de straat begon hij al te freewheelen en wan neer hij bij de slager was, hoorde moeder zijn fietsbel drie keer ten teken, dat ze de boterhammen in de rooster kon doen ontdeed hij zich van de schooluren als van een knellend vest. Hij at dan, kaarsrecht aan het hoofd van de tafel, met smaak enkele sneden brood en sprak onderwijl over de komende zomervakantie, die wij voor de twaalfde maal in de buurt van de Pyramide van Austerlitz zouden doorbrengen. „Verder hoef ik niet", zei hij dan, „het is toch overal dezelfde troep". ALS hij na de middaglessen thuis kwam, stond er meestal reeds een leerling bij ons in de gang, die hij voor één-vijftig per uur bijles gaf in wiskunde. Hij dronk dan eerst staande een kop thee en trok zich vervolgens terug in de zijkamer, waar hij zich onmiddellijk op ruzietoon begon op te winden over het ingeleverde huiswerk. „Groot 'ndrukwekkend rund", hoorden we hem dan roepen, „besteed ik mijn kostbare tijd om wat kennis in die grijze brijpot van je hersens te pompen. En wat doe jij Nou, wat doet meneer Omdat er op zulke momenten nooit ant woord kwam, gaf vader het zelf. „Meneer zit achter de meiden aan en voelt zich de grote Piet. Waarom wordt meneer eigen lijk geen koekebakker Waarom geen putjesschepper Zo ging het nog een kwartier door en als de leerling na een uur werd losgelaten vluchtte hij van de trappen, alsof de duivel hem op de hielen zat. Nochtans nam het aantal leerlingen, die hij bijles gaf, van jaar tot jaar toe. F: kan dat nu na jaren ook wel begrijpen. Vader was immers een man, waar je met ontzag tegenop keek. Hij droeg zijn grijze haar als een kunstschilder en had een scherp gesneden gezicht met bijpas sende neus, die hem deed lijken op de tekeningen van Old Shatterhand in de boeken van Winnetou. En als hij lachte oi piano speelde of een som uitlegde of voor moeder een stopcontact boven de divan monteerde, deed hij dat met volle over gave en met een hartstocht, die op ieder een oversloeg. Daarbij had hij de zeldzame gave om iédereen van zijn gelijk te over tuigen. Hij kon het ook niet helpen, dat hij de wereld in het juiste perspectief zag. Bij zijn afscheid van school zei de directeur, dat met vader de laatste der Mohikanen heenging. Hij prees zijn educa tieve gaven en gewaagde van het feit, dat hij altijd streng, doch rechtvaardig was geweest. Daarna overhandigde hij namens het schoolbestuur een platenbon van zeventien-vijftig. Na afloop spuwde vader op het schoolplein en zei hij, dat nu pas voor hem het echte leven begon. ANDERHALF jaar laterstonden wij met vele oud-leerlingen en een delegatie van de ambachtschool rondom zijn graf. Mijn oudste broer dankte namens de familie voor de belangstelling en zei, dat de pensio nering vader geen goed had gedaan. „Hij kon de school niet missen", zei hij peinzend. Het was een stralende, vrieskoude dag in januari. Mijn oudste broer had gelijk. LEOTHURING TK ben misschien een -®- bevoorrecht mens omdat ik weliswaar aan de rand van een grote stad woon, maar toch nog op de koeien kijk en de eenden door de tuin zie wandelen. Ik bedoel maar: er is nog groen om me heen. En u zult het misschien niet geloven, maar ik ontdek regelmatig op polderwegge tjes, in weilanden en zelfs in plantsoenen, dat er ineens ladingen vuil liggen. Dat varieert van plastic vuilniszakken tot verroeste kinderfietsjes met enorme stapels kranten en karton nen dozen met kapotte te geltjes en gaat u maar door. Gewoon, door landgenoten in het donker daar neer ge kwakt. Kijk, als dat blijft door gaan, als we allemaal alleen maar ons eigen paadje schoon borstelen en de rest ons niet interesseert, dan wordt het natuurlijk wél moeilijk om Nederland leef baar te houden. En als u nog steeds het klokhuis van de appel, de schillen van de sinaasappel of de papieren zak waar de broodjes in zaten onderweg, in het bijzijn van de kinde ren, uit het autoraampje weggooit, dan moet u zich niet verwonderen dat uw kinderen uw voorbeeld blij ven volgen. TAIE STICHTING Hy- giëne in Den Haag (Fre- derik Hendriklaan 34a) die is er natuurlijk niet, om uw Ankie te leren, dat ze voor tafel haar handen moet gaan wassen. De Stichting is op dit moment bijvoorbeeld heel druk bezig met de mi lieuhygiëne. En die Stichting laat bijvoorbeeld dit geluid horen: „Hygiëne, een begrip dat gewoonlijk vooral in ver band gebracht wordt met zindelijkheid, omvat in feite veel meer, namelijk: het ge hele complex ran maatrege len en gedragingen dat ge richt is op behovd en bevor dering van -ie ge2endheid- Onder gezondheid wordt hier verstaan een toestand van lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welbe vinden". O ja, en dan nog één be langrijk ding: de Stichting geeft op verzoek advies aan scholen, instituten, bedrij ven en andere groeperingen. Dat zal wellicht velen inte resseren beugelfles 63 cent, pijpje 48 cent, want alle waar is naar zijn geld. "Vervolg van pagina 2 tekst op doorschijnend papier eerst overtrekken, vervolgens naschrijven en uitknippen en dan de juiste teksten onder de afbeeldingen leggen. Dit kan men vergelijken met een soort woordenlotto. Het boekje is eigendom van de leerling, mag mee naar huis worden genomen, wat het grote voordeel heeft, dat de enthou siaste kinderen het gehele gezin erbij betrekken, de scènes wor den thuis opnieuw gespeeld door de gezinsleden, zodat de vaak zeer eenzame moeders ook spelenderwijs zich verstaan baar kunnen leren maken. Voor kleuterscholen kan deze methode ook dienen, wanneer de tekst wordt weggelaten. Ook als taalontwikkelingsprogram ma voor taalarme wijken zou dit wellicht een oplossing bie den. Deze methode blijkt een enorm succes te zijn. Na Rotterdam wordt er op deze manier op verschillende plaatsen in ons land mee ge werkt, aan 2500 kinderen wordt reeds op deze manier les gege ven. Naar wij vernemen heeft men juist besloten 'n het begin van het nieuwe schooljaar deze methode in Antwerpen te gaan hanteren. Inmiddels zal een vervolgdeel met uitbreiding tot circa 450 woorden binnenkort verschijnen. Men is doende de problema tiek te onderzoeken, die zich voordoet bij inschakeling van deze kinderen bij net voortge zet onderwijs. Over het algemeen is het in telligentiepeil van deze buiten landse kinderen zeker niet la ger dan dat van het gemiddelde Nederlandse kind. Het is daar om van het allergrootste be lang, dat buitenlandse kinderen snel aanspreekbaar worden ge maakt, zodat hun Intelligentie kan worden onderkend en ze het Nederlandse onderwijs zul len kunnen volgen. Men mag zich gelukkig prijzen, dat deze met zo veel vaart en idealisme op gezette en door de fa. Muusses te Purmerend uit gegeven methode, zowel bij de overheid als bij de schoolhoofden zoveel weer klank heeft gevonden, het geen wellicht in de naaste toekomst zal leiden tot een snelle aanpassing van het buitenlandse kind op onze scholen, wat door de taal barrière tot nu toe een on mogelijkheid scheen. Ik had dus voor een uitverkiezing in het buurt-elftal geen' been om op te staan, maar toch zou ik een kans hebben ge maakt, als ik via Bennie had kunnen laten uitlekken, dat mijn vader een akte had en er prijs op stelde, dat zijn zoon als linksbuiten werd opgesteld. Ik had met opzet de linksbuitenplaats op het oog, want die was vanuit de voorkamer van ons huis niet te zien. En ik wilde vóór alles mijn ouders de afgang van hun kind besparen. TN onze straat was vader de enige, die een akte had. Daaraan ontleende hij het recht om 's morgens later te beginnen dan andere vaders, die de wekker om half zeven af lieten lopen en op hun fietsen wegreden, als het nog donker was. Op dat moment keerde vader doorgaans terug van het toilet en stapte hij weer in bed om, zoals hij zelf zei, „de amusante droom van zoëven af te maken". Daar stond ove rigens weer tegenover, dat hij 's avonds ruim een uur eerder thuis kwam dan de andere vaders uit de buurt. Waarvan gaarne akte. Ik heb tot mijn zevende jaar niet ge weten, wat vader deed. Ik wist alleen, dat hij vader was en dat vond ik al mooi genoeg. Daaraan ontleende hij immers het recht op een groter stuk vlees aan tafel en op een ijswafel van vijf tijdens de fiets tochten naar de Pyramide van Austerlitz. Wij kregen dan een hoorntje van een cent, dat alleen aan de bovenkant gevuld was met ijs, maar in de punt volkomen leeg was. Ik herinner me uit die tijd, dat mij het hevig verlangen bekroop om zo snel mogelijk vader te worden teneinde elke dag een wafel van vijf te kopen. T ATER heb ik me afgevraagd, of vader wel het juiste type was voor een baan als leraar bij het Nijverheidsonderwijs. In die jaren hield men nog vast aan het on derscheid der klassen en sprak men uit sluitend over „de ambachtschool". Dit om duidelijk te maken, dat van de leerlingen alleen verwacht werd, dat ze eens de handen uit de mouwen zouden steken. Men sprak in dat verband graag over „een eerlijk ambacht". Wie daar niet voor deugde, omdat hij twee linkse handen had, ging naar de Mulo, de H.B.S. of het Gymnasium om een vak te leren of als dat niet lukte roeping te krijgen voor het doktersambt of de geestelijke stand. Vader noemde deze groep bij voorkeur „de witte boorden- kliek". Hij droeg zelf meestal een losse, witte boord met baleinen, die het krullen van de punten tegen moesten gaan. Yf/AS het de liefde voor de jeugd, die hem naar het Nijverheidsonderwijs had gedreven Ik betwijfel het. Het kan zijn, dat de tijd, die alle wonden heelt, en passant ook zijn nobele intenties heeft doen vervagen. Maar ik houd het er liever op, dat het een vermetele noodsprong is geweest. Sinds 1880 was zijn familie beur telings, bij het spoor of de posterijen werkzaam geweest, waar ze als rangeerder dan wel als postbesteller hun brood ver dienden. Hoewel mijn vader van tradities hield, wenste hij hier niet mee door te gaan, omdat hij, zoals hij het uitlegdê, te fijn gebouwd was om de ansichtkaarten van anderen huis aan huis te bezorgen. Hij wilde aanvankelijk missionaris worden, maar toen hij op korfballen mijn moeder had leren kennen, verloor hij prompt zijn roeping en ging hij electrotechniek stu deren. Daaraan heeft hij uiteindelijk die. akte overgehouden. TJIJ werd in 1928 op een jaarwedde van tweeduizend-drie-en-veertig gulden aangesteld op één der gemeentelijke am bachtscholen in Amsterdam, die berucht was om zijn leerlingen-verzet. De school was vier jaar tevoren geopend en had reeds vier leraren afgeleverd, die vol komen overspannen een baan als bos wachter bij de kroondomeinen hadden ge accepteerd. Vader echter zei, dat hij het varkentje wel even zou wassen en ver scheen de eerste dag in zijn klas met een lineaal van een halve meter, die hij on middellijk na het begin der lessen op éen werkbank stuk sloeg. ,En nu wil ik geen woord meer horen voegde hij er nog aan toe, wat overbodig was, want niemand had een mond open gedaan. Vanaf dat moment werd hij „de beul" genoemd, wat hem zichtbaar vol doening schonk. Aan het einde van de ochtend riep hij nog, dat het gedonder nu uit moest zijn. Zijn leerlingen begrepen toen, dat er van hen actie werd ve™cht. Even later vloog een natte prop rakelings langs zijn hoofd. TJIJ heeft het daarna nog 35 jaar op die school volgehouden. Elke morgen stapte hij om kwart over acht óp zijn ambachtelijk gebrouwen, met een eigen karakter en een bijzondere smaak en frisheid, bereikt door een volkomen natuurlijk brouw en rijpingsproces, dat bijna vier maanden duurt. HYGIËNE is een beladen woord, in het Ne derland van tegenwoordig. Daar is de mi- lieuh\ giëne van af de weggegooide sinaasap pelschil tot en met de uitlaatgassen van auto's en daar is de huis-tuin-en-keuken hygiëne. Daar bij hoort bijvoorbeeld: 's nachts geen ondergoed onder de pyjama dragen. Maar wacht even! Dat had een Nederlandse onderwijzer zijn leerlingen bijgebracht. De volgende dag kreeg hij drie ouderparen op bezoek die hem „een grote vies peuk" noemden. door P. W. HUSSEL Dacht u dat het „normaal" was in ons land, dat kinde ren alleen in een pyjama slapen' Dan heeft u het mis, want driekwart van onze jeugd draagt onder dat nachtgewaad nog een hemd en een broek. En in een folder kan men dan ook de opmerking te genkomen: „Het zou de moeite waard zijn om alle nette Nederlandse huisvrou wen te vragen, om iets min der op hun vitrage en iets méér op de slaaphygiëne te letten". TJOE we het ook wen- den of keren, feit blijft, dat we in een betrekkelijk klein land wonen en dat we met zijn dertien miljoen zijn. En dan is het geen kwestie meer van „voor een ander iets over hebben", maar een kwestie van nood zaak, willen we dit land over tien jaar nog prettig kunnen bewonen. Ik bedoel maar, er zijn van die alledaagse dingen. Die auto-asbak, die men snel even langs een stoep rand leeggooit. Dat kan ge woon niet meer. En nu is dat natuurlijk een voorbeeld, dat eigenlijk aan geen mens gegeven hoeft te worden want elke „leeggooier" weet dat hij fout zit, vandaar dat tevoren altijd even schichtige rondw- kijken. "IYTEEN, er zijn andere dingen. Dingen, die we in de loop van jaren zo ge woon zijn gaan vinden, dat we er niet eens aan denken. Goed, hygiëne is natuurlijk om Jantje te leren zijn han den te wassen wanneer hij het toilet bezocht heeft, maar hygiëne is ook aan uw zoon leren, dat hij geen tak ken moet afrukken, niet het gras van een plantsoen moet kaallopen en niet met een eendagskuiken thuis komen, dat de volgende dag zeer waarschijnlijk dood is. Maar hygiëne is net zo goed, om het oude frituurvet niet door de wc te spoelen, maar in een leeg conserven blik of in kranten in de af valemmer te stoppen, want dat ene scheutje olie kan een hele vaart met water verknoeien. pRIJP niet direct naar een chemisch preparaat wanneer u in uw tuin bezig bent. Eladluis op de rozen of een andere plant? Een eetle pel zachte zeep en een eier dopje spiritus in één liter water en weg is die luis. Mag ik nog even over die tuin? Dadelijk, als het weer warm is, gaan we water ge ven. Het is wel duidelijk, dat we gewoon in Nederland onze hersens moeten gebrui ken als we met water bezig zijn; u kunt ook zeggen, dat we er zuinig mee moeten zijn. Spuit die tuin dan één keer in de week goed en niet elke dag een beetje. Bovendien zijn uw plan ten u ook nog eens dank*- baar, want dat beetje water geven elke dag maakt „luie planten", die hun wortels niet diep laten groeien, want „bovenaan" is het vocht al te krijgen, zonder moeite. BR zijn veel meer zaken die onder hygiëne vallen dan men denkt. Meneer rijdt 's ochtends thuis de straat uit en groet zijn vrouw door een loei op cle claxon. Dat is on-hygiënisch, want we vergaan al van het lawaai en elk beetje extra moeten we achterwege la ten. Als u het er mee eens bent, dat lawaai onder hy giëne valt en ons leefkli maat beïnvloedt en de Stichting Hygiëne in Den Haag vindt dit, terecht dan moet u uw zoon ook le ren, bij een rood verkeers licht niet zo te knetteren met zijn brommer. En het is ook volstrekt onnodig dat meneer op die zelfde plek zo met zijn gaspedaal aan het spelen is. En die pick-up hoeft ook niet Nederland in 1972 een hos, een landelijk weggetje en kijk eens wat wij daar zelj hébhen neergesmakt. Dit soort -praktijkenkunnen we ons niet meer veroorlo ven. zo afgesteld te zijn (of uw tv), dat de buren zich gek ergeren U ziet het, kleine dinge tjes op zichzelf, maar alle maal onderdeel van die hy giëne met een grote H, waar we tegenwoordig mee ge confronteerd worden, elke dag, of we willen of niet.

Allerhande | 1972 | | pagina 13