Wegwijzer door
doolhof van
wasmiddelen
Waarom dragen we
wat we dragen?
I
3 dagen
Twente
Pinard in Blocpak
Ook Albinet
voortaan
Jaag-
De boekenwurm
f49.-
Rijp,
beste
Vrouw en Teenager
beste klanten
van
Holland
1®
Groep I
Welgelegen^
eieren Extra
Groep II:
Groep III:
HERENKLEDING - HERENKLEDING - HERENKLEDING
zijn kwaliteits
eieren
Miljoenen-
industrie
Reclame
Houding
Wie kopen
de kleren
Andersom
Jongeren
Vrouwen
Grote rol
voordelig
uit met NS
Handig! Gemakkelijk!
albert heijn
inhoud 1 liter
OKTOBER 1970
ALl-EKHAiNDE
A
J^ELFS een ietwat ingewikkeld recept uit de Franse keuken is
voor vêit huisvrouwen gemakkelijker dan wegwijs te worden
fn die wonderlijke wereld van de wasmiddelen. Het vordt haar
dan ook bepaald niet eenvoudig gemaakt door al die totaal-, ge-
zins-, voorwas-, inweek- en speciaahvasmiddelen.
Zo'n vijfentwintig al of niet „dure" merken in totaal, die y*-
tuige de reclamespots en advertenties er zich allemaal op be
roemen de grauwsluier weg te trekken, witter dan wit te was
sen, vergelen onmogelijk te maken, kleuren fleuriger te maken
dan ooit tevoren.
Het is voor menige huis
vrouw een doolhof, waarin ze
naarstig zoekt naar de beste en
even belangrijk goed
koopste methode voor haar
was.
Tot 1953 was er geen sprake
van een doolhof; er werd ge
wassen met behulp van soda,
zachte zeep, zeeppoeders, huis
houdzeep, zakjes blauw. In dat
jaar kwamen de synthetische
poedervormige wasmiddelen en
de ontwikkeling c.q. verbete
ring daarvan ging gelijke tred
houden met die van wasmachi
nes en later wasautomaten. Op
het ogenblik is 95 pel. van al
le wasmiddelen synthetisch.
Zij zijn onder te verdelen in
drie hoofdgroepen, die op zich
weer uiteenvallen. In feite is
het allemaal vrij simpel.
De voorwas- en inweekmid-
delen. Sommige daarvan, zoals
Albitex, zijn geschikt om voor
te wassen èn in te Weken, an
dere weer zijn specifiek afge
stemd op voorwas of op inwe
ken. Deze middelen bevatten
zg. „enzymen", die hardnekkige
vlekken zoals bloed-, melk-, ei-
en jusvlekken, kortom alle ei-
withoudende vlekken, op vei
lige wijze verwijderen.
Overbodig te zeggen, dat al
tijd precies de gebruiksaanwij
zing moet worden opgevolgd
wat betreft dosering, tempera
tuur en tijdsduur. Maar dat
geldt vanzelfsprekend voor alle
wasmiddelen.
Tot voor enige jaren zorg
den de wasmiddelen voor
veel schuim. Daaraan is om
verschillende redenen een
halt toegeroepen, hoe jam
mer vele vrouwen het ook
vinden dat er „zo weinig
schuim" te zien is. Een
schuimrijke sop betekent
heden ten dage echter niet
dat er ook een schone was
uitkomt. Integendeel zelfs.
Wat namelijk is het geval.
In de moderne machines en
automaten gebeurt het was
sen door draaiende be
wegingen. Hierdoor wordt
het wasgoed telkens uit het
sop getild, waarna het er
weer in terug valt.
Als zich teveel schuim op
het sop ontwikkelt, komt
het wasgoed niet steeds
met het water in aanraking
en wordt het goed niet
grondig doorspoeld. Teveel
schuim staat dus duidelijk
de waswerking in de weg.
Punt twee is het risico van
„overschuiming", waardoor
het schuim in het binnen
werk van de machine zou
kunnen komen. Vandaar
dan ook dat de huidige
wasmiddelen doorgaans
laagschuimend zijn. Van
daar dat naast de moderne
Albimatic met Ultra wit nu
ook de populair geprijsde
Albinet laagschuimend ge
worden is.
Klasse A
Dit is de meest omvangrijke
en meest ingewikkelde groep.
De groep ook met de merken,
waarmee het meest aan de weg
getimmerd wordt. Zij wordt
gevormd door de hoofdwasmid
delen, die geschikt zijn voor al
le wasmachines.
Daarmee zou alles gezegd
zijn ware het niet dat zij uit
eenvallen in zg. gezinswasmid
delen (speciaal voor de hoofd
was) en in totaalwasmiddelen
(geschikt voor voorwas èn
hoofdwas)
Voor de gezinswasmiddelen,
waartoe Albimatic en Albinet
behoren, is het noodzakelijk
tevoren een inweek- of voor
wasmiddel te gebruiken. Voor
de totaalwasmiddelen, (het
woord zegt het eigenlijk al)
hoeft dat niet. Deze sinds twee
jaar bestaande middelen zijn
namelijk niet alleen voorzien
van bleekmiddelen maar ook
van enzymen, dezelfde uit de al
eerder genoemde voorwas- en
inweekmiddelen.
Deze groep bestaat uit de
speciaahvasmiddelen, die be
stemd zijn voor wol en allerlei
moderne weefsels. Het is ook de
groep waarmee de huisvrouw
wel het meest vertrouwd is.
Omdat ze nu eenmaal uit erva
ring weet dat een gedeelte van
de was (wol, wit/fijn en ge
kleurd/fijn) om een speciaal sop
je vraagt.
in te weken
NIET LAAGSCHUIMEND
Biotex blauw
SPECIAAL WASMIDDELEN
Alleen om voor te
wassen (laagschuimend)
Geschikt om voor te
VOORWAS- EN INWEEK
MIDDELEN
Gezinswasmiddelen
Speciaal voor de
hoofdwas
LAAGSCHUIMEND. geschikt
voor alle wasmachines en hand-
DREFT
wasmiddel zonder bleekmiddel,
speciaal voor witte en gekleurde
wol en fijne stoffen.
HOOFDWASMIDDilEN
laagschuimend,
geschikt voor alle
wasmachines
Totaatwasmiddelen
geschikt voor de
voorwas en de hoofdwas
(biologisch)
All
Dash
Fakt
Omo
Albitex
Ariel (ook geschikt voor het
wassen van bonte was en mo
derne synth. weefsels)
Luvil
Albimatic
Albinet
Dixan
Persil
Radion
Skip
Sunil
De produkten zijn schematisch weergegeven, naar funktie
van het produkt, waarbij niet gelet is op prijs- of kwali
teitsverschillen.
BIOLON
biologisch wasmiddel, speciaal
voor witte modeme weefsels en
witte fijn-was
DATO
voor alle witte en gekleurde
deme weefsels, wol, zijde
witte kookwos
ECHFALON
voor wol en fijne stoffen
FLEURIL
voor de kleurige, fijne wos
voor de moderne witte weefsels
en witte fijn-was.
T~NE DIEPERE motieven die ten grondslag liggen aan de
keuze van kleding zijn vaak zeer verschillend en
voorts ook nogal verbluffend. Toch is kennis inzake de
motieven van vitaal belang voor fabrikanten en ontwer
pers. Een rapport „Your Future in Clothing" (Uw toe
komst in de kleding) dat onlangs werd uitgegeven door
het Economische Ontwikkelingscomité van de Engelse
kledingindustrie, maakt gebruik van sociologische onder
zoekingen en komt dan tot een aantal conclusies waaraan
de Londense modedeskundige en journalist David Harvey
een aantal gegevens ontleenden, welke wij hebben aange
vuld.
Lekker, vers, puntgaaf,
schoon, constante kwa
liteit. Binnen 48 uur na
ontvangst op paksta-
tion in de AH winkels,
binnen een week weer
vertrokken, zo snel wor
den ze verkocht,
t Alles Is verser bij Albert Heijn, s
ook do 'Wolgelegon' eieren./
Waarom dragen wij eigenlijk
kleren? Omdat dat nou een
maal moet, zou het antwoord
kunnen zijn, maar dat is toch
niet het goede antwoord. Na
tuurlijk zijn decentheid en
warmte twee belangrijke rede
nen om zich te kleden, maar
ook vijgebladeren of ruige
beestenvellen zouden daartoe al
kunnen volstaan.
Er zit dus meer achter. Kle
ren zijn, voor de meeste men
sen (ook de zeer primitieve) een
compromis tussen functie en
versiering. En met dat „versie
ren" bedoelt men: zich mooier
maken, maar ook de eigen per
soonlijkheid accentueren of (en)
de persoon die men graag zou
willen voorstellen.
Natuurlijk spéélt het klimaat
een rol, maar die is toch lang
niet zo belangrijk als men zou
denken. Dat kan men zelf
waarnemen als men ziet hoe de
vrouw nu eens (een vijftigtal
jaren geleden) zeer warm en
ingesloten gekleed gaat en dan
weer (gisteren nog) gebruik
maakt van de wel heel mini
male doorkijkerige mini-kle-
ding, die echt niet veel be
schutting kon bieden tegen de
koude.
En in de dagen van de Fran
se Revolutie was dat ook al het
geval: zij liep praktisch bloot
in haar doorzichtige voiles en
draperieën, en dat alles In
steeds dat zelfdè kille klimaat
van onze noordelijke streken!
Het is eigenlijk merkwaardig
dat de enorme kledingindustrie,
waarbij miljarden gemoeid
zijn, feitelijk nog nooit eens
uitputtend heeft uitgezocht,
welke motieven er toch schui
len achter de Inkopen van kle
ding bij het publiek. Eigenlijk
hebben alleen de filosofen en
psychologen zich beziggehouden
met, de achtergronden van de
kledingzin van de mens. Dat
maakt het rapport van de En
gelse kledingindustrie, dat on
langs is verschenen, dan ook
extra Interessant.
Duidelijk is dat zo'n onder
zoek van groot belang is voor
de fabrikant en de ontwerper.
Zeker is dat adverteren altijd
grote invloed heeft gehad op de
kooprichting van het publiek
en dat daarbij ook economische
overwegingen van „goed en
goedkoop", „sterk en degelijk"
etc. een rol hebben gespeeld, is
ook duidelijk.
Maar toch dekt deze activi
teit lang niet de gehele koop
drift van de mens en zeker niet
van diegene die een mooi ont
werp zoekt, kwaliteit, chic en
een billijke prijs. Het ziet er
vaak naar uit dat de meeste
mensen weinig eisen stellen
t.a.v. hun kleding, maar men
kan zich afvragen of dat komt
omdat zij niet genoeg geld
(kunnen) uitgeven voor iets dat
zij in de grond als een bijkom
stige frivoliteit zien of omdat
zij het uiterlijk als iets onbe
langrijks beschouwen?
Natuurlijk wil de fabrikant
dergelijke vragen graag beant
woord zien. Zeker Is dat de
mens bij het ouder worden an
ders tegenover kleding komt te
staan. Bij het aanvaarden van
de grotere verantwoordelijkhe
den van het huwelijk, de ver
plichtingen van het leven en
het beroep etc., zou men, (zo
wil de theorie) de oude belang
stelling voor kleding gaan ver
liezen.
Onderzoek inzake de uitga
ven toont aan dat de meeste
kleding in het huidige Enge
land (waar het onderzoek dus
werd gehouden) door mensen
wordt gekocht tussen de 15 en
30. De belangrijke vraag is nu:
zullen zij minder uit gaan ge
ven als zij ouder Worden? En
als dat het geval is, wijst dat
dan op verminderde belangstel
ling of is het een zuivere
financiële noodzaak?
Vrouwen blijken de grootste
invloed te hebben op de kle-
dingmarkt en dat betreft ook de
kleren van man en kinderen.
Dat komt ook omdat zij de
meeste tijd hebben om te gaan
winkelen. En ook wel omdat
mannen, over liet algemeen
tenminste, minder belangstel
ling hebben voor hun kleren
dan vrouwen voor de hare.
Maar dat geldt niet voor de
jonge, onafhankelijke manne
lijke teenager die zelf zijn kle
ren koopt. Als hij vroeg van
school is op zijn 16de of 17de
jaar dan blijken zijn koop
drift en koopkracht zeer groot
te zijn en in ieder geval geheel
buiten verhouding te staan tot
die van zijn leeftijdgenoten, die
op school zijn gebleven of die
de universiteit bezoeken.
Daar zijn natuurlijk verkla
ringen voor op economisch
vlak, maar zeker is dat de oude
opvattingen dat „betere klasse
betere kleding" betekende, geen
opgeld meer doen; het Is bijna
andersom geworden! Vroeger
was dat Wel degelijk het geval:
hi de jaren van massa-armoe-
de, waarin slechts een kleine
groep personen uit de heer
sende klasse, financieel In staat
was zich goed te kleden, was
mooie kleding een teken van
welstand.
Ook was het een middel om
zich te onderscheiden van de
grauwe uniformachtige massa
welke, ook al door de reeks
oorlogen die de mensheid kwel
de, noodgedwongen In kleren
liep die zelfs, in ons land, het
Louis Davids liedje van „de
kleine man met zijn confectie-
pakkie'an" deed ontstaan.
Die tijd is voorbij: iedereen
kan mooie kleren kopen, maar
een tendens begint te groeien
dat nu dan de jongere mannen
uit de werkende klasse meer
gebruik maken van Jat „recht".
Hoe het ook zij: gaven vroe
ger de Prins van Wales en de
rijke adel de toon aan in de
mode, nu is dat de groep van
de werkende jongeren.
Maar de grenzen vervagen
bij het ouderworden; dan na
melijk gaan ook de gestudeerde
jongeren hun eindelijk-verdien
de geld gebruiken voor kleren.
Maar toch blijft de huis
vrouw de grote klant op heren-
kleding-gebied al betreft dat
dan vooral overhemden en on
dergoed.
Een andere merkwaardigheid
van het huidige kledingbeeld is
dat de grens tussen het zon
dagse ofwel „goeie goed" ook
aan het vervagen is; de blue
jeans, vroeger een zuivere
werkbroek (van Wildwest-
goudgravers) is tot vrijetijds-
kleding gepromoveerd en nog
verder tot algemeen-aanvaarde
dagelijkse kleding.
Algemene conclusies van het
rapport zijn verder dat ook de
auto invloed heeft gehad op de
mode, dat de vrijetijdskleding
voor de man volkomen Ingang
heeft gevonden en een aparte
tak van de Industrie is gewor
den en dat ook de sporten
(zoals zwemmen, zonnen en
tennis en skiën etc.) dit ver
schijnsel hebben gestimuleerd.
Voorts bleek dat de z.g. „easy
care"-stoffen en -kleren (snel
wasbaar, vlug drogend,
strijkvrij) niet zo'n verkoopsuc
ces boekten als men verwacht
had en dat de natuurlijke ve
zels favoriet waren gebleven en
wel in hoofdzaak ten gevolge
TpEN van de mooiste dorpjes
in Noord-Holland is on
getwijfeld De Rijp gelegen
tussen Amsterdam en Alk
maar. Het dorp telt 1700 in
woners.
De Rijp maakte oorspronke
lijk deel uit van Graft, een
van de oudste nederzettingen
op het Schermereiland. In 1607
werden de plaatsen van elkaar
gescheiden.
Jan Adriaansz. Leeghwater
werd in De Rijp geboren. Deze
beroemde ingenieur verwierf
grote bekendheid door het
droogleggen van de vele Hol
landse meren. Hij heeft zijn
geboorteplaats eens genoemd
..Het beste dorp in Holland".
En als u nu ruim drie eeuwen
later via de klapbrug op de
Kleine Dam verzeilt bent ge
raakt, dan zult u moeten toe
geven dat zijn chauvinistische
uitlating absoluut niet over
dreven is.
Het rijke verleden is nog
goed in het dorp terug te vin
den. Aan de Kleine Dam staat
het uit 1630 daterende Raad
huis met aan drie zijden de
topgevels en een hoog bordes,
(foto onder). Op de Grote Dam
domineert de in 1660 her
bouwde Nederlandse Her
vormde kruiskerkwaarin
drieëntwintig fraai gebrand
schilderde ramen zijn aange
bracht.
In zuidelijke richting loopt
de Middenstraat, waar het
fraaie 17e eeuwse pakhuis is
te vinden, dat thans als mu
seum is ingericht. Het Rijper-
museum „In 't Houten Huis",
zoals het officieel heet, bestaat
uit drie verdiepingen. Veel
herinnert hier nog aan Jan
Leeghwater. U vindt er zee
kaarten en voorwerpen die
betrekking hebben op de ha
ringvisserij en de walvisvaart.
In het hartje van De Rijp
kunt u verder verscheidene
fraaie oude huizen bewonde
ren. die meestal van houten
gevels zijn voorzien (foto bo
ven). Vergeet tenslotte de
Rechtstraat niet. Op nummer
40 staat namelijk het voorma
lige woonhuis van Betje Wolf
en Aagje Deken.
(Advertentie)
„BUITENAARDSE BESCHA
VING"
„Buitenaardse beschaving",
een „borelingske" van Stefan
Denaerde, gaat over een ont
moeting tussen de schrijver
met menselijke wezens van de
planeet Jarga buiten ons zon
nestelsel. In een vliegende
schotel wordt hij via computers
en films op de hoogte gebracht
van hun leefwijze, en alles wat
er zich op en om deze planeet
afspeelt.
Fascinerende tekeningen, van
niemand minder dan Rudolf
Das maken dit werk tot iets
heel boeiends voor de liefheb
ber. (Bij Uitgeverij N. Kluwer
N.V. te Deventer).
„DEN HAAG... MAL
DWAAS"
Een verrukkelijk boekje van
schrijver-musicus Alexander
Coret (o.m. medewerker van dit
blad), waarin hij zijn kijk geeft
op wat gemeenzaam bekend
staat als het „Haagje". Coret
geeft een uitstekend beeld van
de gebeurtenissen en toestan
den in de Residentie vóór de
jaren '40.
Helemaal een boekje dat niet
de Hagenaar alleen veel plezier
zal verschaffen. Mooie foto's en
tekeningen maken dit werkje
tot een fijn bezit voor 8.90.
Bij Uitgeverij W. de Haan,
Bussum.
„INLEIDING TOT DE MO
DERNE ASTROLOGIE"
Wat is een horoscoop? Voor
een leek niet meer dan een cir-
van de verwarring (ook door de
kwaliteitsverschillen) die de
talloze synthetische vezels had
den veroorzaakt.
keltje met 12 vakjes, waarin,
min of meer verspreid, de die
renriemtekens en de plané-
tensymbolenzijn geplaatst.
Voor wie zich ervoor interes
seert, is er: „Inleiding tot de
modeme astrologie" (uitgave
van L. J. Veen's Uitgevers
maatschappij N.V., Amster
dam), dat probeert dit alles
voor de leek een beetje duide
lijker te maken. Met 't koppe
tje er een beetje bij zal de
astrologie voor u wat meer
gaan leven, en u helpen uw
misschien soms wat moeilijk
lijkende medemens wat beter
te begrijpen.
„Inleiding tot de modeme
astrologie" is van Else Parker
en C. P. J. Groeneveldt.
Waar nog rust en
ruimte is voor heerlijke
tochten! Volledig
verzorgd, dus incl. logies,
maaltijden en reis.
van elk
station
Vertrek dagelijks.
Alle informatie in de
NS-reiskrant op de
stations.
Wol is, bijv. mede door dit
alles, sterker „gevestigd" dan
ooit tevoren en dat vooral om
dat de vrouw weet wat zij er
aan heeft, wat het is en hoe zij
het moet behandelen.
Het feit dat de wereld waar
in wij leven met de dag meer
wordt geschematiseerd, geni
velleerd en getechniseerd, zal
zeker de rol van de kleding,
waarmee men zich dan alleen
nog kan onderscheiden van ge
lijkmatigheid en saaie geme-
chaniseerdheid, nog groter doen
worden.
(inhoud 1 liter, keuze uit rosé, wit of rood)
Wat is een blocpak? Een nieuwe, in Frankrijk met succes
toegepaste wegwerpverpakking voor wijn. Dit blocpak is
speciaal ontworpen voor wijn en bestaat uit een driedelige
laag van aluminium, plastic en karton. Hierdoor wordt de wijn
even goed beschermd als in de traditionele fles.
Eenblocpakneemtweinig ruimte in
en kan, eenmaal leeg, in elkaar
worden gefrommeld en mak
kelijk worden weggegooid.
wijnkopers sedert 1878
N.B. Naast het moderne blocpak blijft Pinard ook In de
bekende literflessen verkrijgbaar.