Niet-aanbak-pannen hebben liefde nodig STALEN SIERADEN Engels schooltje in Parijs Een beeldschoon alternatief Haremdraeht winterwarmte Katten Emigrante opende confectie-atelier in Australië „Veilige" lengte ARNHEMS OPENLUCHTMUSEUM Uniek territoir met idyllische plekjes uit het verleden Duizenderlei mogelijkheden Ragfijner dan edele metalen Roestvrij Niet hechten Lieve pan Zes kinderen Baantje erbij Katoen Zwembad Vorm Hogere prijs Onbegrensd Werkt u al met polytetrafluorethyleen AUGUSTUS 1970 ALLERHANDE Wat een heerlijkheid, als we eens precies zouden weten wie er nu eigenlijk een bepaalde mode begint. Dat kunnen we de uitvinder óf omhelzen óf op zijn hoofd tim meren. Het is niet meer „Parijs" dat om het half jaar voorschrijft wat we precies moe ten dragen, want als lange rokken ons niet bevallen, dan dragen we ze lekker niet. Sieraden hoeven niet meer per se van zilver of goud te zijn; dit is een halssieraad uit roestvrij staal. Maar toch: wie begint er nu een bepaalde mode? Het is net als met grote uitvin dingen, zeggen de deskun digen. Er hangt iets in de lucht en op een bepaald mo ment vindt iemand het wiel uit. Maar het had net zo goed een andere uitvinder, in een ander land kunnen zijn. Gewoon, de tijd is dan rijp voor dat wiel en wie het uitvindt doet eigenlijk niet zo ter zake. Dank u wel, deskundigen, dan kunnen we nu zeker stellen dat de tijd rijp is voor het gebruik van staal. Niet alleen -staal voor sche pen, roestvrije aanrechten, pot ten, pannen en auto's, maar ook staal als vervangingsmiddel voor het kostbaarste dat we op deze wereld kennen: de siera- Werkt u al met polytetra- fluorethyleen in de keuken? Wanneer u nu roept: „Hele maal niet, zoiets engs komt mijn nette keukentje niet binnen," weet dan, dat u er misschien al jaren mee werkt. Want polytetraflu- orethyleen (hè hè, u hoeft de naam verder nooit meer uit te spreken) is het mate riaal dat aan de binnenkant zit van zeg maar de „niet- aanbak-pannen." Want waardoor bakken die pannen nooit of bijna nooit aan, waardoor komt het dat u er zelfs zonder boter in kunt bak ken? Door dat speciale laagje aan de binnenkant en de naam van dat laagje mag u afkorten met de letters PTFE. PTFE is een chemische stof, die de eigenschap heeft, dat het aan bijna geen enkel ander ma teriaal „hecht". Jaren geleden alweer is men gaan zoeken naar een methode om zuivere PTFE mechanisch aan aluminium te bevestigen, uiteraard met het idee om dat samen voor pannen te gaan gebruiken. Die metho- Nederlanders gebruiken te veel vet en dat komt vooral door de lekkere vette jus". Maar we kunnen zelfs hele maal zonder vet vlees bra den; in een PTFE-pan bijvoor de is gevönden en zelfs in de loop der jaren verbeterd, zodat de binnenlaag langer behouden blijft en beter blijft vastzitten aan zijn ondergrond. AH biedt u in deze maand drie soorten pannen van alumi nium die met PTFE zijn be kleed. Een koekepan met een diameter van achttien centime ter, een koekepan met een dia meter van 26 centimeter en een steelpan die veertien centimeter in doorsnee is. Bij al die pan nen wordt een houten spatel geleverd. Als u het nog niet al lang mocht weten, hoeft u maar één keer te proberen om te ontdek ken dat pannen met een bekle ding van PTFE een paar gewel dige voordelen hebben. U kunt er zonder of bijna zonder vet in bakken. Geweldig wanneer u voor ogen houdt dat wij Nederlanders veel minder vet moeten gaan eten, willen we goed gezond blijven. Bakken zonder vet kan dus en boven dien zijn de PTFE-pannen heel makkelijk schoon te maken. Een lieve pan dus, zo'n PTFE- pan, maar u moet de pan ook een beetje liefde teruggeven. De binnenlaag is nogal gevoe lig voor krassen. Lekker over de bodem rondgaan met een stevig gepunte vork is niet zo best; vandaar de houten spatel die het binnenlaagje met zacht heid behandelt. De binnenkant moet u liever ook niet schoonmaken met een schuurmiddel of een panne spons. Houdt u zich aan die richt lijnen, dan doet de PTFE-pan heel lief terug de binnenlaag blijft in uitstekende conditie en u hebt er extra lang plezier van. Als u wat de roklengte betreft in hei onzekere zweeft, dan is de lengte van dit lieve jurk je de veiligste: het is gemaakt van Dacron Polyestervezel en van Du Pont „In" voor het komende winterseizoen zijn ook de zoge naamde harembroeken. Dit originele pakje is van bedrukte Polyamid-pongê (model Papset van Du Pont) JN Parijs is onlangs een schooltje geopend waar kindertjes van drie tot elf jaar Engels kunnen leren en ook conversatielesjes krijgen. Calliopeheet de school en men stelt zich er tot taak de kinderen in veertig lessen van steeds drie kwartier zeker zo'n zes- tot acht honderd Engelse woorden te leren. Dat betekentdat ze na de cursus al een aardig gesprekje kunnen voeren, maar zo „officieel" gaat het er allemaal niet toe. De kinderen steken hun talenkennis op door kleine toneelstukjes in het Engels op te voeren, er weer een paar woorden bij te leren, om dan opnieuw een iets langer toneel stukje op te voeren, enz. Het eiland Man, tussen Dublin en Liverpool, bezit een unieke kattensoort: het zijn de Manx-katten die geen staart hebben, zelfs geen klein stompje. Deze merk waardige speling van de na tuur komt voor in alle moge lijke kleuren: zwart, wit, grijs, tijgermotief en gestip peld. Van nature staartloos (het dier heeft geen laatste hei ligbeenwervels en natuur lijk ook geen staartwervels) is deze kat verder opmerke lijk door de merkwaardig huppelende gang, als van een weglopende haas en door zijn dubbele konijnen vacht met langere haren aan de oppervlakte en zachtere bij de huid. Dan bestaat er op aarde ook een volledig vachtloos kattenras. Leden van dit ras komen voor in Zuid-Ameri- ka. Het vreemde is dat ze bij hun geboorte nog een kort vachtje dragen dat la ter verdwijnt, waarna ze op nieuw een nestvachtje krij gen dat echter, na enkele weken, ook weer uitvalt om dan een kaal diertje achter te laten. Weet u wanneer een vrouw op een geweldige manier zelf haar kleren maakt? „Wanneer ieder een jaloers wordt op je jur ken en vraagt of je voor anderen óók eens iets wilt naaien," zegt Joanna Thannhauser. „En als je slim bent, moet je meteen „ja" zeggen. Kijk maar wat je ermee kunt bereiken," zegt ze en draait nonchalant rond in haar bekende con fectie-atelier. Dat atelier moet u overigens niet in Nederland zoeken; het staat op een van de industrie terreinen van de Australische stad Brisbane. Achttien jaar ge leden emigreerde de Neder landse mevrouw Thannhauser daarheen, met haar man en drie kinderen. In Australië heeft ze er nog drie kinderen bij gekre gen. „Daar kijken veel Nederlan ders van op, hè", zegt mevrouw Joanna Thannhauser, „maar wij hier in Australië kennen het probleem van overbevolking nog niet. Ik zou bijna zeggen: hier zijn ze blij met grote ge zinnen. Nou ja, wij vonden het ook fijn om zes kinderen te hebben." Nu gaan we even terug naar achttien jaar geleden, want hoe kwam mevrouw Thannhauser nu aan dat confectieatelier, een atelier dat nu rokken aflevert die iedere Australische graag draagt, omdat ze redelijk in prijs zijn en zeer goed van snit en afwerking? Wel, in Nederland was ze al leen maar „huisvrouw" geweest, maar nu moest ze er in de be gintijd een baantje bij nemen om de gezinsportemonnee te helpen spekken. Ze werd de- monstratrice in een warenhuis en reeds daar vielen haar zelfgemaakte kleren op en spoedig kwam de vraag van klanten „Maakt u voor mij ook eens iets". Mevrouw Thannhauser kroop thuis iedere dag achter de naai machine en kreeg het in korte tijd zo druk, dat haar man moest bijspringen in het privé naai-atelier. „En toen, omdat we beiden onze centjes in de confectie moesten gaan verdienen, be dachten we een kleine stunt, om op te vallen", zegt ze. „We heb ben het gezocht in opvallende katoenen stoffen katoen is een geweldig materiaal in dit vrij warme Australische kli maat." En zie, de opvallende patro nen sloegen in. De beide Thann- hausers hebben in de begintijd wel steeds achttien uren per dag voor „de zaak" gewerkt, maar toen het eenmaal liep konden ze zich personeel veroorloven en ook een echt confectieatelier, buiten de stad Brisbane. Nu staat daar op hun terrein van drie hectare (met gom bomen) ook een geweldig huis (met zwembad) en daarin ver telt nu meneer Thannhauser: „Het hele geheim, van hoe je hier in Australië slaagt, ligt in de vastberadenheid van man en vrouw. Voor we hier kwamen, hadden we al besloten altijd alles samen te doen. Voor elk gezin dat naar een vreemd land gaat is dan de strijd al half ge wonnen." den. Oorbellen, ceintuurs en arm banden, haarspelden en hals kettingen van roestvrij staal kunnen beeldschoon zyn. Maar waarom nu juist sieraden van staal, waarom niet dezelfde mooie sieraden gemaakt van bijvoorbeeld zilver, als het toch in één moeite doorgaat? „Er zijn een heleboel redenen om staal te gebruiken in plaats van bijvoorbeeld zilver", zo zei onlangs een moderne Neder landse edelsmid. ?,Kijk, waarom zijn we zo gek op zilver? Omdat we het altijd hebben verweven met het begrip „kostbaar". Goed, ,maar bij de moderne sieraden is de vorm belangrijker dan het materiaal, mogen we wel stellen. Bovendien, waar praat ik over: u moet dood gewoon eens een mooie stalen halsketting om een vrouwenhals zien dat kan een schitterend gezicht zijn." Er zijn nog een paar redenen die pleiten voor het gebruik van staal voor sieraden: staal is een materiaal dat zich erg goed laat verwerken en volgens in gewijden zelfs meer mogelijk heden biedt dan de edele me talen. Daarbij stijgt de prijs van vooral het zilver voortdurend; waarom dus niet tijdig naar een goedkoper vervangingsmiddel gezocht als de vorm van een modem sieraad inderdaad be langrijker is dan het daarvoor te gebruiken materiaal? Staal is trouwens iets dat bijna onbegrensde mogelijk heden biedt. Mode-ontwerper Paco Rabanne in Parijs gebruikt al vele jaren dunne metalen plaatjes voor zijn jurken, maar sinds kort zijn er nu ook prui ken van staal, samengesteld uit ragfijne stalen draadjes. En dan te weten dat het „huishoudelijk gebruik" van staal in het niet zakt bij wat grote industrieën en de bouw- I wereld er mee uithalen. Glanzend, zijdezacht haar is dit ja, dat dacht u. Het is een pruik die is gemaakt van ragfijne staaldraadjes. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiniiii niet weet: er is ook nog een restaurant. Foto links boven: Lief hebbers van molens kunnen in het openluchtmuseum hun hart ophalen. Foto rechts boven: Het interieur van een Marker vissershuis. Foto links onder: Het Zaanse buurtje waarvan de woningen voornamelijk uit Koog a/d Zaan afkomstig zijn. Foto rechts onder: Een West-Friese „Stolp"-boer- derij, die in 1949 vanuit het Noord-Hollandse Zuid- Scharwoude naar Arnhem werd overgebracht. De boerderij dateert uit 1745. Onder de rook van Arnhem ligt in een bosrijke om geving het openluchtmuseum. In dit ruim 40 hectaren metende museum kunnen wandelliefheb bers niet alleen heerlijk rondwandelen in een prach tig natuurgebied, ze zullen er ongetwijfeld ook vele interessante dingen zien. De vereniging „Het Neder landse Openluchtmuseum" is in 1912 begonnen met een groot aantal kostbare speci men van oude streekboer- derijen, molens, interieurs, enz. aan te kopen. Vervolgens werd alles vakkundig en behoedzaam gesloopt, om daarna in de oorspronkelijke staat te worden herbouwd. Nog steeds worden unieke aankopen gedaan, niet alleen om het park uit te breiden, maar vooral ook om culturele voorwerpen en gebouwen voor ons nageslacht te be waren. In het museum bevindt zich ook een 15-tal bedrijfs gebouwen waar men onder meer kan zien hoe boer en molenaar hun werk ver richtten. Er staat een houts koolbrander!] van de Veluwe, een olieslagerij uit Zieuwent, een Limburgse stroopkokerij en een Brabantse bierbrou werij. Men kan er zien hoe de papiermaker vroeger het papier schepte, hoe de klom penmaker uit populieren- of wilgenhout paren klompen vervaardigde en de radmaker in zijn radmakerij de raderen voor de boerenwagens -en karren maakte. Het openluchtmuseum is gevestigd aan de Schelmse- weg 89 te Arnhem en ge opend van 1 april tot 1 no vember. Als u op een mooie dag in uw auto stapt om dit unieke museum te gaan be zichtigen, doet u er verstan dig aan een paar gemakkelijk zittende „stappers" aan te doen. Want als u veel wilt zien, zult u er wel voor moeten tippelen. Overal in het park staan echter rust- bankjes waarop u zonodig weer helemaal op adem kunt komen. En voor wie het nog

Allerhande | 1970 | | pagina 7