40.-
s,
Moeten ouders spelletjes
doen met hun kinderen
f
„Mijn spelen is leren
OVERAL RONDNEUZEN
ALLERHANDE NIEUWTJES
ELEKTRISCHE
UURWERKEN
SPELLETJES VOOR
REGENACHTIGE DAGEN
Kinderzitje
Draion plaids
3-
roomstel
Placemat-set
Eenvoudig, spannend en
remedie tegen vervelen
Clubprijs f 36.-
Clubprijs i 47.-
Clubprijs f 12.-
Vakmanschap
iballenfenw'S
ALLERHANDE
JULI l9(ji
Veilig autozitje en kinder
stoeltje tegelijk. Solide, ver
chroomd frame. Bekleding
van zwarte en bruine kunst
stof. Veiligheidsriemen met
handige sluiting. Geheel op
vouwbaar. Weegt slechts
3.6 kg. Past op achterbank
van auto als rugleuning en
zitting gescheiden zijnl
Bestelnr. F-171
Clubprijs
In PMC-cheques.
Zie voor volledige gegevens
de PMC-catalogus.
Premie-van-de-Maand Club
Gezellig-gekleurde plaids
voor zomerse picknicks en
verre autoreizen. Draion; Zó
gewassen, zó weer droog.
Afm.:140x190cm,lncl.franje.
Keus uit wit-rood-groene ruit
(Regina) of bruin-oranje ruit
(Princesse).
Regina, bestelnr. F-833.
Princesse, bestelnr. F-876.
in PMC-cheques.
Zie voor volledige gegevens
de PMC-catalogus.
Premie-van-de-Maand Club
Prachtig verzilverd, een sier
aad voor uw koffietafel. Sier
lijk roomkannetje, stijlvol
suikerpotje en ovaal onder
blad, met mooi kanten kleed
je om het blad tegen krassen
te beschermen.
Bestelnr. F-252
In PMC-cheques
Zie voor volledige gegevens
de PMC-catalogus.
^remie-van- de- Maand Clu^
Serie van vier bijzondere
placemats, ontworpen door
de bekende naaldkunstena
res Cécile Dreesmann. Af-,
beeldingen afgedrukt op pa
pier met moiré-effect, be
schermd door kunststof-fo
lie. Formaat: 29x44 cm.
Bestelnr. F-128
Per twee sets, in totaal
acht placemats
In PMC-cheques.
Zie voor volledige gegevens
de PMC-catalogus.
9?
Dikwijls klinkt in het gezin de kreet op: „Zullen we samen
eens een spelletje doen?" en dat is dan het verzoek van de
kinderen aan een der (of beide) ouders. Een dergeljjk ver
zoek heeft voor de ouders iets prettigs: zij gelden dus - nog
altijd - als personen waarmee je kunt spelen. Maar vaak
menen de ouders - om opvoedkundige redenen - dat het niet
verstandig is met de kinderen te spelen. Iedere ouder betrapt
zich wel op de gedachte: „Is het wel juist om met de kinderen
te spelen - ze moeten immers leren zichzelf bezig te houden?"
Verder is er dan ook altijd de vraag: „Hóe moet ik met ze
spelen en wat?"
Die eerste vraag is een ver
standige vraag; het is werke
lijk van groot belang dat een
kind onafhankelijk en uit ei
gen initiatief leert spelen; het
vormt zijn karakter. In een
wereld die steeds meer vrije
tijd geeft, zal de opgroeiende
en (straks) volwassen mens
bepaalde talenten, begaafdhe
den, kundigheden etc. waarover
hij beschikt moeten leren ont
wikkelen omdat hij anders la
ter deel uit zal maken van een
wereld vol toeschouwers, die
vrijwel geheel de lieden ont
beert die het toeschouwen
waard zijn.
Zelfwerkzaamheid
De meeste grote creatieve
prestaties die de mens later in
zijn leven verricht, zijn het re
sultaat van zelfwerkzaamheid
en geestelijke voorbereiding
van dit werk. Men heeft, in
wetenschappelijke zin, ontdekt
dat artistiek en wetenschappe
lijk succes bereikt worden door
personen die de capaciteit be
zitten om hard en langdurig
aan de oplossing van één pro
bleem te werken. Maar ook
dat moet geleerd worden, zoals
nu eenmaal alles geleerd moet
worden. Nu is het zo en
daar draait het allemaal om als
kinderen vragen of de ouders
met hen willen spelen dat
spelen van een kind is in fei
te niets anders dan zijn „werk".
Zoals de jonge kat die met een
knikker speelt, niet anders doet
dan „werken" aan zijn oplei
ding tot muizenvanger. Dat
„kinderwerk" het spel dus
moet evenzeer worden ge
leerd en begeleid door de rege
lende zorgen van de ouders
als ook zijn „echte" werk zo
als leren rekenen, schoolwerk,
borduren, tekenen etc. etc.
En dat dan Is het antwoord
op de vraag die men zichzelf
zo vaak stelt: „Moet ik mee
spelen of moet ik ze het zelf
laten uitzoeken?" Inderdaad:
men moet meespelen om de
doodeenvoudige reden dat elk
kind in het spel de werkelijk
heid van het leven ervaart
(en leert) en op school en bij
het huiswerk-maken eigenlijk
niets anders doet dan zich voor
bereiden op maar een héél
klein onderdeeltje van het vol
wassen leven.
Talent niet
noodzakelijk
Niet ieder kind is begaafd
met talenten maar wel heeft
ieder -kind bepaalde kwalitei
ten en mogelijkheden waarvan
het zich bewust moet worden.
Dat hoeven bepaald geen ga
ven te zijn op het terrein van
de kunsten of van de intellec
tuele zijden van het leven.
Men legt helaas vaak nog te
veel de nadruk op zulke gaven
Het uurwerkenrijke PMC-assortiment heeft wederom een
belangrijke uitbreiding ondergaan. Nieuw in de PMC is ditmaal
echter geen horloge, maar een heuse klok die dankzy een
handige beugel niet alleen op de schoorsteen kan worden
neergezet, maar bovendien nog eens aan de wand kan worden
opgehangen of als bureauklok kan dienen.
Hoewel de nieuwe klok een
elektrische is, zijn stekker en
snoer (waar in de praktijk nog
wel eens iets achter wil blijven
hangen) overbodige zaken ge
worden. Het uurwerk wordt
namelijk gevoed door een 1,5
volts batterij die voldoende is
om de klok gedurende circa
een jaar feilloos de tijd te la
ten aanwijzen, en wel in uren,
minuten en (doordat de klok
voorzien is van een centrale
sekondenwijzer) zelfs in sekon-
den. Aangezien het uurwerk
door een batterij wordt aan
gedreven ls men niet afhanke
lijk van een stopkontakt, waar
door het dus mogelijk is de
klok overal mee naar toe te
nemen.
De afmetingen van deze
nieuwe PMC-premie zijn:
Hoogte 10 cm
Breedte 15 cm
Diepte 6,5 cm
De klok heeft een moderne
vormgeving die iedereen zal
aanspreken, is uitgevoerd in
lichtgrijs met een donkergrijze
beugel en wordt geleverd in
clusief een batterij. De club
prijs voor deze premie be
draagt ƒ35,(in PMC,-cheques
te voldoen). Bestelnummer van
deze nieuwe premie is F-365.
Elektronische
batterij-wekker
Een tweede nieuwtje in de
PMC is een wekker, die even
als zijn voorganger van een
batterij de stroom ontvangt die
voor het aandrijven van het
uurwerk zorgdraagt. De nieu
we wekker is uitgevoerd in
kunststof dat door zijn hout
nerfstructuur een luxueus ui
terlijk aan dit nuttige instru
ment geeft. Het grote nieuws
van deze wekker is een inge
bouwde transistor die er voor
zorgt dat het uurwerk onaf
hankelijk van de batterijspan
ning of de omgevingstempera
tuur altijd de juiste spanning
ontvangt en dus altijd de juis
te tijd aangeeft tot het moment
dat de batterij volkomen is
uitgeput. Pas als de batterij
volkomen is verbruikt, treedt
hierin verandering op die zich
uit in het feit dat de wekker
alle activiteiten weigert, het
geen beslist verkiesbaar is
boven het gaan achterlopen
van de wekker zoals dat bij de
transistorloze batterij-wekkers
het geval is. Dit euvel zal bij
normaal gebruik echter pas na
circa een jaar optreden en kan
gemakkelijk door het plaatsen
van een nieuwe 1,5 volts bat
terij voorkomen of hersteld
worden.
Bediening en
uitvoering
De bediening van de wekker
is een uiterst eenvoudige zaak.
Nadat het wekmechanisme op
het gewenste tijdstip is inge
steld behoeft men voor het
slapen gaan slechts de knop
achter aan de wekker in te
drukken om tijdig gebekt te
worden. Dezelfde knop doch
dan het gedeelte boven op
de wekker wordt gebruikt
om de wekker 's ochtends
weer tot zwijgen te bren
gen. Natuurlijk zijn cijfers
en wijzers van een lichtgevend
materiaal voorzien zodat ook
in het holst van de nacht het
verloop van de uren gevolgd
kan worden. Naast de grote en
kleine wijzer bevat de wekker
bovendien een centrale sekon
denwijzer.
Afmetingen
De afmetingen van de nieu
we PMC wekker zijn:
Hoogte 10,7 cm; breedte 8 cm;
Diepte 6 cm inclusief de afstel
knopjes aan de achterzijde.
De clubprijs voor deze wek
ker bedraagt ƒ34,in. PMC-
cheques. Het bestelnummer is
F-487.
„regen..
en al te vaak dan ook dwalen
kinderen af naar deze gebie
den omdat dit zo „nodig moet"
en het „zo in de mode is" Veel
al falen zij daar later dan van
wege hun geringe of afwezi
ge talenten op deze gebieden,
terwijl zij met hun werkelijke
mogelijkheden een gaaf leven
zouden hebben kunnen opbou
wen. Wie werkzaam is in de
z.g. „artistieke beroepen" ziet,
daar vooral, vaak dit tragische
falen dat berust op de foutie
ve mening dat zulke beroepen
„beter" of „meer" (of gemak
kelijker en onverantwoordelij -
ker) zouden zijn, dan de „nor
male" beroepen (als we het zo
even mogen zeggen). Natuur
lijk speelt bij deze keuze (ook
die op het terrein van de z.g.
„glamourberoepen" als manne
quin, fotomodel, t.v. presenta
tor, stewardess, journalist, om-
roepster etc. etc.) ook vaak
een soort escapisme een rol;
men meent dan dat, op dat ter
rein, het ganse leven één en al
vrijheid en blijheid, gemakke
lijke „roem" en gemakkelijke
verdiensten is. Ook een soort
exhibitionisme is vaak bestand
deel van het streven naar der
gelijke „openbare" beroepen.
Die „vlucht" uit de normale
verantwoordelijkheid van „ge
wone" beroepen, die zovelen
een verkeerde richting doet in
slaan, kan natuurlijk nooit een
ware vlucht zijn, want ook in
de z.g. „glamourberoepen" moet
men zijn mannetje voor hon
derd procent staan en kan men
ook niet, met losse vlotte hand,
de zaken regelen zoals men dat
zelf zou willen. Daar dan ook
ziet men een grote toeloop van
meestal enigszins misleiden en
tevens het grootste verloop:
het wemelt er van de „jonge
ren", waarvan maar weinigen
ooit „ouderen" zullen worden.
Al degenen die verdwijnen,
doen dit na harde teleurstel-
Zijn wij de ware aardappeleters?
Rondneuzend langs de Euro
pese dissen en daarbij ge
steund door de gegevens ver
zameld door de O.E.C.D.-Agri-
cultural and Food Statistics
1962 - 1963 (wat dat ook
precies moge betekenen) ont
dekten wij, dat niet de Ne
derlander de Grote Aardap
peleter is, maar de bewoner
van de Bondsrepubliek (West-
Duitsland, zeg maar) die per
hoofd 127 kg aardappels ver
orbert en dat stellig doet in
de vorm van soepen en knoe-
delen. Daarna komen de bol
le Denen (Denen zijn véél
boller dan wij, aldus hebben
wij vastgesteld), de Belgen
en Luxemburgers die er, wat
bolheid aangaat, ook best mo
gen zijn en de aardappel in
de vorm van frieten tot zich
nemen, alsmede de Franso
zen (voorheen van de heer
de Gaulle); zij allen eten meer
aarpels ofwel piepers dan wij,
die er maar 99 kilogrammen
van naar binnen werken. De
lingen en vaak zijn blijvende
beschadigingen het gevolg.
Maar elk kind bezit een „ta
lent", op welk gebied dan ook.
En dat taleht dient het zelf te
leren kennen en dat kan door
middel van het spel ofwel het
„kinderwerk". Alleen al het
ontwikkelen van de concentra
tie is van belang; het zich voe
gen naar de orde en de regels
van het spel zonder morren en
ruziën, is ook een belangrijk
punt. En dan vooral is er de
voldoening van het zelf doen,
het prettige contact met de
ouders of met andere kinderen
en de gezellige sfeer in huis,
die het spel oproept.
Wie als kind goed speelt, zal
dat, als volwassene, ook doen
en aangezien spelen dus ge
leerd moet worden, doen de
ouders er verstandig aan als
de vraag „zullen we samen
een spelletje doen?" klinkt ja
te zeggen. Het moeilijke punt
wat men dan wel moet spelen,
kan opgelost worden als men
de daarvoor bestemde boeken
eens inziet en een keuze maakt
uit de talloze spelen en spel
letjes die worden aangera
den of verklaard. Om ook hier
al iets te doen in die rich
ting publiceren wij een reeks
spelletjes die bijvoorbeeld op
regenachtige dagen kunnen
worden gespeeld; dan vooral is
de behoefte aan spelletjes
groot.
Engelsen zijn matige eters van
de befaamde knol en de Zwit
sers kénnen het bestaan er
ternauwernood van: nog maar
6 kilogrammen; hoe voedt
dat bergvolkje zich, zou men
zeggen. En hoe staat het met
de groenten? Die eten wij tot
een hoeveelheid van 70 kg de
man en daarmee hangen we
midden in de ranglijst, om
die voetbalterm hier maar
eens te gebruiken. Dat geldt
ook voor fruit, eieren, kaas
en verse melk: het midden
van de ranglijst.
Veel zoet!
Maar op zoetigheden zijn wij,
mét de Engelsen én de (bolle)
Denen, zeer gek; het feit dat
we daarbij, bij al die suike-
righeid, óók nog derde staan
(na de Belgen en de Luxem
burgers) wat het verorberen
van vetten aangaat, kan wel
licht iets verklaren van de
struisheid die zo menig Ne
derlander en Nederlandse
toont.
Ach, maar wat éten wij wei
nig vlees! Dat komt neer op
55 kilogrammen (het been
erbij gerekend) en daarmee
zijn wjj, goed volk, de slap
ste vleeseters van gans Euro
pa; de Fransen staan hier
bovenaan met hun 79 kilo
grammen. Moet dat niet eens
veranderen?
En toen
In het blad „19NU" waaraan
wij deze gegevens ontlenen,
lezen we dat het menu van ons
volkje er, in 1869, honderd
jaar geleden dus, wel anders
uitzag dan nu. Men bekeek
op wetenschappelijke wijze,
nemen wij maar aan, een
Drents veenarbeidersgezin, be
staande uit vader, moeder en
hunne zes kinders van 20 tot
5 jaar oud. Zij aten in één
week 24 kilo roggebrood (goe
de darmen zonder twijfel)
voor 2.08 cent; 10 kg boek-
weitmeel voor 2.20; 1 kg ge
smolten vet voor 0.75; 1 kg
cichorei voor 0.20; 1 kg zout
voor ƒ0.14; 1 kg grove gort
voor 0.16; 2.5 kg rijst voor
0.55 en 1 hectoliter (een
gans mud dus) aardappels
voor 1,50; 1 liter raapolie
voor 0.45 en 6 liter melk
voor 0,40, totaal dus 10,28.
Meer eiwit
In hoeverre deze veenarbei
der kenmerkend was voor de
voedseldoorsnee van ons volk,
is moeilijk te bekijken, maar
wel wéét men dat het eiwitge
halte van het menu veel te
Klikt gij al?
Rangschik uzelf snel in de
rijen der Klikspanen; dat kunt
u doen door het kogelspel Kli-
kie, dat uit Engeland, al klik
kend, is ingevoerd en dat dient
om de senuwe te kalmeren.
Het is een plastic hand vat je,
waaraan op gelijke hoogte twee
kogels van blank staal hangen
die de grootte hebben van een
kers. Met losse handbewegin
gen nu brengt men de kogels
in een zwaaibaan zodat ze, ge
hoorzamend aan een of ande
re wet, vrolijk tegen elkaar
beginnen te klikken. Het gaat
er nu maar om dat klikken
zo lustig-mogelijk voort te la
ten duren en als afwisseling
kleine klikgrapjes (waartoe
de kogels u in staat stellen)
te maken die de pret nog weer
aanmerkelijk verhogen. Wij
zelf rekenen ons reeds tot een
volleerde Klikspaan en be
heersen zelfs de zeer moei
lijke hogeschool-zwaai, die
aangeduid is als de „pinguin-
slinger". Bij de kogels, de Kli-
kie, verpakt in een etuitje,
vindt men instructies voor nog
weer andere kunstige klik-
klikkerigheden zoals de aap-
in-de-boom, de pendule en de
twist. Sio is de importeur
(Amsterdam).
Kaartje leggen
Het kaartspel geachte mede-
rondneuzers, is zo oud als de
mensheid; op dit moment ken
nen wij 2180 mogelijkheden
in deze populaire vorm van
tijdverdrijf, maar wij zoeken
verder en zullen weldra tot
de 2181ste vorm komen. Bij
Elsevier is nu een knappe
pocket verschenen die 80 de
zer spelen bevat en waarin zo
wel de oorsprong als de spel
regels en de variaties behan
deld worden door de Frans
man Frans Gerver. Het boek
vertelt u alles over deze meest
bekende en beroemde kaart
spelen en zal, op momenten
dat wurgende verveling, ge
zin, gezelschap, familie, club
gering was in die tijd (men
kreeg als gewone man zelden
of nooit vlees, vis of eieren
op tafel) en dat de aardap
pel de maaltijd vrijwel ge
heel bepaalde.
of vereniging in haar klamme
greep zal krijgen, stellig ant.
woord zijn op de dan opklim
kende kreet; „Jongens, wat
zullen we in vredesnaam gaan
doen?"
Het boek stelt de studiosus op
kaartterrein voorts in de ge.
legenheid eindelijk eens ach-
ter de geheimen te komen van
befaamde spelen als bacca-
rat, banco, bésique, boston
bouilotte, brelan, dikzak ook'
dispuut, een-en-dertigen, üm
periaal, klaverjassen en kwa-
jongen, leentjeburen, liegen,
marjoletten, pokeren natuur-!
lijk, potverteren, ja, ramsen
smousjassen, stakkeren, torn
tine, vlieg, veldslag, whist e
zeven-en-een-half, om er maar
een paar te noemen. Alleen
al voor de namen zou men
nieuwe spelen gaan leren. Zo-
als dat smousjassen. En op.
scheppen. En stakkeren.
Traanproof
Hoe vaak zien wij mooie
vrouwen schreien en dan, t
gevolge van het zilte nat dat
aan haar kijkers ontspringt,
geheel vlekkerig worden om
naar te kijken; dan weekt de
ondoeltreffende mascara wel-
ke zij gebruikten, van hare
wimpers en drupt neer li
de bekommerde konen. Daar
tegen heeft nu Longcils
Boncza te Paris, iets uitge
vonden: het is een waterproof
mascara, die u in staat stelt
zowel te schreien van geluk
als van verdriet. Wij hebben,
als proef, tal van vrouwen tot
tranen bewogen (tranen van
geluk, ja) en waargenomen,
dat de mascara van Longcils
Boncza beklijfde; wij hebben
er ook enkele in het dieps
gestoten en toen zij eruit kro
pen, bleek dat water geen in
vloed uit had geoefend op haar
wimpers. Men ziet hier een
jonge vrouw in tranen (van
geluk ook weer) en ook zij
bewijst glashelder dat déze
mascara nimmer vlekt. Of
druipt. Of druilt, 8,95 kost
een roller ervan; 4,95 een
vullinkie.
Of de meteorlogen en de al
oude almanak nu al beweren
dat er geen of weinig regen zal
vallen, zeker is: dat er regen zal
vallen en dat, in bepaalde ge
vallen, de regendagen zich zul
len aaneenrijgen als de kralen
aan een halssnoer. Trouwens:
als we de meteorologen en de
almanak mogen geloven ziet
het er naar uit, dat we wéér
niet zo'n heel beste tijd te-
gemoetgaan. Daarom, in ver
band met die regenachtige
dagen en de dan optreden
de wurgende verveling bij
de kinderen, hier een aantal
spelletjes-suggesties die zij zelf,
of in gezelschap van hun
ouders, kunnen uitvoeren.
„Meespelen" door de ouders is
voor de opvoeding en ontwik
keling (ook de gemoedsrust en
het veiligheidsgevoel) van het
kind heel belangrijk. Natuurlijk
hoeft u niet aldoor mee te doen,
maar door uw volwassen lei
ding zal het kind veel leren van
de „wegen door het leven". Bij
de hiervolgende spelletjes ko
men soms hulpmiddelen voor,
die men niet altijd in huis heeft;
dan zal men zich met een ander
spel of hulpmiddeltje
moeten behelpen; wat vinding
rijkheid kan dan vaak de op
lossing brengen.
dingsmiddelen (in bord- of
schaalmodel dus) om gebruiken.
Seheepswerpspel
Wie enig spatten met water
geen punt van belang vindt,
moet twee kinderen eens het
leuke Seheepswerpspel laten
laten spelen. Dat gaat zo: men.
vult een teil (of de badkuip)
driekwart fnet water. Daarop
laat men nu twee scheepjes
waaraan men een driehoekig
zeiltje heeft vastgeprikt. Klaar
is het schip; met meer ervan
kan men wedstrijden houden.
Bellenblazen
ilnri
Fijn lawaai
Wie geen bezwaar heeft te
gen lawaai en daarbij tevens de
nu eenmaal bestaande gewoonte
heeft om de radio of grammo
foon met kracht aan te hebben
(er zijn altijd wel oudere kin
deren in huis die niet zónder
kunnen immers) die moet het
volgende eens proberen met de
kleinere kinderen. Men neme
van die papieren eetbordjes; ze
kunnen voor meer spelletjes
dienen. Men neemt nu een hand
vol centen of anderszins rinke
lende voorwerpjes en, voor elk
kind, twee van die papieren
bordjes. De rinkeldingetjes wor
den nu tussen twee op elkaar
geplakte bordjes gedaan (stevig
vastplakken met plakband). Op
de maat van de muziek kunnen
de kinderen deze tamboerijntjes
nu gebruiken door er ritmisch
mee te rammelen; het zal hun
ritmegevoel en muziekgevoel
wellicht ontwikkelen. U kunt er
ook van die zilverfolie-verpak
kingen van b.v. sommige voe-
drijven (weer zulke
bordjes). De kinderen gaan, zo
ver als maar mogelijk is (in de
badkamer gaat het natuurlijk
het beste of anders ergens waar
spatten geen kwaad kan) van de
teil af staan en proberen nu
elk, met behulp van vijf centen,
het schip van de ander te raken.
Tevoren wordt afgesproken hoe
vaak men ieder (telkens vijf
maal achter elkaar) mag gooien.
De winnaar is diegene die, na
het aantal afgesproken worpen,
de meeste treffers heeft ge
plaatst. Wat is een treffer? Dat
is een cent die op het „vijande
lijke" schip is blijven liggen. Zo
héél gemakkelijk is het niet,
want de centen glijden gauw
van het gladde dek van de sche
pen af en verdwijnen in de
diepte. Moeder moet ook eens
meedoen!
Walnootboot
Halve walnootdoppen moet men
eigenlijk bewaren; ze kunnen
goed dienst doen bij het samen
stellen van een machtige vloot.
Men neme een lege dop, een
cocktailprikkertje en een stukje
boetseerklei of stopverf. De klei
doet men (een klein beetje) op
de bodem van de dop; daarna
steekt men er het stokje in,
Het lijkt wel eens of we dat
mooie spel met die prachtige
kleurige bellen wat vergeten
zijn. Of zien de moeders op te
gen het geklieder? Dat moet
dan maar eens door de vingers
worden gezien op een regen
achtige dag! Men neme huis-
//Cdf houdzeep en wrijft die zolang
in warm water, dat er een dik
schuim ontstaat. Verwijder nu
het schuim van de vloeistof en
ook de kleine belletjes, die er
nog drijven. Groene zeep kan
ook heel goed dienen. Een klein
beetje suiker in de oplossing
zal de bellen taaier maken en
langer in leven houden. Vooral
echter een paar theelepeltjes
glycerine maakt er ware bal
lonnen van! Je kunt ze dan fei
telijk kaatsen. Blazen kan men
met de oud-vaderlandse stenen
pijp, maar als die er niet is, dan
gaat het ook best met een dik
papieren i limonaderietje of met een leeg
garenklosje. Zet de kinderen nu
op een grote (strand)handdoek
en laat ze daar fijn aanblazen.
Eerst even voordoen, dat wel.
U moet dit kunststukje eens
proberen; de vuist in de oplos
sing steken en er weer uithalen.
Nu heel voorzichtig de vuist
ontspannen en daarbij de top
i van de wijsvinger en de duim
I een rondje laten vormen. Pro
beer nu eens de zeeplaag die
tussen die vingers gespannen is,
op te blazen. Als uw zeepoplos
sing sterk genoeg is, lukt dat
zeker. Het is een applaus waard.
Om zo'n limonaderietje goed te
laten werken, moet men het
wel, aan het uiteinde dat in de
zeepoplossing gaat, aan vier
kanten inknippen en omvouwen.
Met een keukentrechtertje ver
richt men ook blaaswonderen.
(Advertentie)
is
Huishandbal meesterschap
Plak een papieren bekertje
tegen de muur. Als het een be
kertje is dat toeloopt, knippe
men de bodem eruit; is het een
rechttoelopende, dan duwt men
de bodem eruit. Met een kleine
bal of papierprop kan men nu
proberen de „mand" te door
boren (van boven af dus). Ide
aal is een balletje, gemaakt van
aluminiumfolie dat men stevig
heeft aangekneed.
Pottenpret
Zet in de hoek van de speel
ruimte een aantal potten; u
neemt er bloempotten voor in
alle mogelijke grootten (of an
der potten werk). Nu zet u op
de grootste potten een 5 (met
krijt b.v.); op de kleinere pot
ten een 10 en op de heel-kleine
moeilijke potten, een 15. Met
centen gooien de kinderen nu,
van enige afstand, naar de pot
ten (die natuurlijk slim opge
steld moeten staan); wie de
meeste punten behaalt, is win
naar.
Sok en schoen
Een variant op dit „Potten
pret" is dit spel: men neme van
Vader twee of drie paar schoe
nen en hetzelfde met die van
Moeder en de kinderen.
Men zet de schoenen van Va
der tegen de muur, naast el
kaar; daarvóór komen die van
Moeder en daarvoor weer die
van de kinderen. Nu kan men
met een bal proberen in de
voetopening van de schoenen te
mikken (van een eerlijk-vast
gestelde afstand natuurlijk).
Maar zo'n bal stuit nogal eens
Bierkenners
vragen
58ct.
want alle waar
is naar zijn geld!
gemeen en gevaarlijk in huls.
Daarom neme men drie paar
sokken van Vader; maakt c
met een inmaakelastiek een ste
vige, maar toch zachte bal van
en gebruikt die nu om te wer
pen. De grootste schoenen (die
van Vader?) krijgen de minste
punten; de kleinste zijn het
moeilijkst en worden het hoogst
beloond met punten. Die pun
tentelling wél tevoren even
vaststellen.
Ballonfennis
Inplaats van het doelloos
meppen tegen een opgeblazen
ballon, kan men er een heel spel
mee doen. Zet twee stoelen een
eind van elkaar en verbindt ze
met een touwtje of dikke draad
breiwol. Elke speler heeft een
lepel als racket. Het is nu
bedoeling, zonder de ballon ka
pot te ranselen natuurlijk, deze
over de draad in het speelvel'
van de tegenstander te slaan e:
zo, dat deze niet terug kan slaan
en de ballon op de grond valt.
Telkens wanneer de ballon
op de grond komt (deze raakt
dus) telt dat als een punt voor
de tegenpartij. Wie het eerst 20
punten heeft gescoord, is win
naar of winnares.