40.- s, Moeten ouders spelletjes doen met hun kinderen f „Mijn spelen is leren OVERAL RONDNEUZEN ALLERHANDE NIEUWTJES ELEKTRISCHE UURWERKEN SPELLETJES VOOR REGENACHTIGE DAGEN Kinderzitje Draion plaids 3- roomstel Placemat-set Eenvoudig, spannend en remedie tegen vervelen Clubprijs f 36.- Clubprijs i 47.- Clubprijs f 12.- Vakmanschap iballenfenw'S ALLERHANDE JULI l9(ji Veilig autozitje en kinder stoeltje tegelijk. Solide, ver chroomd frame. Bekleding van zwarte en bruine kunst stof. Veiligheidsriemen met handige sluiting. Geheel op vouwbaar. Weegt slechts 3.6 kg. Past op achterbank van auto als rugleuning en zitting gescheiden zijnl Bestelnr. F-171 Clubprijs In PMC-cheques. Zie voor volledige gegevens de PMC-catalogus. Premie-van-de-Maand Club Gezellig-gekleurde plaids voor zomerse picknicks en verre autoreizen. Draion; Zó gewassen, zó weer droog. Afm.:140x190cm,lncl.franje. Keus uit wit-rood-groene ruit (Regina) of bruin-oranje ruit (Princesse). Regina, bestelnr. F-833. Princesse, bestelnr. F-876. in PMC-cheques. Zie voor volledige gegevens de PMC-catalogus. Premie-van-de-Maand Club Prachtig verzilverd, een sier aad voor uw koffietafel. Sier lijk roomkannetje, stijlvol suikerpotje en ovaal onder blad, met mooi kanten kleed je om het blad tegen krassen te beschermen. Bestelnr. F-252 In PMC-cheques Zie voor volledige gegevens de PMC-catalogus. ^remie-van- de- Maand Clu^ Serie van vier bijzondere placemats, ontworpen door de bekende naaldkunstena res Cécile Dreesmann. Af-, beeldingen afgedrukt op pa pier met moiré-effect, be schermd door kunststof-fo lie. Formaat: 29x44 cm. Bestelnr. F-128 Per twee sets, in totaal acht placemats In PMC-cheques. Zie voor volledige gegevens de PMC-catalogus. 9? Dikwijls klinkt in het gezin de kreet op: „Zullen we samen eens een spelletje doen?" en dat is dan het verzoek van de kinderen aan een der (of beide) ouders. Een dergeljjk ver zoek heeft voor de ouders iets prettigs: zij gelden dus - nog altijd - als personen waarmee je kunt spelen. Maar vaak menen de ouders - om opvoedkundige redenen - dat het niet verstandig is met de kinderen te spelen. Iedere ouder betrapt zich wel op de gedachte: „Is het wel juist om met de kinderen te spelen - ze moeten immers leren zichzelf bezig te houden?" Verder is er dan ook altijd de vraag: „Hóe moet ik met ze spelen en wat?" Die eerste vraag is een ver standige vraag; het is werke lijk van groot belang dat een kind onafhankelijk en uit ei gen initiatief leert spelen; het vormt zijn karakter. In een wereld die steeds meer vrije tijd geeft, zal de opgroeiende en (straks) volwassen mens bepaalde talenten, begaafdhe den, kundigheden etc. waarover hij beschikt moeten leren ont wikkelen omdat hij anders la ter deel uit zal maken van een wereld vol toeschouwers, die vrijwel geheel de lieden ont beert die het toeschouwen waard zijn. Zelfwerkzaamheid De meeste grote creatieve prestaties die de mens later in zijn leven verricht, zijn het re sultaat van zelfwerkzaamheid en geestelijke voorbereiding van dit werk. Men heeft, in wetenschappelijke zin, ontdekt dat artistiek en wetenschappe lijk succes bereikt worden door personen die de capaciteit be zitten om hard en langdurig aan de oplossing van één pro bleem te werken. Maar ook dat moet geleerd worden, zoals nu eenmaal alles geleerd moet worden. Nu is het zo en daar draait het allemaal om als kinderen vragen of de ouders met hen willen spelen dat spelen van een kind is in fei te niets anders dan zijn „werk". Zoals de jonge kat die met een knikker speelt, niet anders doet dan „werken" aan zijn oplei ding tot muizenvanger. Dat „kinderwerk" het spel dus moet evenzeer worden ge leerd en begeleid door de rege lende zorgen van de ouders als ook zijn „echte" werk zo als leren rekenen, schoolwerk, borduren, tekenen etc. etc. En dat dan Is het antwoord op de vraag die men zichzelf zo vaak stelt: „Moet ik mee spelen of moet ik ze het zelf laten uitzoeken?" Inderdaad: men moet meespelen om de doodeenvoudige reden dat elk kind in het spel de werkelijk heid van het leven ervaart (en leert) en op school en bij het huiswerk-maken eigenlijk niets anders doet dan zich voor bereiden op maar een héél klein onderdeeltje van het vol wassen leven. Talent niet noodzakelijk Niet ieder kind is begaafd met talenten maar wel heeft ieder -kind bepaalde kwalitei ten en mogelijkheden waarvan het zich bewust moet worden. Dat hoeven bepaald geen ga ven te zijn op het terrein van de kunsten of van de intellec tuele zijden van het leven. Men legt helaas vaak nog te veel de nadruk op zulke gaven Het uurwerkenrijke PMC-assortiment heeft wederom een belangrijke uitbreiding ondergaan. Nieuw in de PMC is ditmaal echter geen horloge, maar een heuse klok die dankzy een handige beugel niet alleen op de schoorsteen kan worden neergezet, maar bovendien nog eens aan de wand kan worden opgehangen of als bureauklok kan dienen. Hoewel de nieuwe klok een elektrische is, zijn stekker en snoer (waar in de praktijk nog wel eens iets achter wil blijven hangen) overbodige zaken ge worden. Het uurwerk wordt namelijk gevoed door een 1,5 volts batterij die voldoende is om de klok gedurende circa een jaar feilloos de tijd te la ten aanwijzen, en wel in uren, minuten en (doordat de klok voorzien is van een centrale sekondenwijzer) zelfs in sekon- den. Aangezien het uurwerk door een batterij wordt aan gedreven ls men niet afhanke lijk van een stopkontakt, waar door het dus mogelijk is de klok overal mee naar toe te nemen. De afmetingen van deze nieuwe PMC-premie zijn: Hoogte 10 cm Breedte 15 cm Diepte 6,5 cm De klok heeft een moderne vormgeving die iedereen zal aanspreken, is uitgevoerd in lichtgrijs met een donkergrijze beugel en wordt geleverd in clusief een batterij. De club prijs voor deze premie be draagt ƒ35,(in PMC,-cheques te voldoen). Bestelnummer van deze nieuwe premie is F-365. Elektronische batterij-wekker Een tweede nieuwtje in de PMC is een wekker, die even als zijn voorganger van een batterij de stroom ontvangt die voor het aandrijven van het uurwerk zorgdraagt. De nieu we wekker is uitgevoerd in kunststof dat door zijn hout nerfstructuur een luxueus ui terlijk aan dit nuttige instru ment geeft. Het grote nieuws van deze wekker is een inge bouwde transistor die er voor zorgt dat het uurwerk onaf hankelijk van de batterijspan ning of de omgevingstempera tuur altijd de juiste spanning ontvangt en dus altijd de juis te tijd aangeeft tot het moment dat de batterij volkomen is uitgeput. Pas als de batterij volkomen is verbruikt, treedt hierin verandering op die zich uit in het feit dat de wekker alle activiteiten weigert, het geen beslist verkiesbaar is boven het gaan achterlopen van de wekker zoals dat bij de transistorloze batterij-wekkers het geval is. Dit euvel zal bij normaal gebruik echter pas na circa een jaar optreden en kan gemakkelijk door het plaatsen van een nieuwe 1,5 volts bat terij voorkomen of hersteld worden. Bediening en uitvoering De bediening van de wekker is een uiterst eenvoudige zaak. Nadat het wekmechanisme op het gewenste tijdstip is inge steld behoeft men voor het slapen gaan slechts de knop achter aan de wekker in te drukken om tijdig gebekt te worden. Dezelfde knop doch dan het gedeelte boven op de wekker wordt gebruikt om de wekker 's ochtends weer tot zwijgen te bren gen. Natuurlijk zijn cijfers en wijzers van een lichtgevend materiaal voorzien zodat ook in het holst van de nacht het verloop van de uren gevolgd kan worden. Naast de grote en kleine wijzer bevat de wekker bovendien een centrale sekon denwijzer. Afmetingen De afmetingen van de nieu we PMC wekker zijn: Hoogte 10,7 cm; breedte 8 cm; Diepte 6 cm inclusief de afstel knopjes aan de achterzijde. De clubprijs voor deze wek ker bedraagt ƒ34,in. PMC- cheques. Het bestelnummer is F-487. „regen.. en al te vaak dan ook dwalen kinderen af naar deze gebie den omdat dit zo „nodig moet" en het „zo in de mode is" Veel al falen zij daar later dan van wege hun geringe of afwezi ge talenten op deze gebieden, terwijl zij met hun werkelijke mogelijkheden een gaaf leven zouden hebben kunnen opbou wen. Wie werkzaam is in de z.g. „artistieke beroepen" ziet, daar vooral, vaak dit tragische falen dat berust op de foutie ve mening dat zulke beroepen „beter" of „meer" (of gemak kelijker en onverantwoordelij - ker) zouden zijn, dan de „nor male" beroepen (als we het zo even mogen zeggen). Natuur lijk speelt bij deze keuze (ook die op het terrein van de z.g. „glamourberoepen" als manne quin, fotomodel, t.v. presenta tor, stewardess, journalist, om- roepster etc. etc.) ook vaak een soort escapisme een rol; men meent dan dat, op dat ter rein, het ganse leven één en al vrijheid en blijheid, gemakke lijke „roem" en gemakkelijke verdiensten is. Ook een soort exhibitionisme is vaak bestand deel van het streven naar der gelijke „openbare" beroepen. Die „vlucht" uit de normale verantwoordelijkheid van „ge wone" beroepen, die zovelen een verkeerde richting doet in slaan, kan natuurlijk nooit een ware vlucht zijn, want ook in de z.g. „glamourberoepen" moet men zijn mannetje voor hon derd procent staan en kan men ook niet, met losse vlotte hand, de zaken regelen zoals men dat zelf zou willen. Daar dan ook ziet men een grote toeloop van meestal enigszins misleiden en tevens het grootste verloop: het wemelt er van de „jonge ren", waarvan maar weinigen ooit „ouderen" zullen worden. Al degenen die verdwijnen, doen dit na harde teleurstel- Zijn wij de ware aardappeleters? Rondneuzend langs de Euro pese dissen en daarbij ge steund door de gegevens ver zameld door de O.E.C.D.-Agri- cultural and Food Statistics 1962 - 1963 (wat dat ook precies moge betekenen) ont dekten wij, dat niet de Ne derlander de Grote Aardap peleter is, maar de bewoner van de Bondsrepubliek (West- Duitsland, zeg maar) die per hoofd 127 kg aardappels ver orbert en dat stellig doet in de vorm van soepen en knoe- delen. Daarna komen de bol le Denen (Denen zijn véél boller dan wij, aldus hebben wij vastgesteld), de Belgen en Luxemburgers die er, wat bolheid aangaat, ook best mo gen zijn en de aardappel in de vorm van frieten tot zich nemen, alsmede de Franso zen (voorheen van de heer de Gaulle); zij allen eten meer aarpels ofwel piepers dan wij, die er maar 99 kilogrammen van naar binnen werken. De lingen en vaak zijn blijvende beschadigingen het gevolg. Maar elk kind bezit een „ta lent", op welk gebied dan ook. En dat taleht dient het zelf te leren kennen en dat kan door middel van het spel ofwel het „kinderwerk". Alleen al het ontwikkelen van de concentra tie is van belang; het zich voe gen naar de orde en de regels van het spel zonder morren en ruziën, is ook een belangrijk punt. En dan vooral is er de voldoening van het zelf doen, het prettige contact met de ouders of met andere kinderen en de gezellige sfeer in huis, die het spel oproept. Wie als kind goed speelt, zal dat, als volwassene, ook doen en aangezien spelen dus ge leerd moet worden, doen de ouders er verstandig aan als de vraag „zullen we samen een spelletje doen?" klinkt ja te zeggen. Het moeilijke punt wat men dan wel moet spelen, kan opgelost worden als men de daarvoor bestemde boeken eens inziet en een keuze maakt uit de talloze spelen en spel letjes die worden aangera den of verklaard. Om ook hier al iets te doen in die rich ting publiceren wij een reeks spelletjes die bijvoorbeeld op regenachtige dagen kunnen worden gespeeld; dan vooral is de behoefte aan spelletjes groot. Engelsen zijn matige eters van de befaamde knol en de Zwit sers kénnen het bestaan er ternauwernood van: nog maar 6 kilogrammen; hoe voedt dat bergvolkje zich, zou men zeggen. En hoe staat het met de groenten? Die eten wij tot een hoeveelheid van 70 kg de man en daarmee hangen we midden in de ranglijst, om die voetbalterm hier maar eens te gebruiken. Dat geldt ook voor fruit, eieren, kaas en verse melk: het midden van de ranglijst. Veel zoet! Maar op zoetigheden zijn wij, mét de Engelsen én de (bolle) Denen, zeer gek; het feit dat we daarbij, bij al die suike- righeid, óók nog derde staan (na de Belgen en de Luxem burgers) wat het verorberen van vetten aangaat, kan wel licht iets verklaren van de struisheid die zo menig Ne derlander en Nederlandse toont. Ach, maar wat éten wij wei nig vlees! Dat komt neer op 55 kilogrammen (het been erbij gerekend) en daarmee zijn wjj, goed volk, de slap ste vleeseters van gans Euro pa; de Fransen staan hier bovenaan met hun 79 kilo grammen. Moet dat niet eens veranderen? En toen In het blad „19NU" waaraan wij deze gegevens ontlenen, lezen we dat het menu van ons volkje er, in 1869, honderd jaar geleden dus, wel anders uitzag dan nu. Men bekeek op wetenschappelijke wijze, nemen wij maar aan, een Drents veenarbeidersgezin, be staande uit vader, moeder en hunne zes kinders van 20 tot 5 jaar oud. Zij aten in één week 24 kilo roggebrood (goe de darmen zonder twijfel) voor 2.08 cent; 10 kg boek- weitmeel voor 2.20; 1 kg ge smolten vet voor 0.75; 1 kg cichorei voor 0.20; 1 kg zout voor ƒ0.14; 1 kg grove gort voor 0.16; 2.5 kg rijst voor 0.55 en 1 hectoliter (een gans mud dus) aardappels voor 1,50; 1 liter raapolie voor 0.45 en 6 liter melk voor 0,40, totaal dus 10,28. Meer eiwit In hoeverre deze veenarbei der kenmerkend was voor de voedseldoorsnee van ons volk, is moeilijk te bekijken, maar wel wéét men dat het eiwitge halte van het menu veel te Klikt gij al? Rangschik uzelf snel in de rijen der Klikspanen; dat kunt u doen door het kogelspel Kli- kie, dat uit Engeland, al klik kend, is ingevoerd en dat dient om de senuwe te kalmeren. Het is een plastic hand vat je, waaraan op gelijke hoogte twee kogels van blank staal hangen die de grootte hebben van een kers. Met losse handbewegin gen nu brengt men de kogels in een zwaaibaan zodat ze, ge hoorzamend aan een of ande re wet, vrolijk tegen elkaar beginnen te klikken. Het gaat er nu maar om dat klikken zo lustig-mogelijk voort te la ten duren en als afwisseling kleine klikgrapjes (waartoe de kogels u in staat stellen) te maken die de pret nog weer aanmerkelijk verhogen. Wij zelf rekenen ons reeds tot een volleerde Klikspaan en be heersen zelfs de zeer moei lijke hogeschool-zwaai, die aangeduid is als de „pinguin- slinger". Bij de kogels, de Kli- kie, verpakt in een etuitje, vindt men instructies voor nog weer andere kunstige klik- klikkerigheden zoals de aap- in-de-boom, de pendule en de twist. Sio is de importeur (Amsterdam). Kaartje leggen Het kaartspel geachte mede- rondneuzers, is zo oud als de mensheid; op dit moment ken nen wij 2180 mogelijkheden in deze populaire vorm van tijdverdrijf, maar wij zoeken verder en zullen weldra tot de 2181ste vorm komen. Bij Elsevier is nu een knappe pocket verschenen die 80 de zer spelen bevat en waarin zo wel de oorsprong als de spel regels en de variaties behan deld worden door de Frans man Frans Gerver. Het boek vertelt u alles over deze meest bekende en beroemde kaart spelen en zal, op momenten dat wurgende verveling, ge zin, gezelschap, familie, club gering was in die tijd (men kreeg als gewone man zelden of nooit vlees, vis of eieren op tafel) en dat de aardap pel de maaltijd vrijwel ge heel bepaalde. of vereniging in haar klamme greep zal krijgen, stellig ant. woord zijn op de dan opklim kende kreet; „Jongens, wat zullen we in vredesnaam gaan doen?" Het boek stelt de studiosus op kaartterrein voorts in de ge. legenheid eindelijk eens ach- ter de geheimen te komen van befaamde spelen als bacca- rat, banco, bésique, boston bouilotte, brelan, dikzak ook' dispuut, een-en-dertigen, üm periaal, klaverjassen en kwa- jongen, leentjeburen, liegen, marjoletten, pokeren natuur-! lijk, potverteren, ja, ramsen smousjassen, stakkeren, torn tine, vlieg, veldslag, whist e zeven-en-een-half, om er maar een paar te noemen. Alleen al voor de namen zou men nieuwe spelen gaan leren. Zo- als dat smousjassen. En op. scheppen. En stakkeren. Traanproof Hoe vaak zien wij mooie vrouwen schreien en dan, t gevolge van het zilte nat dat aan haar kijkers ontspringt, geheel vlekkerig worden om naar te kijken; dan weekt de ondoeltreffende mascara wel- ke zij gebruikten, van hare wimpers en drupt neer li de bekommerde konen. Daar tegen heeft nu Longcils Boncza te Paris, iets uitge vonden: het is een waterproof mascara, die u in staat stelt zowel te schreien van geluk als van verdriet. Wij hebben, als proef, tal van vrouwen tot tranen bewogen (tranen van geluk, ja) en waargenomen, dat de mascara van Longcils Boncza beklijfde; wij hebben er ook enkele in het dieps gestoten en toen zij eruit kro pen, bleek dat water geen in vloed uit had geoefend op haar wimpers. Men ziet hier een jonge vrouw in tranen (van geluk ook weer) en ook zij bewijst glashelder dat déze mascara nimmer vlekt. Of druipt. Of druilt, 8,95 kost een roller ervan; 4,95 een vullinkie. Of de meteorlogen en de al oude almanak nu al beweren dat er geen of weinig regen zal vallen, zeker is: dat er regen zal vallen en dat, in bepaalde ge vallen, de regendagen zich zul len aaneenrijgen als de kralen aan een halssnoer. Trouwens: als we de meteorologen en de almanak mogen geloven ziet het er naar uit, dat we wéér niet zo'n heel beste tijd te- gemoetgaan. Daarom, in ver band met die regenachtige dagen en de dan optreden de wurgende verveling bij de kinderen, hier een aantal spelletjes-suggesties die zij zelf, of in gezelschap van hun ouders, kunnen uitvoeren. „Meespelen" door de ouders is voor de opvoeding en ontwik keling (ook de gemoedsrust en het veiligheidsgevoel) van het kind heel belangrijk. Natuurlijk hoeft u niet aldoor mee te doen, maar door uw volwassen lei ding zal het kind veel leren van de „wegen door het leven". Bij de hiervolgende spelletjes ko men soms hulpmiddelen voor, die men niet altijd in huis heeft; dan zal men zich met een ander spel of hulpmiddeltje moeten behelpen; wat vinding rijkheid kan dan vaak de op lossing brengen. dingsmiddelen (in bord- of schaalmodel dus) om gebruiken. Seheepswerpspel Wie enig spatten met water geen punt van belang vindt, moet twee kinderen eens het leuke Seheepswerpspel laten laten spelen. Dat gaat zo: men. vult een teil (of de badkuip) driekwart fnet water. Daarop laat men nu twee scheepjes waaraan men een driehoekig zeiltje heeft vastgeprikt. Klaar is het schip; met meer ervan kan men wedstrijden houden. Bellenblazen ilnri Fijn lawaai Wie geen bezwaar heeft te gen lawaai en daarbij tevens de nu eenmaal bestaande gewoonte heeft om de radio of grammo foon met kracht aan te hebben (er zijn altijd wel oudere kin deren in huis die niet zónder kunnen immers) die moet het volgende eens proberen met de kleinere kinderen. Men neme van die papieren eetbordjes; ze kunnen voor meer spelletjes dienen. Men neemt nu een hand vol centen of anderszins rinke lende voorwerpjes en, voor elk kind, twee van die papieren bordjes. De rinkeldingetjes wor den nu tussen twee op elkaar geplakte bordjes gedaan (stevig vastplakken met plakband). Op de maat van de muziek kunnen de kinderen deze tamboerijntjes nu gebruiken door er ritmisch mee te rammelen; het zal hun ritmegevoel en muziekgevoel wellicht ontwikkelen. U kunt er ook van die zilverfolie-verpak kingen van b.v. sommige voe- drijven (weer zulke bordjes). De kinderen gaan, zo ver als maar mogelijk is (in de badkamer gaat het natuurlijk het beste of anders ergens waar spatten geen kwaad kan) van de teil af staan en proberen nu elk, met behulp van vijf centen, het schip van de ander te raken. Tevoren wordt afgesproken hoe vaak men ieder (telkens vijf maal achter elkaar) mag gooien. De winnaar is diegene die, na het aantal afgesproken worpen, de meeste treffers heeft ge plaatst. Wat is een treffer? Dat is een cent die op het „vijande lijke" schip is blijven liggen. Zo héél gemakkelijk is het niet, want de centen glijden gauw van het gladde dek van de sche pen af en verdwijnen in de diepte. Moeder moet ook eens meedoen! Walnootboot Halve walnootdoppen moet men eigenlijk bewaren; ze kunnen goed dienst doen bij het samen stellen van een machtige vloot. Men neme een lege dop, een cocktailprikkertje en een stukje boetseerklei of stopverf. De klei doet men (een klein beetje) op de bodem van de dop; daarna steekt men er het stokje in, Het lijkt wel eens of we dat mooie spel met die prachtige kleurige bellen wat vergeten zijn. Of zien de moeders op te gen het geklieder? Dat moet dan maar eens door de vingers worden gezien op een regen achtige dag! Men neme huis- //Cdf houdzeep en wrijft die zolang in warm water, dat er een dik schuim ontstaat. Verwijder nu het schuim van de vloeistof en ook de kleine belletjes, die er nog drijven. Groene zeep kan ook heel goed dienen. Een klein beetje suiker in de oplossing zal de bellen taaier maken en langer in leven houden. Vooral echter een paar theelepeltjes glycerine maakt er ware bal lonnen van! Je kunt ze dan fei telijk kaatsen. Blazen kan men met de oud-vaderlandse stenen pijp, maar als die er niet is, dan gaat het ook best met een dik papieren i limonaderietje of met een leeg garenklosje. Zet de kinderen nu op een grote (strand)handdoek en laat ze daar fijn aanblazen. Eerst even voordoen, dat wel. U moet dit kunststukje eens proberen; de vuist in de oplos sing steken en er weer uithalen. Nu heel voorzichtig de vuist ontspannen en daarbij de top i van de wijsvinger en de duim I een rondje laten vormen. Pro beer nu eens de zeeplaag die tussen die vingers gespannen is, op te blazen. Als uw zeepoplos sing sterk genoeg is, lukt dat zeker. Het is een applaus waard. Om zo'n limonaderietje goed te laten werken, moet men het wel, aan het uiteinde dat in de zeepoplossing gaat, aan vier kanten inknippen en omvouwen. Met een keukentrechtertje ver richt men ook blaaswonderen. (Advertentie) is Huishandbal meesterschap Plak een papieren bekertje tegen de muur. Als het een be kertje is dat toeloopt, knippe men de bodem eruit; is het een rechttoelopende, dan duwt men de bodem eruit. Met een kleine bal of papierprop kan men nu proberen de „mand" te door boren (van boven af dus). Ide aal is een balletje, gemaakt van aluminiumfolie dat men stevig heeft aangekneed. Pottenpret Zet in de hoek van de speel ruimte een aantal potten; u neemt er bloempotten voor in alle mogelijke grootten (of an der potten werk). Nu zet u op de grootste potten een 5 (met krijt b.v.); op de kleinere pot ten een 10 en op de heel-kleine moeilijke potten, een 15. Met centen gooien de kinderen nu, van enige afstand, naar de pot ten (die natuurlijk slim opge steld moeten staan); wie de meeste punten behaalt, is win naar. Sok en schoen Een variant op dit „Potten pret" is dit spel: men neme van Vader twee of drie paar schoe nen en hetzelfde met die van Moeder en de kinderen. Men zet de schoenen van Va der tegen de muur, naast el kaar; daarvóór komen die van Moeder en daarvoor weer die van de kinderen. Nu kan men met een bal proberen in de voetopening van de schoenen te mikken (van een eerlijk-vast gestelde afstand natuurlijk). Maar zo'n bal stuit nogal eens Bierkenners vragen 58ct. want alle waar is naar zijn geld! gemeen en gevaarlijk in huls. Daarom neme men drie paar sokken van Vader; maakt c met een inmaakelastiek een ste vige, maar toch zachte bal van en gebruikt die nu om te wer pen. De grootste schoenen (die van Vader?) krijgen de minste punten; de kleinste zijn het moeilijkst en worden het hoogst beloond met punten. Die pun tentelling wél tevoren even vaststellen. Ballonfennis Inplaats van het doelloos meppen tegen een opgeblazen ballon, kan men er een heel spel mee doen. Zet twee stoelen een eind van elkaar en verbindt ze met een touwtje of dikke draad breiwol. Elke speler heeft een lepel als racket. Het is nu bedoeling, zonder de ballon ka pot te ranselen natuurlijk, deze over de draad in het speelvel' van de tegenstander te slaan e: zo, dat deze niet terug kan slaan en de ballon op de grond valt. Telkens wanneer de ballon op de grond komt (deze raakt dus) telt dat als een punt voor de tegenpartij. Wie het eerst 20 punten heeft gescoord, is win naar of winnares.

Allerhande | 1969 | | pagina 2