Wassen
'ran
DE MAN MAG BEST TONEN
DAT HIJ SMAAK HEEFT
Doe er uw voordeel mee
Snellere promotie door
verzorgd uiterlijk
ff
33
GOED
BEKEKEN
II Haarnetz
„Massage"
Griekse rand
In een emmer
Een
Mooi
Hoofd in brand
Geen fooi
John
aller-handigheidjes aller-handigheidjes. aller-hand
Aanpassen
Goed idee
ACHT Klim\G-\»VM/.|\ VOOII II Ml I N
gheidjes. aller-handigheidjes
Muu r tekeningen
Goedkoop of niet
es invriezen
Hete
soe
-P
!j] pAASNUMMER
11
Zeg me hoe ze uw
haar gewassen hebben en
ik zal u zeggen in welk
land u was. Het is geen
oude Chinese wijsgeer, die
tot deze uitspraak kwam.
Bescheiden naar de grond
kijkend wil ik toegeven,
dat de woorden van mij
zijn, maar waarheid bevat
ten ze wel. Ik heb het on
dervonden.
door
P. W. RUSSEL
Een wijs man heeft wèl
eens gezegd, dat iedereen
recht heeft op zijn eigen af
wijking en de mijne is dan
dat ik buiten de grens altijd
ergens het haar laat wassen
Het kan de stof zijn of het
idee een aankomende hoofd
pijn weg te werken of mis
schien zelfs langzamerhand
een hobby, maar gebeuren
doet het. En waar is ook dit:
wanneer ik iemand een ver
haal over een kapper hoor
vertellen, dan kan ik bijna
feilloos raden over welk land
hij praat.
j Het schip „Seven Seas''
bracht mij eens in HAM
BURG en uren rondstappen in
de1 machinekamer de vorige
dag hadden me op het idee
I' gebracht: de kapper. Te knip
pen viel er niets; wassen dus.
Het bordje „Friseur" meldde
al een halve straat tevoren
waar ik zijn moest en een
keer onder de witte doek zei
Ik alleen: „Wassen graag,"
Nu wast een Duitse kapper
niet op een bijzondere manier
het hoofdhaar; misschien du
wen zijn handen wat steviger
en er was dus niets aan de
hand tot na het moment, dat
ik met een geweldige hand
doek was afgedroogd.
„Heinz", sprak de kapper
tot een knechtje ir. het wit
dat voortdurend in zijn
voetspoor had gedwarreld,
„Heinz, gib doch schnell das
flüssige Haarnetz."
Hé, dacht ik, wat nou? Een
netje op het hoofd? Helemaal
niet. De hulp kwam terug met
een buitenmaatse bus en ik
werd twee minuten lang met
lak bespoten, zeer „plat" ge-
kamd, kreeg een bijzonder
scherpe scheiding en herkende
mezelf niet meer, eenmaal
buiten in de spiegelruit glu
rend.
TOKIO Een regenach
tige zondagochtend in To
kio, geen mens op straat om
dat het pas vijf uur in de
ochtend is, geen slaap door
het tijdsverschil en dan tegen
zevenen is de kapper open
„Wassen graag."
Pas nu op. Een blauwe
handdoek, een snelle waspar-
tij in twee delen en vervol
gens kruipt de kapper met
zijn hele lichaampje boven op
mijn rug en begint de twee
schouders van klappen te
voorzien, die tot mijn voorou
ders moeten zijn doorgedron
gen.
Murw hang ik in de stoel,
maar de man weet van geen
ophouden. „Massage", roept
hij enthousiast achter mijn
oor, springt op mijn knie,
pakt mijn handen en laat stuk
voor stuk tien vingerkootjes
kraken
„Massage, good", grijnst hij
en slaat met losse wapperende
vingers op mijn hoofd. De he
le behandeling duurt een uur.
Ik denk dat ik gebroken ben,
maar zie: buiten voel ik me
opeens of ik een weldadig bad
genomen heb en als een jonge
god ren ik de hele dag door
Tokio.
A THENE Op en over
de stoffige Akropolis ge
kropen, een week lang rond
gesjouwd en voor het eerst
twee uur niets te doen. De
kapper, in een piepsmal
straatje in het oude stadsdeel
dat Plaka heet. Op een hoek
je, een heel klein zaakje.
„Wassen graag" en ik maak
er meteen de beweging bij.
„Nei", antwoordt de man, het
geen „ja" betekent. Nergens
een wasbak, maar geen nood
Een oude waskom wordt op
een tafeltje achter mijn hoofd
geplaatst en via een serie boe
ken op juiste hoogte gebracht.
De kapper ontsteekt in een
hoek een gaspitje en zet een
ijzeren koffiepot (met Griekse
rand) op de pit, om warm wa
ter te krijgen. Intussen wrijft
hij wat zeeppoeder door mijn
droge haar. doet er later een
scheut uit de koffiekan bij en
zo ontstaat enig schuim. De
kan heeft te weinig water om
de zeep weg te spoelen, maar
de rest gebeurt met een hand
doekje dat al een jaar om ver
vanging schreeuwt. Een halve
fles lila reukwater, dat dagen
later nog steeds in mijn neus
hangt en voor de somma van
één gulden ben ik het heertje.
TV/T ONROVIA, de hoofd-
stad van de Westafri
kaans negerrepubliek Libe
ria. Hét is een zaterdag en er
moet deze keer ook geknipt
worden. Dat kan, buiten op
straat, op een rechte keu
kenstoel. Als ik later in een
spiegel kijk is het net of de
ratten aan me gegeten heb
ben, maar het is warm, dus
kort haar. En natuurlijk
„Wassen graag Dat kan ook.
Een emmer met koud water
tussen mijn voeten. Ik moet
mijn hoofd erin stoppen. Dan
rammelt de kapper met een
stuk huishoudzeep wat over
mijn hoofd, stopt me weer in
die emmer, knijpt het ergste
nat uit het haar en roept en
thousiast: „Okay, één dollar".
de baas. „Ik heb wel ijs eau
de cologne". Dan dat maar.
En nu mijn advies: Nooit
doen, je hoofd brandt een half
etmaal en nergens is bluswerk
te vinden.
muur
TN TERUEL, in het warme
noord-westen van Spanje,
is „lavarme el cabello" zo on
geveer hetzelfde als „Wassen
graag" en het gebeurt er op
een zeer uitgebreide en toege
wijde manier. Drie keer
shampoo, vier handdoekjes
om af te drogen, nog snel een
droogapparaat uit de dames
salon gehaald en als dan alles
zo droog is als een bos hooi,
dan uit vijf potjes pommade
op die kuif.
Met een hoofd, stijf van het
vet, verlaat ik de vriendelijk
knikkende barbier, zie er naar
eigen gevoel uit als een gek
en was in hét hotel met. een
stuk toiletzeep al die brillanti
ne eruit. Gevolg? Volgende
ochtend: hoofd met hooi.
T OS ANGELES, dan zou
je toch zeggen: Daar is al
les gewoon, maar de kapper
antwoordt op mijn „Wassen
graag" met de kreet: „Alleen
maar wassen? Da's gek, maar
als u het wilt kan het".
De deur staat open en ik
kijk op een groot plein waar
oude meneertjes de kran'c le
zen. Ze staan al snel bij de
kapperswinkel om het
schouwspel te volgen en ik
voel me in een stukje onbe
kend Suriname. Vier handdoe
ken en de vraag naar lotion
wordt eerst niet begrepen en
dan blijkt, dat er geen drup
pel in de (grote) zaak met
twaalf stoelen aanwezig is.
„Wordt nooit gevraagd", zegt
TV OOIT heb ik mijn haar
duurder laten wassen dan
in STOCKHOLM, maar de
kapper was dan ook een
vrouw. Zachte handen, die
van hoofd-massage wisten,
dat wel. Ogen dicht aan mijn
kant, vanwege het genieten,
dat ook. Drie handdoeken, een
heerlijk reukwater dat op
friste en niet bleef „hangen",
dat zeker. Maar na afloop: 12
gulden en zestig cent dat
tenslotte.
ÜOEDAPEST is de stad
met de vriendelijkste kap
pers. Geen fooien, het zorg
vuldigste wassen (drie keer),
een beetje vel na en twee gul
den voor een snelle en in
tensieve wasbeurt.
DN waar ik het in een
-Li kapperszaak zelf moest
doen, dat haar wassen? Wel,
in ANCHORAGE, in Alaska
dus.
„Gaat u zitten, daar is de
shampoo, iedereen is ziek,
help yourself", zei de baas en
ging door met het afscheren
van de baard, die hij onder
handen had.
Ik deed alles volgens de
aanwijzingen, hoefde nie'c
meer dan vijftig dollarcent
neer te leggen, ontmoette de
zelfde kapper 's avonds in een
café en ging met hem mee
naar huis, waar we vorstelijk
verse zalm hebben gegeten.
Hij is de enige kapper op de
hele wereld die ik bij z'n
voornaam noem. Hij heet
John.
U zult wel eens van de Stichting Oog en Bril hebben
gehoord. Nu organiseert deze 'stichting niet alleen
Miss Bril-verkiezingen, men doet ook veel om voor de
brildragenden onder ons de „pil" wat te verzachten.
Immers zo grappig is het niet als je een bril moet dragen.
Laat die er dan alsjeblieft wat prettig uitzien en het
gezicht vooral niet lelijk maken.
Gelukkig zien de brillen van vandaag er duizend keer
mooier uit dan die van vijftig jaar geleden en daar heeft
de stichting Oog en Bril niet weinig toe bijgedragen.
Dezer dagen kreeg ik van „Oog en Bril" een brochure die
ik u niet wil onthouden, omdat ze voor velen een troost
toi zijn. Onder de titel: Mooi zijn met brilmonturen"
schrijft men:
.Brillen zijn onmisbare ac
cessoires geworden, net zozeer
aan "mode onderhevig als arm
banden, kettingen, oorclips en
ceintuurs.
Na de oorlog, toen de mode
plotseling lang en zwierig
werd, ging men wat meer aan
dacht aan de brilmonturen
schenken, en kwamen de
«zwierige brillen", de vlinder-
modellen in de handel. Met de
intrede van de hemdjurk, het
rechte silhouet dus, kreeg men
langzamerhand wat meer zin in
sjrakke vormen: rechte jurken
oie steeds korter zijn gewor
den, strakke hoedvormen,
rechthoekige en vierkante tas
sen, en ook vierkante en ronde
brillen.
En nu in 1968 de ogen meer
dan ooit de aandacht krijgen,
Past ook het brilmontuur zich
aan. De nieuwe modellen zijn
atnandel-vormig in alle moge-
"jke variaties. De kleuren van
de monturen zijn in een
prachtig bruin- en oranje gam
ma uitgevoerd, meermalen ge
vlamd. De glazen zijn meestal
lichtgetint. Heel geraffineerd
laten mode-bewuste dames de
oranje-bruine monturen passen
bij de andere accessoires van
ogenschijnlijk hetzelfde mate
riaal zoals bruine plastic ring-
ceintuurs, armbanden, ringen,
gespen op tassen of schoengar
neringen. Lichtgetinte glazen
zijn in trek en daarmee gaat de
oog make-up van belang zijn.
Die is ónder de bril echt wel
noodzakelijk, omdat zonder
make-up de ogen als het ware
wegvallen achter dat gekleurde
glas, zeker wanneer die ogen
blauw, grijs of groen zijn".
Tenslotte nog de raad van de
stichting Oog en Bril: „Nie
mand vindt het leuk tegen een
bril aan te praten in plaats van
tegen een oog: een oog moet
blijven .spreken'."
U weet het dus, een nieuwe
bril hoort gewoon bij uw nieu
we garderobe. Ha ha, denkt u,
ik ben daar mal, dat kost me
veel geld.
Dat is wel zo, en u kunt nu
wel denken laat ze naar de
pomp lopen met die reclame
smoesjes, en u hebt ook wel
een beetje gelijk als u vindt
dat die hele stichting er alleen
maar is om zoveel mogelijk
brillen te verkopen, maar wees
nu maar blij dat die er is. Im
mers het is toch waar dat ide
mode verandert! U draagt uw
haar nu toch ook heel anders
dan tien jaar geleden. Ga maar
kijken op oude foto's. Was de
stichting Oog en Bril er niet
dan zouden we ons gezicht he
lemaal vergeten, dan kreeg je
zo'n verwrongen lappendeken
van stukken die niet bij elkaar
passen. Trouwens waarom
geeft u wel veel geld uit voor
een nieuwe jurk en niet voor
een bril? Die bril is echt wel
wat belangrijker hoor, want
men kijkt toch echt eerst naar
uw gezicht en dan naar uw
jurk. Nou ja, eerst naar uw
benen natuurlijk, maar dat is
weer een heel ander verhaal
van de stichting „Been en
Kous"...
Mevrouw Sanders uit Kapel-
Ie heeft een fornuis dat tegen
een witgekalkte muur staat. Nu
weet iedereen dat er bij het
bakken en braden nogal eens
wat wordt gespat. „Ik had wel
van dat plakplastic tegen de
muur kunnen plakken",
schrijft ze, „maar dat vond ik
niet mooi en het laat ook vaak
los. Om echter niet al die spat
ten op de muur te krijgen heb
ik iets uitgevonden. Ik had nog
een oude zonwering, u weet
Veel vrouwen klagen erover dat haar man zo weinig
aandacht heeft voor zijn uiterlijk of nog erger dat
uiterlijk geheel verwaarloost Zonder nu alle mannen
over één kam te willen scheren, kan toch wel gezegd
worden dat de Nederlandse man het in dit opzicht ivel
degelijk laat afweten, al ziet men, vooral bij de jongeren,
een kentering optreden. Is dat tekort aan kledingbewust-
heid een gevolg van gebrek aan goede smaak, aan belang
stelling of is het nog een overblijfsel uit de tijd dat het
een beetje „eng" werd gevonden om er goedverzorgd uit
te zien? Zeker is echter dat de Nederlandse man, inter
nationaal gezien, niet zo'n heel best figuur slaat. Wie ziet
met welke zorg de meeste onzer buren zich weten te
kleden, die zal moeten toegeven dat wij, daarbij vergele
ken, een wat onbeholpen en boerse indruk maken. En
toch is goede kleding en een verzorgd uiterlijk van het
grootste belang voor de man: het heeft zelfs invloed op
zijn promotiekansen'.
Men heeft zelfs wetenschap
pelijke onderzoekingen over dit
onderwerp ingesteld en kwam
toen tot verbluffende uitkom
sten, die het bedrijfsleven
zeer interesseren. Bij het aan
stellen van een geschoolde ar
beider (aldus wezen die onder
zoekingen uit) werd voor 90 per
cent gelet op zijn kundigheid
als vakman (bij zijn sollicitatie
dus) en voor liefst 10 percent
op zijn uiterlijk (en gedrag):
zjjn persoonlijkheid kortom.
Hoe hoger de rang is waarnaar
hij solliciteert, hoe hoger de
eisen in dit opzicht. De voor
man b.v. wordt bekeken voor
70 percent op vakkennis en voor
30 percent op uiterlijk (hou
ding. kleding etc.). Dc chef.
de werkmeester, de controleur
toont nog verbluffender ver
houdingen: 50 tot 50!
Bij de benoeming van een
directeur wordt, in vele ge
vallen. volstaan met niet meer
dan 30 percent vakkennis en
70 percent uiterlijk, stijl, al
lure, gedrag etc. Dat bij dit
alles de kleding en de verzor
ging van het lichaam etc. een
enorme rol spelen is wel dui
delijk.
Bij promotie en andere voor
uitgang in het bedrijf bleken de
volgende eigenschappen (afge
drukt in volgorde van belang
rijkheid) bijzonder grote in
vloed uit te oefenen:
1) een verzorgd uiterlijk; 2)
een zekere elegance in dc kle
ding: 3) rust en beheerstheid
als men. t.a.v. de eigen persoon,
wordt aangevallen; 4) optimis
me. gepaard aan voorzichtig
heid en berustend op feiten en
5) vermogen kritisch en analy
tisch te kunnen denken.
Een groep deskundige lieden uil
de hereumodebranche heefl een
achttal punten vastgesteld aan de
hand waarvan de man zich dient te
kleden. Wij laten ze hieronder
volgen.
PUNT 1 Mwlmg moet passen
bij bepaalde gelegen-
beden; dus géén sportkleding bij
feesten etc. (en andersom). Dat
klinkt nogal eenvoudig; het is het
niet! Men kan (een algemeen ad
vies i altijd mooi uit de voeten
met een gedekt kostuum. Dat móet
iedere man bezitten en het hoeft
echt niet danspakblauw te zijn!
Nog dit: een combinatie van col
bert met amlersgekletirde panta
lon (vroeger als „sportcombinatie"
aangeduid) kun vaak goed dienst
doen, <vaar vroeger het „hele puk"
Een demi is een vereiste
voor de goed geklede man:
hier een mooi, elegant mo
del dat ook binnenste-buiten
gedragen kan worden. Een
produkt van fijne loden stof
(met regenjasvoering) van
Lodenfrey (München)ook
hier te koop.
alleen maar kon. Vi el letten op de
gedekte loon van bet geheel en
vooral op een kalme dessineriug
van het jasje.
PUNT '2, k'*"10" moeten zo
gekozen worden dat
/.ij een natuurlijke en comfortabele
indruk geven. Zij mogen niet al
te gloednieuw lijken en dat
„gloednieuw" is dan een gevolg van
bet feit dat de drager er zich nog
niet in thuis voelt. Men moet er
zirli gemakkei lijk in bewegen. Kle
ding dient de persoonlijkheid te
accentueren, niet te verbloemen.
Kleding mag ook niet te zeer op
vallen.
PUNT 3 1 h'0''1 overeens,,'m-
ming zijn tussen de
verschillende soorten kleding, wel
ke men draagt. Dat geldt ook voor
liet schoeisel. Geen zware rubber- I
lopers bij een „net pak": geen
dungezoolde Italiaantjes bij een
wandelcombinatic. Men lette op
liet overhemd: er zijn tè veel uitte
overhemden in omloop'. Neem toch
eens een gekleurd overhemd met.
bijpassend, een goede das! Wit
wordt zo saai. Bovendien: kleu
rige overhemden worden mode
(ook dus onder liet kostuumI
PUNT 4 Elk jaar moet men
onderdelen van de
kleding vernieuwen zonder dat dit
opvalt. Kleding goed dragen
vraagt aandacht, concentratie, zorg,
smaak en vooral zelfkennis. Kle
ding is de expressie van d*e per
soonlijkheid. Een man kan, met
goedgekozen kleding een „ander
mens" worden en daarmee de
vrouw boeien. Saaiheid en alle
daagsheid vervlakken het beeld
«lat men wil tonen. Men wage
een- een verandering! Niet steeds
hetzelfde de—in, dezelfde kleur,
dezelfde schoen.
PUNT Men moet weten nut
mode is. Daar be
hoeft men geen z.g. „modepop"
voor te zijn, Waarom wel alles
wel zo'n rolgordijntje dat je
voor je ramen kan iaten zak
ken. Ómdat het riet, of wat het
was, versleten was heb ik het
vervangen door een rol zeil
doek. Mn man heeft m'n
„spatten-wering" boven aan de
tnuur achter het fornuis vast
gemaakt en als ik nu moet bra
den, laat ik gewoon het gor
dijntje zakken. Met een vochti
ge doek is het in een wip
schoon en m'n muurtje blijft
prachtig helder.
O
Mevrouw P. T. Holt in Arn
hem heeft kinderen die zich als
toekomstige Rembrandts ont
poppen. Ze doen niets liever
dan met potlood op de muren
„schetsen". „Ik kan dat natuur
lijk wel verbieden" zegt ze,
„maar waarom, als zo'n kind
tekenen wil? Ik heb tegen
woordig gewoon een vlakgum
in m'n stofmapdje. Een kleine
moeite om die dingetjes er af
te stuffen als het me te gek
wordt."
U bent een voortreffelijke
leerling van Spock mevrouw.
Alleen weet ik niet of Spock
i het goed vindt dat u die teke-
ningen weer weghaalt.
„Beste mensen", begint Hella
Groen uit Vlaardingen haar
briefje, „Als u een klosje garen
gaat kopen en het ene merk is
goedkoper dan het andere, dan
is hier de raad: stop, kijk en
luister... Kijk op het etiketje
van het garen en zie hoeveel
meter of yards er op zitten.
Soms is een koopje echt geen
koopje. Ik heb dat laatst zelf
ondervonden. Ik kocht heel
goedkoop, wit machinegaren.
Toen ik thuis kwam kon ik er
echter nauwelijks een spoeltje
mee vullen. Het is wel geen
enorme tip. die ik hier geef,
maar ik dacht dat dat met an
dere dingen op rolletjes ook
wel zo zou zijn. Closetpapier
bijvoorbeeld en keukenrollen,
aluminiumfolie, plakband en ga
zo maar door. Die dingen
kosten niet altijd hetzelfde en
zo kom je wel eens „bedrogen",
voor je gevoel, uit als je denkt
een koopje te halen. Ze kosten
ook minder, natuurlijk. Maar
twee rolletjes zijn dan dikwijls
duurder dan één van het andere
merk waar dan nota bene nóg
meer op zit"
Goed zo Hella. jij wordt een
„hoeveel-bewuste huisvrouw".
En laat dit nu maar aan je
verloofde lezen.
Beste Ciska, ik heb een ont
dekking gedaan. Van de zo
mer hebben we buiten in de
tuin vlees geroosterd op
houtskool, u weet wel, barbe
cue. Nu was er indertijd veel
over omdat onze ogen groter
waren geweest dan onze magen
en daarom heb ik toen de
restjes kip en karbonaatjes in
gevroren in hnijn diepvries. Nu
heb ik zo'n hele grote diep-
vrieskist en omdat ik daar van
alles ingooi wat ik over heb,
vergeet ik ook wel eens iets.
Van de week echter heb ik
hem opgeruimd en vond ik de
barbecue restanten. Ik heb ze
in aluminiumfolie een uurtje in
de hete oven gelegd en wat
was het resultaat? Smullen...
Heerlijk was het. Alles smaak
te nog net zo lekker als van de
zomer in de tuin. Ongelooflijk
vindt u niet? M'n tip is nu de
volgende, al strookt die niet
met de tijd van het jaar, maar
dan is die om te onthouden:
Roostert u van de zomer vlees
op houtskool en hebt u een
diepvries, neem dan veel meer
vlees dan u opkunt. Bewaar
wat in één of meer plastic zak
jes en u kunt ook eens barbe
cuevlees eten als het buiten re
gent." Deze enthousiaste brief
kreeg ik van mevrouw Melgers
uit Zeist. Ik ga het van de zo
mer echt eens proberen me
vrouw. Uw tip knip ik in elk
geval alvast uit
Het is niet nodig opvallende
kleren te dragen om ais
„goed-gekleed" ie worden
beoordeeld. Ook de oudere
man kan, met een goede
keuze van kleding, zijn per
soonlijkheid gunstig be
ïnvloeden. Hier ziet men een
confectiekostuum met recht
afgesneden vest (een kleine
aparte toets) en opgestiktè
zakken, gemaakt van Engel
se tweed. Een mode uit de
Society Shop, A'dam-Nijme-
gen.
Kinderen zijn ook vaak dol
op soep. „Alleen moest het niet
altijd zo heet zijn", roepen ze
dan verontwaardigd. Mevrouw
Geertsen uit Rotterdam weet
er iets op. Als ze blikjes of
pakjes soep voor de kinderen
maakt, gebruikt ze de helft van
het water dat aangegeven
staat. In de soep klaar om te
eten, dan giet ze er de rest van
het water bij, maar dan koud.
De kleintjes kunnen meteen
aanvallen en hoeven niet meer
hun mond te branden. Ze vin
den het heerlijk.
Zo beste allemaal, de koek is
weer op. Stuurt u me nog eens
een tip of een goede raad om
door te geven? Het adres is:
Ciska Verheul, redactie Aller-
Hande, rubriek AllerHandig-
heidjes, Harstenhoekweg 189,
Scheveningen.
Albert Heijns
Vrolijk - elke 7 4
dagen - Jeugdblad
Voor 12 cent bij
AH-Margarine
Hel uiterlijk van dc man
speelt een grote rol bij de
beoordeling van een sollici
tatie voor bepaalde functies.
Voor een goede verschijning
is een pak als het hier ge
toonde heel geschikt; hel is
een olijfgroen pak met Prins
van-Wales-ruiten (Prince de
Galles): doorgestikte kanten
in zadelsteek en met een
haaksplit; Nederlands fabri
kaat.
weten van «Ie voetbalcompetities
wèl van <le beursstanden, wèl van
tic politiek, maar, log en dom, rle
mode minachten? Mode i> nogal
geen ingrijpende zaak look eco
nomisch ja!). IK mode kan niet
ontkend of ontweken worden. Wie.
dal doet, raakt achter Mode wor
telt heel wat dieper dun het op
pervlak van een nieuw dessin,
een nieuw model. Mode berust im
mers op de evoluties op maat
schappelijk, cultureel, ethisch en
moreel vlak! Wilt n dat alles als
„onbelangrijk en onzinnig" afwij
zen? Neen! Men kieze «Je mode
van nu! Die van morgen maakt
verdacht; die van gisteren is suf
en dof.
PUNT 6 Kleren moeten zoda
nig gedragen worden
dat men zegt „hij ziet er altijd
zo goed uit" en niet: „hij ziet
er goed uit omdat hij dit of dat
aanheeft". Natuurlijkheid is voor
wiuirde. Zodra het „opgelegd"
gaal lijken, wordt mode carnaval
en dus lelijk en inderdaad on
zinnig i zinloos I. I." hebt dat ge- 1
zien hij de hloemenkinders en
hetzelfde gevaar dreigt hij de
Bonnie-meisjes «lie immers alleen
maar naapen. Men drage zijn kle
ren onopvallend; dat wil niet
zeggen dal men niet een zekere
moed mag tonen door iets opmer
kelijks zoals een fraai detail, een
pochette, een mooi overhemd van
aparte allure. Persoonlijke voor
keuren moeten eens kritisch heke
ken worden: geen ring aan de
pink. Geen bohémien hoeden (flap-
IS HEINTJE
AU HET VRIENDJE
VAN UW KINDEREN
HEINTJE
Een regenjas alleen, hoe
ivarm gevoerd ook, is niet
voldoende: men moet een de
mi én een winterjas bezitten.
Hier ziet men een modieus,
jeugdig model (van Aqua-
scutumKattenburg-Neder
land) met revers die dezelf
de stof tonen als de voering.
Uitgevoerd in stevige buck
skin of in cavalry-twill (rib-
beltjesstof).
randen etc.); geen vrouwelijke
ringstenen in zegelringen. Geen
juwelen in de dasspeld. Geen te
glanzende liorlogebiuiden. Geen te
gouden aanstekers en sigaretten
kokers. Geen te opmerkelijke vul
pennen en zakboekjes en porte
feuilles. Men lioude het haur als
men ouder is. kort en late het
niet dichterlijkof „artistiek"
om het hoofd flodderen. Wat zo'n
prachtig hoofdje was toen men 20
was. is nu een vaal toefje pluisel.
Kort!
PUNT T Uoeil-geklecd zijn be
tekent t«»t in de punt
jes verzorgd-zijn. Kleren moeten
met zorg behandeld worden. Kreu
kels zijn uit den boze. Pantalons
dienen goed geperst te worden.
Schoenen moeten glimmen en
schoon zijn. De hakken moeten
recht zijn. Overhemden moeten
schoon zijn. Men moet zich hier
hoeden voor liet druip-droge, syn
thetische overhemd.'Het heeft tal
van voordelen, maar men moet het
nauwgezet in de gaten houden bij
veelvuldig gebruik. Das en sokken
moeten hijeenpasseti.
PUNT 8 Details: de manchet
van het overhemd
moet éven uit de mouw steken.
Bij een „enkele" manchet is het
witst en en knoopje liet best; hij
een dubbele manchet moet men
mooie manchetknopen dragen.
-ouden manchetknopen zijn ouwe
lijk, tenzij ze in modieus model
ge-meed zijn. Neem eens een half-
edel-teen in «Ie manchetknoop.
Draag een overhemd niet modieuze
boord, maar laat hier torh vooral
de eigen gelaatsvorm, de lengte
de nek en liet gemak een rol
spelen. Vermijd derhalve de te
modieuze modellen waarmee «Ie
jongemannen lopen. Blijf hier op
de vlakte. Een wit overhemd kan
niet langer dan zes uur gedragen
worden. De man hoort een hoed
te dragen. Wèl moet dut dan een
moderne hoed zijn. Geen eeuwige
Eden-hoed of Homburg. Hand
schoenen zijn voorwaarde by
koud weer. Verwissel vaak van
kleding; ru-t doet de stoffen goed.
Nog iets: loop niet uitsluitend
in een regen jus ook al is deze
voorzien van een uarme voering?
Koop I) een demi voor de perio
de in voor- en najaar en 2) een
ferme winterjas (van modieus mo
del). Dal varieert het uiterlijk
en variatie boeit en n wilt toch
boeienII ie niet!