rwaalf Elfstedentochten verreden
velen hopen op een volgende
RITSSSBLIKKEN
ui
7 heerlijke soorten
89
'wefcgmttf defoe£!
125
FRIESCHE BOND ORGANISEERDE EERSTE TOCHT
AH-Baby
Luiers
Cakemix
L28
W
Rookworst
jpJIIARI 1968
ALLERHANDE
Een pionier
Tocht van'47
Laatste tocht
De vijf van '56
Ook in '40
pak 15
MARMER
W aarom
Sappige, Gelderse
Ofschoon men al sinds eeuwen in ons land schaats
wedstrijden heeft gehouden, was er voor zo'n omvang-
rjjke wedstrijd als de Elfstedentocht die enorme voor
leidingen vraagt, de oprichting van ijsvercnigingen
podig- Men neemt aan dat de eerste ijsclub van ons
land in Friesland en wel speciaal in Dokkum werd op
dicht; dat zou in 1840 zyn geweest. Nu, ze zullen er
aar in Dokkum plezier van hebben gehad, want in
je winter van 1844 op '45 vroor het lang en hard en
wie schaatsen wilde, kon zijn hart ophalen. Overal wer
den hardrijderijen gehouden en dat waren, vooral in
'riesland, dan ware volksfeesten.
Het voortbeeld van Dokkum
ond al gauw navolging in an-
ffS steden en dorpen en, in
zocht men een middel om
een bond te komen die alle
lenigingen zou omvatten. En
ge tevens allerlei strijdpun-
zou bespreken en oplossen;
nmers steeds waren er on-
tigheden tussen de clubs over
rijden afstanden en andere
edstrijddetails. Bovendien
1de men, met zo'n bond, op
a-nationaal terrein naar vo-
treden. Zo ontstond de Ne-
[andsche schaatsenrijders -
(1882) en in 1885 or-
terde hij de eerste inter-
ionale wedstrijd bij Leeu-
In 1886 was ook reeds opge-
t de Friesche IJsbond maar
hield zich in hoofdzaak
ig met de zorg over de
md van het ijs. Dit werd
irs voortdurend bedreigd
ir de sluizen en de afwate-
j. Deze bond wist een dui-
lijke verbetering van het
;ennet tot stand te bren-
deze Friesc'he Bond nu is
reneens de grote stimulator
worden van het enorme
ijsfestijn dat de naam Elfste
dentocht heeft gekregen;
eérste Elfstedentocht, die in
1909 werd verreden, was het
werk van deze bond. De latere
tochten werden georganiseerd
door de uit de ijsbond voortge
komen Friesche Elfsteden
Vereeniging. Deze heeft de
reeks van twaalf tochten langs
de elf steden sindsdien met
toenemend succes geleid.
Er was voordat deze officiële
eerste Elfstedentocht werd ge
houden (in 1909) al eerder ge-
wedstrijd op het traject van de
elf Friese steden. Men neemt
aan dat ook in vroeger eeuwen
de Friezen elkaar op het ijs
langs deze steden bestreden.
Maar dat gebeurde dan .toch
provisorisch en vrijwel on
georganiseerd. Dat verklaart
dan ook waarom de latere ere-'
voorzitter van de KNVB, Pim
Muiier. een befaamde naam in
de Nederlandse wereld van de
sport, al op 21 december (vroeg
in de winter dus al) van
het jaar 1890 (de beruchte kou
de winter van '90!) als een der
eersten wier namen ge
boekstaafd bleven, de tocht vol
bracht.
De Elfstedenwedstrijden vor-
Nederlandse ijspret bij uitstek
is de Elfstedentocht voor de
toerrijders als het weer wil
meewerken, zoals op deze foto.
men een afzonderlijk hoofdstuk
in de schaatshistorie van ons
land; ze zijn doortrokken van
romantiek. Het is een gebeur
tenis die veel meer tot de ver
beelding spreekt dan de mono-
toon-lijkende langebaanwed-
strijden die feitelijk nog
alleen een strijd tegen de se
condewijzer zijn en die daar
door iets onmenselijks en
wreeds krijgen. Heel anders is
dat met de Elfstedentocht. Die
appelleert aan gevoelens van
verbondenheid met de natuur,
avontuurlijkheid, spanning en
de voldoening van het afleggen
van afstanden in een zo snelle
vaart dat een paard het niet
bij kan houden en zelfs de
fietser het moeilijk heeft. Wij
zijn van oudsher een volk van
schaatsers en de tijden dat de
vaarten met ijs bedekt waren,
golden voor velen als feeste
lijke perioden. Al gaf koude in
het verleden veel misère (de
wateraanvoer werd gestremd
en dat gaf aanleiding tot
toestanden van waternood die
de gezondheid van hele steden
bedreigde en de voedselaan-
voer werd gehinderd etc. etc.)
toch leefde ons volk op als er
ijs lag; de voorbeelden van
ijsfeesten en ijskermissen zijn
er te over in de historie.
Het is spannend en gezellig
en in ieder gpval heel vader
lands. om 's morgens voor dag
en dauw (al is die bevroren),
bij het licht van toortsen van
de Schenkenschans in Leeu
warden te vertrekken en dan
één te worden met het ijzige
landschap, met de bevroren
f
2e BUK
VEPRÜS
vlakten en geheel op te gaan in
de ritmische beweging van de
benen. En dan 's avonds is er
de terugkeer naar de Groene
Weide of de Grote Wielen,
weer in Leeuwarden, waar
men als een held wordt inge
haald (dat wil zeggen behalve
de laatste keer toen het blijk
baar te koud was om er buiten
een feest van te maken). Maar
eerst moet men wel terugke
ren... Want er zijn voorbeelden
van Elfstedentochten die maar
heel weinig mededingers lieten
aankomen.
Zo'n moordenaar was de
Tocht die op zaterdag 8 februa
ri 1947 werd verreden. Het was
een der dieptepunten in de
historie van de Elfstedentoch
ten en dat niet alleen vanwege
het slechte weer, de heel-moei-
lijke omstandigheden, de bitte
re koude, het slechte ijs en de
scherpe oostenwind. In totaal
volbrachten slechts 48 van de
310 wedstrijdrijders de Tocht
en daarvan kwamen er maar
36 binnen de vastgestelde tijd
binnen (twee uur na de over
winnaar).
Van de ongeveer 1500 toerrij
ders die deelnamen, bereikten
slechts 182 het eindpunt. En
dan moet men niet vragen hoe!
Aanvankelijk werd als win
naar een drietal mannen uitge
roepen. Maar later kwam er al
lerlei lelijks aan het licht: de
bewuste eersten zouden hebben
„opgelegd" (zich laten trekken);
ze zouden voorts anderen
n iet-deelnemers de wind
voor zich hebben laten breken
en zo werden, inplaats van de
eerst als winnaars aangeweze
nen de volgende mannen win
naar. Het waren J. v. d. Hoorn
uit Ter Aar, A. Verhoeven uit
Dussen, A. S. de Vries uit Giet
hoorn en D. v. d. Duin uit
Oldeboom. Alle overige
wedstrijdrijders die voor 18.21
u waren aangekomen, kregen
het Elfsteden kruis met de
inscriptie „wedstrijd 1947". Als
tijd werd vastgesteld 10 uur en
51 minuten.
Genoemd moet dan ook wor
den de prestatie van de Leeu
warder kolendrager Karst
Leeuwbrug die, in de strenge
winter van 1929, onder barre
weersomstandigheden in 11 uur
en 9 minuten won. maar er een
teen door bevriezing bij
inschoot.
Er doen, over zulke bevrie
zingen, allerlei verhalen de
ronde en stellig zijn er telkens
weer onverstandige lieden die
onvoldoende beschermd en on
kundig van de ontberingen
welke overwonnen moeten
worden, doldriest het ijs op
gaan. Zij zijn oorzaak van be
richten als die in het Franse
blad „Paris Match" dat, in
1963, bij een bericht dat er
plannen bestonden om een
standbeeld op te richten voor
de Elfstedenrijder, meldde dat
dit beeld bestemd was als een
soort aandenken aan „de onbe
kende schaatsers die tijdens
deze tochten van kou waren
omgekomen". Nu. zo erg was
het niet. Zo erg is het nooit
geweest. Al mag de tocht van
1963, de laatste die werd verre
den. er in dit opzicht best zijn.
De tocht van 18 januari '63
was die van de toen nog geheel
onbekende schaatser Reinier
Paping uit Dedemsvaart. Het
was een tocht die gekenmerkt
werd door slecht weer, door
slecht ijs, een harde wind en
een enorm aantal uitvallers.
Van de 9294 deelnemers
haalden er slechts 69 de finish.
Van de 568 wedstrijdrijders
kwamen er slechts 57 aan. ,.Ze
hadden zich niet voorgesteld
dat het zo erg zou zijn!"y was
de commentaar van de deelne
mers. En dat terwijl het toch
gaat, welk weer het ook is, om
meer dan tweehonderd kilome
ter!
Slechts ruim één percent van
de deelnemers kreeg het
Elfstedentochtkruisje in han
den! Er waren allerlei manke
menten: bevroren benen,
verwondingen vooral door het
vallen; sneeuwblindheid en an
der naars. Vooral het voor
laatste traject, dat van Frane-
ker naar Dokkum. eiste veel
uitvallers. En daar juist wist
Paping zich los te maken van
het „peloton".
De 16 graden vorst van die
januaridag was velen te veel.
Begrijpelijk. De stationschef
van Harlingen, in welke stad
velen opgaven, verkocht die
dag meer dan duizend enkele
reisjes-Leeuwarden aan schaat
sers die er de brui aan hadden
gegeven.
De 35 EHBO-posten hadden
het razend druk, maar er de
den zich geen ernstige gevallen
voor.
Er is over de twaalfde tocht
later nog heel wat ruzie
ontstaan: de leiding kreeg al
lerlei verwijten te horen en het
gemeentebestuur werd ook niet
gespaard en zo werden er nog
wat zondebokken aangewezen.
Natuurlijk waren de koude en
de massale opkomst van vaak
ongetrainden de hoofdoorzaken
van het niet-slagen van wat,
bij mooi weer, zo'n genoeglijke
zaak zou zijn geworden. Eén
van de verwijten gold het
Bestuur van de „Friesche Elf
Steden" dat slechts met één
persoon vertegenwoordigd zou
zijn geweest in de Beurs, waar
de dappere 69 toerrijders ont
vangen werden en waar zij
daardoor eigenlijk een beetje
een koude douche kregen na al
de kou van die dag te heb
ben doorstaan. Paping had
De tocht van '56 werd onder
zeer zware omstandigheden
verreden. De koplopers vijf
man sterk besloten als een
man over de finish te gaan.
vooral te kampen met cracks
van vorige tochten.
Hij behield echter zijn
voorsprong op het laatste tra
ject dat de anderen geheel uit
putte en won voor Uitham die
2e werd, Jeen van den Berg die
3e werd. Albert YVeys (een on
bekende) die 4e werd, Ottema
(5e). Arends (6e), Uitham (7e),
Aad de Koning (8e) en Piet
Venema (9e). Het kan gezegd
worden dat deze twaalfde
Elfstedentocht alle andere in
moeilijkheid overtrof. De tijd
van Paping was 10 u. 59 min.
Ook moeilijk was de tocht
die op 14 februari 1956 werd
verreden. Het was een zware
tocht en omdat de inspannin-
gen eigenlijk te groot waren,
besloten vijf koplopers, zonder
rekening te houden met het
wedstrijdelement dat toch de
basis is van zo'n race. geza
menlijk. als één man. de finish
over te gaan. Ze hadden de
tocht gereden in de mooiste
tijd van 8 uur. 46 minuten en
enkele seconden. Het waren
namen die ook in '63 goede
klank hadden: J. van der
Hoorn uit ter Aar (24. tuinder).
A. J. P. de Koning uit Purmer-
end (27, stukadoor); Jeen Nau-
ta uit Wartena (29. veehouder);
M. Wijnhout uit Haarlemmer
meer (23, landarbeider) en A.
Verhoeven uit Dussen (35. land
bouwer). Deze vijf werden ech
ter niet als winnaars erkend;
het bestuur van de Elfsteden
tochten was van mening dat
hier het wedstrijdelement van
de tocht met voeten (of liever:
schaatsen) was getreden. Als
zesde kwam dat jaar binnen de
winnaar van de tocht van '54
Jeen van den Berg, de onder
wijzer uit Nijebeets. Hij had
zijn kans als échte eerste bin
nen te komen verspeeld door
het breken van een schaats. Na
hem kwamen Kruger, Tigge-
laar en Leffertstra. Overigens
was die afspraak tussen de vijf
geen nieuwigheid.
In 1940 was er ook al zo'n
afspraak geweest. Dat was de
eerste Elfsteden-tocht van de
drie die georganiseerd werden
in de afgelopen oorlog (in '40.
'41 en '42). Er ontstond toen
geduchte opschudding vanwege
het zogenaamde „Pact van
Dokkum". de afspraak die de
vijf „winnaars" maakten om bij
elkaar te blijven en gezamen
lijk over de eindstreep te gaan
(een trouwens heel begrijpe
lijke en zelfs sympathieke
afspraak die echter, als het om
een wedstrijd gaat, niet kan)
Het waren A. Adema. D. van
Duin. C. Jongert, P. Keyzer en
S. Westra; ze reden de afstand
in 11 uur en 30 minuten.
De Elfstedentocht start in lyet
donker en eindigt voor veel
rijders ook in het donker
Op deze tabel kan men aflezen welke Elfsteden
tochten in het verleden zijn verreden. De laatste vond
plaats op 18 januari 1963 in de laatste echte koude
winter die we hebben gehad. Het gaat dus om de
officieel georganiseerde tochten. Want vóór de eerste,
in 1909. werden al elfstedentochten verreden.
1. 2 januari 1909: M. Hoekstra (Warga); 13 u 50 min;
2. 7 februari 1912: Coen de Koning (Arnhem); llu 40 min;
3. 27 januari 1917: Coen de Koning (Arnhem); 9 u 53 min;
4. 12 februari 1929: Karst Leeuwbrug
(Leeuwarden); llu 9min;
5. 16 december 1933: A. de Vries (Dronrijp) en
C. Castelein iWarga); 9u 5 min;
6. 30 januari 1940: A. Adema (Franeker); D.
v.d. Duin (Warga); C. Jon
gert (Alkmaar); Piet Keyzer
(De Lier); S. Westra (War-
menhuizen); llu 30 min;
7. 6 februari 1941: A. Adema (Franeker); 9u 19 min;
8. 22 januari 1942: Sietse de Groot (Weidum): 8 u 44 min;
9. 8 februari 1947: J. v.d. Hoorn (Ter Aar); 10 u 51 min;
10. 3 februari 1954: J. v.d. Berg (Nijebeets); 7 u 35 min;
11. 14 februari 1956: J. v.d. Hoorn (Ter Aar);
A. J. P. de Koning (Purmer-
end); Jeen Xauta (Wartena);
M. Wijnhout (Haarlemmer
meer); A. Verhoeven (Dus
sen); 8 u 46 min;
12. 18 januari 1963: Reinier Paping (Dedems-
vaart); 10 u 59 min.
Luiers
JöL:c#rsfl25
Voor baby
„langslapers".
stuks
Al een jaar lang heeft de
AH-Babyluier vele tiendui
zenden moeders met baby's
bewe2en dat een luier van
hoge kwaliteit toch bijzonder
laag van prijs kan zijn! Nu is
er de nieuwe AH-Babyluier,
voor baby-'langslapertjes'
vanaf 3 maanden. Even
eens zeer zacht, maar lan
ger en zwaarder, (neemt nog
meer vocht op en blijft heel
lang droog.) Despeciale'non
woven' bovenlaag laat het
vocht snel door naar de
extra sterk absorberende
kern, maar blijft zelf droog.
Luiers, die langer droog
blijven, luiers die niet al
leen veel ongerief, tijd en
werk besparen, maar ook:
veel geld!
AH-Babyluier voor baby's
tot 3 maanden, extra zacht
en soepel, pak 15 stuks 1.25
d 460 9'
groot pak
460 gram
Een verrukkelijke combina
tie: vanille/chocolade. Met 4
eieren, 4 eetlepels melk en
wat boter goed voor een
reuze cake van 650 gram.
Na 1956, toen vijf mannen te
gelijk de finish overgingen,
moest het tot 1963 duren eer de
weergoden opnieuw een
ijsvloer lieten aanleggen die
dik genoeg was om de toen in
middels tot een leger van een
kleine tienduizend deelnemers
aangegroeide schaatsersmassa
te kunnen dragen. Hoe de
uitslag toen was weten we: het
was Reinier Paping die won.
Velen dromen opnieuw van
een Elfstedentocht. Indien het
uwer het toelaat en de omstan
digheden zo gunstig zijn dut
weer een Tocht, wordt uit
geschreven (al wordt Zoiets,
door de massa deelnemers, een
bijna onhandelbaar-grole aan
gelegenheid) dan zal de toeloop
nog groter zijn dan voorheen.
Wellicht ligt het succes beslo
ten in hef verlangen van de
moderne mens naar emoties
van romantiek uit voorbije tij
den. naar een terug-naar-licha-
melijk-presteren.
Misschien herkent men, in de
Elfstedentocht, iets van warm,
veilig verleden, toen de winter
nog ervaren werd als een
moeilijke, zorgenvolle tijd die
men moest overwinnen (en
overwon) en die eisen stelde op
een gebied dat men nu niet
meer kent: het bestrijden van
honger, het werken voor het
brood. Echt het brood en niet
het géld om brood te kopen.
Misschien is de mens verlan
gend naar de winter zoals die
eens nog was: een fenomeen
dat nog niet was weggeduwd
achter centrale verwarmingen,
verwarmde auto-interieurs en
airconditioning apparaten-
Toen de winter nog een levend
begrip was. Met koude en
sneeuw. En ijs. Waarop men
schaatsend prachtig-sncl voor
uit kon komen. En zonder
stoom. Of benzine. Of atoom
kracht.
per stuk
250 gram
Keuze uit vacuum-verpakt
of vers.
Vacuum verpakte
rookworst
Blijft vers dankzij de lucht
dichte vacuum verpakking.
Zo vers, alsof ze een half uur
geleden uit de rokerij kwam!
U kunt zo'n rookworst thuis
in voorraad nemen. U kent
die momenten wel, waarop u
blij bent er een in de kast
te hebben liggen!
Verse rookworst
Meerdere keren per week
worden de AH-filialen be
voorraad met dozen vol ver
se rookworst, zó uit de fa
briek! Verser kan het niet!
AH-Rookworst
Welke u ook kiest - vacuum
verpakt of vers - de beste die
er is!