Over handel en ergernis Een flat vol boeken en spelen HET ORAKEL SPREEKT V; H Antwoord op zeven brandende vragen V llL CHTS EEN DOODENKEL SPEL WORDT ECHTER EEN SUCCES. ere dag wordt ergens wel een spel bedacht. bij elk partijtje Patria. éétc/M/rf CRACKERS 70 cent ALFONS VAN HEUSDEN KLEEDT SPELLETJES AAN ff 1 ff *4- i3lj n n n m n 114 iv u ra Boek per week Droedels Balen papier Blij ffllBER 1967 ALLERHANDE Advertentie I is moeilijk en mis- i wel onmogelijk) een p spel te ontwerpen, liet gebaseerd is op de ipes van oude spelvor- zoals triktrak wel het telgegeven dat de kent), halma, ganzen- en ma-jongg, dat op leurt weer berust op Me regels als sommige •spelen zoals bijv. 0j). Dat belet de spel- ifioerpers niet voort te yet het uitvinden van e spelletjes, die heel jardig zijn en ook alle I spelelementen be- maar toch geen suc- frden. Om welke re in ook. Monopoly w com wordt een spel een 5? Men weet het niet pre gaar neemt wel aan dat ekere „behoefte" een rol ln de jaren twintig, toen mode ontstond met aller mal exotische elementen oals de Russische laars, ganse tango, de zigeuner- •gers, de franjeachtige ig, de mummie Toet- \Amon, het surréa- en andere uitheemse za- Ihen slaagde het oude Chi- tpel ma-tsiang („mussen") onder de merknaam van fabrikant „Ma-jongg", linge faam te verwerven, et is een aardig spel en een speelt het nog. Het een charmant tafelbeeld muur van kleine steen- re intrigerende afbeeldin- p die stenen en de hoge 'welke men kan behalen en taktisch weet te spe- oals gezegd: het stoelt op de principes als het spel rumney, dat echter t eenvoudiger is vanwe- grotere herkenbaarheid et kaartspel. Hoe de „be- f een spel tot succes kan kan men wel aflezen et succes van het befaam- lonopoly", een spel dat imbinatie is van geluk en >heid. Het is een bordspel jetstukken en bankpapier [et werd eèn rage in de dat de beurs heel. heel was en de wereld ge- rd werd door economische ..en werkloosheid; de ja- rond 1930. De uitvinder les B. Darrow, die onlangs !-jarige leeftijd overleed, de in de crisisjaren (1929) n stad in Maryland en rerkloos; hij was verwar monteur. Hij probeerde illes; ook het maken van ;ls (immers ook eeu- ikbare spelen) had zijn icht. Droom hij op het idee kwam, in nomische nood van die een spel te gaan beden- raarin de spelers fijn zou- -unnen beieggen (alsof zij geld hadden!) en fijn zouden kunnen gaan ma- Hij verweefde in het spel iter het beroemde „Mono- zou worden, de droom e man die veel wilde ver- Hij begon met een pri- spelbord dat hij op het itafel zeiltje tekende en op een stuk vloerzeil. JSseviers Weekblad" le- wat hij zelf vertelde: eigendomskaartjes waren karton, waar mijn vrouw de tekst op getypt had- De huizen en hotels waren akt van houtresten, opge- op de plaatselijke vuil- l Toen het klaar was, ie ik het spel met mijn als tijdpassering; .het niet bij me op het te ipen. Maar toen we het vrienden gingen spelen, de winnaar een kopie het spel en de verliezer want die wist zeker dat ie volgende keer zou win- Omdat ik niets anders te maakte ik een paar iën, waar ik vier dollar vroeg." i beschouwde het spel aan- elijk als bestemd voor vol- enen; hij maakte twee spe- dag, maar dat was zijn hij moest naar andere iktiemethoden gaan zoe- Multimiljonair de produktie hem over hoofd leek te zullen groei- ïendde hij zich tot vaklie- die er in het begin niet zagen. Maar toen bleek «t publiek ging vragen om •pel, ging men met Darrow - hij kreeg een goed con- en in 1935 kwam zijn „Mo- [iy", herzien en verbeterd, ie grote wereldmarkt en •te hem multimiljonair. *'erd een wereldsucces in voor de laatste oorlog; verdween daarna min of maar blijkt nu weer te- te komen. In Nederland de uitgever van de Ne- ■ndse editie er dit jaar dan 125.000 exemplaren te kunnen verkopen (vorig 'was dat 80.000) zodat er Charles B. Darrow, de uit vinder van „Monopoly". dan, sinds 1937, liefst 4 miljoen „Monopoly's" zijn verkocht in ons land. De Amerikaanse uitgevers Parker Brothers krijgen jaar lijks meer dan 1000 nieuwe spe len aangeboden; zelden is er een treffer bij. Zoals alles wat succes heeft, kreeg het ook te genstanders van allerlei soort: de een achtte het pedagogisch een gevaarlijk spel. de ander noemde het ..speculeren op la ge instincten in de mens, zoals hebzucht, onderdrukking en uit buiting". Hoe het ook zij: het blijkt te blijven boeien on danks de concurrentie van spe len als Scrabble, Carrière of Stratego. En dan zijn er, aldus de bezwaren van de econo- misch-financiële experts, die een zestal duidelijke onjuisthe den aanwijzen .ten aanzien van de geldhandel en de handel in onroerend goed. Bijvoorbeeld: dat men geen krediet van de bank kan krijgen. En dat juist nu, nu de banken alles doen om maar leningen tot stand te brengen! Mens erger je niet Een ander wonder van spel letjes-succes is het „Mens-er ger-je-niet!" Miljoenen spelen het bij kreten van hevige er gernis. Ondanks die ergernis blijft het boeien en laat het, waar het gespeeld wordt, felle spelhartstochten oplaaien. Meni ge traan is tijdens dit spel ge vallen; menig ruw woord heeft geklonken. Menigeen heeft zich voorgenomen het nooit meer te spelen na déze laatste keer, maar is later toch weer ge zwicht voor de merkwaardige verleiding, die dit spel blijkt te hebben. „Dit keer", denkt men in zo'n geval, „zal ik me eens niet mee laten slepen. Het is toch maar een spelletje!" Zo is het! Maar het is een spelletje waarvoor geen betere naam be dacht had kunnen worden dan het „Mens-erger-je-niet!". En hier dan zien we weer eens welke merkwaardige wegen de speldrift van de mens wel gaat: hij gaat iets zitten spe len waarvan hij, bij voorbaat, weet dat het hem weldra groen en blauw zal ergeren. Toch doet hij het. De psychologen zullen voor dergelijke spel drif ten wel een verklaring hebben; voor ons is het een raadsel. Wie bedacht dit gruwelijke en toch zo fascinerende spel ei genlijk? Nee, het is géén eeu wenoud huisspel. Het is een hal ve eeuw geleden bedacht door een speelgoedfabrikant in Mün- chen die Joseph Friedrich Schmidt heette. Hij tekende zijn eerste spel op een stuk karton, legde er een stel dobbelstenen naast en verklaarde de regels, aan zijn kinderen. De bedoeling was ze vreedzaam bezig te hou den tijdens de duistere Beierse winteravonden. Hoe vreed zaam die avonden sindsdien wa ren, weten wij niet. Maar zeker is dat de kinderen Schmidt de eersten waren die de wrede vol doening smaakten een ander van het veld weg te kunnen vagen, maar tegelijkertijd ook de wrevel ervoeren zelf te worden weggewerkt door een met triomf geladen familielid. Het werd in München al gauw een populair spel; ook volwassenen gingen het spelen. Het spel werd gepatenteerd; het kwam in produktie en de zegetocht over de hele wereld begon. Ook in de hospitalen van de eerste wereldoorlog maakte het opgang; in de krijgsgevangenkampen veroor zaakte het ook de nodige erger nis. Thans produceert de fa briek van de erven van Herr Schmidt jaarlijks nog steeds een miljoen „Mens-er- ger-je-niet"-spelen. Europa is een goed afnemer, maar ook de V.S., Canada en Noórd-Afrika spelen het gretig (zij het knarsetandend). Alleen achter het „IJzeren Gordijn" is de be kende knalgele doos niet door gedrongen (na de. oorlog); daar maakt men het spel vrolijk na (zonder op het patent van de oorspronkelijke uitvinder te let ten) en noemt* het dan „Rausschmeisscr" ofwel „uitsmijter". De uitgever die in Leipzig is gevestigd, heeft rustig het mo nopolie (over „Monopoly" gesproken!) verworven voor al le landen van het Oostblok. Stellig is dit een reden voor de erven Schmidt zo nu en dan eens tegen elkaar te zeggen: „Mensch-argere-dich-nicht". Trogue en Bus Stop Als gezegd: de meeste spelen zijn gebaseerd op oeroude ele menten. Domino is enkele hon derden jaren oud; het schaakspel is zeker enkele dui zenden jaren oud en zo voort. Maar toch dagen telkens nieu we spelen op. Een voorbeeld is het successpel „Scrabble". Het is gebaseerd op het kruiswoord raadsel, dat nog maar erg jong is in de vorm waarin wij het kennen. Er zijn trouwens al ve le kruiswoordachtige spellen ge weest, maar Scrabble werd, in de jaren '52-'53, ineens een we reldsucces. Er zijn verscheide ne varianten op dit spel. Een ervan, dat heel prettig speelt, is „Lettera" een intelligen- tiespel met woorden (Ravenbur- ger geeft het hier uit) dat in Amerika "4-Cyte" (ofwel Fo resight of vooruitziendheid) heet. Het doel van dit spel is om, met 36 van de 51 letters die beschikbaar zijn, een zo groot mogelijk aantal woorden te vormen van 6, 5, 4 of 3 let ters. Men moet daarbij gebruik maken van -de 14 rijen vakjes en er rekening mee houden, dat de langste woorden de meeste punten verwerven. De handicap bij dit spel is, dat men de helft van de ter beschikking komende letters moet nemen naar aanwijziging van de tegenstander. Dus: om de beurt kiest men een letter, die de ander ook moet gebrui ken en plaatst die, zodat de ander niet kan zien waar, in een der verzonken vakjes van de fraaie speelborden, die dit spel kenmerken. Over nieuwe spelen gespro ken: een jaar geleden verscheen hier het spel „Tro- gue-", van Amerikaanse komaf (Egel-spelen); het is een aller aardigst bordspel, dat geba seerd is op de oeroude doel witten: het eerst al de eigen pionnen (in dit geval zijn het burchten, die elk uit drie delen bestaan) naar „de overkant" te brengen. „Trogue" vraagt geen super-wiskundige begaafdhe den (zoals schaken dat zou doen) en men kan het met oud én jong vrolijk spelen. Het ziet er voorts kleurig en prettig uit en ook dat is van groot belang. Dit jaar verscheen „Bus Stop": een spel dat ook al tracht een doel te bereiken met de eigen pionnen en dan eerder dan de andere spelers dat kun nen. „Bus Stop" maakt gebruik van kleine houten autobussen, waarin telkens drie passagiers kunnen zitten die naar het sta tion moeten, maar onderweg (precies zoals de echte gebrui ker van openbare vervoermidde len) voortdurend opgehouden worden door de talloze moei lijkheden die ook het stadsbeeld van „Bus Stop" kenmerken. De bussen schieten kriskras door de stad, en nemen, zoals de regels dat voorschrijven, nu eens klanten mee om ze even later weer af te zetten. Een be wegelijk spel dat, menen wij, een goede kans maakt. En volgend jaar? Dan komen van die duizenden nieuwe ont werpen er ook weer enkele in de handel: de uitgevers hopen dan maar wéér dat het een suc ces zal worden. Meestal wordt het dat niet (helemaal). Maar ja, zo is het vak van spellenuit- gever nu eenmaal: hij speelt met zijn werk voortdurend een kansspel! met gratis receptenfolder Om te beginnen is Alfons van Heusden gewoon een heel erg sympathieke man om mee te praten. Ten tweede woont hij in Amsterdam, is 37 jaar en heeft vrouw plus drie kinderen. En ten derde is hij grafisch ontwerper. Wie hem vraagt, wat dat eigenlijk betekent, hoort: „Dat beroep omschrijven vind ik eigenlijk erg moeilijk. Iets ja, hoe zeg ik dat? Je ontwerpt dingen, die gestalte moeten krijgen via de grafische mogelijkheden." En om dan meteen met de deur in huis te vallen: Alfons van Heusden ontwierp al meer dan honderd spelen en meer dan zeshonderd hoe ken. „Ja, ja, omslag èn binnenin", zegt hij. Midden in een stapel van door hem ontworpen spelen en boeken zit graficus Alfons van Heusden op de vloer van zijn huiskamer, in een Amsterdamse flat. Zijn grote droom? „Nog eens naar Mexico gaan". Zijn beste ervaring in dit leven? „Ibiza, uaar ik een paar maanden met de kinderen aan het strand zat: hel heerlijkste paradijsplekje waar ik ooit geweest ben." Men gaat als volgt te werk. Uit de lijst vragen die men hierbij ziet afgedrukt, kiest Uien er een (van I tot VII). Vervolgens sluit men de ogen en prikt, met de wijsvinger van de rechterhand (een ande re vinger en andere hand zijn streng verboden tenzij men linkshandig is!) in het vier kant met de negen tekens dat ook afgebeeld werd. Het teken dat men op dié manier aanwijst vindt men terug in de grote tabel. Het nummer dat onder dit teken ter hoogte van het nummer van de ge stelde vraag staat, correspon deert met het gewenste ant woord dat men hiernaast vindt. Voorbeeld: U hebt de in druk dat uw accountant de fi nanciële situatie van uw be drijf té rooskleurig voorstelt. Dit probleem wordt onder woorden gebracht in vraag 4. U sluit de ogen, wijst met de wijsvinger (de wijsvinger!) van de rechterhand (tenzij u links bent) naar het vierkant met de negen symbolen. U „prikt" de drie harten. De ta bel verwijst u naar ant woord 37: „Niet altijd (be trouwbaar), maar dat schikt u eigenlijk wel." De vragen I. Zal ik nu eindelijk eens iemand ontmoeten die mij werkelijk weet te boeien? n. Zijn de (genegenheids) gevoelens, die ik jegens (een) l J j*t^ bepaalde personen (persoon) koester, wederkerig? III. Moet ik in de privé-sec- tor mijn standpunt handhaven of is het beter water in de wijn te doen? IV. Is mijn partner (huwe lijk en/of zaken) in alle opzich ten betrouwbaar? V. Welke van de twee kansen die ik heb (op welk gebied dan ook) moet ik het eerst benutten of is het beter er een te laten schieten? VI. Kan de huidige (aange name) situatie gecontinueerd worden? VII. Hoe wordt er over mij gedacht? De antwoorden volgen hieronder: 1. De kans waarbij uw over redingskracht nodig is moet u vergeten. 2. Niet in de door u gewenste vorm. 3. Men vindt u minder saai dan u denkt. 4. Dat zou minder verstandig van hem (haar) zijn. 5. Enigszins, maar hij (zij) neemt u niet zó ernstig. 6. Geen water! Spoedig zal men nieuwe onderhandelin gen voorstellen. 7. Onwaarheden en betrouw baarheid gaan soms samen. 8. De eerste is de beste. 9. De toestand verandert niet en juist daarom krijgt u er genoeg van. 10. U bent wel geschikt, maar minder bescheiden dan ge wenst is, vindt men. 11. Waarom zoveel haast? 12. Het begint minder te wor den. 13. Toegeven is riskant; niet toegeven trouwens ook. 14. Zolang het niet té veel moeite kost. 15. Zeker zo betrouwbaar als u. 16. De kans waar u nu (en bijna altijd) aan denkt verdient de voorkeur. i 40 5 24 45 58 1 41 [51 20 62 23 43 ,631 30 52 21 42 13 6 44 37 22 (29 IU 15 4 |28 7 35 56 49 37 V 8 55 1 36 16 34 |27 48 61 V 3» 2 9 47 |26 17 33 54 60 VI 59 18 39 3 10 32 25 46 53 YH 17. Vraagt u nog maar eens, dat is veiliger. 18. U bent charmant, als u zich maar niet bemoeit met din gen die u niets aangaan. 19. Zodra u erin slaagt wat soe peler te worden. 20. Soms, als het in de kraam van de tegenpartij te pas komt 21. Vandaag kunt u nog op uw stuk blijven staan; morgen niet meer. 22. Men late het hart spreken en legge het verstand (even) het zwijgen op. 23. Nog niet, maar dat blijft niet lang zo. 24. Ja, maar de vreugde is slechts van korte duur. 25. Men vermoedt, dat u meer weet dan u zegt te weten. 26. Gelukkig niet. Morgen denkt u er zelf ook anders over. 27. Het is een keuze tussen comfort of (tijdelijk) geluk; een combinatie is ideaal maar brengt moeilijkheden. 28. Volkomen; tenzij er wan trouwen in het spel is. 29. Het een noch het ander; beter is het alles te ver geten. 30. U krijgt waar u recht op hebt. 31. Er wordt gewacht op uw initiatief. 32. Het kan beter, maar dat hebt u zelf in de hand. 33. Het is mogelijk, maar for ceert u het niet. 34. De meest opdringerige kans (in gedachten, woorden of daden) late men schieten. 35. Als men de verklaringen tot de juiste proporties weet terug te brengen, ja. 36. Beide laten schieten. 37. Niet altijd, maar dat schikt u eigenlijk wel. 38. De problemen zijn niet on oplosbaar. 39. Bent u zó jaloers? 40. Té spoedig voor uw ge moedsrust. 41. Niet op de manier, die u gewenst acht 42. Men overwege wie aan wie gehoorzaamheid verschul digd is. 43. Ja, jammer genoeg voor de tegenpartij. 44. Toegeven heeft met geluk te maken; het is verstandi ger het niet te doen. 45. Misschien, ma^r het blijft spelen met vuur. 46. Er wordt minder over u gepraat en gedacht dan u denkt. 47. Niet denken aan morgen. 48. U kunt beide verwezenlij ken, maar verstandig is dat niet. 49. De betrokkene gelooft in eigen woorden. 50. Ja, en het berouw volgt op de zonde. 51. Ongetwijfeld, maar die per sonen slagen er niqt in hun gevoelens onder woorden te brengen. 52. Toegeven zou alle hoop te niet doen. 53. Er wordt meer, van u ver wacht dan u kunt verwezen lijken. 54. Voorlopig wel; tót de rou tine een rol gaat spelen. 55. De kans welke u het langst niet hebt aangegrepen heeft recht op verwezenlijking. 56. Ja, tenzij het om dingen gaat die niet gezegd behoe ven te worden. 57. Water kan men altijd nog toevoegen. 58. Zodra u uzelf een keer ver geet. 59. Zoals u verdient. 60. Ja, tenzij u de ogen open gaan. 61. Men kieze de mogelijkheid die men het eerst zal be treuren. 62. Niet in die mate, dat het evenwicht gehandhaafd kan blijven. 63. Ja, al gaat het de tegen partij niet van harte af. Tussen haakjes: een Orakel- spel als het kleine hierboven, is een der vele vormen van „waarzeggerij". Het is bij zonder knap van samenstel ling; zoals men ziet wordt op iedere vraag een redelijk- zinnig of zelfs verstandig antwoord gegeven. Er bestaat in ons land een erg aardige uitgave in deze trant: het is het boekje „Het Damesorakel" van Cornelius Agrippa: het geeft antwoord op liefst hon derd vragen. Dat zijn wel haast alle vragen die een vrouw kan stellen! Dat boek je (uitgave „De Toverspiegel" van Erven J. J. Tijl uit Zwol le) is een uitstekend middel elk damesgezelschap' bezig te houden. Helemaal Amsterdammer hoewel er geen spoor in zijn spreken is overgebleven is Alfons van Heusden ver knocht aan zijn vrijheid. Hij is bij niemand „in dienst". Hij is wel al vijftien jaar de free-lance, de vrije ontwerper, die vóór uitgevers van boeken en spelen werkt. „Juist die variatie boeken en spelen dat trekt me zo", vertelt hij op zijn flat, waar een Turkse bidketting en een Mexicaanse vogelkooi, een Spaanse vaas en een Griekse pop van belangstelling voor al le landen vertellen. We hebben het eerst even over boeken. Leest hij elk boek voor hij een omslag ont werpt? „Als het een roman is, zeker wel", zegt Alfons van Heusden. „Je moet de inhoud kennen voor je aan het werk kunt. Gaat het om een we tenschappelijk werk, dan heb je soms aan de titel al genoeg. Dikwijls teken ik zelf de let ters, nodig voor de omslag. Daar komt ook vrij veel fo- to-copieerwerk bij. Dat doet mijn vrouw en we hebben net onze eigen donkere kamer in gericht". Bijna elke week maakt Al fons van Heusden een boek, zoals dat heet. Hij heeft er al eens een zilveren plak voor gekregen. Uit Oost-Duitsland, waar in Leipzig de beste vijf boeken over de tijd van tien jaar werden beoordeeld. Van Heusden won met zijn ont werp van .Fabelwereld". En dan merkt hij heel nuch ter op: „Boekomslagen leer je Geit en kool sparen In onze taal komt de uitdruk king voor: „geit en de kool spa ren". Het betekent dat men, ofschoon men eigenlijk een keu ze zou moeten maken tussen twee zaken, graag beide zou willen behouden. Deze uitdruk king staat in verband met één van die heel oude raadseltjes die telkens weer opduiken: er was eens een boer, die naar de stadsmarkt ging met een geit en een kool. Maar ook had hij, voor kermisgasten die het dier wilden kopen, een wolf bij zich. Hij moest ze in een bootje over de rivier brengen die tussen zijn dorp en de stad stroomde. Maar hij had maar een klein bootje: er kon tel kens maar één van de drie in: hijzelf met de geit óf met de kool óf met de wolf. Dat zou dus betekenen, dat hij er tel kens twee moest achterlaten. De geit en de wolf kon hij niet samen achterlaten, want dan zou de wolf de geit verslin den. De geit en de kool samen ging ook niet: de geit zou de kool opeten. Wat moest hij doen om veilig met alle drie aan de overkant te komen? Het volgende: eerst bracht hij de geit naar de overkant. Hij zette het dier daar neer en roeide terug. Toen bracht hij de kool over, legde die op de oever en nam de geit mee terug. Vervol gens nam hij de wolf mee en liet de geit achter. Toen kwam hij alleen terug en haalde de geit op. Klaar! pas goed ontwerpen, nadat je er zo'n tweehonderd hebt ge maakt." Dat zilver was niet de enige prijs, ^ie Van Heusden kreeg, Ook in de afdeling-spellen won hij. De „Gouden Noot" heet de prijs en Alfons van Heusden werd de winnaar met één van de Egel-spelen. Zes jaar geleden ontdekte hij wat oude spelletjes „van Daan Hoeksema en zo". Het leek hem gewoon leuk om ze een wat gewaagdere grafische vorm te geven. Hij zegt: „Ik had er plezier in om muffe rommel te veranderen". Wel, dat deed Van Heusden en zijn werk viel zo op, dat ook anderen, dan de uitgever voor wie hij op dat moment werkte, meemoesten. „Dat vond ik reuze fijn, want het was een positieve reactie op wat ik deed", zegt hij. Hele series ganzeborden en kwar tetspelen ontwierp Alfons van Heusden. „En ik zit die spelle tjes dan eerst oneindig lang zelf te spelen", vertelt hij. „Dan zit ik aan mijn tafel te rommelen en te combineren en dan ontdek ik soms een nieuw spelletje. Niet zomaar. Eigenlijk past het automatisch in je manier van werken. Aan de zijkanten van mijn tekenpa pieren maak ik allemaal droe dels en dingen. Die verzamel ik later in een mapje en dat wordt dan wel eens een nieuw spel of een nieuwe puzzel". Bestaande spelen een nieu we jas aantrekken, dat werk is hem op het lijf geschreven en hij deed het bijvoorbeeld met Boerenschroom. Maar ook maakt hij de zogeheten Doespelen, tekent maskers en vliegers en mozaieken. Meer dan honderd spelen stak hij in een nieuwe vorm. Zijn kinderen een jongen van elf, een meisje van negen en een jongen van zeven - zijn nauwelijks naast de boom gevallen. Ze zijn „gek op teke nen, elke dag weer", zegt hun vader. „Ik leer veel van hun tekeningen en van de kleuren die ze gebruiken. Ik kan wel zeggen: ze tekenen altijd en elke week slepen we hier ba len papier in huis". Stapels spelletjes en torens boeken zijn er tijdens het gesprek verschenen. Ze liggen nu verspreid om ons heen, op tafel, op de grond, in stoelen en Alfons van Heusden blijft de opgewekte verteller, die zijn leven lang naar kinderen zal kijken: hoe ze reageren, hoe ze poppetjes tekenen, wel ke kleurtjes ze kiezen. „Een doos met een spel voor kinderen moet ze direct pak ken", zegt hij. „De doos moet ze al iets doen, moet ze boei en". Van Heusdens ontwerpen doen dat kennelijk. Getuige de uitgevers, die „achter hem aan" zitten. Alfons van Heusden is blij met zijn suc ces.

Allerhande | 1967 | | pagina 3