Over handel en ergernis
Een flat vol boeken
en spelen
HET ORAKEL SPREEKT
V;
H
Antwoord op zeven brandende vragen
V
llL
CHTS EEN DOODENKEL SPEL WORDT ECHTER EEN SUCCES.
ere dag wordt ergens wel een spel bedacht.
bij elk
partijtje Patria.
éétc/M/rf CRACKERS
70 cent
ALFONS VAN HEUSDEN KLEEDT SPELLETJES AAN
ff
1
ff
*4-
i3lj
n
n
n
m
n
114
iv
u
ra
Boek per week
Droedels
Balen papier
Blij
ffllBER 1967
ALLERHANDE
Advertentie
I is moeilijk en mis-
i wel onmogelijk) een
p spel te ontwerpen,
liet gebaseerd is op de
ipes van oude spelvor-
zoals triktrak wel het
telgegeven dat de
kent), halma, ganzen-
en ma-jongg, dat op
leurt weer berust op
Me regels als sommige
•spelen zoals bijv.
0j). Dat belet de spel-
ifioerpers niet voort te
yet het uitvinden van
e spelletjes, die heel
jardig zijn en ook alle
I spelelementen be-
maar toch geen suc-
frden. Om welke re
in ook.
Monopoly
w com wordt een spel een
5? Men weet het niet pre
gaar neemt wel aan dat
ekere „behoefte" een rol
ln de jaren twintig, toen
mode ontstond met aller
mal exotische elementen
oals de Russische laars,
ganse tango, de zigeuner-
•gers, de franjeachtige
ig, de mummie Toet-
\Amon, het surréa-
en andere uitheemse za-
Ihen slaagde het oude Chi-
tpel ma-tsiang („mussen")
onder de merknaam van
fabrikant „Ma-jongg",
linge faam te verwerven,
et is een aardig spel en
een speelt het nog. Het
een charmant tafelbeeld
muur van kleine steen-
re intrigerende afbeeldin-
p die stenen en de hoge
'welke men kan behalen
en taktisch weet te spe-
oals gezegd: het stoelt op
de principes als het
spel rumney, dat echter
t eenvoudiger is vanwe-
grotere herkenbaarheid
et kaartspel. Hoe de „be-
f een spel tot succes kan
kan men wel aflezen
et succes van het befaam-
lonopoly", een spel dat
imbinatie is van geluk en
>heid. Het is een bordspel
jetstukken en bankpapier
[et werd eèn rage in de
dat de beurs heel. heel
was en de wereld ge-
rd werd door economische
..en werkloosheid; de ja-
rond 1930. De uitvinder
les B. Darrow, die onlangs
!-jarige leeftijd overleed,
de in de crisisjaren (1929)
n stad in Maryland en
rerkloos; hij was verwar
monteur. Hij probeerde
illes; ook het maken van
;ls (immers ook eeu-
ikbare spelen) had zijn
icht.
Droom
hij op het idee kwam, in
nomische nood van die
een spel te gaan beden-
raarin de spelers fijn zou-
-unnen beieggen (alsof zij
geld hadden!) en fijn
zouden kunnen gaan ma-
Hij verweefde in het spel
iter het beroemde „Mono-
zou worden, de droom
e man die veel wilde ver-
Hij begon met een pri-
spelbord dat hij op het
itafel zeiltje tekende en
op een stuk vloerzeil.
JSseviers Weekblad" le-
wat hij zelf vertelde:
eigendomskaartjes waren
karton, waar mijn vrouw
de tekst op getypt had-
De huizen en hotels waren
akt van houtresten, opge-
op de plaatselijke vuil-
l Toen het klaar was,
ie ik het spel met mijn
als tijdpassering; .het
niet bij me op het te
ipen. Maar toen we het
vrienden gingen spelen,
de winnaar een kopie
het spel en de verliezer
want die wist zeker dat
ie volgende keer zou win-
Omdat ik niets anders te
maakte ik een paar
iën, waar ik vier dollar
vroeg."
i beschouwde het spel aan-
elijk als bestemd voor vol-
enen; hij maakte twee spe-
dag, maar dat was zijn
hij moest naar andere
iktiemethoden gaan zoe-
Multimiljonair
de produktie hem over
hoofd leek te zullen groei-
ïendde hij zich tot vaklie-
die er in het begin niet
zagen. Maar toen bleek
«t publiek ging vragen om
•pel, ging men met Darrow
- hij kreeg een goed con-
en in 1935 kwam zijn „Mo-
[iy", herzien en verbeterd,
ie grote wereldmarkt en
•te hem multimiljonair.
*'erd een wereldsucces in
voor de laatste oorlog;
verdween daarna min of
maar blijkt nu weer te-
te komen. In Nederland
de uitgever van de Ne-
■ndse editie er dit jaar
dan 125.000 exemplaren
te kunnen verkopen (vorig
'was dat 80.000) zodat er
Charles B. Darrow, de uit
vinder van „Monopoly".
dan, sinds 1937, liefst 4 miljoen
„Monopoly's" zijn verkocht in
ons land.
De Amerikaanse uitgevers
Parker Brothers krijgen jaar
lijks meer dan 1000 nieuwe spe
len aangeboden; zelden is er
een treffer bij. Zoals alles wat
succes heeft, kreeg het ook te
genstanders van allerlei soort:
de een achtte het pedagogisch
een gevaarlijk spel. de ander
noemde het ..speculeren op la
ge instincten in de mens, zoals
hebzucht, onderdrukking en uit
buiting". Hoe het ook zij: het
blijkt te blijven boeien on
danks de concurrentie van spe
len als Scrabble, Carrière of
Stratego. En dan zijn er, aldus
de bezwaren van de econo-
misch-financiële experts, die
een zestal duidelijke onjuisthe
den aanwijzen .ten aanzien van
de geldhandel en de handel in
onroerend goed. Bijvoorbeeld:
dat men geen krediet van de
bank kan krijgen. En dat juist
nu, nu de banken alles doen
om maar leningen tot stand te
brengen!
Mens erger je niet
Een ander wonder van spel
letjes-succes is het „Mens-er
ger-je-niet!" Miljoenen spelen
het bij kreten van hevige er
gernis. Ondanks die ergernis
blijft het boeien en laat het,
waar het gespeeld wordt, felle
spelhartstochten oplaaien. Meni
ge traan is tijdens dit spel ge
vallen; menig ruw woord heeft
geklonken. Menigeen heeft zich
voorgenomen het nooit meer te
spelen na déze laatste keer,
maar is later toch weer ge
zwicht voor de merkwaardige
verleiding, die dit spel blijkt te
hebben. „Dit keer", denkt men
in zo'n geval, „zal ik me eens
niet mee laten slepen. Het is
toch maar een spelletje!" Zo is
het! Maar het is een spelletje
waarvoor geen betere naam be
dacht had kunnen worden dan
het „Mens-erger-je-niet!". En
hier dan zien we weer eens
welke merkwaardige wegen de
speldrift van de mens wel
gaat: hij gaat iets zitten spe
len waarvan hij, bij voorbaat,
weet dat het hem weldra groen
en blauw zal ergeren. Toch
doet hij het. De psychologen
zullen voor dergelijke spel drif
ten wel een verklaring hebben;
voor ons is het een raadsel.
Wie bedacht dit gruwelijke
en toch zo fascinerende spel ei
genlijk? Nee, het is géén eeu
wenoud huisspel. Het is een hal
ve eeuw geleden bedacht door
een speelgoedfabrikant in Mün-
chen die Joseph Friedrich
Schmidt heette. Hij tekende zijn
eerste spel op een stuk karton,
legde er een stel dobbelstenen
naast en verklaarde de regels,
aan zijn kinderen. De bedoeling
was ze vreedzaam bezig te hou
den tijdens de duistere Beierse
winteravonden. Hoe vreed
zaam die avonden sindsdien wa
ren, weten wij niet. Maar zeker
is dat de kinderen Schmidt de
eersten waren die de wrede vol
doening smaakten een ander
van het veld weg te kunnen
vagen, maar tegelijkertijd ook
de wrevel ervoeren zelf te
worden weggewerkt door een
met triomf geladen familielid.
Het werd in München al
gauw een populair spel; ook
volwassenen gingen het spelen.
Het spel werd gepatenteerd;
het kwam in produktie en de
zegetocht over de hele wereld
begon. Ook in de hospitalen
van de eerste wereldoorlog
maakte het opgang; in de
krijgsgevangenkampen veroor
zaakte het ook de nodige erger
nis. Thans produceert de fa
briek van de erven van Herr
Schmidt jaarlijks nog steeds
een miljoen „Mens-er-
ger-je-niet"-spelen. Europa is
een goed afnemer, maar ook de
V.S., Canada en Noórd-Afrika
spelen het gretig (zij het
knarsetandend). Alleen achter
het „IJzeren Gordijn" is de be
kende knalgele doos niet door
gedrongen (na de. oorlog); daar
maakt men het spel vrolijk na
(zonder op het patent van de
oorspronkelijke uitvinder te let
ten) en noemt* het dan
„Rausschmeisscr" ofwel
„uitsmijter".
De uitgever die in Leipzig is
gevestigd, heeft rustig het mo
nopolie (over „Monopoly"
gesproken!) verworven voor al
le landen van het Oostblok.
Stellig is dit een reden voor de
erven Schmidt zo nu en dan
eens tegen elkaar te zeggen:
„Mensch-argere-dich-nicht".
Trogue en Bus Stop
Als gezegd: de meeste spelen
zijn gebaseerd op oeroude ele
menten. Domino is enkele hon
derden jaren oud; het
schaakspel is zeker enkele dui
zenden jaren oud en zo voort.
Maar toch dagen telkens nieu
we spelen op. Een voorbeeld is
het successpel „Scrabble". Het
is gebaseerd op het kruiswoord
raadsel, dat nog maar erg jong
is in de vorm waarin wij het
kennen. Er zijn trouwens al ve
le kruiswoordachtige spellen ge
weest, maar Scrabble werd, in
de jaren '52-'53, ineens een we
reldsucces. Er zijn verscheide
ne varianten op dit spel. Een
ervan, dat heel prettig speelt,
is „Lettera" een intelligen-
tiespel met woorden (Ravenbur-
ger geeft het hier uit) dat in
Amerika "4-Cyte" (ofwel Fo
resight of vooruitziendheid)
heet. Het doel van dit spel is
om, met 36 van de 51 letters
die beschikbaar zijn, een zo
groot mogelijk aantal woorden
te vormen van 6, 5, 4 of 3 let
ters. Men moet daarbij gebruik
maken van -de 14 rijen vakjes
en er rekening mee houden,
dat de langste woorden de
meeste punten verwerven. De
handicap bij dit spel is, dat
men de helft van de ter
beschikking komende letters
moet nemen naar aanwijziging
van de tegenstander. Dus: om
de beurt kiest men een letter,
die de ander ook moet gebrui
ken en plaatst die, zodat de
ander niet kan zien waar, in
een der verzonken vakjes van
de fraaie speelborden, die dit
spel kenmerken.
Over nieuwe spelen gespro
ken: een jaar geleden
verscheen hier het spel „Tro-
gue-", van Amerikaanse komaf
(Egel-spelen); het is een aller
aardigst bordspel, dat geba
seerd is op de oeroude doel
witten: het eerst al de eigen
pionnen (in dit geval zijn het
burchten, die elk uit drie delen
bestaan) naar „de overkant" te
brengen. „Trogue" vraagt geen
super-wiskundige begaafdhe
den (zoals schaken dat zou
doen) en men kan het met oud
én jong vrolijk spelen. Het ziet
er voorts kleurig en prettig uit
en ook dat is van groot belang.
Dit jaar verscheen „Bus
Stop": een spel dat ook al
tracht een doel te bereiken met
de eigen pionnen en dan eerder
dan de andere spelers dat kun
nen. „Bus Stop" maakt gebruik
van kleine houten autobussen,
waarin telkens drie passagiers
kunnen zitten die naar het sta
tion moeten, maar onderweg
(precies zoals de echte gebrui
ker van openbare vervoermidde
len) voortdurend opgehouden
worden door de talloze moei
lijkheden die ook het stadsbeeld
van „Bus Stop" kenmerken.
De bussen schieten kriskras
door de stad, en nemen, zoals
de regels dat voorschrijven, nu
eens klanten mee om ze even
later weer af te zetten. Een be
wegelijk spel dat, menen wij,
een goede kans maakt.
En volgend jaar? Dan komen
van die duizenden nieuwe ont
werpen er ook weer enkele in
de handel: de uitgevers hopen
dan maar wéér dat het een suc
ces zal worden. Meestal wordt
het dat niet (helemaal). Maar
ja, zo is het vak van spellenuit-
gever nu eenmaal: hij speelt
met zijn werk voortdurend een
kansspel!
met gratis receptenfolder
Om te beginnen is Alfons van Heusden gewoon een heel
erg sympathieke man om mee te praten. Ten tweede
woont hij in Amsterdam, is 37 jaar en heeft vrouw plus
drie kinderen. En ten derde is hij grafisch ontwerper. Wie
hem vraagt, wat dat eigenlijk betekent, hoort: „Dat beroep
omschrijven vind ik eigenlijk erg moeilijk. Iets ja, hoe
zeg ik dat? Je ontwerpt dingen, die gestalte moeten krijgen
via de grafische mogelijkheden." En om dan meteen
met de deur in huis te vallen: Alfons van Heusden ontwierp
al meer dan honderd spelen en meer dan zeshonderd hoe
ken. „Ja, ja, omslag èn binnenin", zegt hij.
Midden in een stapel van door hem ontworpen spelen en boeken zit
graficus Alfons van Heusden op de vloer van zijn huiskamer, in een
Amsterdamse flat. Zijn grote droom? „Nog eens naar Mexico gaan".
Zijn beste ervaring in dit leven? „Ibiza, uaar ik een paar maanden
met de kinderen aan het strand zat: hel heerlijkste paradijsplekje waar
ik ooit geweest ben."
Men gaat als volgt te werk.
Uit de lijst vragen die men
hierbij ziet afgedrukt, kiest
Uien er een (van I tot VII).
Vervolgens sluit men de ogen
en prikt, met de wijsvinger
van de rechterhand (een ande
re vinger en andere hand zijn
streng verboden tenzij men
linkshandig is!) in het vier
kant met de negen tekens
dat ook afgebeeld werd. Het
teken dat men op dié manier
aanwijst vindt men terug in
de grote tabel. Het nummer
dat onder dit teken ter hoogte
van het nummer van de ge
stelde vraag staat, correspon
deert met het gewenste ant
woord dat men hiernaast
vindt.
Voorbeeld: U hebt de in
druk dat uw accountant de fi
nanciële situatie van uw be
drijf té rooskleurig voorstelt.
Dit probleem wordt onder
woorden gebracht in vraag 4.
U sluit de ogen, wijst met de
wijsvinger (de wijsvinger!)
van de rechterhand (tenzij u
links bent) naar het vierkant
met de negen symbolen. U
„prikt" de drie harten. De ta
bel verwijst u naar ant
woord 37: „Niet altijd (be
trouwbaar), maar dat schikt
u eigenlijk wel."
De vragen
I. Zal ik nu eindelijk eens
iemand ontmoeten die mij
werkelijk weet te boeien?
n. Zijn de (genegenheids)
gevoelens, die ik jegens (een)
l J
j*t^
bepaalde personen (persoon)
koester, wederkerig?
III. Moet ik in de privé-sec-
tor mijn standpunt handhaven
of is het beter water in de
wijn te doen?
IV. Is mijn partner (huwe
lijk en/of zaken) in alle opzich
ten betrouwbaar?
V. Welke van de twee
kansen die ik heb (op welk
gebied dan ook) moet ik het
eerst benutten of is het beter
er een te laten schieten?
VI. Kan de huidige (aange
name) situatie gecontinueerd
worden?
VII. Hoe wordt er over mij
gedacht?
De antwoorden volgen
hieronder:
1. De kans waarbij uw over
redingskracht nodig is moet
u vergeten.
2. Niet in de door u gewenste
vorm.
3. Men vindt u minder saai
dan u denkt.
4. Dat zou minder verstandig
van hem (haar) zijn.
5. Enigszins, maar hij (zij)
neemt u niet zó ernstig.
6. Geen water! Spoedig zal
men nieuwe onderhandelin
gen voorstellen.
7. Onwaarheden en betrouw
baarheid gaan soms samen.
8. De eerste is de beste.
9. De toestand verandert niet
en juist daarom krijgt u er
genoeg van.
10. U bent wel geschikt, maar
minder bescheiden dan ge
wenst is, vindt men.
11. Waarom zoveel haast?
12. Het begint minder te wor
den.
13. Toegeven is riskant; niet
toegeven trouwens ook.
14. Zolang het niet té veel
moeite kost.
15. Zeker zo betrouwbaar als u.
16. De kans waar u nu (en bijna
altijd) aan denkt verdient
de voorkeur.
i
40
5
24
45
58
1
41
[51
20
62
23
43
,631
30
52
21
42
13
6
44
37
22
(29
IU
15
4
|28
7
35
56
49
37
V
8
55
1
36
16
34
|27
48
61
V
3»
2
9
47
|26
17
33
54
60
VI
59
18
39
3
10
32
25
46
53
YH
17. Vraagt u nog maar eens,
dat is veiliger.
18. U bent charmant, als u zich
maar niet bemoeit met din
gen die u niets aangaan.
19. Zodra u erin slaagt wat soe
peler te worden.
20. Soms, als het in de kraam
van de tegenpartij te pas
komt
21. Vandaag kunt u nog op uw
stuk blijven staan; morgen
niet meer.
22. Men late het hart spreken
en legge het verstand (even)
het zwijgen op.
23. Nog niet, maar dat blijft
niet lang zo.
24. Ja, maar de vreugde is
slechts van korte duur.
25. Men vermoedt, dat u meer
weet dan u zegt te weten.
26. Gelukkig niet. Morgen denkt
u er zelf ook anders over.
27. Het is een keuze tussen
comfort of (tijdelijk) geluk;
een combinatie is ideaal
maar brengt moeilijkheden.
28. Volkomen; tenzij er wan
trouwen in het spel is.
29. Het een noch het ander;
beter is het alles te ver
geten.
30. U krijgt waar u recht op
hebt.
31. Er wordt gewacht op uw
initiatief.
32. Het kan beter, maar dat
hebt u zelf in de hand.
33. Het is mogelijk, maar for
ceert u het niet.
34. De meest opdringerige kans
(in gedachten, woorden of
daden) late men schieten.
35. Als men de verklaringen tot
de juiste proporties weet
terug te brengen, ja.
36. Beide laten schieten.
37. Niet altijd, maar dat schikt
u eigenlijk wel.
38. De problemen zijn niet on
oplosbaar.
39. Bent u zó jaloers?
40. Té spoedig voor uw ge
moedsrust.
41. Niet op de manier, die u
gewenst acht
42. Men overwege wie aan wie
gehoorzaamheid verschul
digd is.
43. Ja, jammer genoeg voor de
tegenpartij.
44. Toegeven heeft met geluk
te maken; het is verstandi
ger het niet te doen.
45. Misschien, ma^r het blijft
spelen met vuur.
46. Er wordt minder over u
gepraat en gedacht dan u
denkt.
47. Niet denken aan morgen.
48. U kunt beide verwezenlij
ken, maar verstandig is dat
niet.
49. De betrokkene gelooft in
eigen woorden.
50. Ja, en het berouw volgt op
de zonde.
51. Ongetwijfeld, maar die per
sonen slagen er niqt in hun
gevoelens onder woorden te
brengen.
52. Toegeven zou alle hoop te
niet doen.
53. Er wordt meer, van u ver
wacht dan u kunt verwezen
lijken.
54. Voorlopig wel; tót de rou
tine een rol gaat spelen.
55. De kans welke u het langst
niet hebt aangegrepen heeft
recht op verwezenlijking.
56. Ja, tenzij het om dingen
gaat die niet gezegd behoe
ven te worden.
57. Water kan men altijd nog
toevoegen.
58. Zodra u uzelf een keer ver
geet.
59. Zoals u verdient.
60. Ja, tenzij u de ogen open
gaan.
61. Men kieze de mogelijkheid
die men het eerst zal be
treuren.
62. Niet in die mate, dat het
evenwicht gehandhaafd kan
blijven.
63. Ja, al gaat het de tegen
partij niet van harte af.
Tussen haakjes: een Orakel-
spel als het kleine hierboven,
is een der vele vormen van
„waarzeggerij". Het is bij
zonder knap van samenstel
ling; zoals men ziet wordt op
iedere vraag een redelijk-
zinnig of zelfs verstandig
antwoord gegeven. Er bestaat
in ons land een erg aardige
uitgave in deze trant: het is
het boekje „Het Damesorakel"
van Cornelius Agrippa: het
geeft antwoord op liefst hon
derd vragen. Dat zijn wel
haast alle vragen die een
vrouw kan stellen! Dat boek
je (uitgave „De Toverspiegel"
van Erven J. J. Tijl uit Zwol
le) is een uitstekend middel
elk damesgezelschap' bezig te
houden.
Helemaal Amsterdammer
hoewel er geen spoor in zijn
spreken is overgebleven is
Alfons van Heusden ver
knocht aan zijn vrijheid. Hij
is bij niemand „in dienst". Hij
is wel al vijftien jaar de
free-lance, de vrije ontwerper,
die vóór uitgevers van boeken
en spelen werkt.
„Juist die variatie boeken
en spelen dat trekt me zo",
vertelt hij op zijn flat, waar
een Turkse bidketting en een
Mexicaanse vogelkooi, een
Spaanse vaas en een Griekse
pop van belangstelling voor al
le landen vertellen.
We hebben het eerst even
over boeken. Leest hij elk
boek voor hij een omslag ont
werpt? „Als het een roman is,
zeker wel", zegt Alfons van
Heusden. „Je moet de inhoud
kennen voor je aan het werk
kunt. Gaat het om een we
tenschappelijk werk, dan heb
je soms aan de titel al genoeg.
Dikwijls teken ik zelf de let
ters, nodig voor de omslag.
Daar komt ook vrij veel fo-
to-copieerwerk bij. Dat doet
mijn vrouw en we hebben net
onze eigen donkere kamer in
gericht".
Bijna elke week maakt Al
fons van Heusden een boek,
zoals dat heet. Hij heeft er al
eens een zilveren plak voor
gekregen. Uit Oost-Duitsland,
waar in Leipzig de beste vijf
boeken over de tijd van tien
jaar werden beoordeeld. Van
Heusden won met zijn ont
werp van .Fabelwereld".
En dan merkt hij heel nuch
ter op: „Boekomslagen leer je
Geit en kool sparen
In onze taal komt de uitdruk
king voor: „geit en de kool spa
ren". Het betekent dat men,
ofschoon men eigenlijk een keu
ze zou moeten maken tussen
twee zaken, graag beide zou
willen behouden. Deze uitdruk
king staat in verband met één
van die heel oude raadseltjes
die telkens weer opduiken:
er was eens een boer, die
naar de stadsmarkt ging met
een geit en een kool. Maar ook
had hij, voor kermisgasten die
het dier wilden kopen, een wolf
bij zich. Hij moest ze in een
bootje over de rivier brengen
die tussen zijn dorp en de stad
stroomde. Maar hij had maar
een klein bootje: er kon tel
kens maar één van de drie in:
hijzelf met de geit óf met de
kool óf met de wolf. Dat zou
dus betekenen, dat hij er tel
kens twee moest achterlaten.
De geit en de wolf kon hij
niet samen achterlaten, want
dan zou de wolf de geit verslin
den. De geit en de kool samen
ging ook niet: de geit zou de
kool opeten. Wat moest hij
doen om veilig met alle drie
aan de overkant te komen? Het
volgende: eerst bracht hij de
geit naar de overkant. Hij zette
het dier daar neer en roeide
terug. Toen bracht hij de kool
over, legde die op de oever en
nam de geit mee terug. Vervol
gens nam hij de wolf mee en
liet de geit achter. Toen kwam
hij alleen terug en haalde de
geit op. Klaar!
pas goed ontwerpen, nadat je
er zo'n tweehonderd hebt ge
maakt."
Dat zilver was niet de enige
prijs, ^ie Van Heusden kreeg,
Ook in de afdeling-spellen
won hij. De „Gouden Noot"
heet de prijs en Alfons van
Heusden werd de winnaar
met één van de Egel-spelen.
Zes jaar geleden ontdekte
hij wat oude spelletjes „van
Daan Hoeksema en zo". Het
leek hem gewoon leuk om ze
een wat gewaagdere grafische
vorm te geven. Hij zegt: „Ik
had er plezier in om muffe
rommel te veranderen".
Wel, dat deed Van Heusden
en zijn werk viel zo op, dat
ook anderen, dan de uitgever
voor wie hij op dat moment
werkte, meemoesten. „Dat
vond ik reuze fijn, want het
was een positieve reactie op
wat ik deed", zegt hij. Hele
series ganzeborden en kwar
tetspelen ontwierp Alfons van
Heusden. „En ik zit die spelle
tjes dan eerst oneindig lang
zelf te spelen", vertelt hij.
„Dan zit ik aan mijn tafel te
rommelen en te combineren
en dan ontdek ik soms een
nieuw spelletje. Niet zomaar.
Eigenlijk past het automatisch
in je manier van werken. Aan
de zijkanten van mijn tekenpa
pieren maak ik allemaal droe
dels en dingen. Die verzamel
ik later in een mapje en dat
wordt dan wel eens een nieuw
spel of een nieuwe puzzel".
Bestaande spelen een nieu
we jas aantrekken, dat werk
is hem op het lijf geschreven
en hij deed het bijvoorbeeld
met Boerenschroom. Maar ook
maakt hij de zogeheten
Doespelen, tekent maskers en
vliegers en mozaieken. Meer
dan honderd spelen stak hij in
een nieuwe vorm.
Zijn kinderen een jongen
van elf, een meisje van negen
en een jongen van zeven -
zijn nauwelijks naast de boom
gevallen. Ze zijn „gek op teke
nen, elke dag weer", zegt hun
vader. „Ik leer veel van hun
tekeningen en van de kleuren
die ze gebruiken. Ik kan wel
zeggen: ze tekenen altijd en
elke week slepen we hier ba
len papier in huis".
Stapels spelletjes en torens
boeken zijn er tijdens het
gesprek verschenen. Ze liggen
nu verspreid om ons heen, op
tafel, op de grond, in stoelen
en Alfons van Heusden blijft
de opgewekte verteller, die
zijn leven lang naar kinderen
zal kijken: hoe ze reageren,
hoe ze poppetjes tekenen, wel
ke kleurtjes ze kiezen.
„Een doos met een spel voor
kinderen moet ze direct pak
ken", zegt hij. „De doos moet
ze al iets doen, moet ze boei
en". Van Heusdens ontwerpen
doen dat kennelijk. Getuige
de uitgevers, die „achter hem
aan" zitten. Alfons van
Heusden is blij met zijn suc
ces.