Speksnijders, stinkerds en robbenslaanders, mallemukkers -I WALVISBIEFSTIIK VAN 400 KILO Heldere Groentesoep De tijd gaat rusteloos voort GOUDEN HORLOGES ALS PMC-PREMIE Ma EEUWENLANG VOEREN DE HOLLANDERS LIT OP WALVISNERING Kerstbomen aan de Zuidpool TZhcVi WALVISVAARDERS: drijvende fabrieken En uw horloge moet hem almaar „bijbenen ERVARING UIT 1594 Abonneren op AllerHande TIJDELIJK Praktische tips om levensduur te verlengen KERST-TIP Gezonder, lekkerder, beter metMazola li iECEMBER 1966 KERST-ALLERHANDE A 3 rEN IN 1594 DE HOLLANDERS hun eerste Noordreis maak ten om te onderzoeken of het mogelijk was de rijke specerij- landen van de oost via een noordelijke route te bereiken, vamen zij eigenlijk pas goed in aanraking met de enorme zoog- ec jjeren die daar de zeeën bleken te bevolken, de walvissen. In de irj ijnrnalen van de drie noordreizen die gemaakt zijn de laatste !oq fas die nogal rampzalige toen de bemanningen van een deel van ie expeditie de poolwinter moest doorbrengen op Nova Zembla wordt telkens melding gemaakt van de walvisvangst; de be- Uj tolking van de poolgebieden bleek reeds lang vertrouwd met het rijke wild van hun zeeën en gebruikte zowel de traan als het vlees het vet van de walvis. JAN HET RELAAS werd goede nota genomen: Al in 1614 werd it Noordse of Groenlandse com- lagnie opgericht. Aanvankelijk K Boest men, door gebrek aan erva- :,ne. nog gebruik maken van de flensten van Baskische jagers die jacht hadden geleerd op zuide lijker soorten, zoals de vinvissen, later deden wjj het alleen, zij het jan met medewerking van de filand-Friezen en hun meer ooste lijke naburen langs de oostzeekust lot Hamburg toe. Onder de opva renden waren altijd verscheidene leden van dezelfde familie aanwe rft de walvisvangst bleek een fa milie-aangelegenheid te zjjn ge- irorden. Zodra de Hollanders de walvis vangst waren begonnen, gingen ook de Engelsen en Denen op jacht Izij begonnen in 1611 op Spitsber- fon) ook zij joegen op de trage, pvarc eilandwalvis (de Balaena mysticus) die alleen in het hoge noorden werd aangetroffen in te genstelling tot de vinvissen die zuidelijker trokken (tot bij Frank- rijks kusten toe) en het doelwit naren geweest van de Blscayers of Basken. De kostelijke traan In de eerste jaren van de zeven tiende eeuw (vooral sinds in 1614 de compagnie werd opgericht) zet te men zich met enorme energie aan de walvisvaart; het werd een ;rote bron van inkomsten voor and en volk. Men paste ofwel de lustvisserij toe ofwel de zeevisserij en dat betekende, in het eerste ge val dat men de gevangen walvis sen op het strand van de walvis eilanden trok en aldaar geheel ver werkte om vervolgens de produk- ten per schip naar huis te bren gen. Die kleine transportvaarders voerden mensen aan, veelal avon turiers en ook hierdoor ontston den hele nederzettingen; een er- was Smeerenburg op Spitsbergen. Het hoofdprodukt van de walvis was de traan; deze werd gebruikt voor de samenstelling van zeep, voor brandstof in de lampen, bij de bereiding van leder en het raf fineren van zwavel. Wat de balei nen van de walvissen aanging, die vreemdsoortige zeisvormige „tan den" waarmee de walvis de zeer kleine zeediertjes waaruit zijn voedsel bestaat, uitzeefde opdat zijn nauwe keelgat niet verstopt zal raken, deze hadden ook grote handelswaarde. Ze deden dienst voor allerlei doelen en hoe belangrijk de han del wel was in dit alles blijkt wel uit de wetten van 1652, waarftl werd verordonneerd dat alle traan en baleinen in de Republiek ver handeld moesten worden. De zeevisserij De zg. „zeevisser ij" op wal vis voltrok zich als volgt: de ge vangen dieren werden langszij het schip gehaald en daar verwerkt: het spek werd gekuipt en vaak In het dagboek dat over de eerste zg. Noordreis handelt: „De 14e vermaakten wij ons met de walvisjacht. Eni ge van die dieren zwommen de rede op; wij sprongen in de boot en joegen er een naar het land. Door gebrek aan harpoenen konden we echter niet veel tegen ze uit richten. Eindelijk kregen we er een te pakken. We wier pen hem een harpoen in de rug waarna hij als een dolle rondzwom, het water dat rood gekleurd was met zijn bloed opzwepend. De sloepen ver volgden hem tot hij, uitge put, de strijd moest opgeven. Toen sleepten de maats hem op het droge en sneden het spek af dat zij in tonnen pakten om er traan uit te winnen. Het was een nog jong dier maar niettemin ver schrikkelijk om aan te zien. Wij wonnen 20 vaten spek van het dier maar het vlees, de ingewanden en het vel lie ten wij als onbruikbaar afval liggen: ook de lever die wel drie ton woog. Wij hadden te weinig vaten om die te bergen. De walvissen kwamen ge regeld tegen de avond bij het land; zij schijnen hier een teelplaats te hebben. Wan neer men hier, goed toege rust, de walvisvangst zou be oefenen, is er aardig aan te verdienen." T APJE BIEFSTUK VAN 400 KILO kerstbomen in de diep- I-J vriesrauwdauwers op de jagersstukje long op de wangwakker worden door een schotde kip met Kerst mis Cornelis de Vries (42 jaar) uit IJ muiden ziet het in restaurant ,,De Walvis" in het meest Zaanse stukje Zaanstreek weer allemaal voor zich, terwijl hij van zijn sherry nipt en mevrouw De Vries een kaaskoekje toeschuift. Hij is tweede kok geweest op de „Willem Barendsz", twaalf seizoenen lang. „Heel gelukkige jaren", noemt hij ze zelf. (Advertentie) weerzinwekkende werk verrichtte (want dat was het op de kleine schepen van die tijd) werd dan ook meestal „de stinkerd" ge noemd. Speksnijders De speksnijders Een gewone vinvis aan boord van de „Willem Barendsz" bedreven, heel wat avonturen be- stuit telkenmale op drama's van of vinken- snijders, zoals de slagers wer den genoemd, werden bijgestaan door twee mallemukkers, jonge matrozen die elk in een sloepje gezeten de verschil lende gereedschappen die de speksnijders nodig hadden op hun gladde eilandjes, aanreik ten. Begrijpelijk is dat ook de kostbare veelgevraagde baleinen vonden heet „Zeven Hollan- leefd. De meeste liepen niet goed af. Men trachtte bijvoorbeeld, in enkele gevallen, te overwinteren op de plaats waar de „kustvisse rij" de zomer lang had gewerkt. Hoe verschrikkelijk zulk een over wintering was blijkt wel uit het relaas van de tocht van Heems- kerck en Barendsz die op Nova Zembla, in het „Behouden Huys" verbleven, maar lang niet alle thuiskwamen. Zo is berucht ge worden de overwintering van de zeven mannen die op Jan Mayen- eiland zouden achterblijven tot het volgende seizoen (dat liep van be gin juni tot eind augustus): zij le den verschrikkelijk door scheur- beuk (vitamine-C!) en door de koude. Toen. in juni 1634, de jagers uit Holland terugkwamen waren alle zeven dood. De baai waar zij hun Een jager langszij de „Willem Barendsz"- ook los In de ruimen gestouwd en met de baleinen en wat het dier verder opleverde, naar Nederland vervoerd. De traan die de „kust visserij" afleverde was van betere kwaliteit dan die welke gewon nen werd uit de spek die de „zee vissers" meevoerden; de „kust- traan" was dan ook duurder. De walvissen begrepen al gauw dat het dicht in de buurt van de Eilanden (Spitsbergen, Groenland etc.) niet pluis was. Het gevolg was dat zij zich terugtrokken. Zo verliep de „kustvisserij" en was men gedwongen weer terug te val len op de „zeevisserij" met alle na delen daarvan; de walvissen trok ken zich steeds dieper terug in de ijsgebieden van de poolcirkel. De nederzettingen verdwenen en al leen de geweldige skelettten van de gedode dieren herinnerden, nog eeuwen later, aan de kustvisserij van de toenmalige jagers. O Fluitschepen Men gebruikte voor de walvis vaart zg. fluitschepen; die te herken nen waren aan de naar binnen gebo gen boorden en aan de ronde ach tersteven. Deze modellen zijn, ver sterkt en aangepast aan de jacht, tot in de achttiende eeuw in ge bruik gebleven; ze waren meestal een kleine 30 meter lang en wer den bemand door 30 tot 50 man. De schepen zoals spreekt waren er grotere en kleinere waren le voorzien van een zestal sloe pen, waarmee de eigenlijke jacht werd bedreven. In de eerste da gen van juni kwamen de schepen op de „nering" zoals het jachtge bied genoemd werd en zodra men een walvis signaleerde, werden drie sloepen met in elk zes roeiers en een harpoenier uitgestuurd. Men benaderde het dier dan zo stil mo gelijk om het niet op de vlucht te jagen. Was men dicht genoeg ge naderd dan wierp de harpoenier, met alle kracht die hij bezat en dat was meestal heel wat! de harpoen in de walvis. Meegesleurd De walvis verdween dan in de diepte en sleurde het ruim drie honderd meter lange touw, waar aan de harpoen vastzat, met zich mee. Als de lijn geheel was ge vierd, begon een vaak woeste vaart: de sloep werd dan voort gesleept over het zeeoppervlak. Meestal kwam het dier weer bo ven om adem te halen; soms ech ter dook hij onder het ijs en ont kwam, daar de mannen dan on middellijk de harpoenljjn moesten kappen om niet te pletter geslagen te worden. Bij het bovenkomen om adem te halen, harpoeneerde men opnieuw en zo ging het door, tot men met een soort spiezen, het dier uit zijn lijden kon helpen. Duidelijk is dat dit alles een gevaarlijk karwei was daar een woedende walvis vaak geweldig te keer kon gaan en met één klap de sloep kon ver splinteren met alle mannen erbij Als de walvis eenmaal was ge dood, bleef hij drijven en stapten speciale slachters „aan boord" van het dier (met van spijkers voor ziene laarszolen). Ze sneden re pen spek, van telkens enkele hon derden kilo's van het dier; deze werden in het moederschip gehe sen en daar verwerkt. Dat ge schiedde door de stukken (ofwel „vinken") in te kuipen (na ze eerst te hebben uitgebeend) en de vaten daarna te stouwen. De man die dit (tot 180 toe) uit de vis gesneden moesten worden; ze werden ge bundeld in het ruim vervoerd. Desondanks liep de „nering" te rug; in 1777 moest de regering pre mies uitloven voor wie wilde ja gen. Grote verliezen aan schepen en mannen in 1777-'78 (meer dan 300!) ontnamen echter deze stimu lans ook alle kracht. De Ameri kaanse jagers namen de taak van de Hollanders over en, in de loop van de vorige eeuw, was het jacht bedrijf bij ons geheel ten einde. Avonturen te over Men heeft, in de jaren tussen 1600 en 1900. toen de walvisjacht (in de laatste eeuw slechts zeer sporadisch) door Hollanders werd er brrchten het de mannen die die elfde winter op Sdüs- bergen overwinterden; zij haalden het alle. ook al was het geen pret je in de periode van 30 augustus 1633 tot 26 mei 1634, toen zij het eerste schip weerzagen. De twee de en laatste overwintering op Spitsbergen eiste de zeven levens van de mannen die het toen pro beerden: dat was in de winter van 1634 op '35; gebrek aan verse leef tocht is de oorzaak geweest van hun dood. Allen stierven aan scheurbuik. Drama's van de zee Wie de historie van de walvis vaart uit vroeger eeuwen leest, de zee en van het ijs: schipbreu ken wisselen strandingen en opont houd in het ijs af. Vele van der gelijke drama's voltrokken zich in de verschrikkelijke stilte van de Poolzee en het ijs; niemand hoor de er meer van 'dan de nagelaten betrekkingen, als tenminste nog een ooggetuige overgebleven was om het na te vertellen. Daden van bovenmenselijke moed en boven menselijk uithoudingsvermogen werden gesteld; de meeste zijn ver geten. WAN de gelegenheid om zich op AllerHande te abonneren heb ben reeds velen gebruik gemaakt Slechts een briefkaart met dui delijke vermelding van naam, vol ledig adres en woonplaats, liefst in blokletters, voorzien van ƒ2,aan extra postzegels voor administra tiekosten en gericht aan Albert Heün N.V. Zaandam, is voldoende om zich gedurende een jaar van toezending te verzekeren. De post bezorgt AllerHande aan huis. Wij verzoeken u wel in verband met de postvoorschriften, deze ƒ2,aan zegels aan de adreszijde van de briefkaart te plakken. TWEL EENS walvisbiefstuk gegeten?", vraagt hij. „Het is niet zo'n gekke vraag, want de Japanner bijvoorbeeld, die blikt dat vlees in en gooit het op de markt. En na de Tweede Wereldoorlog, weet ik. was het hier in Nederland ook te krij gen, uit nood." Kok Cor de Vries zelf heeft de lappen walvisvlees zijn twaalf sei zoenen lang in de pan gehad tol vreugde vooral van de op de Ba rendsz werkende Afrikanen. „Nu zou je denken, och zo'n lap- pie biefstuk gaat er altijd wel in. Stil maar, die biefstukken die de slagers voor ons, koks. afsneden, waren lapjes van een lieve drie honderd, vierhonderd kilo. Enorme lapjes dus, afgesneden bij de staart van het beestje. De smaak zou je kunnen vergelijken met een biefstuk van de haas. Béste biefstuk dus." Cor de Vries grinnikt. Er was voor hem persoonlijk maar één kleine handicap. Cor de Vries zelf houdt niet van vis. „Dan is het dus wel een raar idee. een stukje wal vis in de pan. Verder vond nie mand het raar, want we hadden een bijna volledige bemanning van visliefhebbers. Omdat het nu een maal moest heb ik wel eens een stukje meegeproefd. Heel zacht, puur rood vle'es. Maar voor me zelf: nee, ik heb er nooit aan kun nen wennen. Ook niet aan snoek of zo, dus het was niet alleen het idéé..." Die verse biefstuk was waarschijnlijk wel welkom op de Barendsz, met zijn voorraad provi and voor een half jaar in de diep vries? KERSTKIPPEN ..Ha", zegt de heer De Vries, „fout gezien. Ze vonden walvis biefstuk lekkerdat is punt één. Maar we hadden aan boord pin me niet vast op duizend kilo meer of minder een ton havermout, 150 ton aardappelen, ontzettende bergen sinaasappe len, per man een kip, dat maakt dus een dikke vierhonderdvoor Kerstmis. Dat wil zeggen, met Kerstmis kreeg de bemanning een halve kip en de rest bleef in de diepvries tot Pasen. Kre gen ze de andere helft. Goed ge regeld, nietwaar?" Van de rest kaas. jam. brood I (wit en bruin), melk, varkenskote- Een warme traktatie op een koude dag letten, fl'essen wijn en tonnen oedsel meer weet hij de hoe veelheden zelfs bij benadering niet meer te schatten. ..Ontzettend veel. in ieder geval Toch moesten we zuinig zijn. Niet omdat de zaak dan te veel ging kosten, maar van- ege de opslagruimte. En soms moesten we op de heen- en terug weg, daar zat dus een seizoen tus sen, nog voedsel innemen in Kaapstad. Gewoon, omdat we een beetje krap kwamen te zitten en we de jongens aan boord toch zo veel mogelijk op de borden wilden schuiven." ÉÉN VAN DE VIJF De heer De Vries is een van de vijf koks op de ..Willem Barendsz" geweest. Op deze mannen rustte de taak iedere dag te koken voor vierhonderd hongerige werkers bijgestaan door vier koksmaatjes. „Dat is heel iets anders dan spruit jes koken voor vier personen met een puddinkje toe." Mevrouw De| slechts KOK DE VRIES bést* biefstuk Vries vangt de bal en kaatst terug: ,Je hebt het zelf gekozen, dus geen medelijden." Kerstmis aan de Zuidpool. Twaalf keer heeft hij het ver van huis gevierd. Mevrouw De Vries: „Eerst vond ik het een beetje ver velend, maar je went eraan ook dan alleen te zitten met de kinde- TJOE LAAT IS HET? Een vraag die men zich vandaag de dag zo vaak stelt, dat het veelal zelfs onbewust gebeurt. Of het UT DE DIEPVRIES De heer De Vries: „Aan de kerst werd bij ons wel het een en ander gedaan." Plotseling kwamen dan de kerstbomen te voorschijn voor iedere verdieping van de Ba rendsz één uit de diepvriescel len. Een wat vreemd idee, kerstbo men uit de frigidaire. maar wie voorbereidingen moet treffen voor een compleet seizoen aan een Zuid pool zonder kerstbomen en zonder winkels waar gebraden kippen te krijgen zijn voor het kerstmaal, wordt uiterst vindingrijK. In die kerstdagen stond kok Cor de Vries met zijn chef en zijn collega's dag in, dag uit in de keu kens over pannen en potten gebo gen. Aan de massale kerstviering zelf heeft hij vrijwel nooit meege daan. „Als je een hele dag in de keuken hebt gestaan, wil je eigen lijk maar één ding: rust en een bed. Samen met een collega ging ik dan naar de hut. we trokken de deur dicht en gingen lezen, of smyrna-tapijten knopen". OP SEEEPTOEW Hij heeft acht seizoenen gevaren op het moederschip, vier seizoenen op een van de „jagers", de schepen met de harpoeniers aan boord. „Dat waren de rauwdauwers on der ons, met het lekkere noncha lante leven. De Barendsz zelf had, hoe noem je het, mte-er echte stijl." „Als ik op een van de jagers in mijn kooi lag, werd ik 's morgens vroeg vaak wakker van de scho ten. Een ruk aan het schip en dan kon je er donder op zeggen dat er weer zo'n visje aan de lijn zat. Weet u dat die beesten een schip kunnen voortsleuren met een snel heid van twee mijl per uur?" Het ergste wat hij zich uit zijn twaalf seizoenen Zuidpool herin nert een storm (windkracht twaalf), terwijl hij op het moe derschip Willem Barendsz zat. „Nou kan die Barendsz tegen een stootje, maar dit was verschrikke lijk. Ooit met windkracht twaalf op zee geweest? Ik wens het nie mand toe." TRIESTE REIS Ook hij heeft de laatste Neder landse reis van de drijvende traan- en visfabriek meegemaakt. „Het was wel een trieste reis. ie dereen voeldte het einde. Ikzelf zat er niet zo erg over in. Mijn zoons werden groter en ouder en mijn vrouw kon ze niet zo best jneer de baas. Dus een baan aan de wal. Het leek me trouwens wel". Kennissen en familieleden van hem hebben gezegd: Een baan aan de wal, dat houdt Cor nooit uit. Cor houdt het wel uit. Chef-kok in een restaurant aan de wal, het be valt hem uitstekend, zegt hij. nu de zakenman is die zich afvraagt hoeveel minuten hij nog vrij heeft voor de volgende afspraak, het halen van trein of vliegtuig, of de huisvrouw die wil weten hoeveel tijd ze nog over heeft vóór de kinderen van school thuiskomen. Het zijn maar een paar voorbeelden. Hoe vaak een horloge wordt ge raadpleegd merkt men pas goed, als dat horloge het laat afweten. Juist daarom is het goed, om dat horloge waarop U steeds rekent, fin de juiste behandeling te geven, zodat het U nimmer in de steek KERST"!!! laat. JJEN GOUDEN HEREN- EN DAMESHORLOGE dat zijn de twee premies, die Albert Heijns Premie-van-de-Maand Club deze maand introduceert. Het gouden herenhorloge ivordt geleverd voor een clubprijs van f176, bestelnummer E 222. Het dameshorloge voor 134, bestelnummer E 232. De ver gelijkbare winkelwaarde van deze kwaliteitsuurwerken is resp. 325 en 250. Van de club-prijzen dient f 52 in PMC- cheques te worden voldaan. De horloges zijn van Zwitsers fabrikaat, merk „Valruz". De uurwerken zijn anti-magnetisch, shockproof, hebben een on breekbare veer en onbreekbaar glas. Ze worden één jaar gegarandeerd. GOUDEN HERENHORLOGE Dit heeft een 14-karaat gouden kast van het klassieke vierkante model met een 17-steens uur werk. De gematteerde wijzer plaat is goudkleurig. Afmetin gen: 30 x 22 mm, dikte inclusief glas bedraagt 7 mm. Het geheel wordt gecompleteerd door een fraaie krokodillederen band. GOUDEN DAMESHORLOGE Een 14-karaats gouden kast van een zeer chic model be schermt het 17-steens uurwerk. De wijzerplaat is goudkleurig. Een zwart lederen band siert dit horloge van 16x22 mm. m .m m t r~ r~ TVTATUURLIJK hangt dat in de •L eerste plaats af van het soort horloge. Vanzelfsprekend kiest u by de aanschaf een werkelijk goed horloge. Maar wel maakt het ver schil of u een luxe of een sport- uitvoering kiest. Beide zijn er voor een juiste tijdaanwijzing, maar de sporluitvoering kan nog een extra stootje verdragen en is bijvoor beeld ook waterdicht. Daarom zijn deze modellen altijd wat dikker en in z'n geheel ook wat forser. De luxe modellen, die worden gedragen buiten het werk of op kantoor waarbij de kans op stoten en krassen veel minder is, zjjn sierlijker en daardoor fraaier. Maar als gevolg daarvan bijvoorbeeld niet waterdicht. STEVIG OPWINDEN Bij zo'n luxe horloge is de op windknop kleiner, waardoor men wel eens bang is om het horloge goed op te winden, met als gevolg dat het eerder stilstaat. Wind het horloge gerust altijd stevig op, maar neem het in de hand. Nooit opwinden terwijl het nog om de pols zit. Dan moet u het namelijk in schuine stand aan de knop om hoogtillen waarbij onnodig de op windas een zijwaartse spanning krijgt Doet u 's avonds vóór het slapen gaan uw horloge af. Leg het dan niet op een koude glasplaat of mar mer. Deze afkoeling is nadelig voor het uurwerk en voor de olie. Al die fijne radertjes, die steeds even precies moeten lopen zijn ge olied. STEEDS CONTROLE Om de paar jaar een horloge laten schoonmaken en opnieuw olieën is een punt, dat vaak wordt vergeten. Er zijn parfucns en lo tions, die olie ontleden. Door in werking van zo'n parfum wordt dan de olie dermate aangetast, dat ze niet meer op de juiste wijze smeert Het regelmatig laten con troleren is vooral bij dameshorlo ges daarom extra aan te bevelen om slijtage te voorkomen. Een horloge doet u vanzelfspre kend af in het bad of onder de douche, maar houdt luxe horlo- bovendien buiten de badka mer of douchecel. De damp van het warme water slaat op uw hor loge en vooral als u het daarna di rect opwindt is er kans. dat er via de opwindas vocht in het horloge komt. Eén keer kan dat geen kwaad, maar als het vaker ge beurt, is roesten van onderdelen het resultaat. Of u nu een horloge van 1000 of van 100 gulden draagt, maakt daarin geen verschil. GOED GEBRUIKEN Ook in de sport is de tijd belang rijk, voor de scheidsrechter voor het eindsignaal, voor de zeiler bij de start enz. Het is begrijpelijk dat bijvoorbeeld een glas dat steeds aan temperatuurwisselingen is bloot gesteld. zo in de brandende zon en zo een golf wat^r er overheen, on danks de hoge'eisen die er kwa litatief aan worden gesteld, een regelmatige controle nodig heeft. Voorkomen is beter dan genezen. Wil dit alles dan zeggen, dat we voortaan ons horloge in een doosje met watten bü ons moeten dra gen Welnee, een goed uurwerk is schokvrij om de haardunne as jes te beschermen. Hiervoor is een robijnen lagertje van de balans verend opgehangen, waardoor bij een schok of val de gehele balans meevcert. Een horloge is er om te gebruiken, doch ook om het goed te gebruiken, daarom ons verhaal. Tot slot wat interessante cijfers. Het balansje van een dameshorloge, zoals het PMC-model, heeft asjes van 0.04 mm dik, dat wil zeggen nog dunner dan een mensenhaar. In een horloge wordt door de rus teloze beweging van de spiraal en het anker het balansje heen en weer gevoerd met 21.306 tot 180.000 schommelingen per minuut, afhan kelijk van de constructie. Kaarsvet dat op een meu belstuk is gedropen, krabt u met een stomp mes weg. Het meu belstuk wordt daarna met een wollen lap stevig opgewreven. Bij dergelijke vlekken in meu-> bels mag nooit een of andere vloeistof te pas komen. Kaarsen uit blazen geeft meestal veel narigheid omdat het gesmolten kaarsvet wegge blazen wordt en op het tafel kleed terecht komt. Een kaars kan gemakkelijk worden ge doofd door een paar druppels water vanaf een lepel op de vlam te laten vallen. PIKZWART VLEES Nog even, zegt hij grinnikend terugdenkend aan het gekste geval dat hij in de Zuidpool heeft meege maakt. Er werden wel typische Zuidpoolvogels geschoten, de naarr vreet hij niet piracies meer. „We hadden een hoge man aar boord, de naam zal ik niet noe men, die wilde zo'n ding bij on: laten klaarmaken als diner. Goed We braden die vogeL Wordt hele maal zwart, pikkezwart dat vlees Wij beraadslagen onder elkaar wat moeten we daarmee. Enfin we hebben een heel licht sausj< gemaakt en dat over het gebraac gegoten. Wij in onze rats zitten want hoe zou dat vreemde geva smaken? In angst en beven ben il het gaan vragen. Laat de man m overeind springen en uitroepen; II heb van mijn leven nog nooit z< voortreffelijk gegeten!" Twaalf seizoenen met de „Wil lem Barendsz" heel gelukkig! jaren". Advertentie zuivere maiskiem-olie. Deze goudgele, pure olie is rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren (linolzuur), dus goed voor een gezonde bloedsomloop. Bak, braad en kokkerel met Mazola: gezond èn... veel lekkerder! Een DURYEA produkt. ZUIVE REÏMA1SKTÉH4UE Hr_ ICVAT EEN HOOG H»CtNT»«=r~::

Allerhande | 1966 | | pagina 3