Speksnijders,
stinkerds en
robbenslaanders,
mallemukkers
-I
WALVISBIEFSTIIK
VAN 400 KILO
Heldere
Groentesoep
De tijd gaat rusteloos voort
GOUDEN HORLOGES
ALS PMC-PREMIE
Ma
EEUWENLANG VOEREN DE HOLLANDERS LIT OP WALVISNERING
Kerstbomen
aan de
Zuidpool
TZhcVi
WALVISVAARDERS:
drijvende fabrieken
En uw horloge moet hem
almaar „bijbenen
ERVARING
UIT 1594
Abonneren op
AllerHande
TIJDELIJK
Praktische tips
om levensduur
te verlengen
KERST-TIP
Gezonder, lekkerder, beter
metMazola
li iECEMBER 1966
KERST-ALLERHANDE
A
3
rEN IN 1594 DE HOLLANDERS hun eerste Noordreis maak
ten om te onderzoeken of het mogelijk was de rijke specerij-
landen van de oost via een noordelijke route te bereiken,
vamen zij eigenlijk pas goed in aanraking met de enorme zoog-
ec jjeren die daar de zeeën bleken te bevolken, de walvissen. In de
irj ijnrnalen van de drie noordreizen die gemaakt zijn de laatste
!oq fas die nogal rampzalige toen de bemanningen van een deel van
ie expeditie de poolwinter moest doorbrengen op Nova Zembla
wordt telkens melding gemaakt van de walvisvangst; de be-
Uj tolking van de poolgebieden bleek reeds lang vertrouwd met het
rijke wild van hun zeeën en gebruikte zowel de traan als het vlees
het vet van de walvis.
JAN HET RELAAS werd goede
nota genomen: Al in 1614 werd
it Noordse of Groenlandse com-
lagnie opgericht. Aanvankelijk
K Boest men, door gebrek aan erva-
:,ne. nog gebruik maken van de
flensten van Baskische jagers die
jacht hadden geleerd op zuide
lijker soorten, zoals de vinvissen,
later deden wjj het alleen, zij het
jan met medewerking van de
filand-Friezen en hun meer ooste
lijke naburen langs de oostzeekust
lot Hamburg toe. Onder de opva
renden waren altijd verscheidene
leden van dezelfde familie aanwe
rft de walvisvangst bleek een fa
milie-aangelegenheid te zjjn ge-
irorden.
Zodra de Hollanders de walvis
vangst waren begonnen, gingen
ook de Engelsen en Denen op jacht
Izij begonnen in 1611 op Spitsber-
fon) ook zij joegen op de trage,
pvarc eilandwalvis (de Balaena
mysticus) die alleen in het hoge
noorden werd aangetroffen in te
genstelling tot de vinvissen die
zuidelijker trokken (tot bij Frank-
rijks kusten toe) en het doelwit
naren geweest van de Blscayers
of Basken.
De kostelijke traan
In de eerste jaren van de zeven
tiende eeuw (vooral sinds in 1614
de compagnie werd opgericht) zet
te men zich met enorme energie
aan de walvisvaart; het werd een
;rote bron van inkomsten voor
and en volk. Men paste ofwel de
lustvisserij toe ofwel de zeevisserij
en dat betekende, in het eerste ge
val dat men de gevangen walvis
sen op het strand van de walvis
eilanden trok en aldaar geheel ver
werkte om vervolgens de produk-
ten per schip naar huis te bren
gen.
Die kleine transportvaarders
voerden mensen aan, veelal avon
turiers en ook hierdoor ontston
den hele nederzettingen; een er-
was Smeerenburg op
Spitsbergen.
Het hoofdprodukt van de walvis
was de traan; deze werd gebruikt
voor de samenstelling van zeep,
voor brandstof in de lampen, bij
de bereiding van leder en het raf
fineren van zwavel. Wat de balei
nen van de walvissen aanging, die
vreemdsoortige zeisvormige „tan
den" waarmee de walvis de zeer
kleine zeediertjes waaruit zijn
voedsel bestaat, uitzeefde opdat
zijn nauwe keelgat niet verstopt
zal raken, deze hadden ook grote
handelswaarde.
Ze deden dienst voor allerlei
doelen en hoe belangrijk de han
del wel was in dit alles blijkt wel
uit de wetten van 1652, waarftl
werd verordonneerd dat alle traan
en baleinen in de Republiek ver
handeld moesten worden.
De zeevisserij
De zg. „zeevisser ij" op wal
vis voltrok zich als volgt: de ge
vangen dieren werden langszij het
schip gehaald en daar verwerkt:
het spek werd gekuipt en vaak
In het dagboek dat over de
eerste zg. Noordreis handelt:
„De 14e vermaakten wij
ons met de walvisjacht. Eni
ge van die dieren zwommen
de rede op; wij sprongen in
de boot en joegen er een
naar het land. Door gebrek
aan harpoenen konden we
echter niet veel tegen ze uit
richten. Eindelijk kregen we
er een te pakken. We wier
pen hem een harpoen in de
rug waarna hij als een dolle
rondzwom, het water dat rood
gekleurd was met zijn bloed
opzwepend. De sloepen ver
volgden hem tot hij, uitge
put, de strijd moest opgeven.
Toen sleepten de maats
hem op het droge en sneden
het spek af dat zij in tonnen
pakten om er traan uit te
winnen. Het was een nog
jong dier maar niettemin ver
schrikkelijk om aan te zien.
Wij wonnen 20 vaten spek
van het dier maar het vlees,
de ingewanden en het vel lie
ten wij als onbruikbaar afval
liggen: ook de lever die wel
drie ton woog. Wij hadden
te weinig vaten om die te
bergen.
De walvissen kwamen ge
regeld tegen de avond bij het
land; zij schijnen hier een
teelplaats te hebben. Wan
neer men hier, goed toege
rust, de walvisvangst zou be
oefenen, is er aardig aan te
verdienen."
T APJE BIEFSTUK VAN 400 KILO kerstbomen in de diep-
I-J vriesrauwdauwers op de jagersstukje long op de
wangwakker worden door een schotde kip met Kerst
mis
Cornelis de Vries (42 jaar) uit IJ muiden ziet het in
restaurant ,,De Walvis" in het meest Zaanse stukje Zaanstreek
weer allemaal voor zich, terwijl hij van zijn sherry nipt en
mevrouw De Vries een kaaskoekje toeschuift. Hij is tweede kok
geweest op de „Willem Barendsz", twaalf seizoenen lang. „Heel
gelukkige jaren", noemt hij ze zelf.
(Advertentie)
weerzinwekkende werk verrichtte
(want dat was het op de kleine
schepen van die tijd) werd dan
ook meestal „de stinkerd" ge
noemd.
Speksnijders
De speksnijders
Een gewone vinvis aan boord van de
„Willem Barendsz"
bedreven, heel wat avonturen be- stuit telkenmale op drama's van
of vinken-
snijders, zoals de slagers wer
den genoemd, werden bijgestaan
door twee mallemukkers, jonge
matrozen die elk in een
sloepje gezeten de verschil
lende gereedschappen die de
speksnijders nodig hadden op
hun gladde eilandjes, aanreik
ten. Begrijpelijk is dat ook de
kostbare veelgevraagde baleinen vonden heet „Zeven Hollan-
leefd. De meeste liepen niet goed
af. Men trachtte bijvoorbeeld, in
enkele gevallen, te overwinteren
op de plaats waar de „kustvisse
rij" de zomer lang had gewerkt.
Hoe verschrikkelijk zulk een over
wintering was blijkt wel uit het
relaas van de tocht van Heems-
kerck en Barendsz die op Nova
Zembla, in het „Behouden Huys"
verbleven, maar lang niet alle
thuiskwamen. Zo is berucht ge
worden de overwintering van de
zeven mannen die op Jan Mayen-
eiland zouden achterblijven tot het
volgende seizoen (dat liep van be
gin juni tot eind augustus): zij le
den verschrikkelijk door scheur-
beuk (vitamine-C!) en door de
koude.
Toen. in juni 1634, de jagers uit
Holland terugkwamen waren alle
zeven dood. De baai waar zij hun
Een jager langszij de „Willem Barendsz"-
ook los In de ruimen gestouwd en
met de baleinen en wat het dier
verder opleverde, naar Nederland
vervoerd. De traan die de „kust
visserij" afleverde was van betere
kwaliteit dan die welke gewon
nen werd uit de spek die de „zee
vissers" meevoerden; de „kust-
traan" was dan ook duurder.
De walvissen begrepen al gauw
dat het dicht in de buurt van de
Eilanden (Spitsbergen, Groenland
etc.) niet pluis was. Het gevolg
was dat zij zich terugtrokken. Zo
verliep de „kustvisserij" en was
men gedwongen weer terug te val
len op de „zeevisserij" met alle na
delen daarvan; de walvissen trok
ken zich steeds dieper terug in de
ijsgebieden van de poolcirkel. De
nederzettingen verdwenen en al
leen de geweldige skelettten van
de gedode dieren herinnerden, nog
eeuwen later, aan de kustvisserij
van de toenmalige jagers.
O Fluitschepen
Men gebruikte voor de walvis
vaart zg. fluitschepen; die te herken
nen waren aan de naar binnen gebo
gen boorden en aan de ronde ach
tersteven. Deze modellen zijn, ver
sterkt en aangepast aan de jacht,
tot in de achttiende eeuw in ge
bruik gebleven; ze waren meestal
een kleine 30 meter lang en wer
den bemand door 30 tot 50 man.
De schepen zoals spreekt waren
er grotere en kleinere waren
le voorzien van een zestal sloe
pen, waarmee de eigenlijke jacht
werd bedreven. In de eerste da
gen van juni kwamen de schepen
op de „nering" zoals het jachtge
bied genoemd werd en zodra men
een walvis signaleerde, werden
drie sloepen met in elk zes roeiers
en een harpoenier uitgestuurd. Men
benaderde het dier dan zo stil mo
gelijk om het niet op de vlucht te
jagen. Was men dicht genoeg ge
naderd dan wierp de harpoenier,
met alle kracht die hij bezat en
dat was meestal heel wat! de
harpoen in de walvis.
Meegesleurd
De walvis verdween dan in de
diepte en sleurde het ruim drie
honderd meter lange touw, waar
aan de harpoen vastzat, met zich
mee. Als de lijn geheel was ge
vierd, begon een vaak woeste
vaart: de sloep werd dan voort
gesleept over het zeeoppervlak.
Meestal kwam het dier weer bo
ven om adem te halen; soms ech
ter dook hij onder het ijs en ont
kwam, daar de mannen dan on
middellijk de harpoenljjn moesten
kappen om niet te pletter geslagen
te worden.
Bij het bovenkomen om adem te
halen, harpoeneerde men opnieuw
en zo ging het door, tot men met
een soort spiezen, het dier uit zijn
lijden kon helpen. Duidelijk is dat
dit alles een gevaarlijk karwei
was daar een woedende walvis
vaak geweldig te keer kon gaan
en met één klap de sloep kon ver
splinteren met alle mannen erbij
Als de walvis eenmaal was ge
dood, bleef hij drijven en stapten
speciale slachters „aan boord" van
het dier (met van spijkers voor
ziene laarszolen). Ze sneden re
pen spek, van telkens enkele hon
derden kilo's van het dier; deze
werden in het moederschip gehe
sen en daar verwerkt. Dat ge
schiedde door de stukken (ofwel
„vinken") in te kuipen (na ze eerst
te hebben uitgebeend) en de vaten
daarna te stouwen. De man die dit
(tot 180 toe) uit de vis gesneden
moesten worden; ze werden ge
bundeld in het ruim vervoerd.
Desondanks liep de „nering" te
rug; in 1777 moest de regering pre
mies uitloven voor wie wilde ja
gen. Grote verliezen aan schepen
en mannen in 1777-'78 (meer dan
300!) ontnamen echter deze stimu
lans ook alle kracht. De Ameri
kaanse jagers namen de taak van
de Hollanders over en, in de loop
van de vorige eeuw, was het jacht
bedrijf bij ons geheel ten einde.
Avonturen te over
Men heeft, in de jaren tussen
1600 en 1900. toen de walvisjacht
(in de laatste eeuw slechts zeer
sporadisch) door Hollanders werd
er brrchten het de mannen
die die elfde winter op Sdüs-
bergen overwinterden; zij haalden
het alle. ook al was het geen pret
je in de periode van 30 augustus
1633 tot 26 mei 1634, toen zij het
eerste schip weerzagen. De twee
de en laatste overwintering op
Spitsbergen eiste de zeven levens
van de mannen die het toen pro
beerden: dat was in de winter van
1634 op '35; gebrek aan verse leef
tocht is de oorzaak geweest van
hun dood. Allen stierven aan
scheurbuik.
Drama's van de zee
Wie de historie van de walvis
vaart uit vroeger eeuwen leest,
de zee en van het ijs: schipbreu
ken wisselen strandingen en opont
houd in het ijs af. Vele van der
gelijke drama's voltrokken zich in
de verschrikkelijke stilte van de
Poolzee en het ijs; niemand hoor
de er meer van 'dan de nagelaten
betrekkingen, als tenminste nog
een ooggetuige overgebleven was
om het na te vertellen. Daden van
bovenmenselijke moed en boven
menselijk uithoudingsvermogen
werden gesteld; de meeste zijn ver
geten.
WAN de gelegenheid om zich op
AllerHande te abonneren heb
ben reeds velen gebruik gemaakt
Slechts een briefkaart met dui
delijke vermelding van naam, vol
ledig adres en woonplaats, liefst in
blokletters, voorzien van ƒ2,aan
extra postzegels voor administra
tiekosten en gericht aan Albert
Heün N.V. Zaandam, is voldoende
om zich gedurende een jaar van
toezending te verzekeren. De post
bezorgt AllerHande aan huis.
Wij verzoeken u wel in verband
met de postvoorschriften, deze
ƒ2,aan zegels aan de adreszijde
van de briefkaart te plakken.
TWEL EENS walvisbiefstuk
gegeten?", vraagt hij. „Het
is niet zo'n gekke vraag, want
de Japanner bijvoorbeeld, die
blikt dat vlees in en gooit het
op de markt. En na de Tweede
Wereldoorlog, weet ik. was het
hier in Nederland ook te krij
gen, uit nood."
Kok Cor de Vries zelf heeft de
lappen walvisvlees zijn twaalf sei
zoenen lang in de pan gehad tol
vreugde vooral van de op de Ba
rendsz werkende Afrikanen.
„Nu zou je denken, och zo'n lap-
pie biefstuk gaat er altijd wel in.
Stil maar, die biefstukken die de
slagers voor ons, koks. afsneden,
waren lapjes van een lieve drie
honderd, vierhonderd kilo. Enorme
lapjes dus, afgesneden bij de
staart van het beestje. De smaak
zou je kunnen vergelijken met een
biefstuk van de haas. Béste
biefstuk dus."
Cor de Vries grinnikt. Er was
voor hem persoonlijk maar één
kleine handicap. Cor de Vries zelf
houdt niet van vis. „Dan is het dus
wel een raar idee. een stukje wal
vis in de pan. Verder vond nie
mand het raar, want we hadden
een bijna volledige bemanning van
visliefhebbers. Omdat het nu een
maal moest heb ik wel eens een
stukje meegeproefd. Heel zacht,
puur rood vle'es. Maar voor me
zelf: nee, ik heb er nooit aan kun
nen wennen. Ook niet aan snoek
of zo, dus het was niet alleen het
idéé..."
Die verse biefstuk was
waarschijnlijk wel welkom op de
Barendsz, met zijn voorraad provi
and voor een half jaar in de diep
vries?
KERSTKIPPEN
..Ha", zegt de heer De Vries,
„fout gezien. Ze vonden walvis
biefstuk lekkerdat is punt één.
Maar we hadden aan boord
pin me niet vast op duizend
kilo meer of minder een ton
havermout, 150 ton aardappelen,
ontzettende bergen sinaasappe
len, per man een kip, dat maakt
dus een dikke vierhonderdvoor
Kerstmis. Dat wil zeggen, met
Kerstmis kreeg de bemanning
een halve kip en de rest bleef
in de diepvries tot Pasen. Kre
gen ze de andere helft. Goed ge
regeld, nietwaar?"
Van de rest kaas. jam. brood
I (wit en bruin), melk, varkenskote-
Een warme traktatie op
een koude dag
letten, fl'essen wijn en tonnen
oedsel meer weet hij de hoe
veelheden zelfs bij benadering niet
meer te schatten. ..Ontzettend veel.
in ieder geval Toch moesten we
zuinig zijn. Niet omdat de zaak
dan te veel ging kosten, maar van-
ege de opslagruimte. En soms
moesten we op de heen- en terug
weg, daar zat dus een seizoen tus
sen, nog voedsel innemen in
Kaapstad. Gewoon, omdat we een
beetje krap kwamen te zitten en
we de jongens aan boord toch zo
veel mogelijk op de borden wilden
schuiven."
ÉÉN VAN DE VIJF
De heer De Vries is een van de
vijf koks op de ..Willem Barendsz"
geweest. Op deze mannen rustte
de taak iedere dag te koken voor
vierhonderd hongerige werkers
bijgestaan door vier koksmaatjes.
„Dat is heel iets anders dan spruit
jes koken voor vier personen met
een puddinkje toe." Mevrouw De|
slechts
KOK DE VRIES
bést* biefstuk
Vries vangt de bal en kaatst terug:
,Je hebt het zelf gekozen, dus
geen medelijden."
Kerstmis aan de Zuidpool.
Twaalf keer heeft hij het ver van
huis gevierd. Mevrouw De Vries:
„Eerst vond ik het een beetje ver
velend, maar je went eraan ook
dan alleen te zitten met de kinde-
TJOE LAAT IS HET? Een vraag die men zich vandaag de dag
zo vaak stelt, dat het veelal zelfs onbewust gebeurt. Of het
UT DE DIEPVRIES
De heer De Vries: „Aan de kerst
werd bij ons wel het een en ander
gedaan." Plotseling kwamen dan
de kerstbomen te voorschijn
voor iedere verdieping van de Ba
rendsz één uit de diepvriescel
len. Een wat vreemd idee, kerstbo
men uit de frigidaire. maar wie
voorbereidingen moet treffen voor
een compleet seizoen aan een Zuid
pool zonder kerstbomen en zonder
winkels waar gebraden kippen te
krijgen zijn voor het kerstmaal,
wordt uiterst vindingrijK.
In die kerstdagen stond kok Cor
de Vries met zijn chef en zijn
collega's dag in, dag uit in de keu
kens over pannen en potten gebo
gen. Aan de massale kerstviering
zelf heeft hij vrijwel nooit meege
daan. „Als je een hele dag in de
keuken hebt gestaan, wil je eigen
lijk maar één ding: rust en een
bed. Samen met een collega ging
ik dan naar de hut. we trokken de
deur dicht en gingen lezen, of
smyrna-tapijten knopen".
OP SEEEPTOEW
Hij heeft acht seizoenen gevaren
op het moederschip, vier seizoenen
op een van de „jagers", de schepen
met de harpoeniers aan boord.
„Dat waren de rauwdauwers on
der ons, met het lekkere noncha
lante leven. De Barendsz zelf had,
hoe noem je het, mte-er echte stijl."
„Als ik op een van de jagers in
mijn kooi lag, werd ik 's morgens
vroeg vaak wakker van de scho
ten. Een ruk aan het schip en dan
kon je er donder op zeggen dat er
weer zo'n visje aan de lijn zat.
Weet u dat die beesten een schip
kunnen voortsleuren met een snel
heid van twee mijl per uur?"
Het ergste wat hij zich uit zijn
twaalf seizoenen Zuidpool herin
nert een storm (windkracht
twaalf), terwijl hij op het moe
derschip Willem Barendsz zat.
„Nou kan die Barendsz tegen een
stootje, maar dit was verschrikke
lijk. Ooit met windkracht twaalf
op zee geweest? Ik wens het nie
mand toe."
TRIESTE REIS
Ook hij heeft de laatste Neder
landse reis van de drijvende
traan- en visfabriek meegemaakt.
„Het was wel een trieste reis. ie
dereen voeldte het einde. Ikzelf zat
er niet zo erg over in. Mijn zoons
werden groter en ouder en mijn
vrouw kon ze niet zo best jneer de
baas. Dus een baan aan de wal.
Het leek me trouwens wel".
Kennissen en familieleden van
hem hebben gezegd: Een baan aan
de wal, dat houdt Cor nooit uit.
Cor houdt het wel uit. Chef-kok in
een restaurant aan de wal, het be
valt hem uitstekend, zegt hij.
nu de zakenman is die zich afvraagt hoeveel minuten hij nog
vrij heeft voor de volgende afspraak, het halen van trein of
vliegtuig, of de huisvrouw die wil weten hoeveel tijd ze nog
over heeft vóór de kinderen van school thuiskomen. Het zijn
maar een paar voorbeelden. Hoe vaak een horloge wordt ge
raadpleegd merkt men pas goed, als dat horloge het laat afweten.
Juist daarom is het goed, om dat horloge waarop U steeds rekent, fin
de juiste behandeling te geven, zodat het U nimmer in de steek KERST"!!!
laat.
JJEN GOUDEN HEREN- EN DAMESHORLOGE dat zijn de
twee premies, die Albert Heijns Premie-van-de-Maand
Club deze maand introduceert. Het gouden herenhorloge ivordt
geleverd voor een clubprijs van f176, bestelnummer E 222.
Het dameshorloge voor 134, bestelnummer E 232. De ver
gelijkbare winkelwaarde van deze kwaliteitsuurwerken is
resp. 325 en 250. Van de club-prijzen dient f 52 in PMC-
cheques te worden voldaan.
De horloges zijn van Zwitsers fabrikaat, merk „Valruz". De
uurwerken zijn anti-magnetisch, shockproof, hebben een on
breekbare veer en onbreekbaar glas. Ze worden één jaar
gegarandeerd.
GOUDEN HERENHORLOGE
Dit heeft een 14-karaat gouden
kast van het klassieke vierkante
model met een 17-steens uur
werk. De gematteerde wijzer
plaat is goudkleurig. Afmetin
gen: 30 x 22 mm, dikte inclusief
glas bedraagt 7 mm. Het geheel
wordt gecompleteerd door een
fraaie krokodillederen band.
GOUDEN DAMESHORLOGE
Een 14-karaats gouden kast
van een zeer chic model be
schermt het 17-steens uurwerk.
De wijzerplaat is goudkleurig.
Een zwart lederen band siert
dit horloge van 16x22 mm.
m .m m t r~ r~
TVTATUURLIJK hangt dat in de
•L eerste plaats af van het soort
horloge. Vanzelfsprekend kiest u
by de aanschaf een werkelijk goed
horloge. Maar wel maakt het ver
schil of u een luxe of een sport-
uitvoering kiest. Beide zijn er voor
een juiste tijdaanwijzing, maar de
sporluitvoering kan nog een extra
stootje verdragen en is bijvoor
beeld ook waterdicht. Daarom zijn
deze modellen altijd wat dikker
en in z'n geheel ook wat forser.
De luxe modellen, die worden
gedragen buiten het werk of op
kantoor waarbij de kans op stoten
en krassen veel minder is, zjjn
sierlijker en daardoor fraaier. Maar
als gevolg daarvan bijvoorbeeld
niet waterdicht.
STEVIG OPWINDEN
Bij zo'n luxe horloge is de op
windknop kleiner, waardoor men
wel eens bang is om het horloge
goed op te winden, met als gevolg
dat het eerder stilstaat. Wind het
horloge gerust altijd stevig op,
maar neem het in de hand. Nooit
opwinden terwijl het nog om de
pols zit. Dan moet u het namelijk
in schuine stand aan de knop om
hoogtillen waarbij onnodig de op
windas een zijwaartse spanning
krijgt
Doet u 's avonds vóór het slapen
gaan uw horloge af. Leg het dan
niet op een koude glasplaat of mar
mer. Deze afkoeling is nadelig
voor het uurwerk en voor de olie.
Al die fijne radertjes, die steeds
even precies moeten lopen zijn ge
olied.
STEEDS CONTROLE
Om de paar jaar een horloge
laten schoonmaken en opnieuw
olieën is een punt, dat vaak wordt
vergeten. Er zijn parfucns en lo
tions, die olie ontleden. Door in
werking van zo'n parfum wordt
dan de olie dermate aangetast, dat
ze niet meer op de juiste wijze
smeert Het regelmatig laten con
troleren is vooral bij dameshorlo
ges daarom extra aan te bevelen
om slijtage te voorkomen.
Een horloge doet u vanzelfspre
kend af in het bad of onder de
douche, maar houdt luxe horlo-
bovendien buiten de badka
mer of douchecel. De damp van
het warme water slaat op uw hor
loge en vooral als u het daarna di
rect opwindt is er kans. dat er via
de opwindas vocht in het horloge
komt. Eén keer kan dat geen
kwaad, maar als het vaker ge
beurt, is roesten van onderdelen
het resultaat. Of u nu een horloge
van 1000 of van 100 gulden draagt,
maakt daarin geen verschil.
GOED GEBRUIKEN
Ook in de sport is de tijd belang
rijk, voor de scheidsrechter voor
het eindsignaal, voor de zeiler bij
de start enz. Het is begrijpelijk dat
bijvoorbeeld een glas dat steeds
aan temperatuurwisselingen is bloot
gesteld. zo in de brandende zon en
zo een golf wat^r er overheen, on
danks de hoge'eisen die er kwa
litatief aan worden gesteld, een
regelmatige controle nodig heeft.
Voorkomen is beter dan genezen.
Wil dit alles dan zeggen, dat we
voortaan ons horloge in een doosje
met watten bü ons moeten dra
gen Welnee, een goed uurwerk
is schokvrij om de haardunne as
jes te beschermen. Hiervoor is een
robijnen lagertje van de balans
verend opgehangen, waardoor bij
een schok of val de gehele balans
meevcert. Een horloge is er om te
gebruiken, doch ook om het goed
te gebruiken, daarom ons verhaal.
Tot slot wat interessante cijfers.
Het balansje van een dameshorloge,
zoals het PMC-model, heeft asjes
van 0.04 mm dik, dat wil zeggen
nog dunner dan een mensenhaar.
In een horloge wordt door de rus
teloze beweging van de spiraal en
het anker het balansje heen en
weer gevoerd met 21.306 tot 180.000
schommelingen per minuut, afhan
kelijk van de constructie.
Kaarsvet dat
op een meu
belstuk is gedropen, krabt u met
een stomp mes weg. Het meu
belstuk wordt daarna met een
wollen lap stevig opgewreven.
Bij dergelijke vlekken in meu->
bels mag nooit een of andere
vloeistof te pas komen.
Kaarsen uit
blazen geeft
meestal veel narigheid omdat
het gesmolten kaarsvet wegge
blazen wordt en op het tafel
kleed terecht komt. Een kaars
kan gemakkelijk worden ge
doofd door een paar druppels
water vanaf een lepel op de
vlam te laten vallen.
PIKZWART VLEES
Nog even, zegt hij grinnikend
terugdenkend aan het gekste geval
dat hij in de Zuidpool heeft meege
maakt. Er werden wel typische
Zuidpoolvogels geschoten, de naarr
vreet hij niet piracies meer.
„We hadden een hoge man aar
boord, de naam zal ik niet noe
men, die wilde zo'n ding bij on:
laten klaarmaken als diner. Goed
We braden die vogeL Wordt hele
maal zwart, pikkezwart dat vlees
Wij beraadslagen onder elkaar
wat moeten we daarmee. Enfin
we hebben een heel licht sausj<
gemaakt en dat over het gebraac
gegoten. Wij in onze rats zitten
want hoe zou dat vreemde geva
smaken? In angst en beven ben il
het gaan vragen. Laat de man m
overeind springen en uitroepen; II
heb van mijn leven nog nooit z<
voortreffelijk gegeten!"
Twaalf seizoenen met de „Wil
lem Barendsz" heel gelukkig!
jaren".
Advertentie
zuivere maiskiem-olie.
Deze goudgele, pure olie
is rijk aan meervoudig
onverzadigde vetzuren
(linolzuur), dus goed
voor een gezonde
bloedsomloop.
Bak, braad en kokkerel
met Mazola: gezond
èn... veel lekkerder!
Een DURYEA
produkt.
ZUIVE REÏMA1SKTÉH4UE
Hr_ ICVAT EEN HOOG H»CtNT»«=r~::