Echtpaar Van Utrecht-Cock weet er alles van
EEN WALVIS mjK^^m
is geen vis maar W WBE
HET KOPJE - VAN - 'T SEIZOEN
MORGEN GA
IK OPNIEUW!
ALLERHANDE
een echt zoogdier mr JÊ
OVERAL RONDNEUZEN
NIEUWTJES
In hele wereld
45 deskundigen
TWAALF JAAR TUSSEN
r DE IJSBERGEN, MAAR
DAG EN NACHT
WERKEN
Alles goud wat
er blinkt
Hoe het moet
Vc
Zes bliksem
snelle tips
Wat is
de brillemode?
IN BADHOEVEDORP wonen twee van 's werelds weinige wal
visdeskundigen, beiden doctor in de wiskunde en natuurweten
schappen, beiden ,,op de walvis gepromoveerd", beiden er dage
lijks intens mee bezig en beiden gehuwd met elkander. Maar
op het naambordje bij hun huisdeur staat eenvoudig:
W. L. VAX UTRECHT
1AE EERSTE ONTMOETING en
kennismaking was in „De Wal
vis" in Zaandam, waarbij we wer
den voorgesteld aan de heer en
mevrouw W. L van Utrecht.
„Leuk u hier te ontmoeten," zeg
je dan. „Hoe maakt u het?"
U zult ons de privékennismaking
wel niet kwalijk nemen: heel in de
verte hadden we ooit wel eens iets
over het echtpaar Van Utrecht ge
hoord, maar ja, wie ze waren en
wat ze deden, we wisten het niet.
Een mens kan tenslotte niet alles
weten. Maar bij die gelegenheid
spraken we af: goed. dan en dan
kom ik u opzoeken. En dat gebeur
de dan een paar dagen later op een
donkere, regenachtige avond in het
voor ons verre Badhoevedorp.
Een flat, vijf, zes trappen op en
een sobere voordeur. Die, open
gedaan, uitzicht gaf op een origi
nele harpoen, twee flens-
m essen, een vleeshaak, die
uit Japan bleek te komen en een
paar baleinen. We waren dus
goed.
In de hele wereld zijn er mis
schien 4045 mensen, die iets
van walvissen weten. Die er hnn
hele denk- en werkkracht aan
vangen van walvissen zou vol
slagen onmogelijk zijn, als wal
vissen vissen waren. Misschien
zouden we dan weten van hun
bestaan, maar we zouden nooit hun
traan, hun spek, hun vlees, hun
knookolie en nog zoveel andere
dingen te pakken hebben ge
kregen.
Maar dit merkwaardige zoog
dier, dat vroeger op het land heeft
geleefd als een hagedisachtig
wezen en later weer naar zee is
teruggekeerd en zich aan het water
heeft aangepast, heeft écn „lande
lyke" eigenschap overgehouden: af
toe moet het beestje adem
happen.
De kleinere soorten doen dat één
tot vier keer per minuut en kunnen
vier tot vijf minuten onder water
blijven, de grotere soorten venti
leren om de vijf tot tien minuten
en de potvis bijvoorbeeld heeft het
zover gebracht, dat hij wel een
uur onder water kan zitten.
Heerlijk vlees
Ze hebben het me allebei hart
grondig verzekerd, zowel de heer
als mevrouw Van Utrecht Ik moet
ze op hun woord geloven, want wal
visvlees heb ik nooit gegeten en
hoe het smaakt is voor mij een
geheim en voor hen een weet.
_,0 ja," zegt mevrouw Van
Utrecht vol overtuiging, „vers
walvissenvlees is minstens zo
lekker als het beste varkens- of
rundvlees. Het is ook écht vléés.
Geen vis, als u dat misschien
denkt. Het kwam herhaaldelijk
voor, dat iemand op het lemdek
een stuk uitsneed en het braadde
en lekker oppeuzelde. De ver
halen, dat het tranig zou sma
ken, zijn onzin. Het smaakt in
derdaad voortreffelijk. De Jap
pen jagen al eeuwen op wal
vissen in hoofdzaak ter wille van
hel vlees. Niet eens zozeer om
de traan of het spek. Het is een
voudig belachelijk, dat het kost
bare vlees nu gebruikt wordt
als veevoer of zoals in Engeland
voor honden en katten."
haar proefschrift gewijd aan de
leeftijdbepaling en de voortplan
ting van de vrouwelijke vinvissen,
de „fin whales" zoals haar
proefschrift, dat in het Engels ge
steld is, zegt en ze heeft er speciale
aandacht in besteed aan de balein
structuur en de ovariën. Maar in
ons gesprek blijven alle balein
curven, ovulaties, groeiperioden
en corpora albicantia rusten en ze
praat over het leven aan boord,
over de onderzoekingen, die ze ge
daan heeft, over de taak van haar
man en over de vele redenen tot
vrolijkheid, die de dagen op de
„Willem Barendsz" opleverden.
Potjes en flesjes
Proefschrift
Mevrouw Van Utrecht heeft één
keer een stukje thuisreis aan boord
van de „Willem Barendsz" meege
maakt. Van Kaapstad af huistoe, en
ze wordt één zonnige glimlach als
ze er nog aan terugdenkt. Ze heeft
wijden. Van dat kleine aantal
wonen er drie in Nederland. Het
zün prof. dr. E. J. Slij
per te Amsterdam, dr.
W. L. van Utrecht en d r.
C. N. van Utrecht-Cock,
beiden te Badhoevedorp.
Ter zake
Maar, lieve help, wat heet „ter
zake" als het over zoölogie gaat.
over walvissen, over tochten met
de „Willem Bardendsz"? Dr. W. L.
van Utrecht, die in Tiel geboren
is. in Utrecht heeft gestudeerd en
eind juni van dit jaar in Amster
dam gepromoveerd is, bleek a
tijdens zijn studiejaren bij de wal
vis te zijn blijven hangen. Waar
om? Omdat er zo weinig van be
kend is, omdat het zo'n boeiend
onderwerp is, en omdat hij al in
1952 deel is gaan uitmaken van
de Werkgroep W alvisonderzoek
T.N.O., de Nederlandse Organisatie
voor Natuurwetenschappelijk On
derzoek.
100.000 meldingen
Hoe kwam Nederland aan die
Werkgroep Walvisonderzoek? Heel
eenvoudig. Volgens een internatio
nale overeenkomst moest elk land,
dat aan walvisvangst deed, onder
zoekingen verrichten en gegevens
verzamelen. Daar heeft onder an
dere onze gehele Nederlandse koop
vaardij vijf jaar lang aan deelge
nomen.
Overal waar een schip een walvis
zag opduiken, moesten de gegevens
ervan zo nauwkeurig mogelijk wor
den doorgegeven: de grootte, de
vorm. de kleur, de plaats, waar het
dier gesignaleerd was enzovoort. In
die vijf jaar zijn er zo'n kleine
100.000 meldingen binnengekomen
en het is uit deze en andere ge
gevens, dat de Werkgroep Walvis-
onderzoek zich een beeld heeft kun
nen vormen van de plaats waar de
meeste walvissen voorkomen, van
de verschuivingen van hun woon
gebied en van tientallen andere
zaken meer.
Veel vraagtekens
Voor een leek is het verbluffend
te constateren, hoeveel men ener
zijds van walvissen weet en hoe
weinig anderzijds. Leven ze
„kudden"? vraag ik. Het antwoord
blijft uit. Blijven de ouders bij hun
.iongen? Men weet het niet. Ster
ven ze uit? Ik krijg te horen, dat
er in de tropen nog redelyke aan
tallen voorkomen, en dat de uit
dunning in de Antarctische wate
ren mogelijk een tijdelijk verschijn
scl is
Hoe kan het ook anders?
Je kunt een walvis niet be
naderen. Je kunt ze niet in hun
eigen leefmilieu opzoeken
rustig bestuderen. Het enige, dat
je kunt doen, i.-? ze harpoeneren
en aan boord van een schip trek
ken en dan ontleden.
Het ene jaar vaart een walvis
vaarder uit en vangt er elk half
uur een. dag en nacht door. drie
vier maanden lang. Het volgende
jaar ligt hij in hetzelfde gebied en
vangt er geen.
In de twintiger jaren, toen de
catchers nog met steenkool wer
den gestookt, bestond de techniek
van het vangen in het besluipen
van de dieren, voornamelijk buit-
ruggen. De bult rug is een
b a I e i n w a 1 v i s, die zo'n vijftien
meter lang is en langzaam in zijn
bewegingen. De catchers waren
toen ook nog langzaam en liepen
hoogstens negen knopen. Geleide
lijk aan is de snelheid van deze
schepen opgevoerd via stoom en
olie tot ongeveer twintig knopen
en daarmee is ook de vanetechniek
veranderd. Het werd mogelijk om
de grotere soorten walvis aan de
haak te slaan: de gewone vin
vissen, die 20—24 meter halen,
en de blauwe vinvissen,
knapen tot dertig meter. Dit zijn
allemaal baleinwalvissen.
Er bestaan echter ook tand
walvissen, waarvan de potvis
er een is. De potvis meet zo'n
1«>12 meter lengte. De bruin-
v i s hoort ook tot deze soort
maar is commercieel weinig inte
ressant
Vroeger op 't land i
n L J ver*elt, dat elke gedode
Heel die activiteit van het binnen 33 uiir verwerkt moest zi
Ze halen diverse herinneringen
op. Aan een staflid, dat de ge
woonte had, om diverse helpers
voor hun extra diensten met een
borrel te belonen, een borrel, die
hij bewaarde in flessen, waarin
een bekend schoonmaakmiddel had
gezeten. Op een gegeven moment
komen er vier bemanningsleden
aan zijn hut kloppen na bewezen
dienst. De reden, waarom ze een
uur daarna allemaal rijp waren
voor het ziekenrapport bleek
achteraf. In de voorraad van de
schenker kwamen ook flessen
voor waarin het schoonmaak
middel nog volop aanwezig was.
Het is met dergelijke dingen net
zoiets als met gebeurtenissen uit
militaire dienet. Degenen, die het
hebben beleefd, kunnen er jaren
lang met genoegen aan terug
denken en zo is het ook met het
echtpaar Van Utrecht gesteld.
De vele maanden, diat dr. Van
Utrecht gevaren heeft, hebben hem
niet alleen veel geleerd over de
walvis maar ook over de mens. En
uit wat hij vertelt krijgen we niet
de indruk, dat zijn nautische jaren
tot de somberste van zijn leven
hebben behoord, integendeel.
Allerlei preparaten, walvisdelen
en dergelijke worden voor het
Zoölogisch Laboratorium van de
universiteit van Amsterdam be
waard in koelruimten in Umuiden.
Maar de Van Utrechts hebben thuis
toch ook een hele verzameling van
van alles en nog wat: flesjes traan,
spermaceti, spermolie en amber.
„Ruikt u maar eens", zegt dr.
Van Utrecht en hij houdt me een
klein flesje voor, waarin bruine,
harde stukken zitten, die iets weg-
hebben van oude turf.
Het is amber, dat eeuwenlang
een wondermiddel geweest is tegen
allerlei kwalen en dat door de adel
werd meegedragen in gouden of
zilveren bolletjes. Amber komt uit
de darmen ran de potvis vandaan
en kostte vroeger duizenden gul
dens per kilo. De amber ontstaat
vermoedelijk als een gevolg van
ziekte. Het wordt vooral in de
reukstoffenindustrie gebruikt en in
het Verre Oosten nog steeds als
versterkend en opwekkend middel
ingenomen. Men vindt het op bijna
alle wereldzeeën in klompen van
één pond tot tien kilo, maar soms
zelfs in brokken van twintig kilo
en meer.
Daardoor komen we te sproken
over maag-inhouden en hij laat
me foto's zien van de ongelooflijke
hoeveelheden krill (een kleine
kreeftachtige garnaal), die soms
op de „Willem Barendsz" bij het
uitsnijden van een walvis te voor
schijn kwamen, hoeveelheden tot
wel 1500 liter toe. De foto's blijkt
hij zelf genomen te hebben en ik
verbaas me erover, dat de kwali
teit ervan meer dan professio
neel is.
„Och", zegt zijn vrouw, „hij heeft
altijd voor veel dingen belangstel
ling igehad. Kijkt u maar, daar staat
z'n apperatuur." Ergens op de grond
in een hoek van de kamer ontdek
ik een filmcamera, fotocamera's,
flitsapparaat en een reeks tassen.
Keurig naast elkaar v(M>r een
boekenkast, die tot1 aan hérVlafond
vol zit.
T^N DIT IS JUNIOR. De oudste van de drie." Na tien woorden
van kennismaking blijkt de jongere editie van het gezins
hoofd stuurman op de grote vaart te zijn en ik vraag dus: ben ik
m een zeemansfamilie terechtgekomen? Maar dat is toch niet het
geval, verzekert me de heer C. Spronk. Ik ben hem gaan op
zoeken, omdat hij twaalf jaar lang chef produktie is geweest
op de „Willem Barendsz" en in die tijd alle reizen heeft mee
gemaakt We schuiven huiselijk btf elkaar: de heer Spronk, zijn
echtgenote en hun drie kinderen en het blijkt al gauw, dat de
walvis", om een dwaze beeldspraak te gebruiken, zijn stempel 'op
het hele gezin heeft gezet.
1~\AT VALT OOK te verwachten
E' als de heer des huizes twaalf
jaar achtereen zeven maanden per
jaar rondzwalkt tussen de ijsber
gen en de kusten van het Zuid
poolgebied. Hij is de chef geweest
Aan een heel legertje eerste en
tweede kokers, van eerste en
tweede separator-mannen, van
eerste en tweede handlangers,
aangevuld met assistenten en poet
sers: daarboven nog twee voorlie
den en daarachter heel die techni
sche apparatuur kookketels,
olie-afseheiders, verzameltanks,
schoon-olietanks koelers en la
dingtanks die er nu eenmaal
nodig is, als je walvisvangst be
drijft.
Het vangen van walvissen is al
een inspannende bezigheid, maar
het verwerken van de vangst is
ook geen sinecure. Want hoe ging
dat?
,Rr waren dagen, dat ze met
de regelmaat van een klok bin
nenkwamen," zegt de heer
Spronk, „maar het gebeurde
ook, dat de eerste pas tegen een
uur of vijf 's middags op het
lemdek lag. En de ene keer ving
men weken aan één stuk, en dan
plotseling was er in veertien
dagen niet één te ontdekken. Ei-
viel nooit op te rekenen. Vaste
werktijdenwerkschema's, ge
regelde uurindeling komen er
bij de walvisvangst niet aan te
pas. Als er goed gevangen werd
was je soms 24 uur in touw.
Misschien kunt u zich voorstel
len, hoe verschrikkelijk we ge
lachen hebben, toen een van de
officieren op een morgen in zo'n
hurry-tijd uit z'n hut stapte,
zich uitrekte en zei: ..Nou.
vandaag neem ik een snipper
dag!" Natuurlijk had je nooit
vrij of vakantie en het grapje
klonk zo absurd, dat ik nog
moet lachen als ik eraan terug
denk"
„Walvispap''
Deze „verAverkingsplicht" was van
overheidswege voorgeschreven; de
redenen ervan zijn ook voor een
leek begrijpelijk. Negentien kook
ketels stonden de chef produktie
daartoe ter beschikking. Onder een
druk van 3Vz tot 4 atmosfeer wer
den het vlees of het spek met de
benodigde hoeveelheid water, die
al naargelang de inhoud twee tot
vijf kubieke meter bedroeg, ge
stoomd tot een substantie, die een
leek „walvispap" zou noemen.
Van de kookketels ging het ma
teriaal naar de zo geheten olie-
afseheiders, vandaar naar verza
meltanks. waarna het de zuive
ringsinstallatie passeerde. Hier
stonden tien purifiërs opgesteld,
die een capaciteit hadden van 3^
ton per uur. Dan kAA'am de traan
in de schoon-olietanks. waar ze
altijd nog een temperatuur had
\'an rond 100 graden, werd vervol
gens gekoeld en daarna opgesla
gen.
Hellend schip
Hij denkt er nog met veel genoe
gen aan terug, de heer Spronk.
Dat is duidelijk merkbaar. Zijn
twaalf walvisjaren zijn kennelijk
gelukkige jaren geweest. Het was
natuurlijk hard werken, maar
blijkbaar heeft hij toch \reel gezel
ligheid, collegialiteit en arbeids
vreugde gekend. Hij laat een dik
foto-album zien. dat van al deze
elementen sprekende getuigenissen
bergt. En hij vertelt diverse er
varingen, van dingen, die een bij
zondere indruk op hem hebben
gemaakt, van gebeurtenissen, waar
van hij getuige is geweest.
Achteraf moet hij nog lachen
als hij terugdenkt aan de eerste
reis die hij met het nieuwe schip
gemaakt heeft.
Het had geen kiemwielen",
zegt hij. ,JDie zijn er later pas
onder aangebracht. Maar de bou
wers van het schip gingen er
van uit, dat ze onder zo'n enor
me drijvende bak niet nodig
waren en dat de „Willem
Barendsz" stabiel genoeg zou
zijn. Nou, als het slecht weer
was, helde het schip 57 graden
over stuurboord en 57 graden
over bakboord! Ik herinner me
nog. dat we eens zo'n schuiver
maakten we zaten toen op 51
graden Zuiderbreedte ergens in
de buurt van een eilandje dat
f de staartstroppen zelfs aan het
"róllen gingen."
Wandelende vaten
Op de foto's had ik deze staart-
stroppen zien liggen. Ze worden
gebruikt om de vis aan boord te
slepen en men kan zich wel voor
stellen. dat het enorm zware haken
zijn. „Op dergelijke momenten ging
alles, wat niet muurvast zat. aan
de haal. We hebben het een keer
meegemaakt, dat zelfs de loogva-
ten begonnen te wandelen en daar
begin je niet veel tegen, zo zwaar
als die zijn. We hebben er toen
zoutzakken, of beter gezegd zak
ken met zout, die we bij ons had
den, tussen gesmeten om de boel
een beetje te stabiliseren, tot het
ergste voorbij was".
Over het algemeen was de stem
ming aan boord heel plezierig, be
halve wanneer er niets gevangen
werd. En hoe langer de vangst uit
bleef. des te langer werden alle ge
zichten. Iedereen op enkelingen
na zoals de dokter bijvoorbeeld
kreeg boven zijn gage een toeslag
uitbetaald, die in direct verband
stond met de omvang van de vang
sten en u kunt zich dus voorstel
den, dat menigeen prikkelbaar werd
als er tien, twaalf dagen niets ge
vangen werd.
Het maximum
Andersom steeg het algemene
enthousiasme met sprongen, wan
neer de vangst overvloedig was.
Een dag hebben we eens. ik weet
het nog goed, een topproduktie ge
haald van 4610 barrels, maar dat
was dan ook wel het maximum,
dat we ooit gehaald hebben".
Tot 31 december 1965 is de heer
Spronk op de „Willem Barendsz'
gebleven. Hij had er nu nog graag
gezeten maar de nieuwe eigenaren
bx Zuid-Afrika hebben anders be
schikt. „O, ik zou morgen opnieuw
willen", zegt hij als ik hem ernaar
vraag. En zijn echtgenote beves
tigt het. „Hij heeft het altijd graag
gedaan, want hij houdt van ziin
werk."
Een jaar lang heeft de heer
Spronk een soortgelijke functie als
PP de „Willem Barendsz" in een
bedrijf hier in Nederland aan de
wal uitgeoefend, doch dit werk
houdt dezer dagen op. Hij heeft
nog geen nieuwe werkkring
Maar hij heeft goede hoop dat dat
niet lang zal duren.
IN DE COSMETISCHE mode
is het witte kopje eruit.
De make-up die de indruk
moest wekken dat de draag
ster ervan fwaar ziek was
en, bij het eerste nachtvorstje,
zeker te gronde zou gaan,
wordt niet meer toegepast.
Met andere woorden: de
tragische kopjes-met-het-
lange-haar dóen het niet
meer.
Nu is het zaak om een zachte,
lieflijke straling te tonen; de
vrouw moet zo'n beetje zo door-
gloeid zijn „alsof zü verliefd is"
(zeggen de cosmetische mensen)
„het moet zijn (zeggen ze) alsof
zij verwachtingsvol, in een
goedverwarmd vertrek wacht
op zijn komst en nu zijn voet
stap in de gang hoort."
Kijk eens aan! Dus u weet
het: zo moet u eruitzien. En dat
dan, al naar gelang de leeftijd,
in meer of mindere mate geac
centueerd. Het is zo: jonge
vrouwen (en meisjes) bena
drukken het oog heel duidelijk:
daar zijn allerlei middelen en
aanwijzingen voor. Dat bena
drukken van het oog moet wél
met beleid geschieden daar an
ders de indruk ontstaat van
„enge brandogies". Of van lich
telijk ontstoken ogies. En dat is
niet mooi.
Bij dat dichterhaar (lang is
voor jonge mensen mode, ja)
dus krachtig geaccentueerde
ogen èn een ferm aangezette
mond. Want ook die pipse zie-
kenhuismond is geheel uit de
mode. Voorbij zijn de dagen van
de jonge vrouwen die, in trein,
bus. tram en elders, zo in-ziek
om zich heen keken met witte
lippen van de narigheid (zo
leek het althans) dat de toe
schouwer er maar bedrukt bij
stond, hopend dat ze het niet
ter plaatse zou begeven.
De mond. goede vrouwen,
jong en oud. wordt ferm aan
gezet. Dat wil nu weer niet
zeggen dat we de rubberbekjes
uit de jaren vóór en na de laat
ste oorlog terug gaan krijgen,
maar wél dat we een soort na
tuurlijke tint zien gloeien op de
lippen. En dat is prettig. En
wat moet er verder met het ge
zicht gebeuren? Dat wordt, heel
zacht-stralend. opgemaakt met
een simpele foundation-crème en
een doorzichtig goudglan
zend poeder.
TIET IS ALLES goud wat er
blinkt in de wintermode der
cosmetica. De grote bedrijven
hebben voor die maquillage de
mooiste namen bedacht.
D r P a y o t noemt de win
termode „Verleiding" en J e a n-
ne Gatineau spreekt over
„Age d'Or" ofwel „Gouden
eeuw." En Harriet Hub
bard Ayer noemt de goud
glanzende mode „Scarabee",
naar de goudglanzende heilige
kever der oude Egyptische fa
rao's: Arden spreekt van
„Sweet Angel" en dit bedrijf
doet dat naar aanleiding van de
fraaie renaissance-schilderijen
uit de Italiaanse school, waarop
fraaie vrouwspersonen, met een
tedere gouden teint, tevoor
schijn komen in gezelschap van
kunstige engelen.
Coryse Salomé spreekt
van ..Winterroos" (dit omdat,
behalve het goudglansje, ook
een stralend roze een rol speelt):
O r 1 a n e bedacht twee namen
voor de twee grondtinten van
de mode: „Hoogspanning" (dat
is wel duidelijk: een roze tin-
tenspel) en „Rozenhout" waarin
roze èn goud de hoofdrollen
spelen.
rvE WENKBRAUWLIJN is na-
•L' tuurlijk; de wenkbrauw
wordt, vanaf de neus, iets ver
breed (iets!) om vervolgens, op
driekwart lengte, tamelijk plot
seling af te breken en te ver
smallen. De ooglijn wordt ge
markeerd met een fijn streepje
eyeliner (hier ziet men de gou
den eyeliner van bijv. Hubbard
Ayer toepassen). Daarboven
wordt de oogschaduw opge
bracht.
Dr. Payot brengt „Ombre
Douce" (Zachte schadmv) en
eist dat deze kleurt bij de iris
van het oog. Deze schaduw
waaiert uit boven de eyeliner
CCHEMATISCHE voorstelling van do modieuze maquillage voor komend
J (en dil) seizoen: het haar is gekapt volgens de „ligne Colombine".
Harriet Hubbard Ayer heelt dit schema ontworpen op haar wintermaquil-
lage „Scarabee".
a) natuurlijk wenkbrauwen
b) driehoekige schaduw in oogpiooi,
uitwaaierend naar buiten
c) eyeliner vlak boven wimper; goud
glanzend
d) dichter haar (lang is mode voor
jonge mensen
e) wimpers dikker maken met mas
cara (of valse wimpers)
f) doorzichtige teint (enigszins ge
tinte basiscrème gebruiken)
daarover dan tedere poeder die
straling verleent.
g) duidelijke aangezette lippen; de
omtrek van de bovenlip wit aan
zetten.
EEN MET schoonheidsmiddelen van
Orlane opgemaakt gezichtje, dat
duidelijk laat zien dat de ogen veel
aandacht krijgen; ook de lippen wor
den duidelijk gemarkeerd. Voor de
dag-opmaak adviseert Orlane de
make-up „Haute Tension" ofwel
„Hoogspanning", een levendige, ko-
pertonige maquillage.
(zie de plaat hierby) naar bui
ten en verloopt in de donkere
schaduw in de plooi van het
ooglid. Men kan wit toepassen,
blauw, grijs, groen, bruin oog
en alles met een glinsterig ka
rakter. of van zilver, of van pa
relmoer of van goud.
Dr. Payot levert deze „om
bre" in wit met glinstertjes,
grijs, groen en groen met glin
stertjes. En dan nog dit: naar
de ooghoek toe dient men een
veegje wit te plaatsen; dat ver
groot het oog.
En nog Iets: op de binnenkant
van het onderste ooglid moet
|>E OGEN worden krachtig geaccen-
tueerd in de mode van de op
maak. Men maakt daarbij gebruik
van valse wimpers. Hier ziet men de
toepassing van wimpers die zo ge
raffineerd zijn gemaakt dat ze niet
als vals zijn te herkennen. Voor dage
lijks gebruik is dat voorwaarde. Het
zijn „Spy-Eyes" (van Eylure). Ook
het Engelse merk Furls" vervaardigt
net-echte valse wimpers die het oog,
zonder dat men de valsheid kan
waarnemen, aanmerkelijk flatteren.
OOR keukenprinsessen (en
-prinsen)
1. Suiker is een spccery en
men kan er zyn sauzen heerlijk
mee op smaak brengen; te veel
schaadt.
2. Doe eens een tuiltje ro-
semarijn in het binnenste van
uw gevogelte. Rosemarijn is een
accentuerend kruidje en geeft
het vlees een heerlijk aroma.
3. Perziken uit het blik kan
men als versgeplukt laten sma
ken als men ze éven blancheert
op de volgende wijze: het blik
in een pannetje legen: de in
houd vervolgens mengen met
enkele drup pe ls azijn,
éven laten opkoken en laten af
koelen.
4. Overgebleven rijst: een
stukje gehakte ui in een koffie
lepel boter laten smoren, wat
kruiderijen, een paar eetlepels
soep-uit-'t-envelopje en dat alles
mengen op smaak. Het geheel
nu opwarmen.
5. Knoflook wel vaak
maar Ingetogen» gebruiken.
Wie bang is voor zijn knoflook-
bezoedelde adem kan feilloos
baat vinden bij het kauwen van
een paar steeltjes peterselie.
Ook daar is het de groente die
het hem doet!
men. op het meestal onbegroei
de stukje ooglid tussen laatste
wimperhaar en ooghoek (bij de
neus dus), een klein wit lijntje
aanbrengen; ook dat accen
tueert het oog heel flatteus.
Het gezicht wordt vervolgens
doorzichtig-stralend opgemaakt
zonder sprekende kleurelemen-
ten (dus geen rode konen of
popperondjes op de jukbeende
ren); wèl gebruik maken, bij
pipse uren, van de prachtige
brush on's die tegenwoordig de
oude rouge-methodiek hebben
vervangen. Men make daarbij
gebruik van die tedere nieuwe
poedersoorten die als een
waasje met een kwast opgelegd
worden.
Dat gebeurt natuurlijk op een
modieuze, prettige basiscrème;
er zijn er talloze (neem eens
Guerlains „Crème de jour na
turelle": of „Tayane" van Pa
yot; of „Base Ultra Fine" van
Ayer: of de „Crème Vestale"
van Orlane. Zoals spreekt zijn
er nog eel meer merken, die
fraaie, modieuze basis-make-ups
tot stand weten te brengen.
Er zijn duurdere soorten en
goedkopere: elk echter streeft
ernaar eenzelfde effect te be
reiken: een nieuw, mo
dieus koppie. De een (I n-
v i t e doet het met. hoofdzake
lijk, parelmoereffecten en va.-
rieert op cyclamenrood en te-
derroze (en dat met een mooi-
uitgebalanceerd palet lipsticks
en nagellakken): de ander
'Coryse Salomé) met de
tinten „Barbare" en „Tendre",
hetgeen duidt op de twee duide
lijke „lijnen" waarvan de een
stevig-purperachtig rood is, de
ander tederroze; de derde laat
zilverachtige glanzen ofwel fros
ty of vorstachtige glinsteringen
optreden (Mary Quant).
Als bekend: de ogen kunnen
niet alleen met de vele masca
ra's die In de handel zyn, wor
den gemarkeerd, maar ook (bij
speciale gelegenheden) met
valse wimpers.
Er zijn ér prachtige zoals die
van Eylure. een Ameri
kaans bedrijf dat door twee En
gelse gebroeders (oud-RAF-
vliegers) is opgezet en de „H e 1-
lo Dolly-wimpers" levert
alsmede de fraaie „S p y -
eye s"; verder moet genoemd
worden het merk „F u r 1 s",
dat ook prachtig vals wimper-
werk verricht. In allerlei prij
zen en lengtes en diktes en
kleuren. En soms versierd met
glinstersteentjes. Of echte dia
manten. Maar dan worden ze
duur!
Eylure levert bij twee valse
wimpers (van echt bont) zes
echte steentjes (die men zelf
aan kan brengen A'oor een
feestavond) voor 1500 dollar.
Dat loopt dan meteen op! Maar
het hóeft beslist niet.
Men doet er het beste aan
dit te bedenken: fris wassen,
een verantwoorde foundation-
crème; wefnig en dan nog door
zichtige poeder en veel aan
dacht voor ogen en mond! En
dat alles in een zachte herfs
tige goudglans!
Voor mej. en mevr. Bril
DE damesbril (aldus hw
de „Stichting Oog en Bri]
verklaard) kenmerkt zich dr«
amandelvormige lijnen, is aki
rond en vloeiend en toont
kij kruim te (de glazen zijn grt
ter van oppervlak dan vo»
heen).
Wat de monturen aac.
gaat: wordt steeds meer gebruü
gemaakt van doublé demo-
ten en hele doublé montur^
De combinatie doublé-cellui^
komt veel voor. Ook de co-
binatie gekleurd-kleurloos, "j
dat geval is de bovenzijde \~j
de bril gekleurd en de onde-
zijde doorzichtig (en onei.
kleurd).
Welke kleuren zijn mode'
Voor damesmonturen (dus).
Havana van licht tot don
ker. een bruin-palet dus en eq
schakering van pasteltinten.
De smalle modellen zijn ik
heel uit de mode: het glas mor,
als gezegd, amandelvormig *j
tot rond toe.
De veren (de oorstukker.i
worden laag aangezet aan <b
schijf (het glas); ongeveer o
driekwart hoogte van de schii
Er is weinig of geen versietn
meer te vinden op het montuur
Voor mijnheer Bril
T~\E herenbril wordt hot.
kiger (in tegenstelling
die van de dames die immen
vloeiend van lijn is); de bril
maakt een stevige, mannelijb
indruk. Ook hier veel doubit
monturen (voor wie dat gotj
staat tenminste). Voorts ooi
hier bruintinten als modekleur
(havana) en tevens schildpad
De herenbril is donkerder dan
het damesmodel. Geen versie,
ringen!
Weg vlinder!
Voor uitgaansuren word!
vaak een speciale bril gebruik;
Mode is nu een bril die tame
lijk vloeiend van lijn is; de
vlindermodellen met de zware
versieringen zijn geheel ver
dwenen. Ofschoon de brillej
nog wel versierd zijn, zijn ze
gematigder dan voorheen in da
opzicht. Dat geldt ook voor de
fantasiemodellen die gedraga
mogen worden tijdens feeste
lijke uren; de stijl is kalmer.
Veel toepassing (ook hier!) vai
doublé monturen of elemental
Wat de heer aangaat: het
is niet algemeen bekend, mag;
bij een smoking of een rok etc
moet een bril met doublé
montuur worden gedragen. 0!
althans een bril die celluloid!
met doublé combineert.
De kinderbril
U\E kinderbril wordt
vervaardigd om allerlei
„spanningen" te kunnen \Areer-
staan: zo'n bril moet drie tot
viermaal sterker zijn dan die i
van een volwassene. Meestal ge
bruikt men daarom doublé ah
basis en dat in combinatie met
celluloid.
Ook hier een mode: ovale
meisjesbrillen; carrévormige ste
vige jongensmodellen. De groep
van 9 tot 13 wil een montuur
(dat is gebleken) dat óf geheel
van doublé-materiaal óf van
celluloid is gemaakt. De wenk-
brauwlijn wordt ook hier ge
accentueerd.
Voor een kind kieze men wei
nig-kleurige modellen: te veel
kleur schaadt het uiterlijk. Veel
gevraagd zijn roodbruin en
blauw. Voor teenagers: nog
steeds toepassing van de don
kere glazen.
K-ERST-AIjLERHANDE
DECEMBER