Handel in Kevertje Plop komt op uw<| AH-koffie-uurtje
talen
HET POPULAIREi
NOZEMPJE UIT
SOEST
ADVIEZEN -
NI EU wr
;\v
Ml*
De heer jansma „heeft"
Goed Bekeken
INTERNATIONALE RODE KRUIS - 100 JAAR
Tijdelijk gratis''---)
dikke stofdoek
...bij Pledge!...-
Autowassen
PL?
SUCCES VAN SPECIALIST:
DE WERELD
WORDT
KLEINER
[Maar geen'
I Baby-
j Ionische
spraak-
ver-
I
^warring
Voor wie een taal wil leren
P. W. Russel
cm
Een eeuw barmhartigheid
temidden van wapengeweld
JOHNSON STWAX NEDERLAND N.V
ALLERHANDE
SEPTEMBER 195,
vijfenzestig talen en dat is
heel wat. Het is echter maar wei
nig in vergelijking met de onge
veer 3200 talen die er op de wereld
worden gesproken. Maar dat wil
niet zeggen, dat de heer H.
Jansma, die vlak bij het Am
sterdamse Concertgebouw een
„speciaalzaak" heeft in talen,
niet alles zal doen wat in zijn
macht ligt om juist die 3200ste taal
te leveren, als iemand er naar
vraagt.
Een taal kan, in welke vorm dan
ook, geleverd worden. In de vorm
van een grammofooncursus, een
grammatica-boek, een woorden
lijst, een door een missionaris sa
mengesteld leerboek of een sim
pel „aanwjjsboekje" voor toeris
ten.
1JOE IK MET DIT WERK
11 begonnen ben? Ik zat al ja
renlang als vertegenwoordiger
van uitgeverijen in de boeken",
zegt de heer Jansma. Maar ik
wilde een eigen zaak. En ver
der wilde ik me specialiseren.
Aanvankelijk dachten mijn
vrouw en ik aan een specialisa
tie in het kinderboek. Het werd
echter een talenhandel. Inter-
taal heet ons bedrijf."
Intertaal is gevestigd in de Van
Baerlestraat en het bestaat uit een
verbouwde suite van één der fer
me huizen die men daar eens
bouwde; het is er licht en rustig
en de wanden zijn bezet met'
schappen vol boeken. Er is ook een
afluistertafel aanwezig, want vele
cursussen die Intertaal kan leve
ren zijn vastgelegd op de gram
mofoonplaat. Intertaal heeft tach
tig percent van alle taalcursussen
die er op de wereld zijn op de
plaat.
Toerisme stimuleert
„Het komt erop neer", zo
vertelt de heer Jansma verder
„dat uSij (we werken hier met
z'n drieën: mijn vrouw, een as
sistente en ik) proberen te vul
doen aan elk verlangen dat op
taalgebied gesteld wordt. En
dat zijn zo nu en dan wel eens
moeilijk te vervullen verlan
gens.
Er blijkt behoefte te bestaan
aan een talenhandel en dat is
te begrijpen. De internationale
verbindingen worden steeds
hechter en de aardbol steeds
kleiner. Er is een voortdurend
groter wordende uitwisseling
van arbeidskrachten en dat be
tekent allemaal dat steeds
meer mensen een of andere taal
moeten gaan leren.
En dan is er natuurlijk het
toerisme. Dat stimuleert de be
langstelling voor talen enorm.
Als u weet dat we, voor heel op
pervlakkig toeristisch gebruik
al een cursus op grammofoon
plaat verkopen alleen de mo
derne talen dus waardoor 300
veel voorkomende zegswijzen
en zinnetjes kunnen worden ge
leerd en dat die nog geen acht
gulden kost, dan ziet u wel dat
grammofooncursussen lang niet
alle even duur en even langdu
rig hoeven te zijn.
Zo'n cursusje, van Langen-
scheidt, het oudste grammofoon-
studiebedrijf, dat al in 1904, met
wasrolcursussen begon, is voor
wie niet de tijd of de lust heeft
een hem geheel vreemde taal
volledig te bestuderen, een
prachtige oplossing. Niet alleen
leert hij de voor het oppervlak
kige toerisme nodige simpele
vraagjes heel gemakkelijk en
werkelijk „al spelend" of
stofafnemend als het een huis
vrouw betreft maar ook
krijgt hij een diepe, duidelijke
indruk van de klank van de
taal."
Volledige cursussen
Dat is. wat de grammofoon aan
gaat, bij de heer Jansma de een
voudigste en goedkoopste cursus;
er zijn grotere die al een heel
eind verder in de taal onderwij
zen en er zijn volledige cursussen
van 275 bijv. voor mensen
die een taal studeren. Zul
ke cursussen raadt de heer Jans-
ma toeristische belangstellenden
nooit aan: die kunnen zich het
best redden met een ..tussenmaat
je" of, als ze de taal al enigs
zins kennen, met een doodgewoon
boekje of schriftelijk cursusje.
Trouwens: zo'n grote cursus eist
heel wat van de student: elke dag
toch zeker een half uur luisteren
(méér niet. adviseert de heer
Jansma altijd) en verder natuur
lijk de bijbehorende studieboeken
en oefenboeken doorwerken.
V
tfEU*"
-MS*:
Kevertje Plop wordt de nieuwe favoriet van
de jonge jeugd. Een sprankelend manneke dat
grootse avonturen beleeft in zijn eigen boek:
'De zeven wonderdaden van Kevertje Plop',
geschreven door Jean (Paulus de Boskabouter)
Dulieu. Heel eenvoudig kunt u uw kroost met dit
verrukkelijke boek verrassen.
Spaarzegel op elk pak of blik AH-koffie
Spaar zes zegels waarvan er telkens ééri op elk
pak of blik AHrkoffie voorkomt. Plak die zegels
op een gratis in de AH-winkel verkrijgbare spaar
kaart en lever deze kaart met bijbetaling van slechts
f2.50 in bij uw AH-winkel. U kunt uw'Kevertje
Plop'(winkelwaarde 7.50) dan direct meenemen.
Er zijn 9 soorten AH-koffie
Daaruit kiest u altijd de koffie naar uw smaak,
pittig, vol en rijk van smaak. Heerlijk aromatisch. U
hebt de keus uit knappende grote-bonen-koffie in
pak (4 smaken!) of precisie-gemalen vacuumkoffie
in aroma verzegelend vacuum blik. waarbij Perla dc
Colombia, de beste koffie ter wereld.
slechts zes
koffie-spaarzegels bent
dit leuke boek rijk.
„Maar heel mooi voor de
mensen die een zekere taalont
wikkeling hebben en die zich
iets ruimer willen kunnen
uiten", zo zegt de heer Jans
ma, „is bijv. de Langenscheidt
(tussencursus) van f 54. Die
vergt niet zo'n verschrikkelijke
studie en biedt toch werkelijk
de volledige taal en dat tot een
omvang van 600 woorden. Wat
veel is als u weet dat de ge
wone dagelijkse taal eigenlijk
vaak niet meer dan 300 woor
den omvat! Wat het Russisch
aangaat is zo'n Langenscheidt- duidelijk plezier de vele puzzels,
cursus nog goedkoper; dan is die gesteld worden, oplost.
men al voor 42.50 onder dak in
het Kremlin of zo."
Ingenieurs komen vaak bij In
tertaal met heel moeilijke wen
sen; zeker nu Afrika, waar men
talen spreekt waarvan een Euro
peaan zelfs nog nooit gehoord
heeft steeds wijder ontsloten
wordt. De heer Jansma moet dan
wel eens merkwaardige moeilijk
heden overwinnen. Zo bereikte
hem eens het verzoek om de
taal der Foelbeys. Dat klinkt nog
al eenvoudig; een Afrikaanse taal,
dus dat moet te vinden zijn. Maar
het enkelvoud van Foelbeys luidt
Peul. Dus één Foelbey wordt Peul
genoemd. Zijn taal kan dus heel
gemakkelijk ook de Peul-taal
worden genoemd. Maar dat is niet
het geval: de taal van de Foel
beys, de Peultaai dus is Ful-
fulde! Zie, en ga daar dan maai
eens even aanstaan! De heer Jans
ma heeft voor dit alles zijn des
kundige relaties aan universiteit
en consulaat, ambassade en v^aar
verder al niet, maar het is des
ondanks vaak niet eenvoudig. Zo
vergt het werk van Intertaal
anderhalf jaar geleden opgericht
een geheel eigen techniek van
onderzoek en improvisatietalent.
Daarom ook dat het drietal, dat
Intertaal drijft, zulk een fijn ge
varieerd werk heeft en met zulk
fJIJ WAS NOG GEEN VIERENTWINTIG en het ivas honger-
winter. De Amsterdamse straat ivas smal en hij had geen
werk meer bij het Concertgebouworkest uaar hij violist was.
Doe wat, teken wat, want zo kom je de dagen niet door", zei
n vrouw en hij tekende. Kleine kereltjes, soms wat haaiig,
soms ontroerend. Eén kreeg een wat hoger voorhoofd en nogal
zware wenkbrauwen en hij leeft noghet is Paulus de
Boskabouter.
De man die Paulus het leven gaf en nu voor Albert
Hejjn het nieuwe boek van Kevertje Plop heeft geschre
door
talen speuren
ken; dat gebeurt allemaal al
schrijvende en soms staat hij er
zelf ook van te kijken.
„Overal put je inspiratie uit,
soms is het moeilijk, soms erg
.gemakkelijk. Mijn vrouw, de
ven, woont niet meer in Amsterdam en hjj heet ook niet kinderen en ikzelf we zijn
meer Jan van Oort. In Soest kunt u hem vinden, in een eigenlijk helemaal met Paulus
wit huis met een rieten dak en hij nam de letterlijke ver-1 ver9foeid."
taling van zijn naam, zodat de mensen nu brieven schre
ven aan: de heer Jean Dulieu.
Tussen stof
Hoe word je Boskabouter?
Dat is niet zo moeilijk. Je moet
een baas hebben die een nogal
kuiverige haardos draagt, een
snor en een bril, die vier kin
deren heeft, bijzonder gastvrij
is, filtersigaretten rookt, van
brokjes jonge kaas houdt en
over een klein koetshuisje be
schikt. Dan kan het allemaal.
De moeilijkheid is alleen
zo'n „baas" te vinden.
geschreven, daar werden tekenin
gen en aquarellen gemaakt. Neen
viool speelt hij er niet meer. „Mu
ziek moet je goed doen of niet en
goed doen betekent bijhouden."
En Paulus?
|§i Maar Paulus de Boskabouter
is dat gelukt. Hij vond Jean Du
lieu en die ..maakt" hem nu, in
dat kleine koetshuis. Want Paulus
ziet niet telkens opnieuw het le
venslicht in dat witte huis met rie
ten dak, daar in Soest, Weineen,
iets verder, niet veel, maar toch
iets. Daar ja, tussen dat hoge
groen, waar de wind de takken
doet ruisen en waar de regen
druppels nog per stuk op de bla
deren te beluisteren zijn een
klein stukje van dat witte huis
af. waar een dun laagje stof over
alles ligt daar „woont" Pau
lus.
„Och, eens is hij natuurlijk
uitgepraat, maar het gaat soms
zo vreemd. Een geluid of een
gebaar is al voldoende voor het
volgende avontuur van de Bos
kabouter. En is er eens een be
zorgde moeder die schrijft dat
haar dochtertje niet kon slapen
om omc*at de heks Eucalypta zo
naar deed, dan stoot Eucalypta
de volgende keer eens stevig
haar neus en dan slaapt dat
meisje ook weer."
Jean Dulieu weet nooit tevoren
wat Paulus precies gaat meema-
Alleen kinderen die na^r Pau
lus luisteren? De post wijst an
ders uit. Een hele sectie solda
ten wendde zich zwart op wit tot
de Boskabouter. „Men leeft ont
zettend mee, met name de twin
tigjarigen."
Ja, toen Paulus z'n mutsje had
verloren, kwamen er uit het hele
land mutsen per post; alle denk
bare maten want iedereen heeft
zo z'n eigen voorstelling van de
bosfiguur. En toen Paulus een
keer geen tabak meer voor zijn
minuscule pijpje had, kwamen de
pakjes tabak bij Jean Dulieu bin
nen „voor Paulus".
Soms vinden de volwassenen
dat Paulus een beetje snel
spreekt. Nooit komt die „klacht"
van kinderen die de kabouter bij
zonder goed kunnen volgen.
Brieven, brieven en kaarten.
Van oudere heren die laten we
ten dat ze genieten, van kinde
ren, van moeders, van zomaar-
DULIEU MÉT PAULUS
Dulieu voor de microfoon: Paulus „gaat de lucht in".
meneren -die dikwijls zeggen dat
„hun zoontje" het allemaal ge
weldig vindt, maar tussen de re
gels door is duidelijk te merken
dat papa zelf geen uitzending
overslaat.
O, hoe Paulus de Boskabouter
er uitziet?
Ook dat is in het koetshuis it
Soest aan de weet te komen,
want Paulus ligt met de andert
helden in een la, bovenop
tuurlijk. Een rood hesje, een bre
de ceintuur met een glimmende
gesp, een hemelsblauw broekje e:
rode sok-schoentjes.
Iemand heeft eens gezegd: ,,Ali
het Paulus niet was zou men her-
best een nozempje kunnen
men."
J)E HEER JANSMA over wiens unieke, specialistische
bedrijf Intertaal in bijstaand artikel een en ander
wordt verteld, geeft hieronder enkele tips voor mensen
die een taal willen gaan leren door middel van bijv. een
grammofooncursus.
1. Neem geen te grote cur
sus. Wie. gesteund door de
kennis van enkele andere ta
len en het middelbaar onder
wijs, prettig „thuis" wil raken
in een vreemd land. bijv. als
toerist, die doet er het ver
standigst aan, een „tussencur
sus" te nemen. Die kan men
„aan" bij de gewone dagtaak
en de tv-avondjes.
2. Luister, ook bij een „gro
te" cursus, nooit langer
dan een half uur.
BRUINE DROP
OP EN TOP
FIJNE DROP!
ALTIJD SCHONE TANDEN
3. Denk eens aan de zoge
naamde „passieve" metho
de. Ervan uitgaande. dat
eerst bestudeerd is wat het
onderwerp van de plaat is.
kan men die rustig laten
draaien terwijl men met de
huishouding, knutselen 'zonder
lawaai) of iets anders bezig is.
Op die manier gaat het wezen
van de taal, de klank, als het
ware leven en absorbeert men
haar „als vanzelf".
4. Ook mensen die niet ver
der zijn gekomen dan la
ger onderwijs, kunnen heel
prettig een taal leren. Zij moe
ten dan natuurlijk niet begin
nen met een grote cursus. In
de praktijk heeft men niet zo
héél veel woorden nodig: men
kan zich al heel gauw behel
pen met wat vaste zinnetjes,
waarop men kan voortbouwen.
5. De juiste methode is:
langzaam rustig
opbouwen. Men moet dat
gene wat men studeert, eerst
„kunnen dromen", voor ver
der te gaan. Dat verdergaan
wordt juist dan veel gemakke
lijker. En dan vooral: eerst le
zen waar de plaat over gaat.
6. Tegenwoordig leert men
een „grammofoon-taal"
vaak in clubverband. Dat geeft
zelfvertrouwen en het doet een
soort conversatie ontstaan;
voorts corrigeert men elkaar.
7. De uitspraakpla-
t e n zijn van het grootste be
lang. Zij behandelen niets an
ders dan de klank van de taal,
het geluid, de keelligging en
dergelijke en zij vormen, voor
elke taalcursus, een eerste
voorwaarde.
Er heerst een sfeer van die
ren en van bossen, van verf, pen
selen. poppen en vuistbijlen. Nou
ja. vuistbijlen! Jean Dulieu be
drijft met groot enthousiasme
de archeologie. Bij Zwolle heeft
hij gegraven. En gevonden heeft
hij er ook: resten van de trech-
terbekercultuur. In Frankrijk
heeft hij ook gezocht en voor
werpen uit de tijd van de Nean
derthalers meegebracht. En een
werkelijke vuistbijl heeft hij ook
van zo'n, schrik niet, zeven
tigduizend jaar terug.
Er zijn mensen die con
stateerden: Jean Dulieu is
een veelzijdig mens. Dat is
net zo'n waarheid als de
stelling: een koe geeft melk.
Maar Jean Dulieu is veel
meer: hij is een dubbele
kunstenaar. Een gewone en
een levens-, als u me kunt
volgen.
Hij is correspondent van de
Rijksdienst voor oudheidkundig
bodemonderzoek en hij werd op
13 april 1921 in Amsterdam ge
boren. Hij is bezeten van Italië
en haalde op z'n negentiende het
einddiploma Amsterdams conser
vatorium. Hij maakte Paulus de
Boskabouter en hij maakte aqua
rellen. Hij tekende bijna vierdui*
zend Paulussen in stripvorm voor
een krant en hij heeft meer dan
vierhonderd Paulus-uitzendin-
gen voor de radio gehad. Hij
heeft een piano om zich heen
en vazen bloemen. Zijn oudste
dochter heet Dorinde en is zeven
tien, Annelies een jaar jonger,
Piet is veertien en Francesco
tien.
En hij schreef een boek over
Franciscus van Assisië. Dat kwam
uit toen Francesco werd geboren,
zo ongeveer en Jean Dulieu zei
toen:
„Franciscus hield van dieren,
misschien trok hij me daarom
zo aan. want ik ben niet katho
liek; Italië is een heerlijk land,
wie weet ga ik er nog wel eens
wonen."
Eén met kabouter
Daar, in dat kleine koetshuis
in Soest, avontuurt Paulus de
Boskabouter „onder leiding" van
Jean Dulieu. Daar ook werden
de meeste van zijn twaalf boeken
J?R IS EEN grote self-service
zaak in Nederland, die
nooit reclame maakt, die nooit
advertenties plaatst met voor
deelkoopjes, die nooit bonnen
uitdeelt voor premies. Toch is
het een geweldig bedrijf, waar
elke maand duizenden worden
omgezet. De winkel is niet elke
dag open, maar als het publiek
binnen mag, is het een geroeze
moes van belang. Opmerkelijk
is het, dat het alleen maar da
mes zijn, die inkopen komen
doen in de welbekende wagen
tjes. Ze drentelen langs de stel
lages, bekijken dan dit, dan dat.
Knikken even goedkeurend met
het hoofd en laten dan de goe
deren in het wagentje vallen.
Verder maar weer, een pond
van dit, een meter van dat, tien
stuks van zus en vijftien stren
gen van zo.
Het is de welfare-winkel van
het Rode Kruis. Winkel is mis
schien geen goed woord. Officieel
staat de zelfbedieningszaak te-
boek als welfare-magazijn van het
Nederlandsche Roode Kruis. Op
gezette tijden komen dames uit
alle windhoeken van het land naar
Den Haag om daar hun materia
len te kopen, die ze later weer
distribueren aan langdurig zieken
of invaliden. Welfare-werksters en
welfarevrijwilligsters heten die
dames.
Wat is Welfare?
Welfare? Wat is dat. Een defi
nitie geven van het welfarewerk
is niet gemakkelijk. Men zou kun
nen zeggen: het stimuleren en
activeren van die validiteit, die de
zieke nog bezit, door middel van
creatieve arbeid. Dat is voor de
één het maken van een schemer
lampje voor de voorkamer, voor
de ander een mozaïektafeltje voor
zijn dochter, voor weer een ander
het borduren van een ontbijtlaken
voor de uitzet van een kleindoch
ter. De mogelijkheden zijn schier
onbeperkt. Door middel van het
Rode Kruis wordt de patiënt zich
weer bewust van zijn validiteit.
Het Rode Kruis Is in de pen de
laatste tijd. Geen wonder, het In-
tenationale Rode Kruis bestaat
dan ook honderd jaar. Een eeuw
„inter anna caritas", „barm
hartigheid te midden van het
wapengeweld". Hoe is het moge
lijk „wapengeweld" te combineren
met een zo vredelievende instel
ling als het Rode Kruis? Toch is
het niet zo verwonderlijk, als
men de geschiedenisboeken van
het Rode Kruis er op naslaat.
Henry Dunant
24 juni 1859. Met vette letters is
dit jaartal in de historie geschre
ven. Op de heuvels van het Itali
aanse land bij Solferino en Cas-
tiglione vechten de legers van de
Italiaanse koning Victor Emanu
el II en keizer Napoleon III tegen
die van de keizer van Oostenrijk.
Het wordt een bloedige slag. met
als droeve „prijs" 40.000 doden en
gewonden. Een Zwitsers zaken
man uit Genève, Jean Henry Du
nant, is getuige geweest van
deze slag. Toen de kruitdampen
nog maar nauwelijks waren opge
trokken, liep hij met de vrouwen
en meisjes uit de omgeving het
slagveld op om de gewonden zo
goed en zo kwaad als het ging te
verzorgen. Vriend en vijand werd
even liefderijk geholpen. Tijdens
die toch min of meer primitieve
hulpverlening werd bij Dunant de
gedachte geboren: het oprichten
van „hulpmaatschappijen ter ver
lening van hulp aan gewonde
krijgslieden". Die hulpmaatschap
pijen wérden opgericht, ze zijn
uitgegroeid tot wat men nu noemt
het Rode Kruis, met meer dan
honderd aangesloten landen.
Zondag 1 september jl. werd
het eeuwfeest plechtig herdacht.
Hoezeer de Zwitserse regering
het nut van het Rode Kruis inziet,
blijkt wel uit de mededeling van
de president van Zwitserland tij
dens een plechtige ceremonie. De
president deelde nl. mee. dat
zijn land het Rode Kruis een
nieuw gebouw zal schenken, dat
de naam van „Henry Dunant"
gaat krijgen.
Niet alleen 1 september was
een herdenkingsdag. Het gehele
jaar 1963 was een aaneenschake
ling van plechtigheden, vergade
ringen, congressen en lezingen
Een van de belangrijkste eeuw
feestmanifestaties was wel de
opening van de Internationale
Rode-Kruistentoonstelling in Ge
nève op 15 augustus. Vele aange
sloten landen hebben een inzen
ding verzorgd.
Maquette
Ook Nederland behoorde tot die
vele. Van onze zijde is o.a. de
maquette van het Henry-Dunant-
huis in Zeist gestuurd cfm de be
zoekers van de expositie de mo
gelijkheden van vakantiehouden
door gehandicapten te tonen. In
het Dunanthuis immers komen
veertien weken per jaar elke
week 36 invaliden van een vakan
tie genieten. Ze doen dat precies
als elke andere vakantieganger,
met wandelingen, spelletjes, ex
cursies, ontspanning.
Ook is naar Genève gegaan ei
verkleind model van het hospi
taalschip van het Nederlandsche
Roode Kruis „J. Henry Dunant".
Nog" eon jubileum
Doelbewust heeft de Eeuw
feestcommissie van het Interna
tionale Rode Kruis er naar ge
streefd om het grote pubM
voor te lichten over de werk
zaamheden van het Rode
Kruis. Als in Genéve de fees
telijkheden weer allemaal ach
ter de rug zijn maakt Neder
land zich op om in 1967 het
eigen eeuwfeest te vieren. Dan
bestaat namelijk het Nederland
sche Roode Kruis honderd jaar.
Evenals dit jaar ter gelegen
heid van het eeuwfeest van het
Internationale Rode Kruis, wor
den ook dan speciale Rode-
Kruispostzegels uitgegeven
door de P.T.T. met een kleine
toeslag voor het Rode Kruis..
Een toepasselijk cadeau
een grote, zachte stofdoek
van le kwaliteit gratis
bij Pledge!
Pledge maakt schoon, glanst
en beschermt terwijl u
afstoftmetéén 1
Slechts f 3.95
per grote spuitbus.
(Vervolg van pag. 1)
zo nu en dan ook aan een beurtje
toe. De bodem kan het eenvou
digst zandvrij worden gemaakt
met een stofzuiger, die het vuil
uit alle hoeken en gaten haalt,
Voor het verwijderen van vlek
ken op de bekleding is het dien
stig eerst na te gaan of het mid
del, dat men hiervoor wil gebrui
ken, geen kringen nalaat of
bekleding aantast. Voor leer
plastic kan men goed gebruik
maken van FR-reiniger.
En tenslotte....
Nu we, al lezende, de auto
van binnen en van buiten als
nieuw hebben gemaakt kunnen
we in één moeite nog even de
noodzakelijke spullen voor pech-
onderweg inspecteren. Hoe staat
het met de sleepkabel? Zijn de
batterijen voor de noodlamp, die
naar achteren een rood flikker
licht geeft en naar voren een
bundel wit licht, nog goed? Ligt
het ijskrabbertje dat in de af
gelopen winter zoveel onschat
bare diensten heeft bewezen)
nog in het handschoenenkastje?
En ligt daar ook nog de anti-
condensdoek (of tube)? En waar
is de fluorescerende gevaren
driehoek (in enkele buitenlandse
staten verplicht)? Is alles com
pleet? Dan kunt u wat dit be
treft met een gerust hart de
weg op!