Handel in Kevertje Plop komt op uw<| AH-koffie-uurtje talen HET POPULAIREi NOZEMPJE UIT SOEST ADVIEZEN - NI EU wr ;\v Ml* De heer jansma „heeft" Goed Bekeken INTERNATIONALE RODE KRUIS - 100 JAAR Tijdelijk gratis''---) dikke stofdoek ...bij Pledge!...- Autowassen PL? SUCCES VAN SPECIALIST: DE WERELD WORDT KLEINER [Maar geen' I Baby- j Ionische spraak- ver- I ^warring Voor wie een taal wil leren P. W. Russel cm Een eeuw barmhartigheid temidden van wapengeweld JOHNSON STWAX NEDERLAND N.V ALLERHANDE SEPTEMBER 195, vijfenzestig talen en dat is heel wat. Het is echter maar wei nig in vergelijking met de onge veer 3200 talen die er op de wereld worden gesproken. Maar dat wil niet zeggen, dat de heer H. Jansma, die vlak bij het Am sterdamse Concertgebouw een „speciaalzaak" heeft in talen, niet alles zal doen wat in zijn macht ligt om juist die 3200ste taal te leveren, als iemand er naar vraagt. Een taal kan, in welke vorm dan ook, geleverd worden. In de vorm van een grammofooncursus, een grammatica-boek, een woorden lijst, een door een missionaris sa mengesteld leerboek of een sim pel „aanwjjsboekje" voor toeris ten. 1JOE IK MET DIT WERK 11 begonnen ben? Ik zat al ja renlang als vertegenwoordiger van uitgeverijen in de boeken", zegt de heer Jansma. Maar ik wilde een eigen zaak. En ver der wilde ik me specialiseren. Aanvankelijk dachten mijn vrouw en ik aan een specialisa tie in het kinderboek. Het werd echter een talenhandel. Inter- taal heet ons bedrijf." Intertaal is gevestigd in de Van Baerlestraat en het bestaat uit een verbouwde suite van één der fer me huizen die men daar eens bouwde; het is er licht en rustig en de wanden zijn bezet met' schappen vol boeken. Er is ook een afluistertafel aanwezig, want vele cursussen die Intertaal kan leve ren zijn vastgelegd op de gram mofoonplaat. Intertaal heeft tach tig percent van alle taalcursussen die er op de wereld zijn op de plaat. Toerisme stimuleert „Het komt erop neer", zo vertelt de heer Jansma verder „dat uSij (we werken hier met z'n drieën: mijn vrouw, een as sistente en ik) proberen te vul doen aan elk verlangen dat op taalgebied gesteld wordt. En dat zijn zo nu en dan wel eens moeilijk te vervullen verlan gens. Er blijkt behoefte te bestaan aan een talenhandel en dat is te begrijpen. De internationale verbindingen worden steeds hechter en de aardbol steeds kleiner. Er is een voortdurend groter wordende uitwisseling van arbeidskrachten en dat be tekent allemaal dat steeds meer mensen een of andere taal moeten gaan leren. En dan is er natuurlijk het toerisme. Dat stimuleert de be langstelling voor talen enorm. Als u weet dat we, voor heel op pervlakkig toeristisch gebruik al een cursus op grammofoon plaat verkopen alleen de mo derne talen dus waardoor 300 veel voorkomende zegswijzen en zinnetjes kunnen worden ge leerd en dat die nog geen acht gulden kost, dan ziet u wel dat grammofooncursussen lang niet alle even duur en even langdu rig hoeven te zijn. Zo'n cursusje, van Langen- scheidt, het oudste grammofoon- studiebedrijf, dat al in 1904, met wasrolcursussen begon, is voor wie niet de tijd of de lust heeft een hem geheel vreemde taal volledig te bestuderen, een prachtige oplossing. Niet alleen leert hij de voor het oppervlak kige toerisme nodige simpele vraagjes heel gemakkelijk en werkelijk „al spelend" of stofafnemend als het een huis vrouw betreft maar ook krijgt hij een diepe, duidelijke indruk van de klank van de taal." Volledige cursussen Dat is. wat de grammofoon aan gaat, bij de heer Jansma de een voudigste en goedkoopste cursus; er zijn grotere die al een heel eind verder in de taal onderwij zen en er zijn volledige cursussen van 275 bijv. voor mensen die een taal studeren. Zul ke cursussen raadt de heer Jans- ma toeristische belangstellenden nooit aan: die kunnen zich het best redden met een ..tussenmaat je" of, als ze de taal al enigs zins kennen, met een doodgewoon boekje of schriftelijk cursusje. Trouwens: zo'n grote cursus eist heel wat van de student: elke dag toch zeker een half uur luisteren (méér niet. adviseert de heer Jansma altijd) en verder natuur lijk de bijbehorende studieboeken en oefenboeken doorwerken. V tfEU*" -MS*: Kevertje Plop wordt de nieuwe favoriet van de jonge jeugd. Een sprankelend manneke dat grootse avonturen beleeft in zijn eigen boek: 'De zeven wonderdaden van Kevertje Plop', geschreven door Jean (Paulus de Boskabouter) Dulieu. Heel eenvoudig kunt u uw kroost met dit verrukkelijke boek verrassen. Spaarzegel op elk pak of blik AH-koffie Spaar zes zegels waarvan er telkens ééri op elk pak of blik AHrkoffie voorkomt. Plak die zegels op een gratis in de AH-winkel verkrijgbare spaar kaart en lever deze kaart met bijbetaling van slechts f2.50 in bij uw AH-winkel. U kunt uw'Kevertje Plop'(winkelwaarde 7.50) dan direct meenemen. Er zijn 9 soorten AH-koffie Daaruit kiest u altijd de koffie naar uw smaak, pittig, vol en rijk van smaak. Heerlijk aromatisch. U hebt de keus uit knappende grote-bonen-koffie in pak (4 smaken!) of precisie-gemalen vacuumkoffie in aroma verzegelend vacuum blik. waarbij Perla dc Colombia, de beste koffie ter wereld. slechts zes koffie-spaarzegels bent dit leuke boek rijk. „Maar heel mooi voor de mensen die een zekere taalont wikkeling hebben en die zich iets ruimer willen kunnen uiten", zo zegt de heer Jans ma, „is bijv. de Langenscheidt (tussencursus) van f 54. Die vergt niet zo'n verschrikkelijke studie en biedt toch werkelijk de volledige taal en dat tot een omvang van 600 woorden. Wat veel is als u weet dat de ge wone dagelijkse taal eigenlijk vaak niet meer dan 300 woor den omvat! Wat het Russisch aangaat is zo'n Langenscheidt- duidelijk plezier de vele puzzels, cursus nog goedkoper; dan is die gesteld worden, oplost. men al voor 42.50 onder dak in het Kremlin of zo." Ingenieurs komen vaak bij In tertaal met heel moeilijke wen sen; zeker nu Afrika, waar men talen spreekt waarvan een Euro peaan zelfs nog nooit gehoord heeft steeds wijder ontsloten wordt. De heer Jansma moet dan wel eens merkwaardige moeilijk heden overwinnen. Zo bereikte hem eens het verzoek om de taal der Foelbeys. Dat klinkt nog al eenvoudig; een Afrikaanse taal, dus dat moet te vinden zijn. Maar het enkelvoud van Foelbeys luidt Peul. Dus één Foelbey wordt Peul genoemd. Zijn taal kan dus heel gemakkelijk ook de Peul-taal worden genoemd. Maar dat is niet het geval: de taal van de Foel beys, de Peultaai dus is Ful- fulde! Zie, en ga daar dan maai eens even aanstaan! De heer Jans ma heeft voor dit alles zijn des kundige relaties aan universiteit en consulaat, ambassade en v^aar verder al niet, maar het is des ondanks vaak niet eenvoudig. Zo vergt het werk van Intertaal anderhalf jaar geleden opgericht een geheel eigen techniek van onderzoek en improvisatietalent. Daarom ook dat het drietal, dat Intertaal drijft, zulk een fijn ge varieerd werk heeft en met zulk fJIJ WAS NOG GEEN VIERENTWINTIG en het ivas honger- winter. De Amsterdamse straat ivas smal en hij had geen werk meer bij het Concertgebouworkest uaar hij violist was. Doe wat, teken wat, want zo kom je de dagen niet door", zei n vrouw en hij tekende. Kleine kereltjes, soms wat haaiig, soms ontroerend. Eén kreeg een wat hoger voorhoofd en nogal zware wenkbrauwen en hij leeft noghet is Paulus de Boskabouter. De man die Paulus het leven gaf en nu voor Albert Hejjn het nieuwe boek van Kevertje Plop heeft geschre door talen speuren ken; dat gebeurt allemaal al schrijvende en soms staat hij er zelf ook van te kijken. „Overal put je inspiratie uit, soms is het moeilijk, soms erg .gemakkelijk. Mijn vrouw, de ven, woont niet meer in Amsterdam en hjj heet ook niet kinderen en ikzelf we zijn meer Jan van Oort. In Soest kunt u hem vinden, in een eigenlijk helemaal met Paulus wit huis met een rieten dak en hij nam de letterlijke ver-1 ver9foeid." taling van zijn naam, zodat de mensen nu brieven schre ven aan: de heer Jean Dulieu. Tussen stof Hoe word je Boskabouter? Dat is niet zo moeilijk. Je moet een baas hebben die een nogal kuiverige haardos draagt, een snor en een bril, die vier kin deren heeft, bijzonder gastvrij is, filtersigaretten rookt, van brokjes jonge kaas houdt en over een klein koetshuisje be schikt. Dan kan het allemaal. De moeilijkheid is alleen zo'n „baas" te vinden. geschreven, daar werden tekenin gen en aquarellen gemaakt. Neen viool speelt hij er niet meer. „Mu ziek moet je goed doen of niet en goed doen betekent bijhouden." En Paulus? |§i Maar Paulus de Boskabouter is dat gelukt. Hij vond Jean Du lieu en die ..maakt" hem nu, in dat kleine koetshuis. Want Paulus ziet niet telkens opnieuw het le venslicht in dat witte huis met rie ten dak, daar in Soest, Weineen, iets verder, niet veel, maar toch iets. Daar ja, tussen dat hoge groen, waar de wind de takken doet ruisen en waar de regen druppels nog per stuk op de bla deren te beluisteren zijn een klein stukje van dat witte huis af. waar een dun laagje stof over alles ligt daar „woont" Pau lus. „Och, eens is hij natuurlijk uitgepraat, maar het gaat soms zo vreemd. Een geluid of een gebaar is al voldoende voor het volgende avontuur van de Bos kabouter. En is er eens een be zorgde moeder die schrijft dat haar dochtertje niet kon slapen om omc*at de heks Eucalypta zo naar deed, dan stoot Eucalypta de volgende keer eens stevig haar neus en dan slaapt dat meisje ook weer." Jean Dulieu weet nooit tevoren wat Paulus precies gaat meema- Alleen kinderen die na^r Pau lus luisteren? De post wijst an ders uit. Een hele sectie solda ten wendde zich zwart op wit tot de Boskabouter. „Men leeft ont zettend mee, met name de twin tigjarigen." Ja, toen Paulus z'n mutsje had verloren, kwamen er uit het hele land mutsen per post; alle denk bare maten want iedereen heeft zo z'n eigen voorstelling van de bosfiguur. En toen Paulus een keer geen tabak meer voor zijn minuscule pijpje had, kwamen de pakjes tabak bij Jean Dulieu bin nen „voor Paulus". Soms vinden de volwassenen dat Paulus een beetje snel spreekt. Nooit komt die „klacht" van kinderen die de kabouter bij zonder goed kunnen volgen. Brieven, brieven en kaarten. Van oudere heren die laten we ten dat ze genieten, van kinde ren, van moeders, van zomaar- DULIEU MÉT PAULUS Dulieu voor de microfoon: Paulus „gaat de lucht in". meneren -die dikwijls zeggen dat „hun zoontje" het allemaal ge weldig vindt, maar tussen de re gels door is duidelijk te merken dat papa zelf geen uitzending overslaat. O, hoe Paulus de Boskabouter er uitziet? Ook dat is in het koetshuis it Soest aan de weet te komen, want Paulus ligt met de andert helden in een la, bovenop tuurlijk. Een rood hesje, een bre de ceintuur met een glimmende gesp, een hemelsblauw broekje e: rode sok-schoentjes. Iemand heeft eens gezegd: ,,Ali het Paulus niet was zou men her- best een nozempje kunnen men." J)E HEER JANSMA over wiens unieke, specialistische bedrijf Intertaal in bijstaand artikel een en ander wordt verteld, geeft hieronder enkele tips voor mensen die een taal willen gaan leren door middel van bijv. een grammofooncursus. 1. Neem geen te grote cur sus. Wie. gesteund door de kennis van enkele andere ta len en het middelbaar onder wijs, prettig „thuis" wil raken in een vreemd land. bijv. als toerist, die doet er het ver standigst aan, een „tussencur sus" te nemen. Die kan men „aan" bij de gewone dagtaak en de tv-avondjes. 2. Luister, ook bij een „gro te" cursus, nooit langer dan een half uur. BRUINE DROP OP EN TOP FIJNE DROP! ALTIJD SCHONE TANDEN 3. Denk eens aan de zoge naamde „passieve" metho de. Ervan uitgaande. dat eerst bestudeerd is wat het onderwerp van de plaat is. kan men die rustig laten draaien terwijl men met de huishouding, knutselen 'zonder lawaai) of iets anders bezig is. Op die manier gaat het wezen van de taal, de klank, als het ware leven en absorbeert men haar „als vanzelf". 4. Ook mensen die niet ver der zijn gekomen dan la ger onderwijs, kunnen heel prettig een taal leren. Zij moe ten dan natuurlijk niet begin nen met een grote cursus. In de praktijk heeft men niet zo héél veel woorden nodig: men kan zich al heel gauw behel pen met wat vaste zinnetjes, waarop men kan voortbouwen. 5. De juiste methode is: langzaam rustig opbouwen. Men moet dat gene wat men studeert, eerst „kunnen dromen", voor ver der te gaan. Dat verdergaan wordt juist dan veel gemakke lijker. En dan vooral: eerst le zen waar de plaat over gaat. 6. Tegenwoordig leert men een „grammofoon-taal" vaak in clubverband. Dat geeft zelfvertrouwen en het doet een soort conversatie ontstaan; voorts corrigeert men elkaar. 7. De uitspraakpla- t e n zijn van het grootste be lang. Zij behandelen niets an ders dan de klank van de taal, het geluid, de keelligging en dergelijke en zij vormen, voor elke taalcursus, een eerste voorwaarde. Er heerst een sfeer van die ren en van bossen, van verf, pen selen. poppen en vuistbijlen. Nou ja. vuistbijlen! Jean Dulieu be drijft met groot enthousiasme de archeologie. Bij Zwolle heeft hij gegraven. En gevonden heeft hij er ook: resten van de trech- terbekercultuur. In Frankrijk heeft hij ook gezocht en voor werpen uit de tijd van de Nean derthalers meegebracht. En een werkelijke vuistbijl heeft hij ook van zo'n, schrik niet, zeven tigduizend jaar terug. Er zijn mensen die con stateerden: Jean Dulieu is een veelzijdig mens. Dat is net zo'n waarheid als de stelling: een koe geeft melk. Maar Jean Dulieu is veel meer: hij is een dubbele kunstenaar. Een gewone en een levens-, als u me kunt volgen. Hij is correspondent van de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek en hij werd op 13 april 1921 in Amsterdam ge boren. Hij is bezeten van Italië en haalde op z'n negentiende het einddiploma Amsterdams conser vatorium. Hij maakte Paulus de Boskabouter en hij maakte aqua rellen. Hij tekende bijna vierdui* zend Paulussen in stripvorm voor een krant en hij heeft meer dan vierhonderd Paulus-uitzendin- gen voor de radio gehad. Hij heeft een piano om zich heen en vazen bloemen. Zijn oudste dochter heet Dorinde en is zeven tien, Annelies een jaar jonger, Piet is veertien en Francesco tien. En hij schreef een boek over Franciscus van Assisië. Dat kwam uit toen Francesco werd geboren, zo ongeveer en Jean Dulieu zei toen: „Franciscus hield van dieren, misschien trok hij me daarom zo aan. want ik ben niet katho liek; Italië is een heerlijk land, wie weet ga ik er nog wel eens wonen." Eén met kabouter Daar, in dat kleine koetshuis in Soest, avontuurt Paulus de Boskabouter „onder leiding" van Jean Dulieu. Daar ook werden de meeste van zijn twaalf boeken J?R IS EEN grote self-service zaak in Nederland, die nooit reclame maakt, die nooit advertenties plaatst met voor deelkoopjes, die nooit bonnen uitdeelt voor premies. Toch is het een geweldig bedrijf, waar elke maand duizenden worden omgezet. De winkel is niet elke dag open, maar als het publiek binnen mag, is het een geroeze moes van belang. Opmerkelijk is het, dat het alleen maar da mes zijn, die inkopen komen doen in de welbekende wagen tjes. Ze drentelen langs de stel lages, bekijken dan dit, dan dat. Knikken even goedkeurend met het hoofd en laten dan de goe deren in het wagentje vallen. Verder maar weer, een pond van dit, een meter van dat, tien stuks van zus en vijftien stren gen van zo. Het is de welfare-winkel van het Rode Kruis. Winkel is mis schien geen goed woord. Officieel staat de zelfbedieningszaak te- boek als welfare-magazijn van het Nederlandsche Roode Kruis. Op gezette tijden komen dames uit alle windhoeken van het land naar Den Haag om daar hun materia len te kopen, die ze later weer distribueren aan langdurig zieken of invaliden. Welfare-werksters en welfarevrijwilligsters heten die dames. Wat is Welfare? Welfare? Wat is dat. Een defi nitie geven van het welfarewerk is niet gemakkelijk. Men zou kun nen zeggen: het stimuleren en activeren van die validiteit, die de zieke nog bezit, door middel van creatieve arbeid. Dat is voor de één het maken van een schemer lampje voor de voorkamer, voor de ander een mozaïektafeltje voor zijn dochter, voor weer een ander het borduren van een ontbijtlaken voor de uitzet van een kleindoch ter. De mogelijkheden zijn schier onbeperkt. Door middel van het Rode Kruis wordt de patiënt zich weer bewust van zijn validiteit. Het Rode Kruis Is in de pen de laatste tijd. Geen wonder, het In- tenationale Rode Kruis bestaat dan ook honderd jaar. Een eeuw „inter anna caritas", „barm hartigheid te midden van het wapengeweld". Hoe is het moge lijk „wapengeweld" te combineren met een zo vredelievende instel ling als het Rode Kruis? Toch is het niet zo verwonderlijk, als men de geschiedenisboeken van het Rode Kruis er op naslaat. Henry Dunant 24 juni 1859. Met vette letters is dit jaartal in de historie geschre ven. Op de heuvels van het Itali aanse land bij Solferino en Cas- tiglione vechten de legers van de Italiaanse koning Victor Emanu el II en keizer Napoleon III tegen die van de keizer van Oostenrijk. Het wordt een bloedige slag. met als droeve „prijs" 40.000 doden en gewonden. Een Zwitsers zaken man uit Genève, Jean Henry Du nant, is getuige geweest van deze slag. Toen de kruitdampen nog maar nauwelijks waren opge trokken, liep hij met de vrouwen en meisjes uit de omgeving het slagveld op om de gewonden zo goed en zo kwaad als het ging te verzorgen. Vriend en vijand werd even liefderijk geholpen. Tijdens die toch min of meer primitieve hulpverlening werd bij Dunant de gedachte geboren: het oprichten van „hulpmaatschappijen ter ver lening van hulp aan gewonde krijgslieden". Die hulpmaatschap pijen wérden opgericht, ze zijn uitgegroeid tot wat men nu noemt het Rode Kruis, met meer dan honderd aangesloten landen. Zondag 1 september jl. werd het eeuwfeest plechtig herdacht. Hoezeer de Zwitserse regering het nut van het Rode Kruis inziet, blijkt wel uit de mededeling van de president van Zwitserland tij dens een plechtige ceremonie. De president deelde nl. mee. dat zijn land het Rode Kruis een nieuw gebouw zal schenken, dat de naam van „Henry Dunant" gaat krijgen. Niet alleen 1 september was een herdenkingsdag. Het gehele jaar 1963 was een aaneenschake ling van plechtigheden, vergade ringen, congressen en lezingen Een van de belangrijkste eeuw feestmanifestaties was wel de opening van de Internationale Rode-Kruistentoonstelling in Ge nève op 15 augustus. Vele aange sloten landen hebben een inzen ding verzorgd. Maquette Ook Nederland behoorde tot die vele. Van onze zijde is o.a. de maquette van het Henry-Dunant- huis in Zeist gestuurd cfm de be zoekers van de expositie de mo gelijkheden van vakantiehouden door gehandicapten te tonen. In het Dunanthuis immers komen veertien weken per jaar elke week 36 invaliden van een vakan tie genieten. Ze doen dat precies als elke andere vakantieganger, met wandelingen, spelletjes, ex cursies, ontspanning. Ook is naar Genève gegaan ei verkleind model van het hospi taalschip van het Nederlandsche Roode Kruis „J. Henry Dunant". Nog" eon jubileum Doelbewust heeft de Eeuw feestcommissie van het Interna tionale Rode Kruis er naar ge streefd om het grote pubM voor te lichten over de werk zaamheden van het Rode Kruis. Als in Genéve de fees telijkheden weer allemaal ach ter de rug zijn maakt Neder land zich op om in 1967 het eigen eeuwfeest te vieren. Dan bestaat namelijk het Nederland sche Roode Kruis honderd jaar. Evenals dit jaar ter gelegen heid van het eeuwfeest van het Internationale Rode Kruis, wor den ook dan speciale Rode- Kruispostzegels uitgegeven door de P.T.T. met een kleine toeslag voor het Rode Kruis.. Een toepasselijk cadeau een grote, zachte stofdoek van le kwaliteit gratis bij Pledge! Pledge maakt schoon, glanst en beschermt terwijl u afstoftmetéén 1 Slechts f 3.95 per grote spuitbus. (Vervolg van pag. 1) zo nu en dan ook aan een beurtje toe. De bodem kan het eenvou digst zandvrij worden gemaakt met een stofzuiger, die het vuil uit alle hoeken en gaten haalt, Voor het verwijderen van vlek ken op de bekleding is het dien stig eerst na te gaan of het mid del, dat men hiervoor wil gebrui ken, geen kringen nalaat of bekleding aantast. Voor leer plastic kan men goed gebruik maken van FR-reiniger. En tenslotte.... Nu we, al lezende, de auto van binnen en van buiten als nieuw hebben gemaakt kunnen we in één moeite nog even de noodzakelijke spullen voor pech- onderweg inspecteren. Hoe staat het met de sleepkabel? Zijn de batterijen voor de noodlamp, die naar achteren een rood flikker licht geeft en naar voren een bundel wit licht, nog goed? Ligt het ijskrabbertje dat in de af gelopen winter zoveel onschat bare diensten heeft bewezen) nog in het handschoenenkastje? En ligt daar ook nog de anti- condensdoek (of tube)? En waar is de fluorescerende gevaren driehoek (in enkele buitenlandse staten verplicht)? Is alles com pleet? Dan kunt u wat dit be treft met een gerust hart de weg op!

Allerhande | 1963 | | pagina 2