DIEREN ENCYCLOPEDIE zo maakte hij carrière Albert Heijn WIJN „Je moet vooruitdenken KANGOEROEJONG Een knap, gedegen stuk werk DE „WIJNJAREN" GAAN ER EEN BEETJE LIT Als een snelle voetballer langs het lijntje... ^Jvoor J^e™ U O Van alle kanten lof voor Albert Heijns GOED BEKEKEN 'Fijnigheden# Allerhande* Wijn. De fijne Delicata Chocoladeletters zijn er weer! Zware 100 grams Letters 50 grams Letters Hoe zijn de vooruitzichten dit jaar? verhoogt de gezelligheid Albert Heijn NOVEMBER 1962 ALLERHANDE door P. W. RiissoI „JK BEN NOG NOOIT een werkende vrouw tegengekomen met wie ik zou willen ruilen; wat dat betreft in terviewt u een gelukkig mens." De woorden worden gesproken door een intelligente vrouw, die me peilend aan kijkt van achter haar brilleglazen, in het hart van Amsterdam aan een van die onnavolgbaar mooie grachten. Het is de Prinsengracht ei\ de kleur van de bomen beneden varieert van donker groen tot diep bruin. Precies, zo'n grachtenhuis, waarvan duizenden hun hele leven dromen en waarvan de eige naar het lumineuze idee kreeg om er drie moderne flats in te laten maken. Kan het mooier? Van buiten de allure van statig Amsterdamvoor de buiten deur de tastbare sfeer die rond de Hollandse koopman moet hebben gehangen in eeuwen die ze „goud" noemden en binnen het moderne com fort, dat wij twee-en-zestigers niet meer zouden willen missen. LIZE STILMA had er een „kluif' aan, maar het was een heerlijke taak. T IZE STILMA want zij is het bij wie ik in de kamer zit tussen een antiek bureau en oude koperen melkkannen is Friezin. Ik denk dat het er iets mee te maken heeft, met dat „peilend aan kijken", waarover ik u sprak. Want Lize Stilma een vrouw die mét duizenden en vóór tienduizenden sprak weegt even de bezoeker. Dat is merkbaar. De gast krijgt de indruk: Als ik maar niet al te erg tegenval, want dan vindt zè bet jammer 'van haar tijd. Ik geloof dat ik geluk had, op die zaterdagochtend, want de glimlach brak door en ik vlei me met de gedachte, dat ik de weegschaal de goede kant heb laten doorslaan. „Een jaar", zegt ze als ik vraag hoelang Lize Stilma (ge- horen en getogen in Sneek) heeft gewerkt op de Dieren- Encyclopedie"die nu juist is uitgekomen en die op het vier de blad vermeldt „Uitgave Al- bert Heijn n.v. Zaandam". Het was een heerlijk werk de gege vens over zeshonderd dieren te verzamelen en ik heb er ook zelf veel plezier aan beleefd". Dat moet wel, heb ik later thuis gedacht, bladerend door die nieuwe Dieren-Encyclopedie, want anders kan iemand niet 'telkens in een paar zinnen over een be paald dier iemand boeien. En dat doet Lize Stilma. Ze moet wel plezier in haar uitgebreide na- speurwerk hebben gehad, want ze vertelt het allemaal duidelijk en gezellig. Over de Koekoek bij voorbeeld, die dan en dat had iedereen reeds begrepen in die overzichtelijke encyclopedie on der de K te vinden is. Dit staat „De koekoek-mevrouw lacht hoog en giechelend; het man netje kucht plechtig en beide roepen ze „Koekoek". Hoe ziet de Koekoek eruit? De boven kant is leigrijs, de onderkant wit met grijze dwarsstrepen en gele poten. Lengte? 33 cm. De Koekoek legt tussen mei en augustus ongeveer 15 eieren die om de dag in het nest van een zangvogel worden gedeponeerd. Daarom noemen we een kind dat door de moeder niet goed wordt behandeld en verzorgd: een koekoeksjong." Wie is zij? WIE IS Lize Stilma, die Friese journaliste, die in 1948 in Amsterdam neerstreek en zich er nestelde? Eerst dit: ze is iemand van weinig woorden, die in die woorden zoveel mogelijk probeert te zeggen. Zo praat ze, zo schrijft ze, zo is ze. Kort en krachtig zou te weinig zijn om haar te karakteriseren; er moet bijgezegd: duidelijk, gedegen, ple zierig en vol humor. Een serie eigenschappen in één vrouw ver enigd, die men niet veel aantreft. Maar goed, hoe begon ze, want ik ben dan zo, dat ik meer wil weten van iemand die ineens tot het schrijven van zo'n prettige dierenencyclopedie komt. Terug naar vlak-na-de-oorlog en Lize Stilma was een meisje van 23 jaar dat in Sneek kunstenaars ging interviewen en na het be gin ook kunstenaars buiten Sneek opzocht. Ze was op zoek naar mooie dingen, naar schoonheid, ze bundelde haar vraaggesprek ken en noemde ze terecht „O p zoek naar Schoonheid, haar eerste boek, dat in 1950 ver scheen. De contacten met de wereld van uitgevers waren gelegd en de sprong ging snel: Lize Stil ma werd adviseuze van een uit gever. Ze hield driehonderd le zingen voor vrouwenverenigingen en voor de jeugd. En haar on derwerpen? Van letterkunde tot en met sociaal werk Als Lize Stilma op verzoek van zichzelf vertelt, dan doet ze dat in telegramstijl. Haar levens loop hier uitvoerig behandelen zou tegen haar levensstijl indrui sen en geen goed beeld geven van de schrijfster. Verder dus, ook als een telegram. "Vrijheidsdrang T ANDELIJK HOOFD propagan- L' dadienst ener middenstands bond, zo heet de volgende stap die Lize Stilma ondernam en die haar van Friesland naar Amster dam bracht en aan die Prinsen gracht. Wat later kreeg ze de op- éraoht een studie te maken van het vluchtelingenprobleem; ze be zocht de kampen, ze kwam ber stensvol indrukken terug, ze be gon aan een hele lange serie le zingen en de eerste was voor niet minder dan vierduizend Neder landse vrouwen tegelijk. „De vrijheidsdrang kwam over me", zegt Lize Stilma, „en ik wilde geen baas meer. ïk ging dus op eigen houtje schrijven". Wel, de produktie is indrukwek kend. Achter elkaar verschenen er vier boeken: Kent u Gelder land ook zo? Kent u Utrecht ook zo?, Kent u Friesland ook zo? en Rondom de Holterberg. „Nu zal ze wel gaan uitrusten", dachten de vrienden, maar ze dachten verkeerd. Lize Stilma had haar voorraad energie en schrijf drang nog lang niet opgemaakt. Haar stem ging doordringen tot honderdduizenden Nederlanders, via haa.r radiopraatjes. Geen lan ge verhalen voor de microfoon, dat zou haar niet liggen. Praat jes van vijf minuten en daarin dan veel vertellen. En werken aan het volgende boek: „W erkend Nederland in woord en b e e 1 d". Vijf en zestig fabrieken bezoekt ze, vijftig beschrijft ze er in haar boek en in vier pagina's wordt men per fabriek deelgenoot van de zorgen van de directeur, de plannen van de ingenieurs, dé pro blemen van de man aan de lopen de band, het plezier van de por tier, een snelle kennismaking met de kantinejuffrouw en de produk- tiecijfers, overal losjes tussendoor gegooid. Over de dingen die ex- gebeuren voor men de jam op ta fel heeft staan en wat er nodig is voor een winkelier kan zeggen dat hij een potje inkt in voorraad heeft. s zijn televisieprogramma's met dieren, maar vooral omdat hij zijn leven mag ik wel zeggen doorbrengt in Artis in Amster dam. Diezelfde Han Rensenbrink schreef bij de Dieren-Encyclo pedie een ,,Ter Inleiding", waar in hij het heeft over ,,de goede gedachte" om dit boek uit te ge ven. Ik stop maar. Mensen als Her man Broekhuizen en Han Rensen brink juichen de Dieren-Encyclo pedie toe, een schrijfster die haar verdiende sporen zichtbaar kan aanwijzen zorgde voor de tekst dan heeft u toch geen enkel aan moedigend woord meer van mij nodig, nietwaar? Overigens: mijn dochter van elf heeft haar naam al voorzichtig' maar duidelijk leesbaar voorin die Dieren-Encyclopedie geschre ven. Mijn exemplaar ben ik dus al kwijt. T\E KELDERS van Albert Heijn geweldige kelders waar een duizeligmakende lucht van talloze wijnjaren hangt, bevatten miljoenen li ters wijn. In talloze vaten wor den de wijnen bewaard voorzover zij nog een rijping op fust moe ten doormaken. Daarna worden ze getapt; de Beaujolais waarop men, met recht, trots is in aar dige, lage. stevige flessen, de Rijn- en Moezelwijnen in lange, slanke en de andere wijnen in „normale" modellen. Tussen haakjes: Rijnwijnen worden in b ruin g et int e flessen gebotteld, Moezelwijnen in groengetinte en Elzas- serwijnen (die toch óók van de Rijn komen) in groene flessen. ALBERT HEIJN VOORZIET zijn rode-wijnflessen van zware rode, loden capsules. Men heeft wel eens aluminium cap sules geprobeerd, maar de rode hoedjes die nü de kurk omvat ten, zijn zoveel feestelijker en gezéliger dat men besloten heeft de loden capsule te blijven toe passen. TN DE FLESSEN die de kel ders van AH verlaten, zal men zeer sterke, grote kurken aantreffen, terwijl de flessen zeer hoog worden getapt. Dat wil dus zeggen: de fles is zó ver gevuld dat de kurk, zo mogelijk, op de wijn rust. Dit heeft prakti sche voordelen: het is beter voor de wijn en beter voor de kurk. De kurk in een wijnfles moet vochtig blijven. Droogt zij uit, dan komt er lucht door en de wijn verschaalt! Leg uw wijnen daarom bij voor keur neer, indien u ze wilt opslaan. De kurken, die AH gebruikt, zijn zeer vast. Een dergelijke eersteklas kurk vergt een goede kurketrekker om haar te verwij deren, zij zit stevig in de hals vast en biedt daardoor de best mogelijke bescherming voor de wijn. TJET ZOU ZINLOOS zijn om een dure bottelmachine aan te schaffen ter voorkoming van nagisting in de fles, als men verzuimde de kurken die in de fles worden gedreven, voordien te steriliseren. Dat gebeurt dan ook. Voordat de kurk in de fles wordt gedreven, door een kalme machine die het allemaal feilloos doet, wordt elke kurk gesteriliseerd zodat niet alsnog vijand gistcel kan binnen sluipen om later zijn boze infiltratiewerk te voltooien waardoor de kurk met een harde knal uit de fles wordt geschoten! AA A AN DAG 17 september 1902 in het Mayflower Hotel te New York: president A. Heijn Jr. begroet 's morgens in de hal zijn inkoopdirecteur P. Ligten- s t e i nSamen nemen zij deel aan het 5e Internationale Levensmiddelencongres in het monstergrote Coliseum. „Je wordt gefeliciteerd!", zegt de heer Heijn. „Waarmee is de vraag. En toen schoot het de heer Ligtenstein (43) weer te binnen: hij was op de dag 25 jaar bij Albert Heijn N.V. Er kwamen in de loop van de dag twee gelukstele grammen van het hoofdkantoor. Maar van feestvieren kon zo ver van huis natuurlijk geen sprake zijn. Uitstel betekende geen afstel. In American Corner in de Kal- verstraat heeft een grote AH-kring directeur Ligtenstein, mevr. J. B. Ligtenstein-Steensma en de kinderen hartelijk gehuldigd. Met vlotte toespraken van A. Heijn Jr. (raad van bestuur), J. Legerstee (directie), W. F. Nol te (afd. inkoop), C. Kraay (bedrijfsvrienden), Th. P. A. M. Ruys (namens de Groothandel te Rotterdam, een dochteronderneming) en C. P i e - ters (kantoor). Er waren veel geschenken. Natuurlijk het kruis van verdien ste en een gouden horloge. Voorts allerlei attenties voor de villa in aanbouw: een Holly wood-hangbed voor de tuin, buitenlamp, tuinlantaarn enz. De receptie was, afgewisseld door koud buffet, allergenoeglijkst. P. Ligtenstein 95 40.000 km EN INTUSSEN werkte ik hard aan de dieren-encyclopedie", vertelt Lize Stilma. Overal moest ze heen voor gegevens. ,,Ik rijd veertigduizend kilometer per jaar", komt er dan zo tussen neus en lippen uit. Ik blader weer en lees: „Als je nu als dier met de vorm van een paard geen staart hebt maar wel ezels oren, een beetje balkt en wel eens hinnikt, wat ben je dan? Niemand weet het antwoord precies en daarom noemt men het Perzische paard-ezeltje Onager." Juist ja, zo is dat. Bovendien zou ik u alles kunnen vertellen van het penSeelziwijn en van de paradijsweduwe, maar net zo goed van de ruigpootbuizerd. Maar ik doe het niet, u moet het zelf maar opzoeken, dat is een veel aardiger sport. Onverdeelde lof IAAT ZEGT Herman Broekhuizen ook. Hij schreef het „Voorwoord" en zegt daarin ook dit: „Het kind wil weten. Verzor gers van radio- en tv-program- ma's voor de jeugd merken her haaldelijk dat het jonge publiek naast plezierig amusement ook graag iets leert, maar dan na tuurlijk op een manier die aan gepast is aan de leeftijd en in een vorm die gemakkelijk aan spreekt." En even verder: „Ik hoop van harte dat veel vingertjes erin zullen bladeren en dat heel veel oogjes zullen ge nieten van de mooie foto's." En als er iemand iets van die ren afweet, dan is het toch ook wel HanRensenbrink Viet alleen omdat men hem (en alle kinderen vooral) kent van In de Elsevier Pocket „Jonge Dieren" van Richard Burton lezen wij dat het kangoeroe jong in een heel vroeg stadium van zijn ont wikkeling al. wordt geboren. Het dier zelfs dat van de reuzen kangoeroe, die dus bijna zo groot als een mens is meet 2.5 cm dus is niet groter dan een garnaal. De geleerden hebben zich tientallen jaren afgevraagd hoe het tere diertje daai-na in de buidel terecht kwam. Kon de moeder het zeer kleine beestje met lippen en poten in de buidel brengen nadat het geboren was? De werkelijkheid blijkt anders. Voor de geboorte gaat de moeder in een rusthouding achteroverlig- gen en reinigt met de tong de .kamer" van de kleine: de buidel. Dan likt zij een soort weg door haar buikhai-en naar het geboorte kanaal. Wat gebeurt nu na de geboorte en nadat de moeder het boon-kleine diertje heeft bevrijd van de geboortevliezen? Het ki-uipt, hoe ongelooflijk dat ook mag klinken (het heeft geen her sens bijna, geen kracht hoege naamd en is nog maar net „in leven") langs de schoongelikte weg naar de heldere buidel en kruipt daarin. Daar dan volgt de verdere opvoeding of liever de verdere kraamontwikkeling van de kleine. In de buidel nl. bevinden zich de tepels van de moeder-kangoeroe. DE jubilaris heeft het handels- bloed niet van een vreemde. Zijn vader, de heer M. Ligten stein, was bij Albert Heijn de be kende inkoper van gedroogd fruit, conserven en nevenartike len. die in 1947 (op 65-jarige leeftijd) deel ging uitmaken van de dagelijkse leiding van AH's kruideniersbedrijf. Op 18-jarige leeftijd trad zoon Piet, in de woonplaats Haarlem een bekend voetballer, in de voet sporen van papa. Enigszins tegen diens zin. Senior achtte een aca demische opleiding als onder grond voor een maatschappelijke loopbaan gewenst. Maar junior kon niet wachten, de handel met uitlopers in binnen- en buiten land trok hem onweerstaanbaar. Ook al zei de heer G. Heijn nog al nadrukkelijk: Jongen, het feit dat je vader hier een hoge functie heeft, geeft je geen enkele voorsprong. Je krijgtnatuurlijk je kans, maar dan zal je zelf je carrière moe ten bouwen..." KANS BENUT Nu, na een kwsvt eeuw, kan men zeggen dat Ligtenstein Jr. inderdaad die kans heeft gegre pen. Zoals hij zondags als links buiten van HFC langs het lijn tje snelde tot zijn 32e jaar zo maakte hij bij Albert Heijn N.V. snel opgang, toen dit con cern ging uitbouwen. Als 33-ja- rige kreeg hij de algemene lei ding van de inkoop levensmid delen. Een jaar later kwam hij in de leiding, aanvankelijk als onderdirecteur, in 1957, nauwe lijks 38 jaar oud, als directeur (lid van de directie van het kruideniersbedrijf) VEEL VERANDERD ER IS in 25 jaren heel wat veranderd. Albert Heijn voert nu ruim 8000 artikelen. En de meeste daarvan komen binnen via de afdeling inkoop. Hoe ziet een moderne inkoop directeur zijn taak? „Ik geloof dat er de laatste 30, 40 jaar op dit terrein veel veranderd is. Toen onderhandel de men met leveranciers nog wel eens met het mes op tafel: het ging er om de laagste prijs te bereiken. Tegenwoordig hecht men veel meer waarde aan een blijvende zakenrelatie, die er ook zelf belang bij heeft dat hij de klandizie behoudt I door goede prestaties zowel in Zwaargewiclit-letters voor lichtge wicht-prijzen. Wees er snel bij. Dan zijn alle letters nog voorradig. melk of puur Ja per stuk jJJ melk of puur St. Nicolaas-assortiment inspireert tot ideetjes! St. Nicolaas is een trouwe klant van AH. Want hij weet het, hij vindt altijd wel iets dat hem op een ideetje voor een grappige surprise brengt. Een assortiment voor elck-wat-wils, zoals chocolade figuren (reeds vanaf 2 voor 25 ct), leuke verrassingen „voor de schoen", gevarieerde collectie mar sepein (fijnste kwaliteit, bereid met zuivere amandelen) en niet te vergeten: Albert Heijn specu laas sprookjesachtig lekker! AH-directcur P. Liglcnslcin jubileerde kwaliteit als in prijs. Zo'n re latie gaat in een sportieve sfeer meedenken om interessante op lossingen te vinden. Over de hele linie is dit eigenlijk een nieuwe ontwikke ling geworden. Dit is geen kri tiek op het verleden, integen deel, de omstandigheden waren toen heel anders. Maar ik geloof niet in inkoop tegen onredelijk lage prijs, je bereikt er niets mee. Je moet zaken doen op een wel zakelijke, maar nette manier". PLOEGGEEST Directeur Ligtenstein roemt de ploeggeest in zijn bedrijf, ook en zeker in de top. Nauwe samen werking tussen de spitsen van in koop en verkoop is voorwaarde voor 'succes m voor slagvaardig beleid temidden van de wir-war van steeds weer opnieuw opda gende problemen. AKT1EVER DAN OOIT... „En bij al die vraagstukken van alle dag moet je als groei end bedrijf tegelijk vooruitden ken bijv. aan alle gevolgen van de E.E.G. Die vraagt om een complete her-oriëntering..." HET 6preekt vanzelf dat de inkoopdirecteur midden op het slagveld staat van de nieuwe distributie-taktiek met koelkasten, mixers, weegschalen en andere activiteiten -'an de P.M.C.-Club. Hij zet ons uiteen dat Albert Heijn N.V. in het algemeen wat verkoop van non food (niet-le- vensmiddelen) betreft om twee redenen actief moet zijn: a. Om de steeds stijgende kosten (hogere lonen, duurdere terreinen en bouwwerken) het hoofd te kun nen bieden moet een bedrijf als Albert Heijn grotere verkoopplaat sen inrichten en de omzetsnelheid opvoeren, Om tot die kostendek king te kunnen komen is uitbrei ding van het aantal artikelen on vermijdelijk. b. In tegenstelling met Amerika, waar de warenhuizen een eigen leven bleven leiden naast de su permarkten. gaan de warenhuizen hier te lande er steeds maar toe over levensmiddelen te verkopen. Dit vraagt van de grootwinicelb». drijven in de concurrentieslag een resoluut antwoord: verdere uit breiding van het assortiment, Overigens meent de heer Lig tenstein, dat de supermarkten nog lang niet aan het eind zijn met hun levensmiddelen. Hij is vaak in Amerika, waar o.a. de voor bereide maaltijden grote opgang maken. „Vroeg of laat zullen die ook hier verkoopbaar worden." GOOD OLD HFC Een voetbalpraatje was natuur lijk het slot. Als geboren Haar lemmer trekt zijn hart naar de Kennemer dreven. Hij gaat Koog aan de Zaan dan ook verwisselen voor Bentveld. „Dat komt echt toch ook wel door HFC...", zegt hij. „Dat is zo'n bijzondere vereniging, zo'n club van vrienden. Dat laat je niet meer los, 't geeft een band voor het leven..." J^RANSE WIJNBOUWERS maken meer en meer gebruik van de wetenschap en beperken op die manier het op treden van zogenaamde „slechte jaren"; hun wijn is tegen woordig altijd goed. W'IE MET een wijnhandelaar spreekt zal zonder twijfel vra gen: „Hoe zijn de wijnvooruibzich- ten dit jaar?" en hij zal daarbij doelen op de invloeden die het weer en eventuele ziekten gehad kunnen hebben op het gewas en de vrucht. Vroeger inderdaad hing men, wat de oogsten betreft, af van een aan tal factoren die men niet in de hand had. Het al dan niet warme, al dan niet vochtige, al dan niet koude weer bijvoorbeeld kon een oogst „maken of breken". Dan waren er de ziekten waar voor men geen medicijn wist en de verschillende soorten luis en ander gebroed dat zich regelmatig inspan de om de wijnoogsten te vernielen. Die dagen van onzekerheid zijn voor een groot deel voorbij. Wie Wat de andere jaren aangaat: „door de bank genomen" komt dat altijd wel goed. Natuurlijk maakt een ideale klimatologische combinatie van genoeg zon, ge noeg water, geen koude, de oogst groter en de kwaliteit beter en dat betekent dan een goede oogst. Maar ook jaren die niet helemaal vol maakt zijn in dat opzicht leveren beste wijnen. Nieuwe systemen Uitgaande van deze ontwikke ling, is men op het idee gekomen de zg. monopol es of réser vés te introduceren. Dat zijn wijnen die tot stand zijn gekomen (de beste en grootste en meest bekende huizen doen het) door het zorgvuldig selecteren van goede de laatste tien jaar eens overziet, j d.ie niet d°.or dc renomnée van hun jaargang in prijs omhoog kan eigenlijk alleen van het jaar 1956 zeggen dat het een „slecht' jaar was. Hoe dat kwam? Door een zeer late nachtvorst die de prille gewassen verschrikkelijk geselde. Zo hevig dat deze zich niet, of maar zeer slecht konden herstellen. Een toeval wilde dat in vele wijnbouwgebxeden tegelijkertijd dergelijke onbestrijdbare factoren optraden, die de kwaliteit en de kwantiteit ongunstig beïnvloedden. Zo ontstond het gemiddeld be paald slechte wijnjaar 1956. Wil dat zeggen dat wijn uit dat jaar voorzover voorhanden per sé slecht moet zijn? Welnee! Wie wel eens een i956'er geproefd heeft, zal misschien bemerkt hebben dat men ook hier niet kan generalise ren en dat er zelfs fraaie wijnen tussen zijn. Overzicht van (le „jaren" Om dan tot slot nog enkele grove kenschetsen te geven, die overigens voor de diverse pro- duktiegebieden uiteenlopen: 1947 was een topjaar voor de Bor deauxwijnen en de Bourgognes; 1949 was een mooi jaar; 1950 was redelijk; 1952 was mooi; 1953 was mooi; 1954 was niet best; 1955 was redelijk; 1956 was slecht; 1957 was redelijk; 1958 was redelijk; 1959 was prachtig (vooral voor de Bour gogne); de Bordeaux waren onderling sterk verschillend („Une année jalouse" zeggen de Fransen dan, een „verdacht jaar"); 1960 was redelijk; 1961 belooft zeer goed te worden en wat 1962 betreft dat moet nog bekeken worden; de zomer is in de wijngebieden erg warm en droog geweest. De vaklieden hebben er overigens goede ver wachtingen van. En al zouden die bedrogen worden dan nóg behoeft men niet ongerust te zijn: de voorraden wijnen zijn van dien aard dat men de mooiste monopoles zal kunnen scheppen. zijxx gedreven. Een goed jaar, als 1959. doet grote vraag ontstaan (naar wijn met dat jaartal erop dus). Dat betekent dat de prijs ervan omhoogschiet en dat de voorraden snel uitgeput zijn. Men zit dan, na zo'n goed jaar, met voorraden van minder opzienbaren de jaren voordien. Daarom besloot men de ook uit stekende wijnen van andere jaren onder te brengen in deze „Mono poles" of „reservés" om die dan, door hun lagere kostprijzen, tegen interessante noteringen aan te bieden. Eerlijke benadering Deze zo geheel van de traditio nele opvattingen afwijkende me thoden worden toegepast door de beste „huizen". Terecht. En wat vooral zo prijzenswaardig is: zij komen er eerlijk voor uit en hopen, op die manier, de wijndrinkende mensheid meer smaakbewust te maken dan jaartalbewust. Het zal wel duidelijk zijn dat hiermede de zg. „etikettendrinkers" niet worden bereikt. De grootste wijnhuizen die eeuwenlang hebben moeten rekenen met deze wijnsnobs (die dus zworen bjj „namen", chateaux, jaargangen en andere soms slechts zijdelingse elementen) beseffen nu dat, willen zij de nuchtere, gewone man winnen, die geen zin heeft mee te doen aan de ingewikkelde geheimtaal van de echte wijnsnobs, zij ook „gewoon" moeten gaan doen en simpelweg goede wijn moeten bieden tegen bereikbare prijzen. Wil dat zeggen dat de „jaargan gen" er dan helemaal uitgaan? Neen, zó ver gaat men nu ook weer niet Gezellige verzamelaars Maar wél is het zo dat men toch de overdreven waarde die ge hecht werd aan „jaren" en „oog sten" geleidelijk aan wat wil te rugbrengen tot normaler propor tie. Er blijven jaargangen voor de echte, gezellige verzamelaars, de mensen met een keldertje wijn, en dat is een prettig idee, maar zij moeten betaalbaar blijven en niet tegen te opgeschroefde prijzen worden verkocht. VOOR UW AVONDJES per fles Zoete Spaanse 2.30 Zoete Kaapse 2.25 Zoete Muskaatwijn 2.15 Samos van het eiland 2.50 Fidalgo Ruby Port 4.15 Pale Sherry 887 medium dry 3.75 Cavelli Vermouth bianco - rosso literfles 2.85 Lamati Vermouth bianco - rosso literfles 4.25 Prima Advokaat 2.95 Druivensap rood-wit (alcoholvrij) 1.95 flAN tafel Franse Landwjjn rood en wit 1.65 Pfalzer Winzcr- schoppen 1960 2.50 Réservé du Palais Gallien, rood of wit 2.25 Mosel Perlé demi-sec 2.50 Rosé d'Anjou demi-sec 2.45 Liebfraumlich 1960 2.95 Zeiler Schwarze Katz 1961 3.50 Beaujolais 1960 2.75 Graves Superieures demi-sec 3.25 Chateauneuf du Pape 1959 3.75 VOOR DE „GARNERING" Zoute Pinda's zak 225 gram 55 TéVé Zoute Pinda's reuzezak 450 gram 98 Gepelde Pinda's niet zout zak 200 gram 49 Cashew nootjes gezouten zakje 72 Mixed Nuts gezouten zakje 72 Elitehaver per zakje 55 Taf elamandelen per zakje 95 Gepelde hazelnoten per zakje 85 Hazelnoten in dop 250 gram 98 Franse walnoten 250 gram 89 Cocktailworstjes blik 14 stuks 98 Frankfurter knakworst blik 6 stuks.98 wijnkopers sinds 1887

Allerhande | 1962 | | pagina 3