DIEREN
ENCYCLOPEDIE
zo maakte hij
carrière
Albert Heijn
WIJN
„Je moet vooruitdenken
KANGOEROEJONG
Een knap, gedegen stuk werk
DE „WIJNJAREN" GAAN
ER EEN BEETJE LIT
Als een snelle voetballer langs het lijntje...
^Jvoor J^e™
U O
Van alle kanten lof voor Albert Heijns
GOED BEKEKEN
'Fijnigheden#
Allerhande*
Wijn.
De fijne Delicata Chocoladeletters zijn er weer!
Zware 100 grams Letters
50 grams Letters
Hoe zijn de vooruitzichten dit jaar?
verhoogt de
gezelligheid
Albert Heijn
NOVEMBER 1962
ALLERHANDE
door P. W. RiissoI
„JK BEN NOG NOOIT een werkende
vrouw tegengekomen met wie ik
zou willen ruilen; wat dat betreft in
terviewt u een gelukkig mens." De
woorden worden gesproken door een
intelligente vrouw, die me peilend aan
kijkt van achter haar brilleglazen, in
het hart van Amsterdam aan een van
die onnavolgbaar mooie grachten. Het
is de Prinsengracht ei\ de kleur van de
bomen beneden varieert van donker
groen tot diep bruin. Precies, zo'n
grachtenhuis, waarvan duizenden hun
hele leven dromen en waarvan de eige
naar het lumineuze idee kreeg om er
drie moderne flats in te laten maken.
Kan het mooier? Van buiten de allure
van statig Amsterdamvoor de buiten
deur de tastbare sfeer die rond de
Hollandse koopman moet hebben gehangen in eeuwen
die ze „goud" noemden en binnen het moderne com
fort, dat wij twee-en-zestigers niet meer zouden willen
missen.
LIZE STILMA
had er een „kluif' aan, maar
het was een heerlijke taak.
T IZE STILMA want zij is het bij wie ik in de kamer zit tussen
een antiek bureau en oude koperen melkkannen is Friezin.
Ik denk dat het er iets mee te maken heeft, met dat „peilend aan
kijken", waarover ik u sprak. Want Lize Stilma een vrouw die
mét duizenden en vóór tienduizenden sprak weegt even de
bezoeker. Dat is merkbaar. De gast krijgt de indruk: Als ik
maar niet al te erg tegenval, want dan vindt zè bet jammer 'van
haar tijd. Ik geloof dat ik geluk had, op die zaterdagochtend,
want de glimlach brak door en ik vlei me met de gedachte, dat
ik de weegschaal de goede kant heb laten doorslaan.
„Een jaar", zegt ze als ik
vraag hoelang Lize Stilma (ge-
horen en getogen in Sneek)
heeft gewerkt op de Dieren-
Encyclopedie"die nu juist is
uitgekomen en die op het vier
de blad vermeldt „Uitgave Al-
bert Heijn n.v. Zaandam". Het
was een heerlijk werk de gege
vens over zeshonderd dieren te
verzamelen en ik heb er ook
zelf veel plezier aan beleefd".
Dat moet wel, heb ik later
thuis gedacht, bladerend door die
nieuwe Dieren-Encyclopedie, want
anders kan iemand niet 'telkens
in een paar zinnen over een be
paald dier iemand boeien. En dat
doet Lize Stilma. Ze moet wel
plezier in haar uitgebreide na-
speurwerk hebben gehad, want
ze vertelt het allemaal duidelijk
en gezellig. Over de Koekoek bij
voorbeeld, die dan en dat had
iedereen reeds begrepen in die
overzichtelijke encyclopedie on
der de K te vinden is. Dit staat
„De koekoek-mevrouw lacht
hoog en giechelend; het man
netje kucht plechtig en beide
roepen ze „Koekoek". Hoe ziet
de Koekoek eruit? De boven
kant is leigrijs, de onderkant
wit met grijze dwarsstrepen en
gele poten. Lengte? 33 cm. De
Koekoek legt tussen mei en
augustus ongeveer 15 eieren die
om de dag in het nest van een
zangvogel worden gedeponeerd.
Daarom noemen we een kind
dat door de moeder niet goed
wordt behandeld en verzorgd:
een koekoeksjong."
Wie is zij?
WIE IS Lize Stilma, die Friese
journaliste, die in 1948 in
Amsterdam neerstreek en zich er
nestelde? Eerst dit: ze is iemand
van weinig woorden, die in die
woorden zoveel mogelijk probeert
te zeggen. Zo praat ze, zo
schrijft ze, zo is ze. Kort en
krachtig zou te weinig zijn om
haar te karakteriseren; er moet
bijgezegd: duidelijk, gedegen, ple
zierig en vol humor. Een serie
eigenschappen in één vrouw ver
enigd, die men niet veel aantreft.
Maar goed, hoe begon ze, want
ik ben dan zo, dat ik meer wil
weten van iemand die ineens tot
het schrijven van zo'n prettige
dierenencyclopedie komt.
Terug naar vlak-na-de-oorlog en
Lize Stilma was een meisje van
23 jaar dat in Sneek kunstenaars
ging interviewen en na het be
gin ook kunstenaars buiten Sneek
opzocht. Ze was op zoek naar
mooie dingen, naar schoonheid,
ze bundelde haar vraaggesprek
ken en noemde ze terecht „O p
zoek naar Schoonheid,
haar eerste boek, dat in 1950 ver
scheen.
De contacten met de wereld
van uitgevers waren gelegd en
de sprong ging snel: Lize Stil
ma werd adviseuze van een uit
gever. Ze hield driehonderd le
zingen voor vrouwenverenigingen
en voor de jeugd. En haar on
derwerpen? Van letterkunde tot
en met sociaal werk
Als Lize Stilma op verzoek
van zichzelf vertelt, dan doet ze
dat in telegramstijl. Haar levens
loop hier uitvoerig behandelen
zou tegen haar levensstijl indrui
sen en geen goed beeld geven van
de schrijfster. Verder dus, ook
als een telegram.
"Vrijheidsdrang
T ANDELIJK HOOFD propagan-
L' dadienst ener middenstands
bond, zo heet de volgende stap
die Lize Stilma ondernam en die
haar van Friesland naar Amster
dam bracht en aan die Prinsen
gracht. Wat later kreeg ze de op-
éraoht een studie te maken van
het vluchtelingenprobleem; ze be
zocht de kampen, ze kwam ber
stensvol indrukken terug, ze be
gon aan een hele lange serie le
zingen en de eerste was voor niet
minder dan vierduizend Neder
landse vrouwen tegelijk.
„De vrijheidsdrang kwam over
me", zegt Lize Stilma, „en ik
wilde geen baas meer. ïk ging
dus op eigen houtje schrijven".
Wel, de produktie is indrukwek
kend. Achter elkaar verschenen er
vier boeken: Kent u Gelder
land ook zo? Kent u
Utrecht ook zo?, Kent u
Friesland ook zo? en
Rondom de Holterberg.
„Nu zal ze wel gaan uitrusten",
dachten de vrienden, maar ze
dachten verkeerd. Lize Stilma had
haar voorraad energie en schrijf
drang nog lang niet opgemaakt.
Haar stem ging doordringen tot
honderdduizenden Nederlanders,
via haa.r radiopraatjes. Geen lan
ge verhalen voor de microfoon,
dat zou haar niet liggen. Praat
jes van vijf minuten en daarin
dan veel vertellen.
En werken aan het volgende
boek: „W erkend Nederland
in woord en b e e 1 d".
Vijf en zestig fabrieken bezoekt
ze, vijftig beschrijft ze er in haar
boek en in vier pagina's wordt
men per fabriek deelgenoot van
de zorgen van de directeur, de
plannen van de ingenieurs, dé pro
blemen van de man aan de lopen
de band, het plezier van de por
tier, een snelle kennismaking met
de kantinejuffrouw en de produk-
tiecijfers, overal losjes tussendoor
gegooid. Over de dingen die ex-
gebeuren voor men de jam op ta
fel heeft staan en wat er nodig
is voor een winkelier kan zeggen
dat hij een potje inkt in voorraad
heeft.
s
zijn televisieprogramma's met
dieren, maar vooral omdat hij
zijn leven mag ik wel zeggen
doorbrengt in Artis in Amster
dam.
Diezelfde Han Rensenbrink
schreef bij de Dieren-Encyclo
pedie een ,,Ter Inleiding", waar
in hij het heeft over ,,de goede
gedachte" om dit boek uit te ge
ven.
Ik stop maar. Mensen als Her
man Broekhuizen en Han Rensen
brink juichen de Dieren-Encyclo
pedie toe, een schrijfster die haar
verdiende sporen zichtbaar kan
aanwijzen zorgde voor de tekst
dan heeft u toch geen enkel aan
moedigend woord meer van mij
nodig, nietwaar?
Overigens: mijn dochter van elf
heeft haar naam al voorzichtig'
maar duidelijk leesbaar voorin
die Dieren-Encyclopedie geschre
ven. Mijn exemplaar ben ik dus
al kwijt.
T\E KELDERS van Albert
Heijn geweldige kelders
waar een duizeligmakende
lucht van talloze wijnjaren
hangt, bevatten miljoenen li
ters wijn. In talloze vaten wor
den de wijnen bewaard voorzover
zij nog een rijping op fust moe
ten doormaken. Daarna worden
ze getapt; de Beaujolais waarop
men, met recht, trots is in aar
dige, lage. stevige flessen, de
Rijn- en Moezelwijnen in lange,
slanke en de andere wijnen in
„normale" modellen.
Tussen haakjes: Rijnwijnen
worden in b ruin g et int e
flessen gebotteld, Moezelwijnen
in groengetinte en Elzas-
serwijnen (die toch óók van de
Rijn komen) in groene
flessen.
ALBERT HEIJN VOORZIET
zijn rode-wijnflessen van
zware rode, loden capsules. Men
heeft wel eens aluminium cap
sules geprobeerd, maar de rode
hoedjes die nü de kurk omvat
ten, zijn zoveel feestelijker en
gezéliger dat men besloten heeft
de loden capsule te blijven toe
passen.
TN DE FLESSEN die de kel
ders van AH verlaten, zal
men zeer sterke, grote kurken
aantreffen, terwijl de flessen zeer
hoog worden getapt. Dat wil dus
zeggen: de fles is zó ver gevuld
dat de kurk, zo mogelijk, op
de wijn rust. Dit heeft prakti
sche voordelen: het is beter
voor de wijn en beter voor de
kurk. De kurk in een wijnfles
moet vochtig blijven.
Droogt zij uit, dan komt er
lucht door en de wijn verschaalt!
Leg uw wijnen daarom bij voor
keur neer, indien u ze wilt
opslaan.
De kurken, die AH gebruikt,
zijn zeer vast. Een dergelijke
eersteklas kurk vergt een goede
kurketrekker om haar te verwij
deren, zij zit stevig in de hals
vast en biedt daardoor de best
mogelijke bescherming voor de
wijn.
TJET ZOU ZINLOOS zijn om
een dure bottelmachine aan
te schaffen ter voorkoming van
nagisting in de fles, als men
verzuimde de kurken die in de
fles worden gedreven, voordien
te steriliseren. Dat gebeurt dan
ook. Voordat de kurk in de
fles wordt gedreven, door een
kalme machine die het allemaal
feilloos doet, wordt elke kurk
gesteriliseerd zodat niet alsnog
vijand gistcel kan binnen sluipen
om later zijn boze infiltratiewerk
te voltooien waardoor de kurk
met een harde knal uit de fles
wordt geschoten!
AA A AN DAG 17 september 1902 in het Mayflower Hotel te
New York: president A. Heijn Jr. begroet
's morgens in de hal zijn inkoopdirecteur P. Ligten-
s t e i nSamen nemen zij deel aan het 5e Internationale
Levensmiddelencongres in het monstergrote Coliseum.
„Je wordt gefeliciteerd!", zegt de heer Heijn.
„Waarmee is de vraag.
En toen schoot het de heer Ligtenstein (43) weer te
binnen: hij was op de dag 25 jaar bij Albert Heijn N.V.
Er kwamen in de loop van de dag twee gelukstele
grammen van het hoofdkantoor. Maar van feestvieren
kon zo ver van huis natuurlijk geen sprake zijn.
Uitstel betekende geen afstel. In American Corner in de Kal-
verstraat heeft een grote AH-kring directeur Ligtenstein, mevr.
J. B. Ligtenstein-Steensma en de kinderen hartelijk gehuldigd.
Met vlotte toespraken van A. Heijn Jr. (raad van bestuur), J.
Legerstee (directie), W. F. Nol te (afd. inkoop), C.
Kraay (bedrijfsvrienden), Th. P. A. M. Ruys (namens de
Groothandel te Rotterdam, een dochteronderneming) en C. P i e -
ters (kantoor).
Er waren veel geschenken. Natuurlijk het kruis van verdien
ste en een gouden horloge. Voorts allerlei attenties voor de villa
in aanbouw: een Holly wood-hangbed voor de tuin, buitenlamp,
tuinlantaarn enz. De receptie was, afgewisseld door koud buffet,
allergenoeglijkst.
P. Ligtenstein
95
40.000 km
EN INTUSSEN werkte ik hard
aan de dieren-encyclopedie",
vertelt Lize Stilma. Overal moest
ze heen voor gegevens. ,,Ik rijd
veertigduizend kilometer per jaar",
komt er dan zo tussen neus en
lippen uit.
Ik blader weer en lees:
„Als je nu als dier met de
vorm van een paard geen
staart hebt maar wel ezels
oren, een beetje balkt en wel
eens hinnikt, wat ben je dan?
Niemand weet het antwoord
precies en daarom noemt men
het Perzische paard-ezeltje
Onager."
Juist ja, zo is dat. Bovendien
zou ik u alles kunnen vertellen
van het penSeelziwijn en van de
paradijsweduwe, maar net zo goed
van de ruigpootbuizerd. Maar ik
doe het niet, u moet het zelf
maar opzoeken, dat is een veel
aardiger sport.
Onverdeelde lof
IAAT ZEGT Herman
Broekhuizen ook. Hij
schreef het „Voorwoord" en
zegt daarin ook dit:
„Het kind wil weten. Verzor
gers van radio- en tv-program-
ma's voor de jeugd merken her
haaldelijk dat het jonge publiek
naast plezierig amusement ook
graag iets leert, maar dan na
tuurlijk op een manier die aan
gepast is aan de leeftijd en in
een vorm die gemakkelijk aan
spreekt." En even verder:
„Ik hoop van harte dat veel
vingertjes erin zullen bladeren
en dat heel veel oogjes zullen ge
nieten van de mooie foto's."
En als er iemand iets van die
ren afweet, dan is het toch ook
wel HanRensenbrink Viet
alleen omdat men hem (en
alle kinderen vooral) kent van
In de Elsevier Pocket „Jonge
Dieren" van Richard Burton lezen
wij dat het kangoeroe jong in een
heel vroeg stadium van zijn ont
wikkeling al. wordt geboren. Het
dier zelfs dat van de reuzen
kangoeroe, die dus bijna zo groot
als een mens is meet 2.5 cm dus
is niet groter dan een garnaal. De
geleerden hebben zich tientallen
jaren afgevraagd hoe het tere
diertje daai-na in de buidel terecht
kwam. Kon de moeder het zeer
kleine beestje met lippen en poten
in de buidel brengen nadat het
geboren was?
De werkelijkheid blijkt anders.
Voor de geboorte gaat de moeder
in een rusthouding achteroverlig-
gen en reinigt met de tong de
.kamer" van de kleine: de buidel.
Dan likt zij een soort weg door
haar buikhai-en naar het geboorte
kanaal. Wat gebeurt nu na de
geboorte en nadat de moeder het
boon-kleine diertje heeft bevrijd
van de geboortevliezen? Het
ki-uipt, hoe ongelooflijk dat ook
mag klinken (het heeft geen her
sens bijna, geen kracht hoege
naamd en is nog maar net „in
leven") langs de schoongelikte weg
naar de heldere buidel en kruipt
daarin. Daar dan volgt de verdere
opvoeding of liever de verdere
kraamontwikkeling van de kleine.
In de buidel nl. bevinden zich de
tepels van de moeder-kangoeroe.
DE jubilaris heeft het handels-
bloed niet van een vreemde.
Zijn vader, de heer M. Ligten
stein, was bij Albert Heijn de be
kende inkoper van gedroogd
fruit, conserven en nevenartike
len. die in 1947 (op 65-jarige
leeftijd) deel ging uitmaken van
de dagelijkse leiding van AH's
kruideniersbedrijf.
Op 18-jarige leeftijd trad zoon
Piet, in de woonplaats Haarlem
een bekend voetballer, in de voet
sporen van papa. Enigszins tegen
diens zin. Senior achtte een aca
demische opleiding als onder
grond voor een maatschappelijke
loopbaan gewenst. Maar junior
kon niet wachten, de handel met
uitlopers in binnen- en buiten
land trok hem onweerstaanbaar.
Ook al zei de heer G. Heijn nog
al nadrukkelijk:
Jongen, het feit dat je vader
hier een hoge functie heeft, geeft
je geen enkele voorsprong. Je
krijgtnatuurlijk je kans, maar
dan zal je zelf je carrière moe
ten bouwen..."
KANS BENUT
Nu, na een kwsvt eeuw, kan
men zeggen dat Ligtenstein Jr.
inderdaad die kans heeft gegre
pen. Zoals hij zondags als links
buiten van HFC langs het lijn
tje snelde tot zijn 32e jaar
zo maakte hij bij Albert Heijn
N.V. snel opgang, toen dit con
cern ging uitbouwen. Als 33-ja-
rige kreeg hij de algemene lei
ding van de inkoop levensmid
delen. Een jaar later kwam hij
in de leiding, aanvankelijk als
onderdirecteur, in 1957, nauwe
lijks 38 jaar oud, als directeur
(lid van de directie van het
kruideniersbedrijf)
VEEL VERANDERD
ER IS in 25 jaren heel wat
veranderd. Albert Heijn voert
nu ruim 8000 artikelen. En de
meeste daarvan komen binnen
via de afdeling inkoop.
Hoe ziet een moderne inkoop
directeur zijn taak?
„Ik geloof dat er de laatste
30, 40 jaar op dit terrein veel
veranderd is. Toen onderhandel
de men met leveranciers nog
wel eens met het mes op tafel:
het ging er om de laagste prijs
te bereiken. Tegenwoordig
hecht men veel meer waarde
aan een blijvende zakenrelatie,
die er ook zelf belang bij heeft
dat hij de klandizie behoudt
I door goede prestaties zowel in
Zwaargewiclit-letters voor lichtge
wicht-prijzen. Wees er snel bij. Dan
zijn alle letters nog voorradig.
melk of puur Ja
per stuk jJJ
melk
of puur
St. Nicolaas-assortiment inspireert
tot ideetjes!
St. Nicolaas is een trouwe klant
van AH. Want hij weet het, hij
vindt altijd wel iets dat hem op
een ideetje voor een grappige
surprise brengt. Een assortiment
voor elck-wat-wils, zoals chocolade
figuren (reeds vanaf 2 voor 25 ct),
leuke verrassingen „voor de
schoen", gevarieerde collectie mar
sepein (fijnste kwaliteit, bereid
met zuivere amandelen) en niet
te vergeten: Albert Heijn specu
laas sprookjesachtig lekker!
AH-directcur
P. Liglcnslcin
jubileerde
kwaliteit als in prijs. Zo'n re
latie gaat in een sportieve sfeer
meedenken om interessante op
lossingen te vinden.
Over de hele linie is dit
eigenlijk een nieuwe ontwikke
ling geworden. Dit is geen kri
tiek op het verleden, integen
deel, de omstandigheden waren
toen heel anders. Maar ik geloof
niet in inkoop tegen onredelijk
lage prijs, je bereikt er niets
mee. Je moet zaken doen op
een wel zakelijke, maar nette
manier".
PLOEGGEEST
Directeur Ligtenstein roemt de
ploeggeest in zijn bedrijf, ook en
zeker in de top. Nauwe samen
werking tussen de spitsen van in
koop en verkoop is voorwaarde
voor 'succes m voor slagvaardig
beleid temidden van de wir-war
van steeds weer opnieuw opda
gende problemen.
AKT1EVER DAN OOIT...
„En bij al die vraagstukken
van alle dag moet je als groei
end bedrijf tegelijk vooruitden
ken bijv. aan alle gevolgen
van de E.E.G. Die vraagt om
een complete her-oriëntering..."
HET 6preekt vanzelf dat de
inkoopdirecteur midden op
het slagveld staat van de nieuwe
distributie-taktiek met koelkasten,
mixers, weegschalen en andere
activiteiten -'an de P.M.C.-Club.
Hij zet ons uiteen dat Albert
Heijn N.V. in het algemeen wat
verkoop van non food (niet-le-
vensmiddelen) betreft om twee
redenen actief moet zijn:
a. Om de steeds stijgende kosten
(hogere lonen, duurdere terreinen
en bouwwerken) het hoofd te kun
nen bieden moet een bedrijf als
Albert Heijn grotere verkoopplaat
sen inrichten en de omzetsnelheid
opvoeren, Om tot die kostendek
king te kunnen komen is uitbrei
ding van het aantal artikelen on
vermijdelijk.
b. In tegenstelling met Amerika,
waar de warenhuizen een eigen
leven bleven leiden naast de su
permarkten. gaan de warenhuizen
hier te lande er steeds maar toe
over levensmiddelen te verkopen.
Dit vraagt van de grootwinicelb».
drijven in de concurrentieslag een
resoluut antwoord: verdere uit
breiding van het assortiment,
Overigens meent de heer Lig
tenstein, dat de supermarkten nog
lang niet aan het eind zijn met
hun levensmiddelen. Hij is vaak
in Amerika, waar o.a. de voor
bereide maaltijden grote opgang
maken. „Vroeg of laat zullen die
ook hier verkoopbaar worden."
GOOD OLD HFC
Een voetbalpraatje was natuur
lijk het slot. Als geboren Haar
lemmer trekt zijn hart naar de
Kennemer dreven. Hij gaat Koog
aan de Zaan dan ook verwisselen
voor Bentveld.
„Dat komt echt toch ook wel
door HFC...", zegt hij. „Dat is
zo'n bijzondere vereniging, zo'n
club van vrienden. Dat laat je
niet meer los, 't geeft een band
voor het leven..."
J^RANSE WIJNBOUWERS maken meer en meer gebruik
van de wetenschap en beperken op die manier het op
treden van zogenaamde „slechte jaren"; hun wijn is tegen
woordig altijd goed.
W'IE MET een wijnhandelaar
spreekt zal zonder twijfel vra
gen: „Hoe zijn de wijnvooruibzich-
ten dit jaar?" en hij zal daarbij
doelen op de invloeden die het
weer en eventuele ziekten gehad
kunnen hebben op het gewas en
de vrucht.
Vroeger inderdaad hing men, wat
de oogsten betreft, af van een aan
tal factoren die men niet in de hand
had. Het al dan niet warme, al dan
niet vochtige, al dan niet koude
weer bijvoorbeeld kon een oogst
„maken of breken".
Dan waren er de ziekten waar
voor men geen medicijn wist en de
verschillende soorten luis en ander
gebroed dat zich regelmatig inspan
de om de wijnoogsten te vernielen.
Die dagen van onzekerheid zijn
voor een groot deel voorbij. Wie
Wat de andere jaren aangaat:
„door de bank genomen" komt
dat altijd wel goed. Natuurlijk
maakt een ideale klimatologische
combinatie van genoeg zon, ge
noeg water, geen koude, de oogst
groter en de kwaliteit beter en dat
betekent dan een goede oogst. Maar
ook jaren die niet helemaal vol
maakt zijn in dat opzicht leveren
beste wijnen.
Nieuwe systemen
Uitgaande van deze ontwikke
ling, is men op het idee gekomen
de zg. monopol es of réser
vés te introduceren. Dat zijn
wijnen die tot stand zijn gekomen
(de beste en grootste en meest
bekende huizen doen het) door het
zorgvuldig selecteren van goede
de laatste tien jaar eens overziet, j d.ie niet d°.or dc renomnée
van hun jaargang in prijs omhoog
kan eigenlijk alleen van het jaar
1956 zeggen dat het een „slecht'
jaar was. Hoe dat kwam? Door
een zeer late nachtvorst die de
prille gewassen verschrikkelijk
geselde. Zo hevig dat deze zich
niet, of maar zeer slecht konden
herstellen.
Een toeval wilde dat in vele
wijnbouwgebxeden tegelijkertijd
dergelijke onbestrijdbare factoren
optraden, die de kwaliteit en de
kwantiteit ongunstig beïnvloedden.
Zo ontstond het gemiddeld be
paald slechte wijnjaar 1956. Wil
dat zeggen dat wijn uit dat jaar
voorzover voorhanden per sé
slecht moet zijn? Welnee! Wie wel
eens een i956'er geproefd heeft,
zal misschien bemerkt hebben dat
men ook hier niet kan generalise
ren en dat er zelfs fraaie wijnen
tussen zijn.
Overzicht van
(le „jaren"
Om dan tot slot nog enkele
grove kenschetsen te geven, die
overigens voor de diverse pro-
duktiegebieden uiteenlopen: 1947
was een topjaar voor de Bor
deauxwijnen en de Bourgognes;
1949 was een mooi jaar; 1950
was redelijk; 1952 was mooi;
1953 was mooi; 1954 was niet
best; 1955 was redelijk; 1956
was slecht; 1957 was redelijk;
1958 was redelijk; 1959 was
prachtig (vooral voor de Bour
gogne); de Bordeaux waren
onderling sterk verschillend
(„Une année jalouse" zeggen
de Fransen dan, een „verdacht
jaar"); 1960 was redelijk; 1961
belooft zeer goed te worden en
wat 1962 betreft dat moet nog
bekeken worden; de zomer is
in de wijngebieden erg warm
en droog geweest. De vaklieden
hebben er overigens goede ver
wachtingen van. En al zouden
die bedrogen worden dan nóg
behoeft men niet ongerust te
zijn: de voorraden wijnen zijn
van dien aard dat men de
mooiste monopoles zal kunnen
scheppen.
zijxx gedreven. Een goed jaar, als
1959. doet grote vraag ontstaan
(naar wijn met dat jaartal erop
dus). Dat betekent dat de prijs
ervan omhoogschiet en dat de
voorraden snel uitgeput zijn. Men
zit dan, na zo'n goed jaar, met
voorraden van minder opzienbaren
de jaren voordien.
Daarom besloot men de ook uit
stekende wijnen van andere jaren
onder te brengen in deze „Mono
poles" of „reservés" om die dan,
door hun lagere kostprijzen, tegen
interessante noteringen aan te
bieden.
Eerlijke benadering
Deze zo geheel van de traditio
nele opvattingen afwijkende me
thoden worden toegepast door de
beste „huizen". Terecht. En wat
vooral zo prijzenswaardig is: zij
komen er eerlijk voor uit en hopen,
op die manier, de wijndrinkende
mensheid meer smaakbewust te
maken dan jaartalbewust. Het zal
wel duidelijk zijn dat hiermede de
zg. „etikettendrinkers" niet worden
bereikt. De grootste wijnhuizen
die eeuwenlang hebben moeten
rekenen met deze wijnsnobs (die
dus zworen bjj „namen", chateaux,
jaargangen en andere soms slechts
zijdelingse elementen) beseffen nu
dat, willen zij de nuchtere, gewone
man winnen, die geen zin heeft
mee te doen aan de ingewikkelde
geheimtaal van de echte wijnsnobs,
zij ook „gewoon" moeten gaan
doen en simpelweg goede wijn
moeten bieden tegen bereikbare
prijzen.
Wil dat zeggen dat de „jaargan
gen" er dan helemaal uitgaan?
Neen, zó ver gaat men nu ook weer
niet
Gezellige verzamelaars
Maar wél is het zo dat men toch
de overdreven waarde die ge
hecht werd aan „jaren" en „oog
sten" geleidelijk aan wat wil te
rugbrengen tot normaler propor
tie. Er blijven jaargangen voor de
echte, gezellige verzamelaars, de
mensen met een keldertje wijn, en
dat is een prettig idee, maar zij
moeten betaalbaar blijven en niet
tegen te opgeschroefde prijzen
worden verkocht.
VOOR UW AVONDJES
per fles
Zoete Spaanse 2.30
Zoete Kaapse 2.25
Zoete Muskaatwijn 2.15
Samos van het eiland 2.50
Fidalgo Ruby Port 4.15
Pale Sherry 887
medium dry 3.75
Cavelli Vermouth
bianco - rosso literfles 2.85
Lamati Vermouth
bianco - rosso literfles 4.25
Prima Advokaat 2.95
Druivensap rood-wit
(alcoholvrij) 1.95
flAN tafel
Franse Landwjjn
rood en wit 1.65
Pfalzer Winzcr-
schoppen 1960 2.50
Réservé du Palais
Gallien, rood of wit 2.25
Mosel Perlé
demi-sec 2.50
Rosé d'Anjou
demi-sec 2.45
Liebfraumlich 1960 2.95
Zeiler Schwarze
Katz 1961 3.50
Beaujolais 1960 2.75
Graves Superieures
demi-sec 3.25
Chateauneuf du
Pape 1959 3.75
VOOR DE „GARNERING"
Zoute Pinda's
zak 225 gram 55
TéVé Zoute Pinda's
reuzezak 450 gram 98
Gepelde Pinda's niet zout
zak 200 gram 49
Cashew nootjes gezouten
zakje 72
Mixed Nuts gezouten
zakje 72
Elitehaver
per zakje 55
Taf elamandelen
per zakje 95
Gepelde hazelnoten
per zakje 85
Hazelnoten in dop
250 gram 98
Franse walnoten
250 gram 89
Cocktailworstjes
blik 14 stuks 98
Frankfurter knakworst
blik 6 stuks.98
wijnkopers sinds 1887