„Persoonlijk contact
met klant maakt werk
aantrekkelijk V
„Winkelbaan meer in
trek dan kantoorbaan"
r*
NU AFDELINGSCHEF
J
1500,-
vIk neem er nu
mijn gemak van"
Voor klanten door 't vuur
Mej. Pauptit leerde
veel in Engeland
beg
Prettige
ontspanning,
feestelijke
trips
Beloning van
Mac Queen Tea
DE AVONDDAMES
r— Filialen trekken
er op uit
ZEGT
DE HEER LEGERSTEE,
DIRECTEUR
VAN ALBERT HEIJN
KOOKT GRAAG
ZELF
onnen
Als chocoladewerker
Stelregels
De heer Brandsma, personeelchef AH-filialen
Kleine gemeenschap met
gezellige teamgeest
Het woord is aan een
ALBERT HEIJN-VETERAAN
's Ochtends op de scooter
maakt je direct icakker
APRIL 1961
ALLERHANDE
TTET kruideniersvak is een prachtig vak."
Dat is de mening van de heer J.Leger-
stee, directeur van Albert Heijn N.V., die al
sinds 1935 het bedrijf met hart en ziel is toe-
gewijd. Op zijn negende jaar stond de heer
Legerstee al achter de toonbank van een krui
denierszaak, eigendom van zijn vader. En
vanaf die toonbank is hij stap voor stap om-
hooggeklommen, tot hy nu de bovenste trede
heeft bereikt. Hij ontvangt mij in zyn grote,
ouderwetse kamer in het hoofdkantoor. Mijn
eerste indruk is: een ernstig man.
DE HEER J. LEGERSTEE
kruidenier in hart en nieren
Tijdens het interview blijkt
dat de heer Legerstee een
groot gevoel voor humor heeft
en een scherp opmerkingsver
mogen.
Verhuizen
Hij geeft mij een stevige hand.
,Jk houd niet van inter
views", zegt hij, „maar laten
we maar beginnen." „Dit is de
kamer die mijn voorganger
reeds jarenlang in gebruik heeft
gehad, vandaar die ouderwetse
bruine betimmering. Binnen
kort verhuizen we naar een
moderne kamer."
Hij lacht even als ik hem
vraag naar zijn liefhebberijen.
Kookboeken
„Ik kook en zit graag in kook
boeken te snuffelen. Ik heb een
prachtige verzameling uit 28
verschillende landen. Ik vind
het echter het prettigst om zelf
een gerecht samen te stellen. Op
zondag maak ik dan ook altijd
iets nieuwseen verrassing voor
de gehele familie (vrouw en zes
kinderen)."
Hij glundert .gis, -hij aver, zijn
kookhobby vertelt en kijkt mij
aan alsof hij denkt „dat had je
niet van een directeur verwacht."
Ik vraag hem of hij nog tijd
overhoudt voor het bestuderen van
recepten en wat dies meer zij,
omdat men mij verteld heeft dat
de heer Legerstee erg druk bezet
is.
„Dat zeggen ze, maar ik zelf
beweer altijd het tegendeel. Als
ik 's avonds thuis kom, ga ik
eerst rustig zitten om van mijn
vrouw te horen wat er die dag
zoal in het gezin is gebeurd.
Daarna eten we, dan lees ik de
krant en om 8 uur ga ik pas
werkenwat ik altijd met ple
zier doe."
Studie
Ook studeren is een hobby van
de heer Legerstee en hij vindt
daarvoor dan ook altijd tijd. Hij
is met studeren begonnen, toen
nij een jaar of veertien was en
na drie jaar MULO door omstan
digheden de school moest verla
ten. Hij moest nl. zijn vader
gaan assisteren in diens kruide
nierszaak.
Hij is toen 's avonds gaan le
ren, zes jaar lang iedere avond
tot ca. 12 uur. In die tijd leerde
hij Frans, Duits, Engels, Boek
houden, Economie, kortom dui
zend-en-één dingen die maar iets
met het kruideniersbedrijf te ma
ken hebben.
Nadat hij zijn militaire dienst
plicht had vervuld, solliciteerde
hij bij Albert Heijn. Hij werd
aangesteld als winkelbediende in
Bussum, later in Den Haag. Toen
hij was nog maar net 25 jaar
werd hij bedrijfsleider. Niet
lang daarna brak de oorlog uit
het filiaal werd geëvacueerd.
Zelf inkopen
Toen in de laatste jaren van de
oorlog de filialen zelf ter plaatse
moesten gaan inkopen, kreeg de
heer Legerstee de leiding van de
grossierderij in Den Haag. Na de
oorlog werd hij overgeplaatst naar
het hoofdkantoor in Zaandam,
waar hij de functie ging vervul
len van assistent van de onderdi
recteur-filialen, de heer D. A.
ter Wee.
Naar Amerika
„In 1948 ben ik honderd da
gen in Amerika geweest ter be
studering van de zelfbedienings
zaken. Ik heb er het werk ge
daan van de winkelbediende tot
en met de president-directeur.
Het was een soort spoedcursus,
waaraan ik als eerste en enige
leerling na de oorlog deelnam".
Daarna werd de lieer Leger
stee benoemd tot onderdirec
teur en ten slotte in 1957 tot di
recteur.
Hij heeft altijd veel van het
winkelen gehouden: Het is in een
winkel altijd gezellig en levendig.
Je hebt een direct contact met
mensen;-Houd je daar niet van,
dan moet je nooit in een winkel
gaan werken.
Mensenkennis
Je kunt een zaak alleen opbou
wen door het vertrouwen van de
klanten te winnen en door een
goede teamgeest onder het perso
neel te kweken.
Het persoonlijk contact met de
klanten is enorm belangrijk en
prettig; je doet er veel mensen
kennis bij op.
Ook in een zelfbedieningswin
kel moet er contact met de klan
ten bestaan, al ir het alleeD ""aar
■Joor de klanten
De klanten willen gezien, opge
merkt worden en merken dat ze
welkom zijn, hetgeen toch im
mers ook werkelijk zo is.
J7R zijn drie regels: „aanpas
sen, iets meer geven dan
van je wordt gevraagd en je
zelf ontwikkelen".
Drie regels, die voor de heer J.
van Dijk (33, zeven jaar getrouwd,
vader van een zoon en een doch
tertje, huis in Zaandijk) de weg
plaveiden van fabrieksarbeider tot
jongste chef op 't hoofdkantoor
van Albert Heijn. In 1945 chocola
dewerker en sinds 1 januari 1960
chef administratie van de afd.
groothandel export.
VAN DIJK
Aanpassen
„Met lagere school, ambachts
school bankwerkeren vijf jaar
oorlog achter de rug, 18 jaar
oud, kwam ik in 1945 in de cho
colade terecht. Drie jaar later,
ik had inmiddels in bijna alle
afdelingen van het produktie-
bedrijf gewerkt, kwam ik rot
de ontdekking, dat ik veel te
weinig had geleerd. Ik wilde
meer weten, veel meer.
Anderhalf jaar daarna ver
huisde ik van het produküe-
bedrijf naar 't hoofdkantoor.
De retour-afdeling, de boekhou
ding van de reclame-afdeling,
de kostprijsafdeling en de groot
handel export. Eerst sous-chef
en nu chef'.
Drie jaar lang vertegenwoor
digde de heer Van Dijk daarbij
de kantoorbeambten in de on
dernemingsraad.
Over de drie regels vertelt de
heer Van Dijk:
Aanpassen betekent: je een
toekomstige situatie kunnen in
denken. Nooit stil blijven staan
en nooit te star vasthouden aan
iets.
Met iets meer geven dan van
je wordt gevraagd maak je 't
gemakkelijker voor jezelf, voor
't bedrijf en voor de klant.
Om te kunnen leven moet je
werken. Wanneer je alleen en
uitsluitend je taak vervult kom
je in een sleur. Zodra je inte
resse hebt voor die taak kom
je uit de sleur, en krijg je er
plezier in.
Daarnaast natuurlijk stu
deren, lezen, veel lezen, werk
in 't verenigingsleven (daar leer
je met mensen omgaan en jezelf
niet bovenaan stellen). En, als
je jong bent en de kans krijgt,
zoveel mogelijk leren. Ik vind.
't nog steeds een nadeel dat ik,
toen ik er de leeftijd voor had,
niet meer heb geleerd".
Die schade heeft de heer Van
Dijk echter dubbel en dwars in
gehaald.
„Moeilijke klantenDie be
staan niet", meent de heer Le
gerstee. „De mensen zijn wel
verschillend en daarom zal je
ze ook op verschillende wijze
moeten benaderen, waaraan dus
mensenkennis te pas komt."
„LNE boog kan niet altijd ge
spannen staan" is een uit
drukking, die men bij A.H.'s fi
lialen tot werkelijkheid maakt.
Dat gebeurt dan vaak in de
vorm van trips buiten de va
kantiedagen om. Deze trips
vormen een levendig onderdeel
van het programma. Deze reis
jes worden in talrijke filialen
bekostigd uit een spaarfonds
van bedrijfsleiding en perso-
j neel.
Over de grenzen
Van de ijverig bijeengespaarde
centen (ook vergaard door de ver
koop van oud papier: de zgn.
■-.ud-papier-pot) kan men het er
een dagje van nemen.
Men keert dan vergezeld van
man. vrouw of verloofde de win
kel de rug toe om gezamenlijk in
een comfortabele toeringcar te
stappen, die de eendagsreizigers
naar buiten brengt, zelfs over de
grenzen. In het noorden van Lim
burg trekken de filialen in combi
natie elke 15de augustus de grens
over naar Duitsland om daar de
dag gezellig door te brengen. Waar
die gezelligheid nu precies uit be
staat, ja, dat zoudt u de mensen
moeten vragen, die steeds weer
present zijn bij deze trips.
Stadsgenoegens
In diverse filialen (vooral in
het westen van ons land) combi
neert men wel eens een vrije
middag met een vrije avond voor
een uitje in de stad, met alle ge
noegens van dien, zoals een voor
stelling in b.v. Carré.
Tenslotte zijn er dan nog de
huiselijke bijeenkomsten bij de
filiaal-bedrijfsleider, die vaak
ook nog een zakelijk karakter
hebben. Dat zakelijke zit dan in
de bespreking van een Paas-,
Kerst- of St. Nicolaasactie bijv.
Het zakelijke in de gezellige
sfeer dus. Deze avonden wor
den regelmatig in een genoeglij
ke sfeer georganiseerd voor het
personeel van alle filialen.
r\NLANGS LAS IK IN EEN OVERZICHT dat er in
Amsterdam zo'n vacatures voor kantoorpersoneel
waren, maar over winkelpersoneel werd niet gesproken"
vertelt de heer F. Brandsma, (45), personeelchef van
het AH-filiaalbedrijf. „Daarmee wil ik niet beweren, dat er
helemaal geen vacatures in de winkels zouden zijn, maar in
ieder geval minder dan in sommige andere beroepen. Hoe
dat komt?"
i%s&.
het zich gezellig in het inter
naat of ze gaan met z'n allen
uit.
Juniorendagen
IDEEËNBUS
|~\E ideeënbus van AH's
produktiebedrijven heeft
nog onlangs een record-be
loning beleefd. De heren
J. M. O v e r m e e r en B.
G r u i j s van de Suikerbak
kerij IV kregen namelijk ge
zamenlijk een bedrag uitge
keerd van 1500.Deze ho
ge beloning hadden zij te
danken aan de inzending van
een idee, dat een zeer aan
zienlijke arbeidsbesparing in
hield in het produktieproces.
De uitreiking vond plaats tijdens
een feestelijke bijeenkomst, waar
ir W. A. Eggers lof toezwaaide
aan de beide inzenders, die in
nauwe samenwerking op dit voor
treffelijke idee w„ar.cp gekomen.
Goed figuur
Ir. Eggers herinnerde eraan,
dat er in 1960 69 ideeën zijn in
gediend, waarvan meer dan de
helft beloond kon worden met
in totaal f 1400.Vergeleken
met ideeënbussen van andere
bedrijven en instellingen slaat
AH een goed figuur, want het
landelijk gemiddelde van beloon
de ideeën bedraagt 30 tegen
52 bij AH.
De ideeënbus speelt een be
langrijke rol bij de opvoering
van de produktiviteit, zo zei de
heer Eggers. Het is van het groot
ste belang dat alle medewerkers
van hoog tot laag er op uit zijn
door het geven van nieuwe
ideeën het produktieproces te
verbeteren, zodat het bedrijf
meer gaat produceren zonder dat
de menselijke arbeid ervoor be
hoeft te worden opgevoerd.
„In ons eigen belang"
Van diezelfde gedachte getuig
de de opmerking van een der
beide inzenders. De heer Over-
meer zei namelijk:
„Het is in ons eigen belang.
Laat de machine maar harder
werken. We moeten proberen
daar zoveel mogelijk uit te
halen."
Het was een sportief gebaar van
de gelukkige inzenders, om de
medewerk (st)ers op hun afdeling
van hun beloning te laten mee
profiteren. De mannen kregen
10.de jongens en meisjes ieder diende werd aangesteld in het fi-
5.liaal in Deventer.
DE HEER BRANDSMA
geloof in de jeugd
In een winkel heeft een meis
je afwisseling in het werk. Zij
houdt ervan contact met men
sen te hebben en hen te helpen
bij de keuze van hun inkopen.
Je moet zo'n winkel eigen
lijk zien als een kleine gemeen
schap met veelal een vaste
klantenkring. Er ontstaat vaak
een weliswaar oppervlakkige,
maar toch wel gezellige band
met al die klanten. Het is geen
onpersoonlijk werk en dat trekt
de meisjes aan."
Als personeelschef heeft hij een
adviserende taak ten opzichte van
de goede verstandhoudingen in de
filiaalgemeenschappen. Of om het
anders te zeggen: ten opzichte
van de juiste toepassing van het
personeelbeleid in de filialen.
Gemoedelijk
„Dat wil niet zeggendat ik
als een controleur zou moeten
optreden", zegt hij, want de
bedrijfsleiders streven er alle
maal naar, een zo goed moge
lijke sfeer onder hun personeel
te bewaren. En dat lukt. ze
best. Trouwens: Amsterdam
mers zijn nogal gemoedelijke
mensen.
Of Amsterdamse meisjes spe
ciaal geschikt zijn voor onze
filialen? Als grote-stads be
woonsters hebben ze natuurlijk
een groot aanpassingsvermogen,
en dat is een belangrijk plus
punt."
Hij trekt eens aan z'n sigaar,
kijkt bedachtzaam een rook
wolk na en zegt dan:
„Omdat ik geloof, dat er aan
het werken in een winkel veel
aantrekkelijke kanten zitten.
Voor jongens zijn er natuurlijk
in de eerste plaats veel goede
toekomstmogelijkheden. Voor
meisjes liggen de zaken op een
ander vlak.
Ook met de jongens, die in de
AH-filialen werkzaam zijn, heeft
de heer Brandsma veel te maken.
Na de militaire dienst worden
er zg. Juniorendagen ge
organiseerd, waarbij de jongens
met de heer Brandsma en de
rayonleider van gedachten wisse
len over hun toekomstmogelijkhe
den.
Dan wordt er een plan opge
maakt. Er wordt gesproken over
de studie die zij nog kunnen doen.
voorts over de praktische oplei
ding.
Ze kunnen een vervolgverkoop-
cursus volgen, daarna een cur
sus voor assistentchef. vervolgens
voor reservechef en ten slotte de
examencursus voor bedrijfsleider.
Na drie tot zes jaar kunnen zij
in het bezit zijn van al deze di
ploma's. Intussen wordt aan de
praktische opleiding alle aandacht
besteed.
Ziekenbezoek
Dan is er het bezoek aan de
langdurig zieken en de corres
pondentie met hen. En nog veel
meer taken en taakjes, die nu
eenmaal het werk zijn van de
personeelchef. Een druk leven,
waarbij vrouw en kinderen wel
eens genoegen moeten nemen met
een heel kleine plaats.
Maar gelukkig heb ik altijd
de zondag nog en dan halen we
de schade wel weer in".
Thee als de Schotten
drinken
A/TEVROUW H. W. Z. uit Den
Haag schreef mij, dat zij beel
benieuwd zal zijn, hoe haar Schot
se vrienden de MacQueen thee
zullen waarderen. Zij en haar man
hebben nl. tijdens een vakantie in
Schotland bij hun vrienden zulke
voortreffelijke Engelse thee ge
dronken, dat ze er eerst aan wan
hoopten, dat ze hun Schotse gas
ten die dit jaar bij hen komen lo
geren wel thee naar hun smaak
zouden kunnen voorzetten. Hoort
u maar wat zij mij schreef:
Toen onze vakantie in
Schotland om was, had ik een
paar pakjes thee meegenomen,
maar aan alles komt een eind,
zo ook aan deze thee. Terug in
Holland wilde ik toch zoveel
mogelijk dezelfde thee drinken
en nu komt het... hoeveel pakjes
van diverse merken ik ook pro
beerde nee, dat was het
niet.... Totdat ik de „MacQueen
tea" probeerde. Eerlijk, deze
thee benadert de thee die wij
in Schotland gedronken hebben
het dichtst. U begrijpt nu ook
wel, dat ik alleen nog Mac
Queen tea" gebruik. Onze vrien
den krijgen dan ook beslist als
ze met vakantie naar ons toeko
men „MacQueen tea" te drin
ken. Ik ben werkelijk benieuwd,
hoe ze deze thee zullen vinden."
Ik ook, mevrouw.
CISKA VERHEUL.
TT7/B vijftig jaar en zeven .IV. I,
maanden precies de belan- fe IICC1
gen van een bedrijf heeft ge-
diend, is stellig een „oude ge- MIDDELBEEK
trouwe in die zaak. Zo ook de
heer H. Middelbeek (27 mmg&rxm -,$>
december 69 jaar geworden)die I JdtV t
langer dan een halve eeuw op .4 M' "JÊËL
zijn post stond in talrijke AH-
winkels in het hele land. Nu ge
niet de heer Middelbeek, zoals
men dat noemt, van zijn welver
diend pensioen in zijn woning
aan de Heyermansstraat in Zaan
dam, maar voor het zover was
heeft hij eerst nog zijn gouden
jubileum mogen vieren bij het
bedrijf, waaraan hij van 11 mei
1908 af zijn beste krachten heeft
gegeven, waaraan hij verknocht
was als 't ware.
Dat moet ook wel, want wie
zo lang bij dezelfde baas werkt,
heeft echt nog iets meer dan
alleen maar plichtsgevoel.
Reizen en trekken
Het verhaal van de heer Middel
beek Is een verhaal van hard wer
ken, vooral vroeger, van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat. Het is ook
een verhaal van reizen en trekken,
het hele land door.
Het begon in 1908 toen hij zes
tien jaar oud als jongste
Vervolg van pag. 1.
Emmerik aangesteld. Jo Frech
bezocht er een lyceum, totdat de
oorlog een spaak ia het wiel stak.
Het gezin vluchtte terug naar Ne
derland en vestigde zich in een
heel klein plaatsje in Limburg,
waar in het plaatsje zelf geen
scholen waren. Van leren kwam
daarna niet veel meer.
Eerst werkte Jo in een wasse
rij, later in de huishouding, en
tenslotte wist ze, dat ze verkoop
ster wilde worden.
De bedrijvige sfeer in een
winkel boeide haar direct, maar
ze wilde vooruitkomen en daar
om benutte ze de avonden om
meer te leren. Eerst studeerde ze
voor het vak- en het midden
standsdiploma, later voor het Ta
bak- en het Brood- en Banketexa
men.
„AZs u nu vraagt of ik echt
heb zitten blokken, zeg ik nee.
Ik las de stof verschillende ke
ren goed door en dan wist ik
het wel. Ik leer gemakkelijk,
moet u weten, want tussen dat
alles door heb ik ook nog Frans
gestudeerd."
Mej. Frech is het soort vrouw,
dat op het eerste gezicht direct
vertrouwen inboezemt. Ze heeft
een vriendelijk gezicht en lieve
bruine ogen. Voor haar klanten
gaat ze door het vuur.
Klanten mee
.Als ik ooit naar een andere
plaats zou worden overge
plaatst, zou ik al mijn klanten
wel mee willen nemen. Zo lang
zamerhand ken ik hier ieder
een.
Ach u moet rekenen, ik sta
hier nu al een kleine elf jaar
en dan leer je je mensen wel
kennen. Ik vind het plezierig
dat ze me altijd zo vertrouwen.
Ze weten zo langzamerhand wel,
dat alles hier eerste kwali
teit is."
Mej. Frech wordt bijgestaan
door twee verkopers en een ver
koopster.
„Ze zijn goed voor hun
werk", zegt ze, „maar er is
toch wel wat veranderd sinds
vroeger. Ze hebben misschien
wat minder drang om zich te
ontwikkelen, om er wat bij te
leren. Toch blijft een van de
eisen die men aan een verkoper
of verkoopster mag stellen vol
gens mij, dat ze op den duur
over een behoorlijke vakkennis
beschikken.
Vriendelijkheid no. 1
En dan en dat is mis
schien nog belangrijker ze
moeten vriendelijk tegen de
klanten zijn wat er ook ge
beurt. Ook van belang is, dat
de jongens en meisjes er tot in
de puntjes verzorgd uitzien
maar over dit laatste mogen we
„U begrijpt", vertelde de heer
Middelbeek, „dat zo'n filiaal in
vroeger jaren heel anders was
dan nu in deze tijd. Alles was nog
echt ouderwets. Conserven en
vleeswaren? Geen sprake van!
We verkochten peulvruchten en
grutterswaren."
Zijn stem was vrolijk, toen hij
dat vertelde. Zijn gedachten toef
den in een hard, maar geenszins
somber verleden, toen de koffie
molen nog maalde in de winkel ->n
de antieke weegschaal op de toon
bank stond.
Na Deventer was de heer Middel
beek jongste bediende o.m. in
Hoorn, Enkhuizen en Bre
da. In het jaar 1913 werd hij chef
in de winkel in O o s t z a a n, de
zaak waar de heer Albert Heijn
zelf indertijd de grondslag legde
voor het bedrijf van nu.
Hobby: jeugdwerk
Wie met de heer Brandsma
wil praten over „de jeugd van
tegenwoordig" is aan een ver
keerd adres.
„Natuurlijk zijn de jongens en
meisjes van nu anders dan de
jeugd van vroeger. Dat zie ik
aan mijn eigen kinderen een
dochter van veertien en een
zoon van elf en ik merk het
oojc in het jeugdwerk, dat ik in
mijn woonplaats Zaandam als
hobby doe. Ja, als hobby, om
dat ik 'het Ml tijd leuk heb ge
vonden. Bovendien is het de bes
te manier om jong te blijven in
je denken.
De jongelui zijn anders, om
dat de ivereld waarin ze leven
ook anders is. Door radio, t.v.,
film e.d. komen ze al heel jong
in aanraking met dingen, waar
van ik in mijn jeugd nooit ge
hoord had en dat heeft z'n in
vloed op hun denken en doen.
De ouders kunnen hen met al
tijd voldoende „opvangen" ik
weet het uit ervaring, want ik
merk zelf dat je als vader daar I
wel eens in tekort schiet en
dan moeten ze hun eigen peul
tjes doppen. Ze zijn vroeger
zelfstandig."
Opleiding
Maar om op m'n werk terug te
komen: over onze opleidingsschool
:n Zaandam is ook veel te ver
tellen.
Daar worden o.a. verkopers- en
verkoopsterscursussen en caissière
cursussen gehouden. Die duren vier
dagen en de cursisten logeren dan
in ons internaat.
De verkoopcursussen bestaan
uit lessen over menuleer, ver-
koopkunde en over dc herkomst
van de verschillende artikelen,
over het contact met de klanten
enz. enz.
Gastvrouw
De adspirant-caissières moe
ten de kassa leren bedienen als
een goede typiste haar schrijf
machine en bovenal moeten zij
er zich van bewust zijn, dat de
caissière in een zelfbedienings
winkel of in een SuperMart
de gastvrouw bij uitnemendheid
is.
's Avonds maken de cursisten
ACHT JAAR geleden kwam mej. Wil Pauptit bQ Albert Heijn
,.en In die jaren heeft zij heel wat trappen van de maatschap
pelijke Albert-Heijn-ladder beklommen. Ze begon als winkelmeisje
in een Haags filiaal en deed er tegelijkertijd wat administratie bij.
In die dagen was er nog niet zoveel kans om hogerop te komen als
Engels gezin
Ze trad daarom óók voor
de afwisseling als kindermeis
je in dienst bij een Engels gezin
met twee kinderen.
„Een verrukkelijke tijd heb
ik er gehad", zegt ze. „En ik
heb er veel geleerd. Ik werkte
namelijk maar voor halve da
gen bij die familie, zodat ik
school kon gaan. Na een jaar
had ik het diploma Engels."
Inmiddels had Wil Pauptit in
Nederland ook het avondschool-
tegenwoordig zéker niet moppe- den citeren: „Ik neem er nu mijn
rsn- gemak van, want nu kan het."
's Winters.brrr
De ouderen onder ons kunnen
zich waarschijnlijk nog wel voor-
stellen hoe het boodschappenbren-
gen daar in die tijd werd gedaan, j
„We gingen er met de boot op
uit", vertelde de heer Middelbeek
ons, „naar Den lip, Landsmeer en I
andere plaatsen, want vervoer
over de weg was zeer moeilijk."
Hij trok een rimpel bij deze ge
dachte en voegde eraan toe: „Ja,
's zomers, dan was het wel ge
zellig, maar 's wintersbrrr."
Na een verblijf van acht jaar in
Oostzaan de heer Middelbeek
vertelde nog dat de heer Gerrit
Heijn omstreeks die tijd juist in
dienst moest en dat de heer Jan
Heijn nog op de H.B.S. zat werd
hij aangesteld als chef te Gor-
k u m, een stad, waarover hij nog
bijzonder graag spreekt.
„Ik dwaalde er graag langs de
brede rivier en uren kon ik aan j
de kant zitten met het gezicht
op slot Loevestein", zei hij.
Tot 1926 bleef hij daar, waarna
hij tot het uitbreken van de oor
log Beverwijk als standplaats
had.
Neemt z'n gemak
Toen kwam hij in Zaandam.i
waar hij tot zijn pensionering toe
in het centraal magazijn werkte.
Maar ondanks zijn pensionering
dat'hy 6 invLr^'iT^ot^dnJite j Dit js ee'! V'oep dames, die in tijden van drukte in de avonduren
in het bedrijf. Voor 't overige kun-1 °P de pakaf deling en bijspringt om stagnatie in het inpakwerk te
nen we het beste zijn eigen woor-1 voorkomen. Het is gezellig werk en de huishoudbeurs wordt er
wat ruimer door. Van links naar rechts: de dames
Van der Pijl, Mol en Vink.
W. PAUPTIT
houdt van afwisseling
diploma, het Middenstands- en
het vakdiploma gehaald. Toen ze
na een jaar uit Engeland terug
kwam, ging ze toch weer bij Ai-
bert Heijn werken.
Administratie
Eerst als tijdelijke hulp bij een
zelfbedieningszaak, daarna bij
de opleidingsschool in de Amster
damse Van Baerlestraat, alwaar
ze personeel opleidde.
En nu zit ze bij de pas ge
opende SuperMart aan de Joh.
Huizingalaan in Amsterdam. Ze
houdt er de volledige administra
tie bij.
Niettegenstaande al dat geblok
voor examens in de afgelopen ia-
ren, is Wil Pauptit haar liefde
voor de sport trouw gebleven. Er
waren altijd nog wel avonden
over, waarop ze kon zwemmen,
tafel-tennissen, of waterpolo-spe-
len. Ze is een sportief meisje, dat
van buitenlucht houdt.
Wakker
Vandaar ook dat zij niet zo
lang geleden een scooter kocht,
waarop zij 's ochtends de lange
afstand naar de in een van de
Amsterdamse buitenwijken ge
bouwde SuperMart aflegt. „Je
bent dan meteen wakker!", zegt
Van haar werkkamer uit, die
even boven de winkel is gebouwd,
beeft ze een prachtig uitzicht over
de hele SuperMart. „Dat maakt
het werken hier des te pretti
ger", zegt ze. „Er is altijd wel
wat te zien."
Nieuwe functie
Binnenkort gaat mej. Pauptit
weer verhuizen, ditmaal naar
Zaandam, dan wordt ze assisten
te van de heer Oranje, de di
visieleider van de SuperMarts.
„Of ik het naar vind steeds
in een andere omgeving te wer
ken? Neen, ik houd van afwis
seling. Ik ben echt een zwer
verstype."