„Persoonlijk contact met klant maakt werk aantrekkelijk V „Winkelbaan meer in trek dan kantoorbaan" r* NU AFDELINGSCHEF J 1500,- vIk neem er nu mijn gemak van" Voor klanten door 't vuur Mej. Pauptit leerde veel in Engeland beg Prettige ontspanning, feestelijke trips Beloning van Mac Queen Tea DE AVONDDAMES r— Filialen trekken er op uit ZEGT DE HEER LEGERSTEE, DIRECTEUR VAN ALBERT HEIJN KOOKT GRAAG ZELF onnen Als chocoladewerker Stelregels De heer Brandsma, personeelchef AH-filialen Kleine gemeenschap met gezellige teamgeest Het woord is aan een ALBERT HEIJN-VETERAAN 's Ochtends op de scooter maakt je direct icakker APRIL 1961 ALLERHANDE TTET kruideniersvak is een prachtig vak." Dat is de mening van de heer J.Leger- stee, directeur van Albert Heijn N.V., die al sinds 1935 het bedrijf met hart en ziel is toe- gewijd. Op zijn negende jaar stond de heer Legerstee al achter de toonbank van een krui denierszaak, eigendom van zijn vader. En vanaf die toonbank is hij stap voor stap om- hooggeklommen, tot hy nu de bovenste trede heeft bereikt. Hij ontvangt mij in zyn grote, ouderwetse kamer in het hoofdkantoor. Mijn eerste indruk is: een ernstig man. DE HEER J. LEGERSTEE kruidenier in hart en nieren Tijdens het interview blijkt dat de heer Legerstee een groot gevoel voor humor heeft en een scherp opmerkingsver mogen. Verhuizen Hij geeft mij een stevige hand. ,Jk houd niet van inter views", zegt hij, „maar laten we maar beginnen." „Dit is de kamer die mijn voorganger reeds jarenlang in gebruik heeft gehad, vandaar die ouderwetse bruine betimmering. Binnen kort verhuizen we naar een moderne kamer." Hij lacht even als ik hem vraag naar zijn liefhebberijen. Kookboeken „Ik kook en zit graag in kook boeken te snuffelen. Ik heb een prachtige verzameling uit 28 verschillende landen. Ik vind het echter het prettigst om zelf een gerecht samen te stellen. Op zondag maak ik dan ook altijd iets nieuwseen verrassing voor de gehele familie (vrouw en zes kinderen)." Hij glundert .gis, -hij aver, zijn kookhobby vertelt en kijkt mij aan alsof hij denkt „dat had je niet van een directeur verwacht." Ik vraag hem of hij nog tijd overhoudt voor het bestuderen van recepten en wat dies meer zij, omdat men mij verteld heeft dat de heer Legerstee erg druk bezet is. „Dat zeggen ze, maar ik zelf beweer altijd het tegendeel. Als ik 's avonds thuis kom, ga ik eerst rustig zitten om van mijn vrouw te horen wat er die dag zoal in het gezin is gebeurd. Daarna eten we, dan lees ik de krant en om 8 uur ga ik pas werkenwat ik altijd met ple zier doe." Studie Ook studeren is een hobby van de heer Legerstee en hij vindt daarvoor dan ook altijd tijd. Hij is met studeren begonnen, toen nij een jaar of veertien was en na drie jaar MULO door omstan digheden de school moest verla ten. Hij moest nl. zijn vader gaan assisteren in diens kruide nierszaak. Hij is toen 's avonds gaan le ren, zes jaar lang iedere avond tot ca. 12 uur. In die tijd leerde hij Frans, Duits, Engels, Boek houden, Economie, kortom dui zend-en-één dingen die maar iets met het kruideniersbedrijf te ma ken hebben. Nadat hij zijn militaire dienst plicht had vervuld, solliciteerde hij bij Albert Heijn. Hij werd aangesteld als winkelbediende in Bussum, later in Den Haag. Toen hij was nog maar net 25 jaar werd hij bedrijfsleider. Niet lang daarna brak de oorlog uit het filiaal werd geëvacueerd. Zelf inkopen Toen in de laatste jaren van de oorlog de filialen zelf ter plaatse moesten gaan inkopen, kreeg de heer Legerstee de leiding van de grossierderij in Den Haag. Na de oorlog werd hij overgeplaatst naar het hoofdkantoor in Zaandam, waar hij de functie ging vervul len van assistent van de onderdi recteur-filialen, de heer D. A. ter Wee. Naar Amerika „In 1948 ben ik honderd da gen in Amerika geweest ter be studering van de zelfbedienings zaken. Ik heb er het werk ge daan van de winkelbediende tot en met de president-directeur. Het was een soort spoedcursus, waaraan ik als eerste en enige leerling na de oorlog deelnam". Daarna werd de lieer Leger stee benoemd tot onderdirec teur en ten slotte in 1957 tot di recteur. Hij heeft altijd veel van het winkelen gehouden: Het is in een winkel altijd gezellig en levendig. Je hebt een direct contact met mensen;-Houd je daar niet van, dan moet je nooit in een winkel gaan werken. Mensenkennis Je kunt een zaak alleen opbou wen door het vertrouwen van de klanten te winnen en door een goede teamgeest onder het perso neel te kweken. Het persoonlijk contact met de klanten is enorm belangrijk en prettig; je doet er veel mensen kennis bij op. Ook in een zelfbedieningswin kel moet er contact met de klan ten bestaan, al ir het alleeD ""aar ■Joor de klanten De klanten willen gezien, opge merkt worden en merken dat ze welkom zijn, hetgeen toch im mers ook werkelijk zo is. J7R zijn drie regels: „aanpas sen, iets meer geven dan van je wordt gevraagd en je zelf ontwikkelen". Drie regels, die voor de heer J. van Dijk (33, zeven jaar getrouwd, vader van een zoon en een doch tertje, huis in Zaandijk) de weg plaveiden van fabrieksarbeider tot jongste chef op 't hoofdkantoor van Albert Heijn. In 1945 chocola dewerker en sinds 1 januari 1960 chef administratie van de afd. groothandel export. VAN DIJK Aanpassen „Met lagere school, ambachts school bankwerkeren vijf jaar oorlog achter de rug, 18 jaar oud, kwam ik in 1945 in de cho colade terecht. Drie jaar later, ik had inmiddels in bijna alle afdelingen van het produktie- bedrijf gewerkt, kwam ik rot de ontdekking, dat ik veel te weinig had geleerd. Ik wilde meer weten, veel meer. Anderhalf jaar daarna ver huisde ik van het produküe- bedrijf naar 't hoofdkantoor. De retour-afdeling, de boekhou ding van de reclame-afdeling, de kostprijsafdeling en de groot handel export. Eerst sous-chef en nu chef'. Drie jaar lang vertegenwoor digde de heer Van Dijk daarbij de kantoorbeambten in de on dernemingsraad. Over de drie regels vertelt de heer Van Dijk: Aanpassen betekent: je een toekomstige situatie kunnen in denken. Nooit stil blijven staan en nooit te star vasthouden aan iets. Met iets meer geven dan van je wordt gevraagd maak je 't gemakkelijker voor jezelf, voor 't bedrijf en voor de klant. Om te kunnen leven moet je werken. Wanneer je alleen en uitsluitend je taak vervult kom je in een sleur. Zodra je inte resse hebt voor die taak kom je uit de sleur, en krijg je er plezier in. Daarnaast natuurlijk stu deren, lezen, veel lezen, werk in 't verenigingsleven (daar leer je met mensen omgaan en jezelf niet bovenaan stellen). En, als je jong bent en de kans krijgt, zoveel mogelijk leren. Ik vind. 't nog steeds een nadeel dat ik, toen ik er de leeftijd voor had, niet meer heb geleerd". Die schade heeft de heer Van Dijk echter dubbel en dwars in gehaald. „Moeilijke klantenDie be staan niet", meent de heer Le gerstee. „De mensen zijn wel verschillend en daarom zal je ze ook op verschillende wijze moeten benaderen, waaraan dus mensenkennis te pas komt." „LNE boog kan niet altijd ge spannen staan" is een uit drukking, die men bij A.H.'s fi lialen tot werkelijkheid maakt. Dat gebeurt dan vaak in de vorm van trips buiten de va kantiedagen om. Deze trips vormen een levendig onderdeel van het programma. Deze reis jes worden in talrijke filialen bekostigd uit een spaarfonds van bedrijfsleiding en perso- j neel. Over de grenzen Van de ijverig bijeengespaarde centen (ook vergaard door de ver koop van oud papier: de zgn. ■-.ud-papier-pot) kan men het er een dagje van nemen. Men keert dan vergezeld van man. vrouw of verloofde de win kel de rug toe om gezamenlijk in een comfortabele toeringcar te stappen, die de eendagsreizigers naar buiten brengt, zelfs over de grenzen. In het noorden van Lim burg trekken de filialen in combi natie elke 15de augustus de grens over naar Duitsland om daar de dag gezellig door te brengen. Waar die gezelligheid nu precies uit be staat, ja, dat zoudt u de mensen moeten vragen, die steeds weer present zijn bij deze trips. Stadsgenoegens In diverse filialen (vooral in het westen van ons land) combi neert men wel eens een vrije middag met een vrije avond voor een uitje in de stad, met alle ge noegens van dien, zoals een voor stelling in b.v. Carré. Tenslotte zijn er dan nog de huiselijke bijeenkomsten bij de filiaal-bedrijfsleider, die vaak ook nog een zakelijk karakter hebben. Dat zakelijke zit dan in de bespreking van een Paas-, Kerst- of St. Nicolaasactie bijv. Het zakelijke in de gezellige sfeer dus. Deze avonden wor den regelmatig in een genoeglij ke sfeer georganiseerd voor het personeel van alle filialen. r\NLANGS LAS IK IN EEN OVERZICHT dat er in Amsterdam zo'n vacatures voor kantoorpersoneel waren, maar over winkelpersoneel werd niet gesproken" vertelt de heer F. Brandsma, (45), personeelchef van het AH-filiaalbedrijf. „Daarmee wil ik niet beweren, dat er helemaal geen vacatures in de winkels zouden zijn, maar in ieder geval minder dan in sommige andere beroepen. Hoe dat komt?" i%s&. het zich gezellig in het inter naat of ze gaan met z'n allen uit. Juniorendagen IDEEËNBUS |~\E ideeënbus van AH's produktiebedrijven heeft nog onlangs een record-be loning beleefd. De heren J. M. O v e r m e e r en B. G r u i j s van de Suikerbak kerij IV kregen namelijk ge zamenlijk een bedrag uitge keerd van 1500.Deze ho ge beloning hadden zij te danken aan de inzending van een idee, dat een zeer aan zienlijke arbeidsbesparing in hield in het produktieproces. De uitreiking vond plaats tijdens een feestelijke bijeenkomst, waar ir W. A. Eggers lof toezwaaide aan de beide inzenders, die in nauwe samenwerking op dit voor treffelijke idee w„ar.cp gekomen. Goed figuur Ir. Eggers herinnerde eraan, dat er in 1960 69 ideeën zijn in gediend, waarvan meer dan de helft beloond kon worden met in totaal f 1400.Vergeleken met ideeënbussen van andere bedrijven en instellingen slaat AH een goed figuur, want het landelijk gemiddelde van beloon de ideeën bedraagt 30 tegen 52 bij AH. De ideeënbus speelt een be langrijke rol bij de opvoering van de produktiviteit, zo zei de heer Eggers. Het is van het groot ste belang dat alle medewerkers van hoog tot laag er op uit zijn door het geven van nieuwe ideeën het produktieproces te verbeteren, zodat het bedrijf meer gaat produceren zonder dat de menselijke arbeid ervoor be hoeft te worden opgevoerd. „In ons eigen belang" Van diezelfde gedachte getuig de de opmerking van een der beide inzenders. De heer Over- meer zei namelijk: „Het is in ons eigen belang. Laat de machine maar harder werken. We moeten proberen daar zoveel mogelijk uit te halen." Het was een sportief gebaar van de gelukkige inzenders, om de medewerk (st)ers op hun afdeling van hun beloning te laten mee profiteren. De mannen kregen 10.de jongens en meisjes ieder diende werd aangesteld in het fi- 5.liaal in Deventer. DE HEER BRANDSMA geloof in de jeugd In een winkel heeft een meis je afwisseling in het werk. Zij houdt ervan contact met men sen te hebben en hen te helpen bij de keuze van hun inkopen. Je moet zo'n winkel eigen lijk zien als een kleine gemeen schap met veelal een vaste klantenkring. Er ontstaat vaak een weliswaar oppervlakkige, maar toch wel gezellige band met al die klanten. Het is geen onpersoonlijk werk en dat trekt de meisjes aan." Als personeelschef heeft hij een adviserende taak ten opzichte van de goede verstandhoudingen in de filiaalgemeenschappen. Of om het anders te zeggen: ten opzichte van de juiste toepassing van het personeelbeleid in de filialen. Gemoedelijk „Dat wil niet zeggendat ik als een controleur zou moeten optreden", zegt hij, want de bedrijfsleiders streven er alle maal naar, een zo goed moge lijke sfeer onder hun personeel te bewaren. En dat lukt. ze best. Trouwens: Amsterdam mers zijn nogal gemoedelijke mensen. Of Amsterdamse meisjes spe ciaal geschikt zijn voor onze filialen? Als grote-stads be woonsters hebben ze natuurlijk een groot aanpassingsvermogen, en dat is een belangrijk plus punt." Hij trekt eens aan z'n sigaar, kijkt bedachtzaam een rook wolk na en zegt dan: „Omdat ik geloof, dat er aan het werken in een winkel veel aantrekkelijke kanten zitten. Voor jongens zijn er natuurlijk in de eerste plaats veel goede toekomstmogelijkheden. Voor meisjes liggen de zaken op een ander vlak. Ook met de jongens, die in de AH-filialen werkzaam zijn, heeft de heer Brandsma veel te maken. Na de militaire dienst worden er zg. Juniorendagen ge organiseerd, waarbij de jongens met de heer Brandsma en de rayonleider van gedachten wisse len over hun toekomstmogelijkhe den. Dan wordt er een plan opge maakt. Er wordt gesproken over de studie die zij nog kunnen doen. voorts over de praktische oplei ding. Ze kunnen een vervolgverkoop- cursus volgen, daarna een cur sus voor assistentchef. vervolgens voor reservechef en ten slotte de examencursus voor bedrijfsleider. Na drie tot zes jaar kunnen zij in het bezit zijn van al deze di ploma's. Intussen wordt aan de praktische opleiding alle aandacht besteed. Ziekenbezoek Dan is er het bezoek aan de langdurig zieken en de corres pondentie met hen. En nog veel meer taken en taakjes, die nu eenmaal het werk zijn van de personeelchef. Een druk leven, waarbij vrouw en kinderen wel eens genoegen moeten nemen met een heel kleine plaats. Maar gelukkig heb ik altijd de zondag nog en dan halen we de schade wel weer in". Thee als de Schotten drinken A/TEVROUW H. W. Z. uit Den Haag schreef mij, dat zij beel benieuwd zal zijn, hoe haar Schot se vrienden de MacQueen thee zullen waarderen. Zij en haar man hebben nl. tijdens een vakantie in Schotland bij hun vrienden zulke voortreffelijke Engelse thee ge dronken, dat ze er eerst aan wan hoopten, dat ze hun Schotse gas ten die dit jaar bij hen komen lo geren wel thee naar hun smaak zouden kunnen voorzetten. Hoort u maar wat zij mij schreef: Toen onze vakantie in Schotland om was, had ik een paar pakjes thee meegenomen, maar aan alles komt een eind, zo ook aan deze thee. Terug in Holland wilde ik toch zoveel mogelijk dezelfde thee drinken en nu komt het... hoeveel pakjes van diverse merken ik ook pro beerde nee, dat was het niet.... Totdat ik de „MacQueen tea" probeerde. Eerlijk, deze thee benadert de thee die wij in Schotland gedronken hebben het dichtst. U begrijpt nu ook wel, dat ik alleen nog Mac Queen tea" gebruik. Onze vrien den krijgen dan ook beslist als ze met vakantie naar ons toeko men „MacQueen tea" te drin ken. Ik ben werkelijk benieuwd, hoe ze deze thee zullen vinden." Ik ook, mevrouw. CISKA VERHEUL. TT7/B vijftig jaar en zeven .IV. I, maanden precies de belan- fe IICC1 gen van een bedrijf heeft ge- diend, is stellig een „oude ge- MIDDELBEEK trouwe in die zaak. Zo ook de heer H. Middelbeek (27 mmg&rxm -,$> december 69 jaar geworden)die I JdtV t langer dan een halve eeuw op .4 M' "JÊËL zijn post stond in talrijke AH- winkels in het hele land. Nu ge niet de heer Middelbeek, zoals men dat noemt, van zijn welver diend pensioen in zijn woning aan de Heyermansstraat in Zaan dam, maar voor het zover was heeft hij eerst nog zijn gouden jubileum mogen vieren bij het bedrijf, waaraan hij van 11 mei 1908 af zijn beste krachten heeft gegeven, waaraan hij verknocht was als 't ware. Dat moet ook wel, want wie zo lang bij dezelfde baas werkt, heeft echt nog iets meer dan alleen maar plichtsgevoel. Reizen en trekken Het verhaal van de heer Middel beek Is een verhaal van hard wer ken, vooral vroeger, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Het is ook een verhaal van reizen en trekken, het hele land door. Het begon in 1908 toen hij zes tien jaar oud als jongste Vervolg van pag. 1. Emmerik aangesteld. Jo Frech bezocht er een lyceum, totdat de oorlog een spaak ia het wiel stak. Het gezin vluchtte terug naar Ne derland en vestigde zich in een heel klein plaatsje in Limburg, waar in het plaatsje zelf geen scholen waren. Van leren kwam daarna niet veel meer. Eerst werkte Jo in een wasse rij, later in de huishouding, en tenslotte wist ze, dat ze verkoop ster wilde worden. De bedrijvige sfeer in een winkel boeide haar direct, maar ze wilde vooruitkomen en daar om benutte ze de avonden om meer te leren. Eerst studeerde ze voor het vak- en het midden standsdiploma, later voor het Ta bak- en het Brood- en Banketexa men. „AZs u nu vraagt of ik echt heb zitten blokken, zeg ik nee. Ik las de stof verschillende ke ren goed door en dan wist ik het wel. Ik leer gemakkelijk, moet u weten, want tussen dat alles door heb ik ook nog Frans gestudeerd." Mej. Frech is het soort vrouw, dat op het eerste gezicht direct vertrouwen inboezemt. Ze heeft een vriendelijk gezicht en lieve bruine ogen. Voor haar klanten gaat ze door het vuur. Klanten mee .Als ik ooit naar een andere plaats zou worden overge plaatst, zou ik al mijn klanten wel mee willen nemen. Zo lang zamerhand ken ik hier ieder een. Ach u moet rekenen, ik sta hier nu al een kleine elf jaar en dan leer je je mensen wel kennen. Ik vind het plezierig dat ze me altijd zo vertrouwen. Ze weten zo langzamerhand wel, dat alles hier eerste kwali teit is." Mej. Frech wordt bijgestaan door twee verkopers en een ver koopster. „Ze zijn goed voor hun werk", zegt ze, „maar er is toch wel wat veranderd sinds vroeger. Ze hebben misschien wat minder drang om zich te ontwikkelen, om er wat bij te leren. Toch blijft een van de eisen die men aan een verkoper of verkoopster mag stellen vol gens mij, dat ze op den duur over een behoorlijke vakkennis beschikken. Vriendelijkheid no. 1 En dan en dat is mis schien nog belangrijker ze moeten vriendelijk tegen de klanten zijn wat er ook ge beurt. Ook van belang is, dat de jongens en meisjes er tot in de puntjes verzorgd uitzien maar over dit laatste mogen we „U begrijpt", vertelde de heer Middelbeek, „dat zo'n filiaal in vroeger jaren heel anders was dan nu in deze tijd. Alles was nog echt ouderwets. Conserven en vleeswaren? Geen sprake van! We verkochten peulvruchten en grutterswaren." Zijn stem was vrolijk, toen hij dat vertelde. Zijn gedachten toef den in een hard, maar geenszins somber verleden, toen de koffie molen nog maalde in de winkel ->n de antieke weegschaal op de toon bank stond. Na Deventer was de heer Middel beek jongste bediende o.m. in Hoorn, Enkhuizen en Bre da. In het jaar 1913 werd hij chef in de winkel in O o s t z a a n, de zaak waar de heer Albert Heijn zelf indertijd de grondslag legde voor het bedrijf van nu. Hobby: jeugdwerk Wie met de heer Brandsma wil praten over „de jeugd van tegenwoordig" is aan een ver keerd adres. „Natuurlijk zijn de jongens en meisjes van nu anders dan de jeugd van vroeger. Dat zie ik aan mijn eigen kinderen een dochter van veertien en een zoon van elf en ik merk het oojc in het jeugdwerk, dat ik in mijn woonplaats Zaandam als hobby doe. Ja, als hobby, om dat ik 'het Ml tijd leuk heb ge vonden. Bovendien is het de bes te manier om jong te blijven in je denken. De jongelui zijn anders, om dat de ivereld waarin ze leven ook anders is. Door radio, t.v., film e.d. komen ze al heel jong in aanraking met dingen, waar van ik in mijn jeugd nooit ge hoord had en dat heeft z'n in vloed op hun denken en doen. De ouders kunnen hen met al tijd voldoende „opvangen" ik weet het uit ervaring, want ik merk zelf dat je als vader daar I wel eens in tekort schiet en dan moeten ze hun eigen peul tjes doppen. Ze zijn vroeger zelfstandig." Opleiding Maar om op m'n werk terug te komen: over onze opleidingsschool :n Zaandam is ook veel te ver tellen. Daar worden o.a. verkopers- en verkoopsterscursussen en caissière cursussen gehouden. Die duren vier dagen en de cursisten logeren dan in ons internaat. De verkoopcursussen bestaan uit lessen over menuleer, ver- koopkunde en over dc herkomst van de verschillende artikelen, over het contact met de klanten enz. enz. Gastvrouw De adspirant-caissières moe ten de kassa leren bedienen als een goede typiste haar schrijf machine en bovenal moeten zij er zich van bewust zijn, dat de caissière in een zelfbedienings winkel of in een SuperMart de gastvrouw bij uitnemendheid is. 's Avonds maken de cursisten ACHT JAAR geleden kwam mej. Wil Pauptit bQ Albert Heijn ,.en In die jaren heeft zij heel wat trappen van de maatschap pelijke Albert-Heijn-ladder beklommen. Ze begon als winkelmeisje in een Haags filiaal en deed er tegelijkertijd wat administratie bij. In die dagen was er nog niet zoveel kans om hogerop te komen als Engels gezin Ze trad daarom óók voor de afwisseling als kindermeis je in dienst bij een Engels gezin met twee kinderen. „Een verrukkelijke tijd heb ik er gehad", zegt ze. „En ik heb er veel geleerd. Ik werkte namelijk maar voor halve da gen bij die familie, zodat ik school kon gaan. Na een jaar had ik het diploma Engels." Inmiddels had Wil Pauptit in Nederland ook het avondschool- tegenwoordig zéker niet moppe- den citeren: „Ik neem er nu mijn rsn- gemak van, want nu kan het." 's Winters.brrr De ouderen onder ons kunnen zich waarschijnlijk nog wel voor- stellen hoe het boodschappenbren- gen daar in die tijd werd gedaan, j „We gingen er met de boot op uit", vertelde de heer Middelbeek ons, „naar Den lip, Landsmeer en I andere plaatsen, want vervoer over de weg was zeer moeilijk." Hij trok een rimpel bij deze ge dachte en voegde eraan toe: „Ja, 's zomers, dan was het wel ge zellig, maar 's wintersbrrr." Na een verblijf van acht jaar in Oostzaan de heer Middelbeek vertelde nog dat de heer Gerrit Heijn omstreeks die tijd juist in dienst moest en dat de heer Jan Heijn nog op de H.B.S. zat werd hij aangesteld als chef te Gor- k u m, een stad, waarover hij nog bijzonder graag spreekt. „Ik dwaalde er graag langs de brede rivier en uren kon ik aan j de kant zitten met het gezicht op slot Loevestein", zei hij. Tot 1926 bleef hij daar, waarna hij tot het uitbreken van de oor log Beverwijk als standplaats had. Neemt z'n gemak Toen kwam hij in Zaandam.i waar hij tot zijn pensionering toe in het centraal magazijn werkte. Maar ondanks zijn pensionering dat'hy 6 invLr^'iT^ot^dnJite j Dit js ee'! V'oep dames, die in tijden van drukte in de avonduren in het bedrijf. Voor 't overige kun-1 °P de pakaf deling en bijspringt om stagnatie in het inpakwerk te nen we het beste zijn eigen woor-1 voorkomen. Het is gezellig werk en de huishoudbeurs wordt er wat ruimer door. Van links naar rechts: de dames Van der Pijl, Mol en Vink. W. PAUPTIT houdt van afwisseling diploma, het Middenstands- en het vakdiploma gehaald. Toen ze na een jaar uit Engeland terug kwam, ging ze toch weer bij Ai- bert Heijn werken. Administratie Eerst als tijdelijke hulp bij een zelfbedieningszaak, daarna bij de opleidingsschool in de Amster damse Van Baerlestraat, alwaar ze personeel opleidde. En nu zit ze bij de pas ge opende SuperMart aan de Joh. Huizingalaan in Amsterdam. Ze houdt er de volledige administra tie bij. Niettegenstaande al dat geblok voor examens in de afgelopen ia- ren, is Wil Pauptit haar liefde voor de sport trouw gebleven. Er waren altijd nog wel avonden over, waarop ze kon zwemmen, tafel-tennissen, of waterpolo-spe- len. Ze is een sportief meisje, dat van buitenlucht houdt. Wakker Vandaar ook dat zij niet zo lang geleden een scooter kocht, waarop zij 's ochtends de lange afstand naar de in een van de Amsterdamse buitenwijken ge bouwde SuperMart aflegt. „Je bent dan meteen wakker!", zegt Van haar werkkamer uit, die even boven de winkel is gebouwd, beeft ze een prachtig uitzicht over de hele SuperMart. „Dat maakt het werken hier des te pretti ger", zegt ze. „Er is altijd wel wat te zien." Nieuwe functie Binnenkort gaat mej. Pauptit weer verhuizen, ditmaal naar Zaandam, dan wordt ze assisten te van de heer Oranje, de di visieleider van de SuperMarts. „Of ik het naar vind steeds in een andere omgeving te wer ken? Neen, ik houd van afwis seling. Ik ben echt een zwer verstype."

Allerhande | 1961 | | pagina 3