Jagen onder water WIJ PROEVEN Eerste studente volgde colleges door gaten in de wand Bouw uw eigen visboot! NIET op grote voet leven ,,'f W onder van haar eeuw en t licht der lichten Uitzonderlijke vrouw DE GOEDEN LEEUW DIE OP BEDDEN SLAAPT NIEUWE, FASCINERENDE, LEERZAME SPORT: WAT ZEGT DE DOKTER ERVAN? met de buitenkant en randen van onze tong Schema van het menselijk smaakorgaan WONDERBAAR MAARWAAR Hobbies voor mannen Koffie zetten is een ritus DE CAMERA GAAT MEE! De Romeinen aten al sla Strikken en dunne, hoge hakken ALLERHANDE APRIL ,Jedere morgenzodra de studenten de academie binnen waren, verliet een jonge, schone maagd, haar woning op de hoek van de Voetiussteeg in Utrecht en volgde de heren met zedige tred, vergezeld van een dienstmeisje. Zij volgde de studenten niet tot in de collegezaal in de Oude Dom, maar ging een kamertje binnen naast de collegezaal, van waaruit zij de professoren en studenten door gaten in de houten wand kon zien en horen." Zo Hep Anna Maria van Schurman, volgens de geschied schrijvers, omstreeks 1630 in Utrecht college. De universiteit was ver boden terrein voor vrouwen en Anna Maria kreeg heel wat te horen over haar onbescheidenheid en onvrouwelijk* gedrag, dat, volgens de heren, bestond uit het trachten de hun almachtige sexe te over vleugelen. Juffrouw Schurman trok zich daar weinig van aan en ant woordde: ,,Op de renbaan van de wijsheid staat 't ieder vrij zich in te spannen". Zij legde zich toe op de theolo gie en was daarin, schrijven haar tijdgenoten, zover dat zij, was zij een man geweest, met ge mak een professoraat had kun nen bekleden. Vele bekende theo logen kwamen bij haar raad vragen. Zij sprak veertien talen, wist veel meer dan een vrouw in die tijd behoefde te weten van aardrijkskunde en geschiede nis, van wijsbegeerte, van de „telkonst", de astronomie, de metaphysica, de physica en de ..geneeskonst". Zij beeldhouwde, tekende, schilderde, borduurde schitterend, musiceerde en schreef boeken, en gedichten. Toch was deze nog altijd be roemde geleerde en kunstena res geen blauwkous. C o n s t a n- tijn Huygens heeft haar charme in heel wat gedichten bezongen en Cats liep een blauwtje bij haar. Talenwonder Dat en nog veel meer over de eerste, zij het illegale, studente in ons land. kunt u te weten ko men in het museum te Frane- ker, waar de conservator u van alles over haar kan vertellen. Zij werd in 1607 in Keulen ge boren, waarheen iaar Hervormde ouders voor de godsdiensttwisten waren gevlucht. In 1615 verhuisde de familie naar Utrecht en in 1623 naar Franeker. Anna Maria heeft de meeste tijd in Utrecht ge woond, een gevelsteen op de hoek van de Voetiussteeg duidt de plaats aan, waar haar woning stond. Omdat het in één moeite door ging, kreeg zij al jong, gelijk met haar broers, les. Een meisje leer de in die dagen geen Latijn en Grieks, Anna Maria wel. Zij cor respondeerde in die talen en schreef er later haar boeken in. Daar liet zij het echter niet bij. Engels, Frans, Duits leer de zij, Italiaans, Aethiopisch, Chal- deeuws, Hebreeuws, Perzisch, Turks, Syrisch en Arabisch. En zij was niet klaar met een taal als zij er zich maar zo'n beetje in kon uitdrukken. Van het Aethiopisch schreef zij zelf een grammatica. Daarnaast vond zij tijd om te borduren, te schrijven, te beeldhouwen en te schilderen. Toch ook ijdel! In Franeker hangen schil derstukken van haar, voorna melijk zelfportretten, die een inteliigent, fijn gezichtje van een schattig meisje laten zien. Op een portret, geschilderd door Van Mierevelt, dat daar ook hangt, blijkt haar neus echter veel groter en dik ker te zijn. Gelukkig had Anna Maria dus ook een typisch vrouwelijke eigenschap. Zij was ijdel Men vindt in Franeker ook haar borduurwerken, gravures, die ze maakte, knipsels, tekenin gen, geschildere miniatuurtjes en verscheidene van haar boeken, gedichten en brieven in He breeuws, Grieks, Latijn en Frans. In 1664 werd Anna Maria een trouwe volgelinge van Jean de La- bardie, stichter van een zeer strenge godsdienstige sekte. Zij volgde hem naar Amsterdam, in ballingschap naar Duitsland en later naar Wieuwerd in Fries land, waar zij in 1687 overleed. Anna Maria van Schurman zoals zij zichzelf op on geveer dertigjarige leef tijd uitbeeldde Eenzelvig Tevergeefs probeerden vrien den, geleerden en kunstenaars haar over te halen haar studies voort te zetten. Zij bleef echter Jean de Labardie trouw en her riep ,,al haar schriften, die naar losheid van gemoed en naar den ijdelen en wereldschen geest rie ken", zij liet zich niets meer ge legen liggen aan de strijd voor studierecht voor de vrouw en veranderde helemaal. Wat ook duidelijk op haar portretten is te zien. Zij bemoeide zich niet meer met haar vrienden, onder wie Richilieu en Descartes, die haar met zoveel anderen ,,'t wonder van haar eeuw" en ,,'t licht der lichten" noemden. Twee werkstukken van Anna Maria van Schurman. in het museum te Franeker te zien Links: haar gezangenboek, waaromheen zij een geborduurde omslag maakte. Rechts: een bijzonder mooi papierknipsel. Men zegt dat het lichaam van Anna Maria van Schurman ge mummificeerd is en bijgezet in de grafkelder van de Labardis- ten. Gevonden heeft men de mummie echter nooit. Haar boe ken, tekeningen en schilderijen zijn er echter nog, tenminste enkele daarvan. Zij bewijzen waartoe Anna Maria van Schur man in staat was ondanks de tegenwerking, die zij als vrouw van alle kanten ondervond. Aardappelen zijn erg smakelijk klaar te maken! TI/IJ ZIJN nu eenmaal een typisch aardappel etend volk. Merkwaardig echter, dat het merendeel van de bereidingswijzen van onze geliefde aardappel hier onbekend zijn. Maakt u wel eens Aardappelen a Ia Bercy? In een pan doet u een stukje boter (margarine), een fijn gehakt uitje, dan roert u er wat meel door en al roerende laat u dit meel bruin worden. Dan voegt u er langzaam wat kokend water of nog liever wat bouillon bij, steeds roerende, zodat u ten slotte een fraaie, gebonden saus heeft waar u flink wat peper, zout naar smaak en vrij veel fijn ge hakte peterselie doorroert. Dan schilt u een paar aard appelen en snijdt ze in klei ne dobbelsteentjes, die u in deze saus langzaam laat gaar stoven. Als u het in huis heeft, voegt u bij de saus, vóór de aardappelen erin- gaan, een glas rode wijn. Vóór het opdienen proeft u even of het gerecht hartig genoeg is. Aardappelpannekoekjea U kookt een stuk of zes goed geschrobde, ongeschil de aardappelen, u laat ze wat afkoelen en pelt ze. Daarna raspt u ze en ver mengt ze met twee eieren, twee eetlepels bloem, flink wat peper en zout naar smaak. Dit mengsel bakt u met wat boter tot kleine pannekoekjes die u zeer warm met gebakken peter selie opdient. i „TTAD je een goed hotel?" „Prima." „Waar logeerde je." „In De Gouden Leeuw". Naast gouden zijn er rode, bron zen en zelfs blauwe leeuwen. Het werden bekende namen; zij waren er de eeuwen door en in alle lan den. Toch is er een tijd geweest zonder deze uithangborden. Hoe is men op de toch wel goede gedach te gekomen een hotel een dergelijk etiket te geven? Voor het antwoord moeten wij ver in de geschiedenis teruggaan. Tot de tijd waarin een bed nog geen gemeengoed wrfs. Meer een privilege voor de edelen. Er waren toen ook wel reizigers die een on derdak vonden in de een of andere herberg, maar daar sliepen zij dan op de grond, op stro. Totdat er een ondernemende her- bergier was en natuurlijk in Frankrijk die bedden liet maken voor zijn gasten. Hij zal wat duur der zijn geweest, dan zijn col lega's, maar hij had ook iets bij zonders aan te bieden. Dat wilde hij ook wel naar buiten laten blij ken en omdat er toen nog niet ge adverteerd kon worden, liet hij een bordje boven zijn deur aan brengen met de woorden: ,,On lit on dort" (Men slaapt op bedden). Anderen namen dit over en hier uit is „Lion d'Or gegroeid. Toen er eenmaal een gouden leeuw was, ontstonden er allerlei variaties. Andere landen hebben dit voor beeld gevolgd. Iclik, ik heb je T\E verschillende smaken wor den waargenomen met behulp van orgaantjes, de „smaakknop- pen". Midden in zo'n knop be vindt zich een ondiepe holte, de z.g. ,^maakbeker"op de bo dem van deze smaakbeker staan de „smaakhaartjes"Smaakknop- pen zijn gelegen aan de tong punt, de tongranden en op de bovenzijde van de tong; ook het voorste deel van het weke ver hemelte bezit er enkele. De lip pen, het tandvlees, het wang slijmvlies, de onderzijde van de tong, het harde verhemelte en de huig bevatten geen smaak- knoppen. Wij proeven derhalve uitsluitend met de bovenkant en de randen van onze tong. Het tongslijmvlies heeft diepe groe ven; in deze groeven zijn de smaakknoppen gelegen. Pas als een stof in het speeksel is opge lost en in deze groeven terecht komt, kan hij worden geproefd; onoplosbare stoffen kunnen nooit worden geproefd (zie fi- auur). VIER SMAKEN De door de smaakknoppen opge vangen smaakimpulsen worden via zenuw vezels (behorende tot de zevende en negende hersenzenuw) voortgeleid naar de hersenen. In de hersenen eindigen de impulsen het z.g. „smaakcentrum", dat vlak bij het reukcentrum ligt. Pas als het smaakcentrum is bereikt, zijn wij ons van de smaak van iets bewust: alle bewustzijn zetelt immers in de hersenen. Er bestaan slechts vier z.g. „primaire smaken": z o e t, z u u r, zout en bitter. Alle bekende smaken zyn uit deze vier quali- teiten samengesteld. Men zou dit kunnen vergelijken met de kleu renleer: alle kleuren zyn ook slechts uit enkele „primaire kleu ren" samengesteld, nl. de kleu ren van de regenboog. DE REUK Bij de beoordeling van wat wij smaak noemen speelt in werkelijk heid ook de reuk een grote rol. Tijdens het eten zijn smaak- en reukgewaarwordingen nauwelijks te scheiden. A Smaakzenuwvezel B Het inwendige van de tong C Smaakknoop D Opper vlak (boven) van de tong E Tongslijmvlies Een der dertien vitale tref fers. welke hel vestzakslagschip „Admiral Graf Spee" dwongen asyl te vragen in de monding van de Rio de la Plata (Monte video, Uruguay), was een oe fengranaat die in hel heetst van het gevecht dat de drie Engelse oorlogsbodems tegen hun veel sterkere tegenstander leverden, door de bemanning van een ge schutstoren bij gebrek aan mu nitie. in een kanon werd ge duwd. De granaat bleek latei- zeer vitale delen van de Graf Spee" te hebben getroffen. Vroeger (nu nog?) hadden al leen diegenen het recht de voeten op tafel te leggen, die met een zeilschip Kaap de Goede Hoop en Kaap Hoorn hadden omzeild. Buffalo Bill ontleende zijn bij naam niet aan de buffel. Het is maar de vraag oi hij ooit een buffel heeft gezien Er waren geen buffels in de Nieuwe We reld Wel bisons. Hij velde er in acht maanden tijds 4500, en was zodoende een der velen die de totale uitroeiing van het dier bijna bewerkstelligd hebben. De regering van West-Australië liet in 1880 een met gaas bes. an- nen hek aanleggen van een kleine 5000 km lengte dat de konijnen, die uit de oostelijke staat kwamen, moest tegenhouden. Nero speelde niet op de viool toen Rome brandde om de dood eenvoudige reden dat de viool in zijn dagen nog niet bestond. Het kan hoogstens een luit zijn ge weest. Verder was hij helemaal niet aanwezig toen de stad brandde, hij was mijlen ver weg. 0°K mannen hebben hobbies. De een houdt van schilderen, radio's of electrisehe treinen. De resultaten zijn niet zelden bewonderenswaardig. En bovendien, wat een voldoening schenkt het niet aan de knutselaars zelf na vele uren passen en meten het resultaat te zien. Een tip voor de mannen: Bouw uw eigen uisboot.' Bij een onzer vrienden hebben we de mogelijkheden gezien. Hij had nog nooit eerder een schaaf of een beitel in de handen gehad. Zijn prestatie heeft ons enthousiast ge maakt, zodat we contact op namen met de ontwerper, E. G. van de S t a d t Scheepswerf N. V. te Z aan d a m. Voor de prijs van 137,50 levert deze een compleet bouwpakket met toelichting van alle houten onderdelen, tot en met die voor de riemen De vóór- en achterspiegels, voorzien vav opgelijmde verstijvingslatten, zijn al voor u gebogen Door zijn eenvoudige con structie is het een ideaal bootje voor de amateurbouw. Het gewicht ervan is maar 30 kg., zodat het gemakkelijk door twee personen uit het water kan worden gelicht en op de autokap of aan boord van een groter schip kan worden vervoerd maar toch kan het op ruw water ge makkelijk twee en op meer beschutte wateren zelfs drie man dragen. Het laat zich goed roeien en is geschikt voor een lichte aanhangmo- tor van P.K. Door er een mastje op te zettenen er een steek- zwaardje en een roertje aan te maken, kan er ook mee worden gezeild. Het reukorgaan is gelegen in de neus, en wel in het allerbovenste gedeelte van de beide neusholten; het is een geelgekleurd stukje van het slijmvlies, voor een deel links en rechts op het neustussenschot gelegen. De totale oppervlakte van het reukslijmvlies is slechts 2,5 vierk. cm. in de rechter, en even veel in de linker neusholte, teza men dus 5 vierk. cm. Allerlei die ren, die meer „op hun neus af gaan" dan de mens, hebben veel meer reukslijmvlies: het opper vlak ervan bedraagt bijv. 40—80 vierk. cm. bij honden. REUKCELLEN Het reukslymvlies bevat vele millioenen reukcellen: van deze cellen uit wordt de reukimpuls via de eerste hersenzenuw (de reuk zenuw) naar het „reukcentrum" in de hersenen voortgeleid. Pas in de hersenen ontstaat de reukgewaar wording. Wilt men iets ruiken, dan moeten deeltjes, die als reukprik kel kunnen werken in de lucht verbreid zijn („vluchtige" stoffen). Terwijl men nu voor de smaak vier primaire qualiteiten kent, is er voor geuren geen indeling in „primaire geuren" mogelijk. Er bestaan tientallen systemen, vol gens welke men de geuren heeft willen indelen, doch geen van deze systemen voldoet geheel. Vermoe delijk kunnen geuren op zichzelf alleen in „aangename" en „o n- aangename" worden verdeeld. J^E klassieke manier van kof fie zetten is nog altijd: met toewijding kleine scheutjes ko kend water schenken op de vast aangestampte koffie. Zo'n lang zaam uitgedruppeld extract, het zij memelk, hetzij met water aangevuld, is het heerlijkste kopie koffie dat men zich den ken kan Deze klassieke manier van koffie zetten duurt lang en vereist alle zorgen. Filter Vlugger zet men koffie in een vlot doorlopende filter, welke koffie men onaangevuld kan drinken. Zo kennen wij ook de zg. keteltjeskof- fie, waarbij de koffie in een ijzeren geëmailleerde kan of ketel wordt gedaan, waarna de ketel wordt ge vuld met kokend water en het ge heel op een pitje blijft staan trekken. Iets hierop gelijkend is de manier, waarop in België koffie wordt gezet. Men hangt in een kan een grote katoenen zak, die met een ring sluit op de kan. In de zak de koffie (meestal met cichorei) en daarna kokend water opgieten. Percolator De ..percolator", die in vele variaties voorkomt, berust op het volgende principe: het in een kan aan de kook gebrachte water wordt, daar de kan goed afgesloten is, door een buisje naar boven gevoerd en door het zich daar bevindende, met koffie gevulde, filter geleid; het uit het filter lopende aftreksel wordt weer in de kan opgevangen en gaat dan dezelfde weg omhoog enz. Men ziet de percolator van metaal met glazen deksel: geschikt voor een gasstel; óf geheel van glas met spi ritusbrander. de zg. cona; of de percolator functioneert geheel elek trisch. Espresso Een, in de laatste jaren, po pulair geworden methode is uit Italië afkomstig: de „esp r e s- so" Hierbij wordt door een in genieuze machine kokend water onder hoge druk door een kleine hoeveelheid zeer fijn gemalen koffie geperst. Het resultaat is verrassend pittig. Turkse koffie Een in onze streken niet zo beken de manier om koffie te zetten is de zg. Turkse koffie. De koffie, die tot een heel fijne poeder is gemalen in een zeer spe ciale molen, wordt in een vertind koperen kannetje samen met water en suiker boven een spiritusvlam aan de kook gebracht. Als de "koffie opbruist haalt men ze eventjes van de vlam om even tot rust te laten komen. Dan weer boven de vlam laten opkomen, tot driemaal toe. Meteen in een heel klein kopje schenken en gloeiend heet.neen, niet opdrinken maar voorzichtig slurpen en het bezinksel in het kopje laten! Op de hierboven genoemde zet wijzen bestaan weer talloze varia ties en zolang er koffie zal bestaan, zullen er steeds nieuwe zetwijzen gevonden worden. In dit verband zij gewezen op de speciale koffiefilters, welke A.H. in zijn assortiment voert. Juist deze week zijn zij tot Prijswinner gepromoveerd, met andere woorden een goede ge legenheid om er op voordelige wijze mede kennis te maken. (Zie pag. 4). Twee buizen heeft de aqualong: één voor de afvoer van de ver bruikte lucht en één waardoor men nieuwe zuurstof inademt. afvoer van de uitgeademde en ver bruikte lucht (vandaar de lucht belletjes) en één waardoor men inademt. Met een aqualong kan iemand wel een uur onder blijven. Hij regelt automatisch, door een mem braan waarop de waterdruk wordt opgevangen, de druk van de ver bruikte lucht. Hoe dieper je duikt, hoe sneller de fles leegstroomt. Ja, we zijn wel eens altijd met zijn tweeën in zo'n geval in die 25 meter diepe put van de Vinkeveense plassen geweest. Daar zie je de zon nog maar als een waxinelichtje zo flets. Neen, al te diep mag je met zo'n long niet gaan; dan treedt er een soort vergiftiging op, doordat de EEN kleine 350 millioen km2 van onze aardbol (2/3 gedeelte) is nog zo goed als onbekend. Dat is het domein der zeeën en alles wat verder in de vorm van zout of zoet water deel uitmaakt van de aardkorst. Bij dat twee-derde onbekende gedeelte behoren in elk geval de Vinkeveense plassen onder Amsterdam niet. Want daar zien de vissen op zomerdagen menselijke figuren, met zwemvliezen aan de voeten en een kunstmatige long op de rug, behoedzaam neerduiken in de groene sche- mer der diepten. Deze plassen zyn van voren naar achteren „afge graasd" en zelfs het diepste punt, dat tot zo'n 25 meter gaat, is reeds door de geluidloos voort glijdende wezens bezocht. Die plassen zijn het zwemgebied van de Amsterdamse onderwater zwemmers van de „Onderwater Jager Club" (de O.J.C.) en hun voorzitter, de heer J. M. van Buuren (44)vertelt wat zy daar wel doen. „Wij jagen onder water", zegt hij, „niet om te vangen of te doden, wij jagen op foto's met speciale waterdichtgemaakte ca mera's! Een mooie sport! Na de oorlog is het onder- waterzwemmen erg in de mode gekomen. Dat is ook te begrijpen: de mens heeft altijd willen weten hoe het er beneden uitziet. Was het vroeger enkele minuten, nu kunnen we, met behulp van ver schillende apparaten halve uren, uren zelfs, onder blijven zonder hinder te ondervinden." De ,,water"-long Het belangrijkste apparaat daar bij is wel de aqualong. Hierover spreekt de heer Van Buuren: „In het Sportfondsenbad aan de Frone- manstraat, waar onze club oefent, beginnen we aspirant-duikers de kunst van het onderwaterzwemmen te leren met snorkel-apparaten. Zij hebben dus een bril voor en dra gen zwemvliezen. Dat snorkelapparaat is een een voudige buis, die boven water uit steekt en het onderwaterzwemmen op geringe diepte mogelijk maakt. Zo'n buis is voorzien van een auto matisch sluitertje in de vorm van een pingpongballetje in een soort kooitje, dat wanneer de buis onder gedompeld wordt de ademtoevoer- afsluit zodat geen water kan bin nendringen. Bij het oefenen gaat het vooral om het aanleren van bekendheid met het water en het begrip ademen-langs-kunstmatige weg. Daar is de hele opleiding op gericht. Er mogen geen ongelukken voorkomen! De zwemmer moet leren zeker van zijn zaak en zeker van zichzelf te zijn. Wie in paniek raakt, kan heel wat gemakkelijker verdrinken dan wie het hoofd goed bij elkaar houdt. Een prachtige sport", zegt de heer Van Buuren. „Ook als je met een snorkelbuisje een 40 cm onder water zwemt, gaat er een nieuwe wereld voor je open. Keuring vereist Wél dit: niet iedereen mag onder water zwe m- m e n! Wie mee wil doen moet zich medisch laten keuren en de uitrusting moet goed zijn. Dit geldt met name voor de aqua- longen, dus voor metalen flessen op de rug, die met samengepers te lucht zijn gevuld. Zelfgemaak te instrumenten kunnen de dood tengevolge hebben; het kan dan gebeuren, dat de samengeperste lucht ineens met volle kracht in de longen stroomt. De aqualong heeft twee buizen terzijde van het hoofd: één voor zuurstof in de gecomprimeerde lucht verkeerd gaat werken. Maar dat gebeurt pas bij diepten van, zeg maar, honderd meter." Niet te diep! Op deze wijze verloor de Ameri kaan Root, jurist van beroep, groot liefhebber van de onderwaterzwem- merij, eind 1955 het leven. Tegen deskundig advies in probeerde hij dieper te duiken dan 120 meter. De roes. die op 3040 m optreedt, kende hij en overwon hij, maar de dodelijk geworden zuurstof, die dieper ontstond, benam hem de kracht om terug te keren. Het tempo van opstijgen moet bij diepduiken langzaam gebeuren: een duiker, die b.v. een uur lang op 40 nieter diepte heeft gewerkt, moet er ongeveer vijf kwartier over doen om weer boven te komen. Hij mag dus slechts 8 meter per kwartier stijgen. Anders treedt de gevrees de caissonziekte op; er ont staan dan, als in uitgeschonken spuitwater, belletjes in het bloed, die dodelijk kunnen zijn. Zoals spreekt komt de amateur-duiker in het begin aan zulke diepten niet toe. Naar hei Zuiden Vele Nederlanders, ook verschei dene leden van de O.J.C., gaan 's zomers naar de kust van de Mid dellandse Zee, waar het heldere water de prachtigste tochten moge lijk maakt. Daar doet men dan ook voor de oudheidkunde belangrijke vondsten. Heel bekend is de opzien barende ontdekking van het Ro meinse vrachtschip, waaruit vele wijnkruiken, onbeschadigd en ge vuld, werden opgehaald. In ons land bestaan naast de O.J.C. nog andere onderwaterzwem- clubs, die nieuwe werelden hebben zien opengaan door deze nieuwe sport: ontdekkingen doen, de wereld der vissen, de waterflora leren ken nen, enz. „Wij hebben wel leden, die op vrije middagen gebruik maken van hun sport", besluit de heer Van Buuren, „om b.v. bij een scheepswerf in het water gevallen gereedschappen en instrumenten op te duiken of om een onder waterrails aan te leggen. Maar. voor zoiets moet er eerst flink geoefend worden. En dan nog iets: alléén, dus zonder een met gezel duiken is ook heel gevaar lijk en verkeerd!" De laatste toebereidselen i een onderwatertocht in de Vinkeveense plassen. HET gebruik van sla is al zo oud als de weg naar Rome. De Romeinen gebruikten al sla, bestaande uit de bladeren van eetbare planten en kruiden. De rauwe knapperige bladeren wer den bestrooid met zout. Het la- tijnse woord voor zout is „Sal". Daarvan is het Franse woord „salade" afkomstig. Ons woord „sla" is daar weer van afgeleid. Vermoedelijk waren het de vermaarde koks van de Franse koningen die het eerst salades samenstelden. Zij maakten de sla fris met azijn van verzuurde teenstukjes, leren hekken, strikken. ZOMERMODE SCHRIJFT VOOR een paar flinke voeten heeft en deze zomer toch naar de laatste mode geschoeid wil gaan, zal enkele concessies moeten doen. Uw aankoop van verleden jaar zult u met een strik moeten versieren en u zult een paar suède schoe nen dienen aan te schaffen, versierd met een teenstukje en een dun ^arjj queemehakje vari leer in dezelfde o1 in een afstekende kleur. Schoenen mei bandjes over de wreef kunt u van de zomer met een gekust hart blijven dragen. De nieuwste schoenen tonen bandjes hoog en laag op de wreef, bandjes in de vorm van een T, dikke, dunne en dubbele bandjes. Ook leren schoenen worden in twee kleuren gemaakt. Hier in cognackleur en wit. U zult verder van de zomer weer op de smalle, Italiaanse leest lopen. Het ziet er echter naar uit, dat de Nederlandse schoenfabrikanten iets minder puntig te werk gaan dan hun Italiaanse collega's. Af en toe duikt er een rondom recht af geplat neusje op; men noemt dat de carreeleest. Recht afgeplat wil echter niet zeggen dat de schoen daardoor z'n slanke leest en puntige neus verliest. Smalle schoentjes HOE men het ook bekijkt, we zullen onze voeten van de zomer weer in smalle schoentjes moeten wringen. Er is een nieuwe platte hak, die niets hoger is dan de hak onder uw wandelschoen, maar die toch elegant aandoet. Zij ziet eruit als een watteauhak, waar op iemand met een hamer een flinke klap heeft gegeven tot er nog maar anderhalve centimeter van over was. blauw, rood en af en toe een lichtgeel schoentje. Groen heeft het veld moeten ruimen. Even als het generfde leer. Het is alles glad leer wat de klok slaat. Dit alles toonden de Neder landse schoenfabrikanten op een show in het Amsterdamse Carl ton Hotel, waar zij ook vertelden dat de Nederlandse vrouw steeds meer hoog gehakte schoenen koopt en steeds minder sport schoenen, die nagenoeg geheel van het toneel zijn verdwenen en plaats hebben gemaakt voor De zomerkleuren 1958 zijn j elegante, soepele wandelschoe- beige in alle mogelijke tinten,1 nen, ook al op puntige leest. wijn, smeuïg met olijfolie en voegden kruiden van tuin en veld toe om de smaak nog te, verhogen. In de vorige eeuw had elke rechtgeaarde huisvrouw haar ei gen hoekje in de tuin. Daar kweekte zij haar eigen kruiden: Bieslook, T h ij m, Mar- jolein, Pimpernel, Ker vel, Basilicum, Lieve Vrouwenbedstro, Dra gon. Dat kruidentuintje ver zorgde zij zelf. Zij wist precies hoe een bosje thijm op het hout vuur die ondefinieerbare smaak gaf aan geroosterd vlees. Zij zou nooit vergeten om bij het braden van varkensvlees een takje citroenmelasse toe te voe gen en zij zou het een fout ge vonden hebben als zij de nieu we Hollandse haring die zij op tafel bracht niet een blauw B o- rage-bloemetje in de bek gestoken had. Wat er bij ging. Ook in het aanmaken van sla was zij expert. Niemand beter dan zij wist wat een blaadje D i 1- 1 e waard was in de sla en hoe een teentje knoflook, even langs de rand van de houten sla bak gestreken, juist dat vleugje geur geeft dat sla kan maken tot iets heel bijzonders. Zij liet zich niet afbrengen van haar gewoon te om aan de sla een schraal half lepeltje suiker toe te voe gen. Deze kunst van het kruiden is verloren gegaan. Wij mensen van deze tijd bezitten geen krui dentuintje, en hebben te weinig tijd. Wij verlangen produkten die kant en klaar zijn en die ons tijd besparen. Slasaus - modern produkt volgens oud recept Tegenwoordig wordt slasaus vrij wel algemeen gebruikt voor het aanmaken van sla. Daarin zijn dezelfde grondstoffen verwerkt die de huisvrouw van vroeger ge bruikte nl. azijn, sla-olie en ei dooier. Fabrikanten van dit arti kel hebben de aloude kunst van het kruiden als het ware weer uit de vergetelheid opgediept. Met de kennis die verankerd ligt in oude kookboeken en wat uit overlevering bekend was, hebben zij een mengsel van tuinkruiden samengesteld waarvan de smaak aan hun produkt precies datgene geeft dat de sla tekort komt.

Allerhande | 1958 | | pagina 2