im in
en..
r
i
PARIJS BEVEELT:
Albert Heijn is
Zeg, C
één recht, één averecht
"oor kw
World Influenza Centre
15
Met begon in een schooltuin
Nederlandse
bodem
zorgt voor
maag en
benzinetank
Prijswinnaars van
Oom Kwaadvlieg-puzze]
en zie voor u zelf...
hoeveel goedkoper
Voedzaam en gezond
#SPP5e week
3 pa|( tafelmargarine
1 pakje dadels wei jitieni
100
25
500 gram havermout
27
mÊtÊÊm 1 pakje cacao
49
1 200 gr. vruchtenliage!
25
250 gr. koelliuisboter
93
m
WjÉRÈf '50 gr. borstulevellen
29
ÉppP5" 100 gram katjesdrop
28
1» 1 pak biskwie (Zaanse Molen)
39
(I 1 pakje tliee le soort (blauwmerk)
84
H 6 grotechoc.repen(meik-ptmr)
100
250 gram gedroogde pruimen
37
ia 1 pot aardbeienjam
82
1 250 gram koekjes (carabiesjes)
59
j|| 500 gram groene erwten
39
500 gr. Hollandse bruine bonen
45
IS 1 pak zelfrijzend bakmeel
31
1 1 250 gram boterhamkorrels
39
1 Totaal
931
1 Kortingen
1 Netto
931
Ir
1
DE Nederlandse vrouw, die wel iets
ziet in deze produkten van brei
pennen en nijvere handen of brei-
Machtige wereldorganisatie
waakt tegen griep
De griep van 1950
ALLER HANDE
JANUARI
W'J Nederlanders maken
tegenivoordig van alles
zélf. Het buitenland heeft niet
zonder verbazing gemerkt, dat
wij behalve klompen en kaas,
ook prima vliegtuigen en tele
visietoestellen kunnen leveren.
En niet alleen de vaderlandse
technici, ook die brave, grazige
weiden van ons hebben voor
een verrassing gezorgd. Wan
wie had ooit kunnen
dromendat er onder
de aardappelen en
het graan olie ver
borgen lag?
Er
zijn
De Engelse jongetjes bij de
Kerstboom was zeker een gezellige
puzzel. Oom Kwaadvliet heeft nog
nooit zoveel inzendingen ontvan
gen en Karei de postbode vond
ook, dat je goed je best gedaan
hebt, allemaal.
De oplossing was als volgt: Hilly
kreeg het pakje D, Billy het pakje
B, Milly het pakje C, Willy mocht
het pakje E hebben en Gilly kreeg
het pakje A.
De prijswinnaars zijn: Toosje
Verdijk, Achelsedijk 8. Valkens-
waard; Rinie van Ginkel, Dr. Bos
straat 10, Arnhem; Tom 'd Angre-
mond, Graaf Aelbrechtlaan i49,
Amstelveen: Willy Schouten, Wil-
helminastraat 38, Barneveld: Roelie
Bos, Bernard Zweerstraat 8, Leeu
warden; Carla Ruys, Heiheek 6 g,
Venlo; Tineke de Vries, Weth. Bu-
ningstraat 30, Assen; Henny Bok,
Treebeekstraat 146, Treebeek: Ria
Focke, Singel A 510. St. Anna ter
Muiden; Ronnv Buhre, Baarsjes
weg 274-1. Amsterdam (W.).
Aardolie was voor ons
altijd een soort myste
rieuze vloeistof, die al
leen thuis hoorde in
verre, warme streken.
Een combinatie van
olie met molens, water
en wind leek eenvoudig
ondenkbaar. En toch
is het ondenkbare van
daag pure werkelijk
heid geworden; op bijna
300 plaatsen in Drenthe en Zuid-
Holland vloeit dagelijks de olie uit
het boerenland omhoog. En niet
zo'n klein beetje ook: ruim 270 ton
per dag, of rond één miljoen ton
per jaar. Dat is meer dan een
kwart van de totale hoeveelheid,
die wij in Nederland verbruiken.
32 ton per km2
Die onverwachte ontdekking In
de schatkamers van onze bodem
heeft ons land in een paar jaar
tijds de positie bezorgd van het
naar verhouding tot ons bodemop
pervlak rijkste olieland van
West-Europa en op één na zelfs
van heel het oude werelddeel. Met
onze 32 ton per vierkante kilome
ter verslaan wij nu al een beroemd
olieland als Roemenië, dat niet
verder dan 29 ton komt. Alleen
Oostenrijk steekt ons nog de loef
af met een cijfer van 40 ton. De
absolute cijfers spreken een ande
re taal: Oostenrijk 3,67, West-
Duitsland 3,16 en Nederland 1,02
miljoen ton.
Het zondags-rijverbod en de
moeite, om het kannetje petroleum
gevuld te krijgen, hebben ons
eigenlijk pas goed duidelijk ge
maakt van hoeveel belang deze
nationale produktie is.
Onze hele moderne samenleving
„drijft" op olie. Als er niet genoeg
zijn van die vieze, vette druppels,
waarvan de propere huisvrouw
gruwt, raakt het hele economische
leven verlamd. Alles wat rijdt,
vaart en vliegt komt tot stilstand
en ook de energievoorziening van
de industrie raakt hopeloos in de
knel.
En dat Is nog niet alles. De boe
ren krijgen gebrek aan kunstmest
stoffen, de vrouwen kunnen geen
plastics en geen lippenstift meer
kopen en op alle kantoren worden
de schi'ijfmachines tot zwijgen ge
doemd, omdat er geen linten meer
zijn. Want deze produkten en
nog meer dan duizend andere
bevatten zonder uitzondering be
standdelen, die door verwerking
uit aardolie worden verkregen.
West-Europa betrekt die grond
stof, waarmee dus onze welvaart
staat of valt, voor driekwart uit
het Midden-Oosten. Nu door de
Suez-kwestie is gebleken hoe,
kwetsbaar deze aanvoer is, kunnen
vele tegenstellingen in het lande
lijke Schoonebeek in Drente te
vinden, sinds de schatkamer van
onze bodem het geheim van de
olie heeft moeten prijsgeven. Op
de foto: een boorput (waaruit de
„ja-knikker" de olie naar boven
pompt) met een oude stal op de
achtergrond.
we dus dubbel dankbaar zijn voor
die olie van eigen bodem. Zonder
deze nationale produktie zou de si
tuatie ongetwijfeld nog heel wat
minder rooskleurig zijn geweest.
Demonstratieboring
Hoe wij aan dat onverwachte ge
lukje zijn gekomen? Het is een
vreemd verhaal en het begint in
een schooltuin
Al in 1923 waren er bij Winters
wijk oliesporen gevonden, toen
men daar naar zout zocht. Maar
niemand hechtte aan die paar
druppels enige waarde, omdat het
bij voorbaat uitgesloten leek, dat
onder onze bodem olie in exploi-
teerbare hoeveelheden kon voorko
men. Vijftien jaar lang raakte de
olie in het Hollands vergeetboek.
Tot er, in het voorjaar van 1938,
iets heel merkwaardigs gebeurde.
Tegelijk met een tentoonstel
ling over leven en werken in het
toenmalig Nederlands-Indic,
zou in Den Haag voor de school
jeugd eeu demonstratie worden
gegeven van het olie-boren op
Borneo. Hiertoe werd op een
schooltuin aan de Mient een ech
te boortoren neergezet. Ten aan
schouwen van een paar duizend
kinderen stelde de boormeester
de beitel in werking, die zich
steeds dieper in de Haagse
grond .ingroef. Toen er een diep
te van ruim 450 meter was be
reikt constateerde de boormees
ter oliesporen in de boorspoeling.
Eerst in Drente
Nog was men lang niet over
tuigd, dat er ook werkelijk olie in
commerciële hoeveelheden onder
onze grond kon worden gewonnen,
maar van dat moment af gingen
de bodemonderzoekers van de
B.P.M., die in 1932 de gravimetrie
in ons land introduceerde, toch
met verdubbelde ijver aan het
werk. En met succes. Zij deden
een lange reeks van onderzoekin
gen, waarbij door meting van
zwaartekracht en door registratie
van de voortplanting van geluids
golven, het verloop van de ge-
steentelagen onder het aardopper
vlak kan worden bepaald. Dit on
derzoek leidde tot de conclusie,
dat vooral op sommige plaatsen in
Drenthe de bodemstructuur uiterst
gunstig was voor de aanwezigheid
van oliehoudende structuren.
In 1947 werd door de BPM en
de Standard Oil Company (New-
Jersey) de N.V. Nederlandse
Aardolie Maatschappij (NAM) op
gericht, 0111 de in 1944 ontdekte
Drentse velden verder te exploi
teren.
Boortorens hadden al spoedig
succes, zodat zij konden plaats
maken voor de putpompen, die
vanwege hun gestadig knikkende
beweging in „Ja-Knikkers" wer
den omgedoopt.
Het is namelijk een misverstand,
dat boortorens het enige kenmerk
zijn van een bedrijvig olieveld. De
torens dienen uitsluitend, om de
weg naar een eventuele olielaag
te openen. Als dat lukt wordt de
toren overbodig, en wordt er een
Ja-Knikker" boven het gat ge
plaatst. Indien er plaatselijk ook
nog zoveel aardgas is, dat de olie
omhoog wordt gestuwd, kan men
voor de regeling van de produktie
zelfs volstaan met een eenvoudig
afsluitsysteem, in de wandeling
„Kerstboom" genoemd.
Ook in Zuid-Holland
Het gebied rond Schoonebeek
bleek nog veel rijker te zijn, dan
men verwacht had, en het olieveld
ontwikkelde zich in korte tijd tot
het meest uitgestrekte van West-
Europa. Op het ogenblik staan er
in Drenthe al 265 „Ja-Knikkers".
Er zullen er echter niet meer
bijkomen, want het Schoonebeek-
veld is praktisch volledig afge
boord en de produktie zal lang
zaam terug gaan lopen.
Geen nood de laatste jaren
zijn nieuwe voorkomens in Zuid-
Holland ontdekt. Men wist al, dat
er olie in de omgeving van Rijs
wijk en Berkel zat, maar het wes
telijk gebied werd pas belangrijk,
toen vorig jaar nieuwe putten bij
De Lier, Wassenaar, IJselmonde
en Pijnacker werden aangeboord.
Langs de kuststreek
De Zuidhollandse putten leve
ren samen nu al meer dan
100.000 ton per jaar. En de
NAM heeft een sterk vermoe
den, dat er nog veel meer zit.
Men heeft tenminste al een
nieuwe grote concessie aange
vraagd, om verder in Zuid-Hol
land te gaan boren.
De toestemming stuit echter
voorlopig op nogal wat bezwaren.
Waterleidingexperts zijn bevreesd,
dat het duinwater zou vervuilen,
hetgeen de oliedeskundigen overi
gens met klem bestrijden. Villa-be
woners zijn beducht, dat de goede
„stand" bedreigd wordt en weer
anderen vrezen, dat de badgasten
geen boortorens als tijdelijke bu
ien willen zien
„Al deze mensen beseffen niet,
dat zij zónder onze olie heel wat
minder „gesmeerd" zouden le
ven", is het weerwoord van de on
dergrondse speurders van de
NAM.
Hoe het ook zij, vast staat,
dat boortorens en „Ja-Knikkers"
een vaste verschijning in ons
landschap zullen blijven.
En dat die malse, bodem van
ons tegenwoordig niet alleen
royaal voor onze magen, maar
ook voor onze benzinetanks
zorgt
„De minister houdt de prijzen in
't oog"Maar alléén kan hij het
niet - met de beste bril van de wereld
niet. De grootste belanghebbende,
de huisvrouw, moet zélf meehelpen.
Moet zélf óók haar ogen wijd open
zetten. Ga daarom bij uzelf na,
of u echt nooit meer betaalt dan
nodig is. En waar kunt u dan
beter beginnen dan bij uw groot
ste post: de kruidenier. Neem
die stap - en uw pen - en ontdek
Vul in de blanco kolom achter
elk der nevenstaande AH-prijzen
het bedrag in, dat u elders voor
betzelfde artikel betaalt. Tel dan op
en vergelijk de beide sommen
Bij Albert Heijn geen kwasi-kortingen, maar
direkt de netto-prijs, direkt de laagste prijs!
Alle prijzen in de boodschappenlijst zijn onze normale,
tn geen reclame-prijzenl
\aar
Voor idee gewonnen
ben nu ongeveer 27
klant van het AH-filiaal aan
de Grote Houtstraat no. 59 te
Haarlem, waar ik steeds tot
mijn volle tevredenheid werd
bediend. De chef was altijd be
reid mij met raad bij te staan.
Toen ik van hem vernam,
dat de zaak zou worden opge
heven en dat er een SuperMart-
zou worden geopend op no. 99
in de Grote Houtstraat, heb ik
hem gezegd, dat onze prettige
relatie dan verbroken zou wor
den. Ik voelde er niets voor met
een mandje door een zaak te
lopen en alles zelf te moeten
uitzoeken. Volgens mij zou het
prettige contact met de chef
verbroken zijn.
Hoewel ik al obligatiehoudster
ben, ben ik toen geëindigd met
zegels te kopen; ik zou immers
naar een andere leverancier
moeten uitzien? De chef, de heer
Vermaire, had mij echter ver
zocht, na opening van de Super
Mart, toch eens te komen kij
ken, wat ik beloofde te doen.
De dag na de opening ben ik
gaan kijken. Mijn eerste indruk
van deze
A.H.-Super
Mart was
geweldig,
prachtig in
gericht enz.,
maar hoe zou
het zijn met
kopen?
Ik liep met
een mandje
aan mijn arm
en ja, daar zag ik verschillende
artikelen waar ik toch wel erg
aan gewend was en ik nam ze
weg. Tot mijn eigen verwonde
ring was mijn mandje na de
rondgang door de zaak aardig
vol geworden. En wat prettig
aandeed was dat ik toch con
tact had met de diverse afde
lingchefs.
En nu na 14 dagen prettig
boodschappen doen, bevalt de
Super Mart me werkelijk gewel
dig. Als ik nu thuis kom, heb
ik nooit meer iets vergeten, om
dat ik alles vóór mij zie. (Jok
ben ik erg blij met de mooie
sortering zoutloze artikelen. En
natuurlijk ben ik weer zegels
gaan sparen.
Een enthousiaste
Super M art- klant.
„Gesmuld hebben we!"
]fAN de twr.e kerst-diners,
die in het vorige nummer
van Allerhande stonden afge
drukt, heb ik menu 2 tot grote
tevredenheid van de huisge
noten gemaaktzo schrijft
mevr. C. de W r e d e, J. P.
Heijestraat. 186 II, A rn-
ster d a m-W. „De beschrij
ving was zo duidelijk, dat het
klaarmaken van het diner geen
moeilijkheden gaf. Wij hadden
alleen geen haas, maar een
konijn.
Het is altijd een hele opgave
zélf iets te bedenken aan de
hand van gegevens uit een
kookboek. Graag wil ik u dan
ken voor het afdrukken van
deze menu's. Verder wil ik
namens ons gezin uw en „onze"
firma de beste wensen doen
toekomen in 1957."
(Wij hebben de dank van Mevr.
De Wrede en vele anderen door
gegeven aan de chef-kok van
Formosa, die deze menu's samen
stelde. Zijn commentaar was, dat
hij de dames een bezoek aan de
Formosa-restaurants te Amster
dam, Den Haag en Utrecht kan
aanbevelen om ook op deze
wijze met de vakbekwaamheid
van hem en zijn collega's kennis
te maken.)
Onvoorwaardelijke
kwaliteitsgarantie
Wanneer u enig AH-artikel
niet élke cent waard acht die
n ervoor hebt betaald, dan
geeft Albert Heijn u het volle
bedrag terug. Zonder be-
bedenking (en even goede
vrienden!)
B V - ^frfAPPEN
PRIJS
BIJ ANDERE
BIJ AH
KRUIDENIERS
maakt U
het leven goedkoper
TEDERE Parijse vrouw, die het nood
zakelijk vindt naar de laatste mode
gekleed te gaan en daar heeft zij
haar handen vol aan, want de richt
lijnen die zij volgt veranderen ieder
half jaar hult zich deze winter in
een grof gebreid wollen kledingstuk.
Deze kledingstukken variëren van
gebreide jurken via kolossale sjaals
en vesten tot mantels. Gebreide man
tels ja. Daarvoor hoeft men trouwens
niet naar Parijs te gaan. Ook de
Nederlandse mode-ontwerper Dick
Holthaus maakt ze.
In Parijs vindt men deze jongste
modekinderen zowel in de confectie
winkels als in de boutiques van de
grote couturiers. Natuurlijk schom
melt de prijs wel enigszins tussen een
gebreide jurk uit de Dior-boutique
of één op de lange rekken in de
Galeries Lafayette of bij Printemps
ffET zo lekker warm als de
sjaal is het afgebeelde vest
uit de boutique van Hubert
de Givenchy. De grote
kraag en de vier knopen zorgen
ervoor dat de draagster niet
ongezien blijft. De wijde, van
de hals afstaande, kraag staat
aardig, vooral met zulke snoe
ren parels als de mannequin
draagt, jammergenoeg echter
heeft mijnheer De Givenchy er
niet aan gedacht dat zo'n wijde
hals allesbehalve warm is.
Een chemiie-dress van
Da Givenchy
Nee dan zijn de gebreide wollen
jurken, die in de Nederlandse
winkels prijken, heel wat flat
teuzer.
De enorme sjaal, van de
tweede foto, prijkt in de bou
tique van monsieur Christian
Dior en is een plaatsje waard
in de kleerkast van iedere
vrouw, die een land, met een
klimaat als het onze, bewoont.
Zo onpraktisch is deze nieuwe
modegril toch ook weer niet.
We hebben wel vreemder en
minder praktische fantasieën,
ontsproten aan het brein van
de mode-ontwerpers, gezien.
-N-- h'j
Dior verkoopt deze rode ijaal
in zijn boutique
ff ET begint zo: plotseling opkomende hoofdpijnen, rillerigheid,
spierpijn, duizeligheid, gebrek aan eetlust en ernstige tijdelijke
slapte. De temperatuur loopt snel op, er weerklinkt een droge
hoesten men heeft de griep. „Een griepje" zegt de dokter,
of „Influenza". En het advies luidt: „Onder de wol en goed
uitv ier en."
Wie in de jaren rondom 1918 een griepje had, stond er wel heel
anders tegenover. En dat is te begrijpen, want de griep-epidemie
van 1918 was een dusdanig felle aanval op het menselijke ras,
dat zij meer mensen ten grave sleepte, dan Eerste en Tweede
wereldoorlog tezamen, n.l. een kleine 22 millioen slachtoffers.
Een wollen ve*t van
Hubert de Givenchy
machines, hoeft daarvoor niet
naar Parijs te gaan. In eigen
land kan zij zo'n gebreide jurk
ook vinden. Hoewel niet in het
chemise- (of-te-wel hemd-)
model, dat de mannequin op de
foto draagt. Het is Hubert
de Givenchy, die deze
chemise-dress, zoals de Ameri-
kaansen, die er dol op zijn,
zeggen, in zijn boutique ver
koopt.
De kleur van de jurk is
rood, de mouwen zijn aange
breid, met een variant op aan
geknipt en de acht grote knopen
vormen de enige versiering.
Recht-toe-recht-aan noemen wij
zo'n model. Wij veronderstellen
zomaar, dat niet veel Neder
landse vrouwen zich aan zo'n
chemise-dress durven wagen
goedkoop
Butterscotch
mocca croquant
uit de fijnste chocolade (Dellcata
kwaliteit), in de eigen AH-fabrie
ken vervaardigd en daarom zo
goed en zo voordelig: „acht voor
een gulden".
Niet kwaadaardig
IVTIEMAND weet waar de vrese-
lijke epidemie haar oorsprong
vond. De „Spaanse" griep
ontleent zijn benaming aan het
feit, dat er in het voorjaar van
1918 in Spanje een griep-epidemie
heerste, die niet bijzonder gevaar
lijk was, maar zioh verbreidde
onder de toen nog steeds op het
slagveld verblijvende Engelse,
Italiaanse, Franse, Duitse, Rus
sische en Amerikaanse soldaten.
Merkwaardig echter deed ook
daar die griep, welke deDerde-
daagsekoorts genoemd werd,
geen kwaad. Ze was in ieder ge
val niet dodelijk. En nog merk
waardiger is het, dat de mannen,
die eenmaal aan de Derdedaagse
koorts geleden hadden, immuun
bleken voor de dodelijke „Spaan
se" griep, welke later ineens de
hele aardbol overwoekerde. Men
heeft daaruit willen opmaken, dat
er een verwantschap bestond tus
sen de beide ziektesoorten en dat
Muiterij op de „Bounty"
DE Uitgeversmaatschap
pij Gottmer te Haarlem
heeft het oude verhaal van Nord-
hoff en Hall van de muiterij op
het Engelse transportschip de
„Bounty" opnieuw fraai uitgege
ven. De drie boeken, waarin de
lotgevallen van de bemanning van
de „Bounty" worden verhaald,
heeft de uitgever in een pracht
band samengebracht.
De trilogie, waarvan vooral het
eerste boek, „Demuiterij op
de Bounty" een grote bekend
heid geniet, heeft nog niets van
zijn oorspronkelijke waarde ver
loren en geeft een duidelijke
schildering van het harde leven
aan boord van een schip, honderd
vijftig jaar geleden.
Het tweede boek, „P i t -
cairn's Eilan d", beschrijft
de avonturen van het muitende
deel der bemanning, dat zich ge
noodzaakt ziet, een onbewoond
Zuidzee-eiland te gaan kolonise
ren, samen met een aantal in
boorlingen van een naburig eiland,
om hierdoor aan de straf voor
hun daad te ontkomen.
Het derde boek, „M a n n e n
tegen wind en water"
geeft een reisverslag van de te
rugkeer naar de bewoonde wereld
van dat deel der bemanning, dat
weigerde zich bij de muitenden
aan to sluiten.
het virus, de ziekteverwekker, pas
later tot haar dodelijke kwaad
aardigheid groeide. Drie volle
maanden woedde die epidemie:
september, oktober en november.
En de medische wetenschap
stond machteloos tegenover het toe
slaan van de „Spaanse" griep. De
ziekte dook plot: 'ing en zonder
waarschuwing op, doodde onver
hoeds, verspreidde zich bijkans ex
plosief en verdween weer even'
snel. Voor het eerst in de ge
schiedenis van de Amerikaanse
kustwacht werden alle stations
langs de oostkust stilgelegd
gedurende 16 dagen lag het hele
personeel met griep te bed.
Wat deed men?
Waarom deed men niets tegen
de griep? Het antwoord is een
voudig: omdat men niet wist wat
de veroorzaker van de ziekte was.
Pas in de jaren 1931—'33 slaagden
Engelse onderzoekers erin een
menselijk influenza-virus (griep
virus dus) af te zonderen.
Verder is pas later gebleken
dat de influenza of „Spaanse
griep geen enkelvoudige ziekte
is, zoals diphterie of kinkhoest,
maar een gevolg van het actief
worden van een heel gecompli
ceerd en grillig wezentje, dat
voortdurend aam veranderingen
onderhevig is en, tijdens haar
epidemische rondtocht door de
mens, al maar andere verschij
ningsvormen kan aannemen.
Gelukkig bezitten de meeste
volwassen mensen een zekere
hoeveelheid afweerstoffen te
gen deze ziekte. Verder past
men vaccinaties toe. En, zoals
in zoveel gevallen bij ziekte
dreiging, zijn goede voeding,
goede nachtrust, regelmatig
leven en vitamine C, van het
grootste belang.
Strategen van de griep
Na de ramp van 1918 werd
een machtige organisatie tegen de
griep opgericht: het „World
Influenza Centre". Voor
Europa zetelt deze organisatie te
Londen. Daar ontvangt men uit
alle delen van Europa flessen,
waarin zich veroorzakers van
griep bevinden. Men tracht daar
tevens na te gaan hoe de griep
„reist en trekt'. Men spreekt dan
ook over de strategie van de
griep. Het bijstaande kaartje ver
telt er meer van.
Londen is het "hoofd
kwarhedVd-sfrijd
fegen de griep
eri.y;
ngetand
Frankrijk
jan/51
Beweging v.e. griepepidemie EE
J^IT kaartje laat zien
hoe een griep-epide-
mie „rondtrekt". In ok-
tober 1950 brak griep uit
in Denemarken, die (in
nov.) ook Noorwegen en
verder Scandinavië aan
greep. Toen kwam Duits
landFn ge Land en ons
land aan de beurt. In de
cember zit ook Ierland
met een griep-epidemie.
De virus blijkt verwant
met d>e uit Denemarken
De le~se „troepen" vul
len die der .Denen' aan
en overweldigen Zuid-
Europa Vandaar steken
zij zelfs over naar Ame
rika en delen van Azië.
Dan daagt een nieuwe
virus op uit Zweden. Deze
maakt zich averal meester
van de routes van de oude
virus, maar veroorzaakt
geen epidemie Het „World,
Influenza Centre" houdt
al deze bewegingen nauw
lettend in het oog.
Wat doet de „World Influ
enza Centre' verde'r met de
verworven gegevens? In verband
met de vele variëteiten, waarin
het griepvirus zich voordoet, zoekt
men te Londen precies uit, welk
virus voor een bepaalde epidemie
verantwoordelijk is. Daarop richt
men dan de bestrijdingsmiddelen.
Wie dus „een griepje" heeft,
kan er bijna zeker van zijn, dat
de familieleden van het virus
dat hem heeft aangetast, in een
fles verpakt naar Londen zijn
verzonden, waar microscopisch-
versterkte ogen hem scherp
gadeslaan.
Zo waakt de wereld tegen
een nieuwe catastrophe.