im in en.. r i PARIJS BEVEELT: Albert Heijn is Zeg, C één recht, één averecht "oor kw World Influenza Centre 15 Met begon in een schooltuin Nederlandse bodem zorgt voor maag en benzinetank Prijswinnaars van Oom Kwaadvlieg-puzze] en zie voor u zelf... hoeveel goedkoper Voedzaam en gezond #SPP5e week 3 pa|( tafelmargarine 1 pakje dadels wei jitieni 100 25 500 gram havermout 27 mÊtÊÊm 1 pakje cacao 49 1 200 gr. vruchtenliage! 25 250 gr. koelliuisboter 93 m WjÉRÈf '50 gr. borstulevellen 29 ÉppP5" 100 gram katjesdrop 28 1» 1 pak biskwie (Zaanse Molen) 39 (I 1 pakje tliee le soort (blauwmerk) 84 H 6 grotechoc.repen(meik-ptmr) 100 250 gram gedroogde pruimen 37 ia 1 pot aardbeienjam 82 1 250 gram koekjes (carabiesjes) 59 j|| 500 gram groene erwten 39 500 gr. Hollandse bruine bonen 45 IS 1 pak zelfrijzend bakmeel 31 1 1 250 gram boterhamkorrels 39 1 Totaal 931 1 Kortingen 1 Netto 931 Ir 1 DE Nederlandse vrouw, die wel iets ziet in deze produkten van brei pennen en nijvere handen of brei- Machtige wereldorganisatie waakt tegen griep De griep van 1950 ALLER HANDE JANUARI W'J Nederlanders maken tegenivoordig van alles zélf. Het buitenland heeft niet zonder verbazing gemerkt, dat wij behalve klompen en kaas, ook prima vliegtuigen en tele visietoestellen kunnen leveren. En niet alleen de vaderlandse technici, ook die brave, grazige weiden van ons hebben voor een verrassing gezorgd. Wan wie had ooit kunnen dromendat er onder de aardappelen en het graan olie ver borgen lag? Er zijn De Engelse jongetjes bij de Kerstboom was zeker een gezellige puzzel. Oom Kwaadvliet heeft nog nooit zoveel inzendingen ontvan gen en Karei de postbode vond ook, dat je goed je best gedaan hebt, allemaal. De oplossing was als volgt: Hilly kreeg het pakje D, Billy het pakje B, Milly het pakje C, Willy mocht het pakje E hebben en Gilly kreeg het pakje A. De prijswinnaars zijn: Toosje Verdijk, Achelsedijk 8. Valkens- waard; Rinie van Ginkel, Dr. Bos straat 10, Arnhem; Tom 'd Angre- mond, Graaf Aelbrechtlaan i49, Amstelveen: Willy Schouten, Wil- helminastraat 38, Barneveld: Roelie Bos, Bernard Zweerstraat 8, Leeu warden; Carla Ruys, Heiheek 6 g, Venlo; Tineke de Vries, Weth. Bu- ningstraat 30, Assen; Henny Bok, Treebeekstraat 146, Treebeek: Ria Focke, Singel A 510. St. Anna ter Muiden; Ronnv Buhre, Baarsjes weg 274-1. Amsterdam (W.). Aardolie was voor ons altijd een soort myste rieuze vloeistof, die al leen thuis hoorde in verre, warme streken. Een combinatie van olie met molens, water en wind leek eenvoudig ondenkbaar. En toch is het ondenkbare van daag pure werkelijk heid geworden; op bijna 300 plaatsen in Drenthe en Zuid- Holland vloeit dagelijks de olie uit het boerenland omhoog. En niet zo'n klein beetje ook: ruim 270 ton per dag, of rond één miljoen ton per jaar. Dat is meer dan een kwart van de totale hoeveelheid, die wij in Nederland verbruiken. 32 ton per km2 Die onverwachte ontdekking In de schatkamers van onze bodem heeft ons land in een paar jaar tijds de positie bezorgd van het naar verhouding tot ons bodemop pervlak rijkste olieland van West-Europa en op één na zelfs van heel het oude werelddeel. Met onze 32 ton per vierkante kilome ter verslaan wij nu al een beroemd olieland als Roemenië, dat niet verder dan 29 ton komt. Alleen Oostenrijk steekt ons nog de loef af met een cijfer van 40 ton. De absolute cijfers spreken een ande re taal: Oostenrijk 3,67, West- Duitsland 3,16 en Nederland 1,02 miljoen ton. Het zondags-rijverbod en de moeite, om het kannetje petroleum gevuld te krijgen, hebben ons eigenlijk pas goed duidelijk ge maakt van hoeveel belang deze nationale produktie is. Onze hele moderne samenleving „drijft" op olie. Als er niet genoeg zijn van die vieze, vette druppels, waarvan de propere huisvrouw gruwt, raakt het hele economische leven verlamd. Alles wat rijdt, vaart en vliegt komt tot stilstand en ook de energievoorziening van de industrie raakt hopeloos in de knel. En dat Is nog niet alles. De boe ren krijgen gebrek aan kunstmest stoffen, de vrouwen kunnen geen plastics en geen lippenstift meer kopen en op alle kantoren worden de schi'ijfmachines tot zwijgen ge doemd, omdat er geen linten meer zijn. Want deze produkten en nog meer dan duizend andere bevatten zonder uitzondering be standdelen, die door verwerking uit aardolie worden verkregen. West-Europa betrekt die grond stof, waarmee dus onze welvaart staat of valt, voor driekwart uit het Midden-Oosten. Nu door de Suez-kwestie is gebleken hoe, kwetsbaar deze aanvoer is, kunnen vele tegenstellingen in het lande lijke Schoonebeek in Drente te vinden, sinds de schatkamer van onze bodem het geheim van de olie heeft moeten prijsgeven. Op de foto: een boorput (waaruit de „ja-knikker" de olie naar boven pompt) met een oude stal op de achtergrond. we dus dubbel dankbaar zijn voor die olie van eigen bodem. Zonder deze nationale produktie zou de si tuatie ongetwijfeld nog heel wat minder rooskleurig zijn geweest. Demonstratieboring Hoe wij aan dat onverwachte ge lukje zijn gekomen? Het is een vreemd verhaal en het begint in een schooltuin Al in 1923 waren er bij Winters wijk oliesporen gevonden, toen men daar naar zout zocht. Maar niemand hechtte aan die paar druppels enige waarde, omdat het bij voorbaat uitgesloten leek, dat onder onze bodem olie in exploi- teerbare hoeveelheden kon voorko men. Vijftien jaar lang raakte de olie in het Hollands vergeetboek. Tot er, in het voorjaar van 1938, iets heel merkwaardigs gebeurde. Tegelijk met een tentoonstel ling over leven en werken in het toenmalig Nederlands-Indic, zou in Den Haag voor de school jeugd eeu demonstratie worden gegeven van het olie-boren op Borneo. Hiertoe werd op een schooltuin aan de Mient een ech te boortoren neergezet. Ten aan schouwen van een paar duizend kinderen stelde de boormeester de beitel in werking, die zich steeds dieper in de Haagse grond .ingroef. Toen er een diep te van ruim 450 meter was be reikt constateerde de boormees ter oliesporen in de boorspoeling. Eerst in Drente Nog was men lang niet over tuigd, dat er ook werkelijk olie in commerciële hoeveelheden onder onze grond kon worden gewonnen, maar van dat moment af gingen de bodemonderzoekers van de B.P.M., die in 1932 de gravimetrie in ons land introduceerde, toch met verdubbelde ijver aan het werk. En met succes. Zij deden een lange reeks van onderzoekin gen, waarbij door meting van zwaartekracht en door registratie van de voortplanting van geluids golven, het verloop van de ge- steentelagen onder het aardopper vlak kan worden bepaald. Dit on derzoek leidde tot de conclusie, dat vooral op sommige plaatsen in Drenthe de bodemstructuur uiterst gunstig was voor de aanwezigheid van oliehoudende structuren. In 1947 werd door de BPM en de Standard Oil Company (New- Jersey) de N.V. Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op gericht, 0111 de in 1944 ontdekte Drentse velden verder te exploi teren. Boortorens hadden al spoedig succes, zodat zij konden plaats maken voor de putpompen, die vanwege hun gestadig knikkende beweging in „Ja-Knikkers" wer den omgedoopt. Het is namelijk een misverstand, dat boortorens het enige kenmerk zijn van een bedrijvig olieveld. De torens dienen uitsluitend, om de weg naar een eventuele olielaag te openen. Als dat lukt wordt de toren overbodig, en wordt er een Ja-Knikker" boven het gat ge plaatst. Indien er plaatselijk ook nog zoveel aardgas is, dat de olie omhoog wordt gestuwd, kan men voor de regeling van de produktie zelfs volstaan met een eenvoudig afsluitsysteem, in de wandeling „Kerstboom" genoemd. Ook in Zuid-Holland Het gebied rond Schoonebeek bleek nog veel rijker te zijn, dan men verwacht had, en het olieveld ontwikkelde zich in korte tijd tot het meest uitgestrekte van West- Europa. Op het ogenblik staan er in Drenthe al 265 „Ja-Knikkers". Er zullen er echter niet meer bijkomen, want het Schoonebeek- veld is praktisch volledig afge boord en de produktie zal lang zaam terug gaan lopen. Geen nood de laatste jaren zijn nieuwe voorkomens in Zuid- Holland ontdekt. Men wist al, dat er olie in de omgeving van Rijs wijk en Berkel zat, maar het wes telijk gebied werd pas belangrijk, toen vorig jaar nieuwe putten bij De Lier, Wassenaar, IJselmonde en Pijnacker werden aangeboord. Langs de kuststreek De Zuidhollandse putten leve ren samen nu al meer dan 100.000 ton per jaar. En de NAM heeft een sterk vermoe den, dat er nog veel meer zit. Men heeft tenminste al een nieuwe grote concessie aange vraagd, om verder in Zuid-Hol land te gaan boren. De toestemming stuit echter voorlopig op nogal wat bezwaren. Waterleidingexperts zijn bevreesd, dat het duinwater zou vervuilen, hetgeen de oliedeskundigen overi gens met klem bestrijden. Villa-be woners zijn beducht, dat de goede „stand" bedreigd wordt en weer anderen vrezen, dat de badgasten geen boortorens als tijdelijke bu ien willen zien „Al deze mensen beseffen niet, dat zij zónder onze olie heel wat minder „gesmeerd" zouden le ven", is het weerwoord van de on dergrondse speurders van de NAM. Hoe het ook zij, vast staat, dat boortorens en „Ja-Knikkers" een vaste verschijning in ons landschap zullen blijven. En dat die malse, bodem van ons tegenwoordig niet alleen royaal voor onze magen, maar ook voor onze benzinetanks zorgt „De minister houdt de prijzen in 't oog"Maar alléén kan hij het niet - met de beste bril van de wereld niet. De grootste belanghebbende, de huisvrouw, moet zélf meehelpen. Moet zélf óók haar ogen wijd open zetten. Ga daarom bij uzelf na, of u echt nooit meer betaalt dan nodig is. En waar kunt u dan beter beginnen dan bij uw groot ste post: de kruidenier. Neem die stap - en uw pen - en ontdek Vul in de blanco kolom achter elk der nevenstaande AH-prijzen het bedrag in, dat u elders voor betzelfde artikel betaalt. Tel dan op en vergelijk de beide sommen Bij Albert Heijn geen kwasi-kortingen, maar direkt de netto-prijs, direkt de laagste prijs! Alle prijzen in de boodschappenlijst zijn onze normale, tn geen reclame-prijzenl \aar Voor idee gewonnen ben nu ongeveer 27 klant van het AH-filiaal aan de Grote Houtstraat no. 59 te Haarlem, waar ik steeds tot mijn volle tevredenheid werd bediend. De chef was altijd be reid mij met raad bij te staan. Toen ik van hem vernam, dat de zaak zou worden opge heven en dat er een SuperMart- zou worden geopend op no. 99 in de Grote Houtstraat, heb ik hem gezegd, dat onze prettige relatie dan verbroken zou wor den. Ik voelde er niets voor met een mandje door een zaak te lopen en alles zelf te moeten uitzoeken. Volgens mij zou het prettige contact met de chef verbroken zijn. Hoewel ik al obligatiehoudster ben, ben ik toen geëindigd met zegels te kopen; ik zou immers naar een andere leverancier moeten uitzien? De chef, de heer Vermaire, had mij echter ver zocht, na opening van de Super Mart, toch eens te komen kij ken, wat ik beloofde te doen. De dag na de opening ben ik gaan kijken. Mijn eerste indruk van deze A.H.-Super Mart was geweldig, prachtig in gericht enz., maar hoe zou het zijn met kopen? Ik liep met een mandje aan mijn arm en ja, daar zag ik verschillende artikelen waar ik toch wel erg aan gewend was en ik nam ze weg. Tot mijn eigen verwonde ring was mijn mandje na de rondgang door de zaak aardig vol geworden. En wat prettig aandeed was dat ik toch con tact had met de diverse afde lingchefs. En nu na 14 dagen prettig boodschappen doen, bevalt de Super Mart me werkelijk gewel dig. Als ik nu thuis kom, heb ik nooit meer iets vergeten, om dat ik alles vóór mij zie. (Jok ben ik erg blij met de mooie sortering zoutloze artikelen. En natuurlijk ben ik weer zegels gaan sparen. Een enthousiaste Super M art- klant. „Gesmuld hebben we!" ]fAN de twr.e kerst-diners, die in het vorige nummer van Allerhande stonden afge drukt, heb ik menu 2 tot grote tevredenheid van de huisge noten gemaaktzo schrijft mevr. C. de W r e d e, J. P. Heijestraat. 186 II, A rn- ster d a m-W. „De beschrij ving was zo duidelijk, dat het klaarmaken van het diner geen moeilijkheden gaf. Wij hadden alleen geen haas, maar een konijn. Het is altijd een hele opgave zélf iets te bedenken aan de hand van gegevens uit een kookboek. Graag wil ik u dan ken voor het afdrukken van deze menu's. Verder wil ik namens ons gezin uw en „onze" firma de beste wensen doen toekomen in 1957." (Wij hebben de dank van Mevr. De Wrede en vele anderen door gegeven aan de chef-kok van Formosa, die deze menu's samen stelde. Zijn commentaar was, dat hij de dames een bezoek aan de Formosa-restaurants te Amster dam, Den Haag en Utrecht kan aanbevelen om ook op deze wijze met de vakbekwaamheid van hem en zijn collega's kennis te maken.) Onvoorwaardelijke kwaliteitsgarantie Wanneer u enig AH-artikel niet élke cent waard acht die n ervoor hebt betaald, dan geeft Albert Heijn u het volle bedrag terug. Zonder be- bedenking (en even goede vrienden!) B V - ^frfAPPEN PRIJS BIJ ANDERE BIJ AH KRUIDENIERS maakt U het leven goedkoper TEDERE Parijse vrouw, die het nood zakelijk vindt naar de laatste mode gekleed te gaan en daar heeft zij haar handen vol aan, want de richt lijnen die zij volgt veranderen ieder half jaar hult zich deze winter in een grof gebreid wollen kledingstuk. Deze kledingstukken variëren van gebreide jurken via kolossale sjaals en vesten tot mantels. Gebreide man tels ja. Daarvoor hoeft men trouwens niet naar Parijs te gaan. Ook de Nederlandse mode-ontwerper Dick Holthaus maakt ze. In Parijs vindt men deze jongste modekinderen zowel in de confectie winkels als in de boutiques van de grote couturiers. Natuurlijk schom melt de prijs wel enigszins tussen een gebreide jurk uit de Dior-boutique of één op de lange rekken in de Galeries Lafayette of bij Printemps ffET zo lekker warm als de sjaal is het afgebeelde vest uit de boutique van Hubert de Givenchy. De grote kraag en de vier knopen zorgen ervoor dat de draagster niet ongezien blijft. De wijde, van de hals afstaande, kraag staat aardig, vooral met zulke snoe ren parels als de mannequin draagt, jammergenoeg echter heeft mijnheer De Givenchy er niet aan gedacht dat zo'n wijde hals allesbehalve warm is. Een chemiie-dress van Da Givenchy Nee dan zijn de gebreide wollen jurken, die in de Nederlandse winkels prijken, heel wat flat teuzer. De enorme sjaal, van de tweede foto, prijkt in de bou tique van monsieur Christian Dior en is een plaatsje waard in de kleerkast van iedere vrouw, die een land, met een klimaat als het onze, bewoont. Zo onpraktisch is deze nieuwe modegril toch ook weer niet. We hebben wel vreemder en minder praktische fantasieën, ontsproten aan het brein van de mode-ontwerpers, gezien. -N-- h'j Dior verkoopt deze rode ijaal in zijn boutique ff ET begint zo: plotseling opkomende hoofdpijnen, rillerigheid, spierpijn, duizeligheid, gebrek aan eetlust en ernstige tijdelijke slapte. De temperatuur loopt snel op, er weerklinkt een droge hoesten men heeft de griep. „Een griepje" zegt de dokter, of „Influenza". En het advies luidt: „Onder de wol en goed uitv ier en." Wie in de jaren rondom 1918 een griepje had, stond er wel heel anders tegenover. En dat is te begrijpen, want de griep-epidemie van 1918 was een dusdanig felle aanval op het menselijke ras, dat zij meer mensen ten grave sleepte, dan Eerste en Tweede wereldoorlog tezamen, n.l. een kleine 22 millioen slachtoffers. Een wollen ve*t van Hubert de Givenchy machines, hoeft daarvoor niet naar Parijs te gaan. In eigen land kan zij zo'n gebreide jurk ook vinden. Hoewel niet in het chemise- (of-te-wel hemd-) model, dat de mannequin op de foto draagt. Het is Hubert de Givenchy, die deze chemise-dress, zoals de Ameri- kaansen, die er dol op zijn, zeggen, in zijn boutique ver koopt. De kleur van de jurk is rood, de mouwen zijn aange breid, met een variant op aan geknipt en de acht grote knopen vormen de enige versiering. Recht-toe-recht-aan noemen wij zo'n model. Wij veronderstellen zomaar, dat niet veel Neder landse vrouwen zich aan zo'n chemise-dress durven wagen goedkoop Butterscotch mocca croquant uit de fijnste chocolade (Dellcata kwaliteit), in de eigen AH-fabrie ken vervaardigd en daarom zo goed en zo voordelig: „acht voor een gulden". Niet kwaadaardig IVTIEMAND weet waar de vrese- lijke epidemie haar oorsprong vond. De „Spaanse" griep ontleent zijn benaming aan het feit, dat er in het voorjaar van 1918 in Spanje een griep-epidemie heerste, die niet bijzonder gevaar lijk was, maar zioh verbreidde onder de toen nog steeds op het slagveld verblijvende Engelse, Italiaanse, Franse, Duitse, Rus sische en Amerikaanse soldaten. Merkwaardig echter deed ook daar die griep, welke deDerde- daagsekoorts genoemd werd, geen kwaad. Ze was in ieder ge val niet dodelijk. En nog merk waardiger is het, dat de mannen, die eenmaal aan de Derdedaagse koorts geleden hadden, immuun bleken voor de dodelijke „Spaan se" griep, welke later ineens de hele aardbol overwoekerde. Men heeft daaruit willen opmaken, dat er een verwantschap bestond tus sen de beide ziektesoorten en dat Muiterij op de „Bounty" DE Uitgeversmaatschap pij Gottmer te Haarlem heeft het oude verhaal van Nord- hoff en Hall van de muiterij op het Engelse transportschip de „Bounty" opnieuw fraai uitgege ven. De drie boeken, waarin de lotgevallen van de bemanning van de „Bounty" worden verhaald, heeft de uitgever in een pracht band samengebracht. De trilogie, waarvan vooral het eerste boek, „Demuiterij op de Bounty" een grote bekend heid geniet, heeft nog niets van zijn oorspronkelijke waarde ver loren en geeft een duidelijke schildering van het harde leven aan boord van een schip, honderd vijftig jaar geleden. Het tweede boek, „P i t - cairn's Eilan d", beschrijft de avonturen van het muitende deel der bemanning, dat zich ge noodzaakt ziet, een onbewoond Zuidzee-eiland te gaan kolonise ren, samen met een aantal in boorlingen van een naburig eiland, om hierdoor aan de straf voor hun daad te ontkomen. Het derde boek, „M a n n e n tegen wind en water" geeft een reisverslag van de te rugkeer naar de bewoonde wereld van dat deel der bemanning, dat weigerde zich bij de muitenden aan to sluiten. het virus, de ziekteverwekker, pas later tot haar dodelijke kwaad aardigheid groeide. Drie volle maanden woedde die epidemie: september, oktober en november. En de medische wetenschap stond machteloos tegenover het toe slaan van de „Spaanse" griep. De ziekte dook plot: 'ing en zonder waarschuwing op, doodde onver hoeds, verspreidde zich bijkans ex plosief en verdween weer even' snel. Voor het eerst in de ge schiedenis van de Amerikaanse kustwacht werden alle stations langs de oostkust stilgelegd gedurende 16 dagen lag het hele personeel met griep te bed. Wat deed men? Waarom deed men niets tegen de griep? Het antwoord is een voudig: omdat men niet wist wat de veroorzaker van de ziekte was. Pas in de jaren 1931—'33 slaagden Engelse onderzoekers erin een menselijk influenza-virus (griep virus dus) af te zonderen. Verder is pas later gebleken dat de influenza of „Spaanse griep geen enkelvoudige ziekte is, zoals diphterie of kinkhoest, maar een gevolg van het actief worden van een heel gecompli ceerd en grillig wezentje, dat voortdurend aam veranderingen onderhevig is en, tijdens haar epidemische rondtocht door de mens, al maar andere verschij ningsvormen kan aannemen. Gelukkig bezitten de meeste volwassen mensen een zekere hoeveelheid afweerstoffen te gen deze ziekte. Verder past men vaccinaties toe. En, zoals in zoveel gevallen bij ziekte dreiging, zijn goede voeding, goede nachtrust, regelmatig leven en vitamine C, van het grootste belang. Strategen van de griep Na de ramp van 1918 werd een machtige organisatie tegen de griep opgericht: het „World Influenza Centre". Voor Europa zetelt deze organisatie te Londen. Daar ontvangt men uit alle delen van Europa flessen, waarin zich veroorzakers van griep bevinden. Men tracht daar tevens na te gaan hoe de griep „reist en trekt'. Men spreekt dan ook over de strategie van de griep. Het bijstaande kaartje ver telt er meer van. Londen is het "hoofd kwarhedVd-sfrijd fegen de griep eri.y; ngetand Frankrijk jan/51 Beweging v.e. griepepidemie EE J^IT kaartje laat zien hoe een griep-epide- mie „rondtrekt". In ok- tober 1950 brak griep uit in Denemarken, die (in nov.) ook Noorwegen en verder Scandinavië aan greep. Toen kwam Duits landFn ge Land en ons land aan de beurt. In de cember zit ook Ierland met een griep-epidemie. De virus blijkt verwant met d>e uit Denemarken De le~se „troepen" vul len die der .Denen' aan en overweldigen Zuid- Europa Vandaar steken zij zelfs over naar Ame rika en delen van Azië. Dan daagt een nieuwe virus op uit Zweden. Deze maakt zich averal meester van de routes van de oude virus, maar veroorzaakt geen epidemie Het „World, Influenza Centre" houdt al deze bewegingen nauw lettend in het oog. Wat doet de „World Influ enza Centre' verde'r met de verworven gegevens? In verband met de vele variëteiten, waarin het griepvirus zich voordoet, zoekt men te Londen precies uit, welk virus voor een bepaalde epidemie verantwoordelijk is. Daarop richt men dan de bestrijdingsmiddelen. Wie dus „een griepje" heeft, kan er bijna zeker van zijn, dat de familieleden van het virus dat hem heeft aangetast, in een fles verpakt naar Londen zijn verzonden, waar microscopisch- versterkte ogen hem scherp gadeslaan. Zo waakt de wereld tegen een nieuwe catastrophe.

Allerhande | 1957 | | pagina 4