Operationele en financiële gang van zaken Restituties aan leveranciers Verzekeringen Rechtszaken Ahold Jaarverslag 2004 Alle betreffende huurcontracten zijn in 2001 afgestoten. Ingevolge de overeenkomsten en/of bepaalde wetsprincipes zou Stop Shop nog steeds aansprakelijk kunnen worden gesteld onder enkele van deze leasecontracten. Ahold is partij in een juridische procedure met betrekking tot bepaalde leasecontracten van Bradlees, waarvoor wij garant stonden. De verhuurder heeft in 2002 schriftelijk van Stop Shop geëist bepaalde huurverhogingen te betalen die zouden zijn verschuldigd ingevolge de raamovereen komst in verband met sommige leases. Stop Shop bestrijdt deze bedragen schuldig te zijn en heeft een actie ondernomen om een verklaring te verkrijgen dat men niet verplicht is de door de verhuurder geëiste huurverhogingen te betalen. Ahold heeft geen voorziening opgenomen voor deze zaak, omdat het op basis van de momenteel beschik bare informatie niet waarschijnlijk wordt geacht dat een verlies zal worden geleden. Zie voor meer informatie hier over de Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening in dit rapport onder 30. Ahold is tevens voorwaardelijk aansprakelijk voor de huur contracten die zijn overgedragen aan diverse derden in verband met de sluiting van vestigingen en de verkoop van activa. Van Ahold zou geëist kunnen worden deze verplich tingen na te komen indien de partij waaraan het huur contract is overgedragen niet aan zijn huurverplichtingen kan voldoen. Vanwege de grote spreiding van de cessies over derden en de diverse middelen die de onderneming ter beschikking staan, acht het management de kans dat de onderneming verplicht zou worden om een materieel gedeelte van deze verplichtingen over te nemen zeer gering. Bepaalde uit het onderzoek bij U.S. Foodservice gebleken kwesties zijn verder onderzocht op hun eventuele effecten op de geconsolideerde jaarrekening van Ahold. Eén van de kwesties betrof bepaalde factureringsmethoden bij U.S. Foodservice. Hierbij werden door verschillende locale vesti gingen van U.S. Foodservice te hoge facturen gestuurd aan diverse leveranciers. Deze bedragen liepen op tot circa USD 13,5 miljoen. Wij hebben een voorziening opgenomen ter dekking van eventuele terugbetalingen die Ahold of U.S. Foodservice naar verwachting moeten doen aan leveran ciers vanwege deze te hoge facturen. Eind 2004 hebben wij contact opgenomen met de betreffende leveranciers en hebben hen geïnformeerd over de te hoge facturen. Wij hebben hen aangeboden de te veel gefactureerde bedragen terug te betalen en in 2005 zijn we begonnen met het terugbetalen van zekere bedragen aan een aantal van deze leveranciers. We hebben bij U.S. Foodservice andere facturerings methodes blootgelegd die zouden kunnen leiden tot claims van leveranciers. Dergelijke claims zijn niet ingediend en, als dit zou gebeuren, kan de onderneming naar de mening van het management inhoudelijk verweer voeren. De voort gang van onze pogingen om de schade te herstellen, zoals beschreven in de vorige alinea in aanmerking nemend, en het feit dat er geen claims zijn ingediend, menen wij dat het niet waarschijnlijk is dat er alsnog claims zullen worden ingediend en daarom is er geen voorziening opgenomen. U.S. Foodservice en onze Amerikaanse retailbedrijven wor den verzekerd door onze interne verzekeringsmaatschappij, de Molly Anna Company (Molly Anna), voor bepaalde schades die onder het assurantie eigen risico vallen en voor schades met een hoog eigen risico. Dit betreft algemene aansprakelijkheid, motorrijtuigen- en beroepsongevallen verzekeringen. Molly Anna verstrekt verzekeringspolissen aan onze werkmaatschappijen met een polislimiet van USD 2 miljoen per gebeurtenis voor algemene aansprakelijkheid, USD 5 miljoen voor beroepsongevallenverzekering en USD 5 miljoen voor motorrijtuigenverzekering. De verwachte uiteindelijke kosten van claims worden geschat op basis van een analyse van historische gegevens en actuariële veronderstellingen. Onze toekomstige schade-uitkeringen zijn dan ook onzeker. Ahold neemt een voorziening voor aansprakelijkheid op met betrekking tot dit assurantie eigen risico. Deze wordt actuarieel vastgesteld op basis van de ingediende claims en een schatting van de nog niet gemelde schades. Als gevolg van de op 24 februari 2003 en daarna bekend gemaakte onderwerpen worden wij, sommige van onze dochtermaatschappijen en bepaalde huidige en voormalige bestuurders, leden van het management en medewerkers met naam genoemd in een aantal civielrechtelijke procedu res en collectieve gedingen (class actions). Tevens zijn civiel- en strafrechtelijke procedures aangespannen en onderzoeken gestart, door o.a. het US Department of Justice, het US Department of Labor, de SEC, de NYSE, de NASD, het Nederlands Openbaar Ministerie, AFM en Euronext, waarbij wij zijn betrokken. Een aantal van deze onderzoe ken en rechtszaken loopt nog. Wij verlenen volledige mede werking aan deze onderzoeken en verdedigen onszelf tegen civielrechtelijke aanklachten die tegen ons zijn ingediend. We kunnen echter geen uitspraken doen over wanneer deze onderzoeken en juridische procedures zullen zijn afgerond en over de waarschijnlijke uitkomsten hiervan. Deze onderzoeken en procedures kunnen mogelijk leiden tot strafrechtelijke vervolging, civielrechtelijke executie- maatregelen, nadere procedures, schikkingen, gerechtelijke

Jaarverslagen | 2004 | | pagina 92