204
Jaarrekening - Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting 31
6 Goodwillaanpassingen bij toepassing van de 'purchase accounting'-methode
7 Herstructureringsvoorzieningen
8 'Variable interest entities'
Ahold Jaarverslag 2004
Ahold nam in 2003 volgens US GAAP een bijzondere waardevermindering op van EUR 486 met betrekking tot de activiteiten
die kwalificeren als voor verkoop aangehouden activa in verband met een hogere boekwaarde inclusief cumulatieve valuta
omrekeningsverschillen volgens US GAAP vergeleken met NL GAAP.
Ondernemingen hebben volgens US GAAP en NL GAAP over het algemeen een termijn van één jaar om bij toepassing van de
'purchase accounting'-methode aanpassingen in de waarde van activa en passiva te verwerken in de goodwill, zonder conse
quenties voor het resultaat. Aanpassingen na deze periode van één jaar dienen in het algemeen in de winst- en verliesrekening te
worden verwerkt. In tegenstelling tot NL GAAP voorziet US GAAP in vrijstelling voor correcties in verband met winstbelastingen
overeenkomstig EITF Issue Nr. 93-7 Uncertainties Related to Income Taxes in a Purchase Business Combination, op grand
waarvan deze correcties na de periode van één jaar in goodwill kunnen worden verwerkt. Volgens NL GAAP worden deze
correcties in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Ahold heeft in verband met de allocatie van de aankoopprijs inzake de overname van U.S. Foodservice en Giant Landover een
voorziening opgenomen met betrekking tot bepaalde voorwaarts te compenseren verliezen, aangezien de onderneming
onvoldoende zeker was (niet 'more likely than not') dat deze voor compensatie konden worden aangewend. Ahold was van
mening dat de Amerikaanse belastingdienst beperkingen zou opleggen wat betreft de compensatie van deze verliezen. Boven
dien heeft Ahold als onderdeel van de allocatie van de overnameprijs voor U.S. Foodservice een voorwaardelijk verschuldigde
verplichting uit hoofde van vennootschapsbelasting ('tax contingency reserves') opgenomen voor kosten die naar werd aange
nomen niet door de Amerikaanse belastingdienst zouden worden geaccepteerd. Na de oorspronkelijke inschatting en na overleg
met de Amerikaanse belastingdienst bepaalde Ahold dat de voorwaartse verliescompensatie niet beperkt was en dat de kosten
zouden worden geaccepteerd.
De onderneming heeft in 2004 volgens NL GAAP een bedrag van EUR 62 (2003: EUR 8; 2002: EUR 15) laten vrijvallen ten
gunste van de winst- en verliesrekening. Dit heeft voornamelijk betrekking op de vrijval van de hierboven vermelde opgenomen
voorziening inzake beperkte verliescompensatie en de 'tax contingency reserves'. Deze vrijgevallen bedragen werden volgens
US GAAP in de op de balans opgenomen goodwill verwerkt.
Ahold verwerkt voor NL GAAP-doeleinden alleen herstructureringsvoorzieningen voor de verwachte kosten van geplande
reorganisaties indien aan bepaalde specifieke voorwaarden is voldaan, zoals beschreven in de Toelichting op de geconsolideerde
jaarrekening onder 2.
Tot en met december 2002 waren volgens US GAAP de criteria waaraan moest worden voldaan om een herstructurerings
voorziening op te nemen, waaronder de eis dat de voorwaarden van het herstructureringsplan voorafgaand aan de opname van
de betrokken voorziening aan de medewerkers moeten zijn meegedeeld, vastgelegd in EITF Issue Nr. 94-3 Liability Recognition
for Certain Employee Termination Benefits and Other Costs to Exit an Activity (including Certain Costs Incurred in a
Restructuring) en EITF Issue Nr. 95-3 Recognition of Liabilities in Connection with a Purchase Business Combination, die verder
worden besproken in SEC Staff Accounting Bulletin Nr. 100 Restructuring and Impairment Charges (SAB 100). Met ingang van
1 januari 2003 wordt door Ahold SFAS Nr. 146 Accounting for Costs Associated with Exit or Disposal Activities (SFAS 146)
toegepast. In SFAS 146 zijn de voorwaarden voor het opnemen van een herstructureringsvoorziening veranderd. Dit houdt onder
andere in dat rekening moet worden gehouden met de toekomstige dienstperiode die is vereist om voor een vergoeding bij
ontslag in aanmerking te komen. In SFAS 146 zijn tevens de voorwaarden veranderd die betrekking hebben op de opname van
kosten in verband met de beëindiging van contracten, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten van voortijdige
beëindiging en de doorlopende kosten die nog worden gemaakt zonder economisch voordeel. De toepassing van deze
bepalingen kan leiden tot een verschil tussen NL GAAP en US GAAP wat betreft het tijdstip waarop de herstructureringslasten
worden opgenomen en de hoogte ervan.
In januari 2003 vaardigde de FASB Interpretatie Nr. 46 Consolidation of Variable Interest Entities, an interpretation of ARB 51,
herzien door FIN 46(R) in december 2003. FIN 46(R) schrijft voor dat een investeerder met de meerderheid van het 'variable
interest' (de primair begunstigde) in een 'variable interest entity'(VIE) de entiteit consolideert, en legt tevens aanvullende
informatieverschaffing op voor investeerders met een meerderheidsbelang of een 'variable interest'die invloed van betekenis