ZOMAAR LH VAN DE
678FILIALEN
pagina 12
FLITSEN
KLAAS VENEMA
plaatsvervangend bedrijfsleider,
hoewel hij het bedrijfje alleen leidt.
"Het is een kwestie van nog een
interne opleiding volgen. Daarnaast
blijf ik zeker doorgaan met verdere
avondstudie. Na mijn driejaren
Mavo ben ik vrijwel onafgebroken
met avondcursussen bezig geweest.
Dat bevalt me uitstekend." Door de
kleine personeelsbezetting is Luit de
Groot zeer nauw betrokken bij alles
wat er in de zaak gebeurt. Hij
beschikt over drie full-time-krach-
ten. twee caissières en een verkoper.
Daarnaast kan hij een beroep doen
op een paar "noodkrachten",
wanneer hij door wat voor
omstandigheid dan ook in de
problemen komt. Voor de zaterdag
heeft hij dan nog drie part-timers,
scholieren die hem graag een handje
helpen.
manusje van alles
Aan zijn verkoper Klaas Venema
heeft hij een goede kracht. Klaas
doet een gedeelte van de
administratie, geeft de bestellingen
door, houdt het magazijn bij en is
verder echt een manus van alles.
Hij is 23 jaar en kwam zes jaar
geleden aankloppen bij Ahold. Enige
tijd eerder werkte hij al bij de zaak
aan de Herestraat en keerde daar
later terug, nadat hij in Assen zijn
kans om verder te komen bij Ahold
verspeeld zag. "Ik had graag wat
hogerop willen komen, maar er
kwamen moeilijkheden in de
persoonlijke sfeer. Toen ik kon
worden overgeplaatst naar
Groningen, nam ik dat met beide
handen aan."
Samen met Luit begon hij per 1
januari van dit jaar in de Herestraat.
"Ik volg nu lessen aan het
avondatheneum en wanneer ik
volgend jaar voor het eindexamen
slaag, wil ik proberen te gaan
studeren aan de universiteit. Bij Luit
de Groot heb ik het overigens wel
naar mijn zin, dat moet beslist
gezegd worden".
oudgediende
Marrie de Vries is de meest
oudgediende bij de vestiging in de
Herestraat. Ze woont in Sappemeer
en komt dagelijks met plezier naar
Groningen toe. "Ik ben er toevallig
ingerold", vertelt ze. "In Groningen
volgde ik lessen voor kinder- en
jeugdverzoTging. Maar toen werd me
te verstaan gegeven, dat ik eigenlijk
beter een huishoudelijk beroep kon
leren. Dat betekende wel, dat ik nog
een jaar moest wachten, voordat ik
aan de slag kon en dat vertikte ik.
Vrijdag's stond er een advertentie in
de krant. Maandag's stapte ik er op
af en werd meteen aangenomen. Ik
heb geweldig geluk gehad en heb het
ft
Het is een piepklein filiaal in de Herestraat in Groningen.
Nog geen 100 m2. Maar het wordt druk bezocht; 's och
tends komt een kleine kring van vaste klanten er zijn
boodschappen doen. 's Middags is er een grote groep van
min of meer toevallige klanten, die er hun inkopen komen
doen. "Een klein zaakje", zegt caissière Marrie de Vries-
Oosterveld", maar men staat er versteld van hoeveel
klanten we hier dagelijks krijgen." "De kleine ruimte,
die we hier tot onze beschikking hebben, geeft wel eens
wat problemen met het uitstallen van de artikelen, maar
het publiek komt er niet minder vaak om,stelt bedrijfs
leider Luit de Groot met voldoening vast. En Klaas
Venema, verkoper en manusje van alles, heeft het eigen
lijk ook best naar zijn zin in dit in ieder geval kleinste en
waarschijnlijk ook oudste filiaal in Groningen.
Filiaal 5660, een pijpela in het hartje
van de stad Groningen, een
winkelcentrum bij uitstek, alhoewel
boven de winkel. "Het is een kast van
een huis, maar wel aan alle kanten
scheef. Dat krijg je met zulke oude
panden. Hij huurt de woning van
Ahold, maar omdat er een grote
doorstroming van personeel is en
Luit vermoedelijk over een jaar of
twee weer naar elders zal verhuizen,
ontbreekt hem de moed om voor zo'n
korte tijd het huis eens grondig aan
te pakken en in te richten naar hun
eigen wensen. "Voordat ik hier als
vervangend bedrijfsleider aan de slag
ging, werkte ik bij een zelfbedie
ningszaak van Albert Heijn in
Appingedam.
Daar had ik een ruime
nieuwbouwwoning tot mijn
beschikking. En als ik eerlijk ben,
dan woonden we daar toch prettiger
dan in de binnenstad van Groningen.
Maar dat is voor Luit en zijn vrouw
overigens geen echt probleem. "Ik
ben een noordeling en voel me hier
best op mijn gemak. Mijn
voorganger kon het lawaai op straat
maar slecht verdragen en deed
's nachts niet altijd even goed een oog
dicht. Maar wij hebben daar
gelukkig geen last van."
De zaak in de Herestraat is voor Luit
niet onbekend. Hij begon er zijn
A.H.-loopbaan in 1968 op 15-jarige
leeftijd. "Ik woonde toen in Roden
en ging dagelijks op en neer. Tot aan
mijn diensttijd ben ik in de
Herestraat blijven werken. Daarna
heb ik een half jaar gewerkt in één
van de zelfbedieningszaken in Assen.
Vandaar ging ik naar een ander
filiaal in Groningen, vervolgens ben
ik getrouwd, naar Appingendam
verhuisd en daar in een
Ahold-vestiging gaan werken." Luit
houdt het op de zelfbedieningssector
binnen Ahold. "De schaal waarop
hier gewerkt wordt, bevalt me het
beste. Het massale van een
supermart spreekt me minder aan. Je
hebt rechtstreeks contact met de
medewerkers, waardoor je een goede
teamgeest kunt opbouwen."
Luit de Groot is nog
LIJ IT DE GROOT
hier reuze naar mijn zin. Ik ben
destijds aangenomen als caissière,
maar doe daarnaast een heleboel
andere klusjes. Ik houd de zaak
schoon, veeg de cantine aan en doe
de afwas als het zo uitkomt."
Luit de Groot is haar vierde baas.
"Dat verloop vind ik wel jammer. Je
moet elke keer maar weer afwachten,
wat voor vlees je in de kuip krijgt,
maar ik moet zeggen, dat ze me tot
nu toe allemaal best meevielen".
"snoeper"
Marrie voelt zich nauw betrokken bij
de zaak. "Je bent er al zolang. Je
leertje vaste klanten kennen - er zijn
soms zeurpieten bij, hoor - je weet
wat er omgaat in het bedrijf en
wanneer iemand iets probeert weg te
pakken, voelt dat alsof ze je zelf
bestelen." Marrie is er op gaan letten
en vertelt: "Er was eens een klant die
het presteerde om steeds dozen met
bonbons te openen en er dan gauw
drie of vier uit te halen. Die dozen
kosten notabene/4,- en ze waren na
de "diefstal" natuurlijk ongeschikt
voor de verkoop. Het heeft ons een
tijd gekost, maar eindelijk konden
we de "snoeper" pakken."
Marrie heeft inmiddels de langste
tijd van haar dienstverband bij
Ahold er op zitten. Ze is een paar
jaar geleden getrouwd en vindt, dat
ze nu wel toe is aan kinderen. "En
dan blijf ik hier natuurlijk niet
langer werken, maar dat neemt niet
weg, dat ik hier geweldig plezierige
jaren heb doorgebracht. Hoewel
ze me hebben aangeboden om te
komen werken in Hoogezand, dus
vlak bij ons huis, heb ik dat toch
afgewezen. De zaak in de Herestraat
was me wel zo lief".
Door dat piepkleine filiaal moet de ruimte
zo optimaal mogelijk worden benut. In
de kelder is opslagruimte via een glijplank
te bereiken, (foto boven).
De harde worsten worden nog niet in de
brandkast bewaard maar wel dichtbij.
Zo lekker zijn ze. (foto onder).
MARRIE DE VRIES
de invoering van het omstreden
verkeerscirculatieplan de trek naar
dat zelfde winkelcentrum wel nadelig
beïnvloedde. "Wij zelf hebben er
gelukkig maar weinig last van",
vertelt Luit de Groot. "Onze omzet is
er niet door gedaald en het bezoek
aan de winkel blijft goed. Maar de
mensen komen er niet meer hun
grote voorraden inslaan. Wantje
kunt niet voorrijden met de auto en
de Herestraat zelf is al weer jaren
geleden een voetgangersgebied
geworden. Dus je kunt er uitsluitend
te voet of hooguit met de fiets aan de
hand komen." Dat de binnenstad
van Groningen nagenoeg auto-vrij
gehouden wordt, betekent voor de
aanvoer van de goederen wel een
probleem. "Die chauffeurs hebben
er meer last van, dan wij zelf. Het
liefst willen ze natuurlijk met hun
grote vrachtwagens bij ons
voorrijden. Maar dat mag helaas
niet. Er is geen enkele mogelijkheid
om met zo'n kolos zo diep in het
stadshart door te dringen."
anno 1649
De zelfbedieningszaak in de
Herestraat is, zoals gezegd, één van
de oudste Albert Heijn-vestigingen in
de stad Groningen. Het pand op zich
is al weer eeuwen ouder. Een
gevelsteen boven de winkelingang
noemt het jaartal 1649. De voorgevel
zelf is natuurlijk aangepast, maar
volgt met zijn rechthoekige tegeltjes
beslist niet de laatste en meest
moderne bouwstijl.
Luit de Groot woont met zijn vrouw
Het verkeerscirculatieplan van Groningen heeft nogal wat voor- en tegenstanders.
Beide groepen zullen ongetwijfeld we! een beetje gelijk hebben. Feit is echter wel dat
het voor de winkelende dames een verademing is eens een praatje midden op straat te
kunnen maken zonder dat de hakken van hun schoenen worden gereden.