Nieuw leven in Albert Heijn non-food EINDHOVEN HEEFT VERTROUWEN IN NIEUWE FORMULE VERKOOPLEIDER C. BOSMA: "TABOE DOORBROKEN" pagina 10 FLITSEN We lopen door de AHSM aan de Limburglaan in Eindhoven. De trotse rondleider heet C. Bosma. Hij is niet de bedrijfsleider in dit filiaal, hij werkt er zelfs helemaal niet. Maar hij is wel de man die als verkoopleider non-food vanuit Zaandam vond dat het non-foodassortiment nieuw leven ingeblazen moest krijgen. En sinds de tweede week van november 1977 kan men in genoemd Eindhovens filiaal zien wat dat betekent. Temidden van de "normale" levensmiddelen-afdelingen zijn voor de diverse non-food-groepen allerlei aantrekkelijke winkeltjes geschapen, met als centraal punt een informatiebalie. De heer Bosma vertelt ons de voorge schiedenis. Daarbij gaat hij uit van de Albert Heijn-filosofie dat men zich primair bezig houdt met de levensmid delen-detailhandel, dat men daarin een leidende rol speelt en.wil blijven spelen. Daarnaast wil Albert Heijn de klant confronteren met een breed assortiment van goede kwaliteit. "One-stop-shop- ping" is de naam die daar aan verbon den is, wat wil zeggen dat de klant alles in één winkel vindt. Binnen dit systeem van verkopen laat Albert Heijn de klant profiteren van aanbiedingen. Dat kunnen week- en weekendaanbiedingen zijn, maar ook "speciale partijen". De heer Bosma: "Dus lag het voor de hand om ook aanverwant non-food in het assortiment op te nemen. Hetzij als regulair assortiment, hetzij als eenma lige partijen. De functie van one-stop- shopping wordt daar nog eens extra door benadrukt." Wat verstaat men onder aanverwant non-food? "Dat kunnen artikelen zijn die vanuit het koopgedrag van de klant bekeken verwant zijn aan kruideniers waren, zoals tijdschriften, of panties. Maar er kan ook artikel-verwantschap zijn; we gingen naast de koffie ook kop en schotels verkopen." Ziedaar de non-food-filosofie in een notedop. De vraag waar partijen fietsen, of stofzuigers, in dit verhaal passen, be antwoordt de heer Bosma moeiteloos: door de wijze van aanbieden stelt men ze op één lijn met kruideniersartikelen; men kan ze probleemloos aankopen, ze zijn goedkoop en goed. Dit hele systeem maakt het wel noodza kelijk dat -waar van toepassing- Albert Heijn omtrent de te verlenen service waterdichte afspraken heeft met de fa brikant. Ontevredenheid daarover bij de klant kan funest zijn voor het totale functioneren. "in de knoop" Albert Heijn heeft sinds de komst van non-food in de winkels in enkele geval len nieuwe markten opengebroken. Dat gold bijvoorbeeld bij de wekkerradio's, waarvan er gigantisch veel verkocht wer den. Zo'n rol speelde Albert Heijn ook bij de verkoop van zakrekenmachines, omdat men de eerste was die ze onder de honderd gulden op de markt bracht. Een derde voorbeeld: twee jaar geleden ging men als één van de eersten op grote schaal contact-grills verkopen. Een ex tra goede presentatie hiervan was moge lijk door begeleidende demonstraties in de vleesafdelingen. Toch ging het in totaliteit nog niet goed met Albert Heijns non-food. De heer Bosma: "Op een kleine oppervlakte moest een groot assortiment gebracht worden. Dat betekende dat het geen diep assortiment kon zijn. Toen kreeg je het verschijnsel dat vakspecialisten zich heviger gingen manifesteren, vaak met assortiment en prijs. Wij kwamen met onze filialen, waar het het regulaire assortiment betrof in de knoop". Zo was de situatie rond 1974. Non-food verkeerde bij Albert Heijn in een af- bouwfase. Er kwamen steeds minder fi lialen met groot-non-food. De meeste mensen in het bedrijf zagen het als een aflopende zaak. "Het betekende het doorbreken van een taboe om non-food nieuw leven in te gaan blazen," zegt de heer Bosma nu, enkele jaren later. In het kader van omzet-optimalisatie was men in diezelfde periode een aantal onderdelen van het food-assortiment in tensiever gaan benaderen. Het shop-in- the-shop-idee kreeg meer aanhang. Er ontstonden aparte winkeltjes voor groen te, vlees, beauty en body e.d. En wat moest er met non-food gebeuren? Er ge beurden twee dingen: het assortiment werd volledig doorgelicht en getoetst op aankoop - c.q. artikelverwantschap met food. Tevens werd de partijgewijze aanpak uitvoerig geïntroduceerd. Het omgooien van het assortiment was nodig om op langere termijn tot een nieuw beeld te komen. De stunts met partijen dienden om de mensen die met non-food moesten werken op korte ter mijn nieuw geloof in non-food te geven. Er werden marktonderzoeken verricht, proeven gedaan in de filialen Amster dam Helmholtzstraat, Haarlem-Noord, Heemskerk en Stadskanaal. De resulta ten werden samen met de betreffende zóne-managers, BL's en afd. Inkoop be studeerd en uitgewerkt. Bosma: "Het uitgangspunt was dat, wat we ook deden in non-food, we ons moesten realiseren dat we opereerden in een supermarkt. Dat hield in dat we ons duidelijk be perkingen hebben opgelegd. Zo hebben we bijvoorbeeld alleen stapeltextiel, geen modieuze textiel. De doe-het-zelf arti kelen zijn gericht op het verbruik, dus verf, onderhoudsmiddelen, spijkers." Het zijn allemaal primaire artikelen met een grote omloopsnelheid. Maar dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld die spijkers op dezelfde manier gepresenteerd wor den als snoepgoed: elk artikel krijgt in de nieuwe aankleding het accent dat er bij hoort. Zo heeft elke afdeling z'n eigen sfeer, z'n eigen presentatie." "leveranciers" Belangrijk is ook de nieuwe koers die Albert Heijn gekozen heeft ten aanzien van de verhouding met de leveranciers. Bosma: "We onderkennen gewoon dat we van non-food veel minder afweten dan van food. In food hebben we ten slotte negentig jaar ervaring. En non food is bij ons ook veel meer met vallen en opstaan gegaan. Daarom waren we ook bereid tot andere samenwerkings verbanden met leveranciers en fabrikan ten." Dat betekent bijvoorbeeld dat Albert Heijn geen eigen merk verf meer ver koopt. Verf is steeds meer een modieus artikel geworden, en fabrikant Sigma staat er borg voor dat steeds de goede kleuren in de juiste hoeveelheden op de juiste tijdstippen in huis zijn. Zo gaat het ook met gloeilampen, die Philips verzorgt. In de huishoud-sector zijn af spraken gemaakt met de fa. Schipper, leverancier van porcelein, glas en aarde werk. Deze firma heeft zich bereid verklaard een proefexercitie te maken ten aanzien van de assortiments-samen- stelling: wat gaat Albert Heijn wel en niet verkopen, en hoeveel moet daarvan in de winkel gebracht worden. "Het is de eerste keer dat een leverancier in die branche bereid is tot deze vorm van samenwerking in de levensmiddelen handel," zegt de heer Bosma. Dat be tekent b.v. wel dat Albert Heijn z'n klanten keuze biedt uit zestig a zeventig verschillende serviezen. Soortgelijke contracten zijn er met VNU, Grammo-Service en MUVA. "Het idee is niet nieuw, maar de vorm van samenwerking wijkt wel af van wat gangbaar was. Al onze afspraken hou den in dat we onze eigen identiteit voorop stellen. We bepalen zelf de pre sentatie en wij zijn uiteindelijk verant- "Het was een moeilijke tyd", zegt de heer D. J. Jonker, bedrijfsleider van het Eindhovense AHSM-filiaal aan de Lim burglaan. "We kregen de ene sanering na de andere. Als je daar middenin zit, hou je mensen dan maar eens gemoti veerd. We waren hier gedaald naar een kern-assortiment." Het bericht dat vanuit Zaandam naar nieuwe wegen werd gezocht, kreeg in Eindhoven een juichende begroeting, zeker toen men zelf werd uitverkoren als proefobjekt. De heer Jonker: "We kre- woordelijk voor de samenstelling van het assortiment en voor de prijsstelling. Het is dus een verregaande vorm van samen werking." "optimalisering" In Eindhoven is de nieuwe filosofie dus inmiddels realiteit geworden. Volgend jaar gaan andere filialen volgen. Daarbij is het de bedoeling dat vanuit de grootste filialen, met het breedste non-food- assortiment, "vertalingen" worden ge maakt naar de kleinere. Heeft men dus in Eindhoven 6 shops, in een kleinere zaak zou het er één minder kunnen worden. Of alle groepen worden daar wat ingekrompen. Wordt in Eindhoven vanuit de maximale mogelijkheid ge werkt, in de filialen Zevenaar en Baam wordt vanuit de minimale mogelijkheid gewerkt door proeven te nemen met minivrijetijdswinkels, op veertien meter stelling, afgeleid van de totale VT-shop, die twee keer zo groot is. Bij dat alles is "optimalisering" het trefwoord. Die kan wellicht gevonden worden in frequentere bevoorrading. Als op minder meters stelling het basis assortiment food gebracht kan worden, komen er meters vrij voor extra aktivi- teiten, bijvoorbeeld non-food. Het streven was om ook een geloof waardig assortiment te voeren: de pre sentatie moet inhoudelijk waar gemaakt kunnen worden, anders prikt de klant er snel doorheen. Dat betekent meer diepte in dat assortiment. De, partijgewijze aanpak zal ook verder uitgewerkt, ge professionaliseerd worden. Er zal min der met toevallige partijen gewerkt worden, meer met artikelen waar Albert Heijn z'n eigen naam op durft te zetten, zaken die "Albert-Heijn-waardig" zijn, zoals de heer Bosma het omschrijft. Een voorbeeld: de AH Perlamat koffie-auto- maat. gen nieuwe moed. Je had weer iets om naar uit te kjjken. Er ging hier iets gebeuren wat nog nergens gedaan was. Iedereen was al laaiend enthousiast vóór er wat op papier stond." Een kwart van de Eindhovense zaak was bij de remodeling-operatie betrokken, d.w.z. meer dan 120 meter, er ging dus nogal wat gebeuren. Er werd in diverse non-food-zaken rondgekeken, er werd gepraat met leveranciers van winkel inventaris en met een binnenhuisarchi tect. Een week of zes later kon er gebroken en gebouwd worden. De heer J. G. Van der Pol, assistent verkoop leider: "We zijn afgestapt van het patroon van straten. Het zijn shops geworden, elk met hun eigen opbouw, kleur en aankleding. En daarnaast is er het centrale bedieningspunt, gericht op de hele non-food-afdeling. Van daaruit vindt een permanente begeleiding van het totale assortiment plaats. Alle groe pen hebben hun eigen moeilijkheids graad, ze vragen allemaal om een be paalde begeleiding." "En nu moeten we met z'n allen proberen te bereiken wat we beoogden met de non-food," vult BL Jonker hem aan. Hij legt uit dat de opbouw van zijn clientèle een extra drijfveer was om aan te dringen op deze proef: "De klanten die hier komen, kunnen overal terecht. Dat ze toch hier komen, is o.m. vanwege ons non-food-assortiment, naast de food, en de aanwezigheid van een parkeerterrein. Maar er zijn genoeg concurrenten in de buurt die deze functie graag van ons overnemen." "Daarnaast hebben we hier een duide lijke regionale functie. Er komen hier mensen van tien, vijftien kilometer ver. Ze komen wekelijks, of eens in de veertien dagen. Voor die mensen heb je echt een afdeling non-food nodig." De heer Jonker en z'n mensen hebben een rotsvast vertrouwen in de nieuwe formu le. Of alle assortimentsgroepen al hun meest ideale samenstelling hebben, zal nog moeten blijken. Daarvoor is met name de reactie van de klant van belang. Die klant wordt o.m. op aanbiedingen in de nieuwe shops geattendeerd via micro foon-spots. En dat werkt zeer effectief: in één dag gingen als openingsaanbie ding tientallen decoupeerzagen van 59,- de deur uit. Dito resultaten bij een bepaalde elpee-aanbieding en een ope ningsaanbieding met kop en schotels. Zo werd een voor één filiaal toch relatief dure advertentie effektief vervangen." In de personele sfeer is ook het een en ander gedaan om de zaak optimaal te laten verlopen. Voor bijna elk winkeltje is een verkoper (of -ster) aangenomen. Een eerste verkoper heeft de dagelijkse leiding. En de sector-chef houdbaar heeft als speciale opdracht om voorlopig een half jaar deze afdeling extra te begeleiden.

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 10