Eekhoorns winnen
van het
Capitool
AH-Flitsen
Pagina 4
10 AH-echtparen in Amerika
Ons hotel in Washington ligt vlak bij het Capitool. Om de benen
te strekken, lopen we nogal eens door het park dat bij de ingang
van het Capitool is aangelegd. Je staat dan vlak bij het regerings-
hart van één van de machtigste landen ter wereld en wat valt
je opeekhoorns. Kleine grijze beestjes die weloverwogen
kijken of de toegeworpen zuurtjes wel het juiste marktaandeel
heboen. Onverwachte bewoners van Washington die de rust
demonstreren van de imposante lanen en parken.
Maandag 6 oktober was onze 2e
dag in deze plaats. Met een spe
ciaal gecharterde bus bezocht de
gehele groep een imposant winkel
centrum, dat 18 mijl buiten de
stad ligt en 1'/2 jaar oud is: Tysson's
Shopping Centre.
Direkt aan de enorme parkeer
plaats ligt een Giant SuperMart,
waar wij gastvrij werden ontvan
gen door de jonge manager Bill
Frankenstein.
Zijn trots was een blinkende vloer
en een piekfijn verzorgde winkel.
Hij gaf ons een komplete rond
leiding door zijn zaak, die in ty
pisch Colonial Style was ingericht,
o.a. met smeedijzeren luchters
boven de checkouts.
Wat wel opviel was de volkomen
afwezigheid van een kantine voor
het personeel. Zij moesten zich
behelpen in een somber hoekje in
het magazijn.
De rest van de ochtend hebben wij
dit grote Shopping Centre verkend,
om na de lunch weer door de uit
gestrekte suburbs naar Washington
DC terug te rijden.
Woensdag 8 oktober was Pitts
burgh Pennsylvania ons reisdoel.
Een grote industriestad midden in
de heuvels. We kwamen er 's mid
dags aan na een fijne tocht door
een landschap dat veel overeen
komst met de Ardennen vertoont.
Pittsburgh en Niagara
In Pittsburgh motregen! Maar een
meestelijk hotel, „The Webster Hall
Hotel", met 600 kamers. Midden in
het universiteitsgebied van de stad.
Aangezien wij de volgende dag
verder zouden reizen naar Niagara
Falls is de kennismaking met Pitts
burgh die avond, voor de meesten
van ons, beperkt gebleven tot de
„boot-and-saddle-bar" in ons hotel.
schepen helemaal tot aan Detroit
het land invaren. Dat is een tocht
van 1500 km.
Later op deze reis maken we daar
opnieuw kennis mee in Toronto en
Montreal, twee belangrijke havens
aan deze route.
Niagara Falls, dat uit een Ameri
kaans en een Canadees gedeelte
bestaat, maakte echt de indruk van
een drukke toeristenplaats buiten
het seizoen. Vooral de Amerikaan
se kant had iets van Zandvoort
tijdens een herfststorm!
Gelukkig maakte de volgende dag
deze indruk weer goed. Met een
touringcar maakten wij eerst een
rondrit door het Canadese gedeel
te, na de Rainbowbridge te zijn
overgestoken. Deze brug biedt een
goed uitzicht op de enorme horse
shoe falls".
Direkt over de grens valt het op,
hoe in het Canadese stadsdeel
alles veel mooier is aangelegd dan
in het US-gedeelte.
Op een toren, die naast de Euro
mast niet zou misstaan, hebben wii
een prachtig uitzicht over dehorse
shoe falls" en de wijde omgeving.
Daarna bracht de bus ons tot vlak
bij de watervallen, waar de came
ra's getrokken worden om dit be
roemde tafereel voor „thuis" vast
te leggen
Dan rijdt de bus ons naar de be
roemde stroomversnellingen aan
de benedenloop van de rivier.
Bordjes herinneren aan allerlei
waaghalzen die geprobeerd heb
ben om zwemmend de overkant te
bereiken. Op de rotsen, in een
lekker „Indian Summer'-zonnetje
wordt de hele groep opgesteld om
onze gids gelegenheid te geven
een foto te maken.
Na de lunch daalden we met een
lift af tot de aanlegplaats van „The
Maid of the Mist". Een stevige
De volgende morgen stond de
trouwe Grayline-bus ons weer op
te wachten voor de tocht naar
Niagara Falls.
Tijdens deze rit zagen we zo nu en
dan de enorm uitgestrekte water
massa's van het Eriemeer, dat zo'n
400 km lang is! De Niagara water
vallen zijn ontstaan door het
hoogteverschil tussen dit meer en
Lake Ontario, dat ten n.o. van het
Eriemeer ligt. Vanuit Lake Ontario
stroomt de Lawrencerivier naar de
Atlantische Oceaan. Via deze rivier
en een aantal sluizencomplexen
tussen de twee meren kunnen zee
motorboot, die ons vlak langs het
donderend geweld van de water
vallen bracht. In oliepakken inge
stopt, stonden we als een klub
„Dorussen Rijkers" op het voordek.
Om ons heen een prachtige cirkel
vormige regenboog.
De middag werd afgesloten met
een bezoek aan een Dolfinarium.
In het bijbehorende aquarium ont
brak alleen de „Hollandse nieuwe".
Naar Canada
Vrijdag 10 oktober verlaten wij de
USA en dringen Canada binnen!
Op naar Toronto aan het Ontario
Meer. In ons hotel, „The Lord Sim-
co", proef je de Engelse sfeer.
Een fijn hotel in een prettige stad.
De middag en avond wordt de
omgeving verkend. Youngstreet,
een gezellige winkelstraat, slokt
ons groepje op. En dat je er be
halve winkelen goed kunt uitgaan,
ontdekt ieder daar op z'n eigen
manier.
De volgende ochtend rijden we
eerst naar Yorkdale Shopping
Centre het grootste, overdekte
winkelcentrum ter'wereld. Hier is
net een Japanse Week aan de
gang. Behalve 2 warenhuizen en
zo'n 100 andere winkels is er een
grote Dominion Supermarket. De
heer Verbruggen telt enthousiast
40 meter broodstelling in deze
zaak!
Maar we moeten verder, want Mon
treal, ons volgende doel, ligt hier
nog 540 km vandaan. We komen er
tegen donker aan. Ons hotel heeft
een Franse naam, „La Salie" (en
een Ierse bar, „The Irish Lancer"!).
„Irish Rose...
en we gaan nog niet
naar huis!"
In „The Irish Lancer" bleek een
omvangrijke Ier 200 pond),
kompleet met pet en piano, de
trekpleister te zijn. Na negen uur
stroomde de zaal vol met lief
hebbers van een goed glas en een
goed lied!
Maar ook de Hollandse stem
banden weerden zich goed.
De volgende dag is het zondag. Op
het programma staat een rondrit
door de stad. Montreal is een ty
pische plaats, van de 2Vi miljoen
inwoners is 2/3 van Franse origine.
Om een imposant, modern zaken
centrum liggen de wat chaotisch
aandoende Franse wijken.
Wat opvalt zijn de metalen trappen
aan de voorzijde van elk huis.
Soms vanaf de 4e verdieping tot op
het trottoir. Om ruimte te sparen
bouwde men de trappenhuizen aan
de buitenkant van de woningen.
De bus bracht ons vervolgens naar
de top van de Mount Royal, een
rotsachtige berg vol prachtige
villa's.
Je kijkt zo over de gehele stad en
ziet in de verte zelfs besneeuwde
bergtoppen.
's Avonds blijkt in „The Irish Lan
cer", dat Nederlanders als zangers
ook in Montreal snel naam kunnen
maken.
Maandag is een keerpunt in onze
reis, want nu gaan we terug, terug
naar New York, dat bijna 700 km
ten zuiden van ons ligt.
Dwars door de
Adirondack bergen
naar Saratoga Springs
Na Montreal wacht ons een prach
tige tocht door één van de mooiste
delen van New England. Wij rijden
zo'n 5 uur door een bergachtig
landschap, dichtbegroeid met loof
bomen in prachtige herfstkleuren.
Donkerrood, bruinrood, oker en
geel. Kleuren die je in ons land
zelde/i ziet. Gestopt wordt bij
Frontier Town. Een Wild West
Show-dorp, aangelegd in een vallei.
Kompleet met postkoetsen, stoom-
treintje, cowboys en indianen.
Singing Eagle, een nogal gezet
Irocquis indianenopperhoofd, weet
onze groep knap aan het dansen
te krijgen.
De heer Hoendervangers (OPW-
kampioen) uit Zwolle zou best in
aanmerking kunnen komen voorde
eretitel „Dancing Eagle".
De show, die hier kennelijk con
tinue wordt vertoond, omvat een
rondrit in ouderwetse Wild West-
trein (puf puf!) met roofoverval en
een realistische gunfight op main-
street mooie onderwerpen voor
de foto- en filmenthousiasten. De
heer Raap uit Steenwijk waagt er
3 rollen film aan!
Na deze avontuurlijke lunchpauze
gaat de rit verder tot we tegen
donker worden in Saratoga Springs
aankomen. We overnachten hier in
een echt Amerikaans Motel, een
Holiday Inn. Fraai aangelegd rond
een verwarmd zwembad. Er zijn 3
etages kamers, dit motel heeft zelfs
een vergaderzaal voor 1000 per
sonen.
's Avonds bekijken we de om
geving in deze rustige provincie
plaats. Vroeger een populair
„Kurort", nu een collegetown. Er
staan veel statige huizen in Colonial
Style.
De volgende dag wordt de laatste
etappe van onze rondreis: we zijn
dan nog 300 km rijden van New
York, waar we 's middags aan
komen.
Laatste avond in
New York
Ons hotel, „The Royal Manhattan
Hotel", ligt vlak bij Broadway en
heeft 1300 kamers. Er logeren o.a.
een gezelschap Nederlandse tand
artsen en 150 vertegenwoordigers
van Ford, die in Duitsland prijzen
in een verkoopwedstrijd wonnen,
's Middags wordt er druk gewin
keld. Na het diner gaan we met
elkaar via de Subway naar de „vil
lage". Dit is het oudste gedeelte
van New York, met kronkelige
nauwe straten, bekend als arties-
tenwijk. Je struikelt er over de
hippies, o.a. een groepje van 5
jongens gehuld in gele lama
gewaden, het hoofd kaal geschoren
en kompleet met gebedsmolentjes
en rinkelbellen. Overal worden
pamfletten uitgereikt want morgen
is het „Moratoriumday".
We strijken neer in „My Father's
Moustache", een grote „saloon",
ingericht in de stijl van de „roaring
twenties". Een 5 man sterke Dixie
land Band beschikt over een enorm
geluidsvolume en de enthousiaste
menigte in de zaal klapt of zingt
luidkeels mee. Bier wordt hier ge
serveerd in enorme 4-liter pullen,
waaruit je het eigen, normale glas
steeds kunt volschenken.
Na deze dixieland-tent gaan we
later nog op zoek naar ander ver
maak. Vlakbij Broadway in de
Peppermint Lounge, bakermat van
de twist, komen de benen los op
de dansvloer.
Woensdag 15 oktober
laatste dag in
New York
Woensdag is het „Moratoriumday".
Door het gehele land zijn manifes
taties aangekondigd tegen de oor
log in Vietnam. Aanvankelijk mer
ken wij daar weinig van. De
ochtend wordt benut om te win
kelen en laatste souvenirs in te
kopen. Na de lunch gaan we nog
met een groepje naar de beroemd
ste winkelstraat, 5th Avenue, even
kijken bij SAKS, het duurste waren
huis van de stad, en naar de
schaatsers op de schaatsvijver in
Rockefeller Plaza.
Je kunt nu iets merken van „Mora
toriumday", want de 5th Avenue,
die normaal al druk is, wordt nu
een mensenzee.
Wij gaan terug naar het hotel, waar
om 4 uur een bus ons komt halen.
Bus te laat
Er hoeft maar weinig in New York
te gebeuren om verkeersopstop
pingen te veroorzaken. Op „Mora
toriumday" waren die er natuurlijk!
Geen wonder dat onze bus ruim
een half uur te laat aankwam. De
rit naar Kennedy Airport werd sluip
door kruip door, maar onze chauf
feur wist wel de rustiger plekken
te vinden. Via zijn radio hoorden
we konstant informatie van een
politiehelicopter die het laatste
nieuws over de verkeersstroom gaf.
Ruim twintig minuten voor vertrek
van de Sabena Boeing waren we
ter plaatse maar het was wel
even spannend.
De terugvlucht, met de wind in de
rug, verliep zeer spoedig. Vliegen
went tenslotte gauw bovendien
was de terugreis één uur korter.
Na overstappen op een Caravelle,
in alle vroegte in Brussel, kwamen
we om 8.15 uur op Schiphol aan.
Dat was dan het laatste gedeelte
van de 16-daagse rondreis door
Amerika voor de eerste prijs
winnaars van de OPW-1969. Een
onvergetelijke reis, waarbij we al
lemaal bijzonder veel indrukken
hebben opgedaan.
Wij zijn benieuwd wat de winnaars
van de OPW-1970 volgend jaar
gaan beleven!
G. C. Kortleve