Van Oost- en Westzijde Gé en Mini weten het wel Bezitten woonwagen en brommer Nieuws van alle kanten Ris reed met Voorting en Faanhof v. d. Ent trainde intensief AH-FLITSEN Gé en Mini in de deur van hun keurige woonwagen op de Westzanerdijk. Ergens langs de Westzanerdijk, vlakbij Westzaan, staan op het erf van een kleine, groen geverfde boerderij twee caravans. De ene staat midden op het weiland en ziet er ongezellig en onbewoond uit. De ander geeft de indruk alsof hij dagelijks wordt opgepoetst. Achter een volgeladen kersenboom, waaraan de vruchten langzaam rood worden, glimmen de ramen van de wagen en vanuit de open staande deur klinkt het gerinkel van vaatwerk of het geruststellend getik van breinaalden. Om de wagen heen snuffelt een spierwit geitje, dat verschrikt weg stuift, zover als zijn touw dat maar wil toelaten wanneer 's avonds tegen zes uur de bewoonster van de caravan nu niet bepaald lang zaam haar domein komt opstuiven. De kippen in de ren achter de wagen zijn trouwens ook nog niet gewend aan het lawaai dat 's ochtends even na 7 uur en 's avonds tegen etenstijd hun rust verstoort. Luid kakelend laten zij hun protest horen. "Brommer onder de kersen, zijn we bij A.H. terecht gekomen, op de vermicelli-afdeling. Weet je nog, jij had die hersen schudding, we woonden in Am sterdam, jij lag in bed en ik reisde heen en weer. Ik kwam toen Julia van der Wiel in de trein tegen, ze zit in de Kern en die vertelde me dat we bij A.H. meer konden verdienen. Ik heb jou uit bed ge trommeld en we zijn samen naar de Bos en Lommerweg getrokken, waar je je op kon geven. Dat was in Maart 1952." Als Gé eenmaal praat, gaat ze rustig door, dat de aardappels al lang hebben gekookt en alweer koud worden, interesseert haar niet. Mini ook niet, die heeft zich op haar gemak op het brede bed aan de ene zijde van de caravan geïnstalleerd en schiet van daar af en toe haar opmerkingen af: „Je hebt nog niet verteld, hoe we aan de brommer kwa men." „Oh, gewoon, we hebben alle bei onze zo goed als nieuwe fietsen ingeleverd en het een en ander bybetaald." Mini te klein. Mini geeft direct toe dat Gé altijd rijdt: „Ik ben te klein, ik kan m'n voeten niet eens op de grond zetten. Als we in onze rijke dagen komen, ruilen we de brommer in voor VAN DE KAASAFDELING Wie kaa(t)st moet de bal verwachten. Zo is het met recht, want in de laatste A.H.-Flitsen kreeg Bonaparte een goede zeeperd, en het mooiste is, ik weet nog niet wie me dat geflikt heeft, maar dat vind ik juist het mooiste van het geval, dat is altijd mijn voorstel geweest, schrijven in de krant, en dan niet welen wie het doel. Maar afijn, ik kon hem in m'n zak steken. Ik word er nu huiverig van om wat te schrijven, want ik weet zeker dat ik m'n portie dubbel en dwars terugkrijg, daarom wil ik nu schrijven over een jubilaris in de kaasafd., al is dat ongemerkt voor- j bijgegaan, n.l. onze heftruck, die al meer dan 25 jaar op onze afd. I gezwoegd heeft. Nu, je kon wel merken dat hij oud werd, want als je de pech had, dat je een bak kaas naar de expeditie moest bren gen, dan kon je gerust een collega meenemen om te helpen duwen, want hij was niet vooruit te brengen, je zweette je eigen dood. Tot overmaat van ramp heeft on ze oude truck een poot gebroken van ouderdom en wordt hij sinds 41 dagen verpleegd in de smederij. Of hij terugkomt is nog 'n vraag. Maar wij mensen in de kaas gun nen hem deze welverdiende rust Gé Klaucke en Mini Fokkema ge ven echter zonder een spoortje medelijden nog wat extra gas, zo dat de grijze bromfiets (een K.N. W., dubbelzit) precies rond de caravan trekt en naast de kippen tot stilstand komt. Zij kijken even of de kersen al iets roder worden en of de spreeuwen hun „bongerd nog niet in een slagveld hebben veranderd. De meegenomen bood schappen zijn zo uitgepakt en voor je het weet staan de aard appels al op in de keuken, die tegelijkertijd fungeert als slaap-, eet- en woonkamer. De bewoon sters zijn volkomen op elkaar in gesteld. Gé snijdt de komkommer, Mini zorgt voor de aardappels en de tafel wordt gedekt, het vlees gebraden en ondertussen vertellen zij honderd uit. Hoe zij allebei oorspronkelijk uit Drente komen, Gé uit Assen en Mini uit Appelscha. „Vroeger waren we in de verple ging," vertelt Gé, die meestal het woord voert, alleen wanneer zij een jaartal niet meer weet, of zich niet meer precies herinnert wan neer zij bij A. H. begon te werken, schiet het feilloze geheugen van Mini te hulp. „Nee, eigenlijk moet ik eerder be ginnen. Mini was al in de ver pleging toen we elkaar in Assen leerden kennen, waar ik bus-con ductrice was. Ik kreeg genoeg van dat heen en weer rijden en ben met Mini meegegaan naar Appel scha, waar we in het sanatorium Beatrixoord hebben gewerkt. Als je over hard werken spreekt, moet je daar eens gaan kijken, we wa ren schimmetjes van wat we nu zijn. Ik weeg nu 140 pond, maar ik durf het aan niemand te zeggen en Mini ziet er nu ook niet be paald uit of ze honger lijdt." Ter verduidelijking laat Mini de ceintuur van haar jurk zien, die nauwelijks dicht kan. Loon 4 maal hoger. „Twee jaar hebben we het daar uitgehouden. Weet je hoeveel we verdienden? Net zoveel in de maand, als we nu in één week bij Albert Heijn krijgen en we werk ten veel harder. Toen we dan ook een keer met vacantie in Alk maar waren en zagen hoeveel ho ger de lonen hier in de buurt wa ren, zijn we gebleven. Via een cartonnagefabriek in Krommenie Ons tweetal in de kou op hw bromtandem. r een scooter en dan ga ik rij den." De bromfiets vormde het eer ste grote stuk in de bezittin gen van Mini en Gé. De cara van het tweede. Het is wel geen bijzonder grote wagen, maar toch een, waar je samen gemakkelijk in kunt leven, rustig op een plekje, dat je zelf uitzoekt, ver van lawaai en van mensen. In de gezellige kamer is ruim plaats voor een aanrecht, een tafel, twee stoelen en een bed. De kasten zijn ingebouwd met ge noeg ruimte voor de kleren. Een ijskast of een provisiekast zijn niet nodig, want de perenboom achter het huis en de kersenboom er voor bieden genoeg schaduw en vormen een ideale voorraad- kamer. Eigenlijk waren Gé en Mini hele maal niet van plan een verplaats baar huis te kopen. In een alles behalve rooskleurige stemming kwamen ze een maand of twee len en leven nu zuinig. Nee, hoor, op het eten bezuinigen we niet en we kopen af en toe ook nog wel eens iets voor ons zelf." Voor 5.naar Drente. Gé en Mini zijn het gloeiend met elkaar eens, wanneer ze verkla ren met niemand te willen ruilen. Wie kan er precies doen waar hij zin In heeft? Gé en Mini kunnen het. Het woord vervelen kennen ze niet. Er is altijd iets te doen. De caravan moet een goede beurt hebben, de was moet gedaan, er moet gestreken, er zijn altijd nichtjes en neefjes, die een truitje nodig hebben, er gaat haast geen avond voorbij of de pennen tik ken in de caravan. In de vacantie gaan Gé en Mini op de brommer naar Drente. „In vijf en een half uur zijn we er, en het kost ons heen en terug niet meer dan 5.Als het mooi geleden bij de baas van de fietsen- weer is zitten we iedere Zondag- stalling, waar de brommer thuis- I op de bromfiets, de hele omge- hoorde, om hem te vragen naar j ving hier kennen we zo langza- een nieuwe kamer. merhand. Hij rijdt 65 km per uur, „Toen we hem vroegen of hij mis- het is alleen jammer dat we op schien een kamer voor ons wist, i het fietspad moeten. Daarom zou- omdat onze hospita ging verhui- den we wel een scooter willen zen, greep hij onmiddelijk een hebben." brommer, sprong er op en riep I De eerste tijd denken Gé en Mini ons met hem mee te gaan. Stom I er niet over de Zaanstreek de rug verbaasd deden we dat en reden toe te keren, ze hebben het veel achter hem aan tot we bij deze te goed naar hun zin en als de caravan kwamen. Verloren waren weilanden beginnen te vervelen, we. We hebben er niet lang over wel, dan staat de caravan in een nagedacht, hè Mini?" (middag ergens in de duinen. Ze „We verkochten al onze meube- j hebben het geschoten, die twee. Als we 's avonds thuis komen en naar de krant grijpen, slaan we de laatste tijd vaak de voorpagina over om toch eerst eventjes te kijken hoe „onze" jongens het in Frankrijk gedaan hebben. Vandaag blinkt de „Nescafé"-ploeg uit en morgen misschien weer de „Locomotief -ploeg. Er is helaas geen ,,A.H."-ploeg, wat nu niet zeggen wil dat A.H. en wielrennen niets met elkaar zouden hebben uit te staan. Want op onze Kaasafdeling zit een man, die het wielrennen na aan het hart ligt. We bedoelen Cees Ris. Nog niet zo lang' geleden, 20 Mei, won hij de Ronde van Hoorn voor amateurs. En dat is niet z'n eni ge overwinning. „In 1946", ver telde Ris, „reed ik m'n eerste wedstrijd, dat was in Vlaardingen, en ik won hem ook, Met m'n 17e jaar werd ik amateur en toen reed ik vaak wedstrijden met G. V oorting en Faanhof, die toen nog amateur wa ren. In de Ronde van de Zijpepolder heb ik nog van ze gewonnen. 11 Juli zijn er wedstrijden voor amateurs voor het kampioensohap van Nederland, maar ik heb niet kunnen trainen, omdat we zo vaak en hopen in de toekomst nog eens een nieuwe truck terug te krij gen. Afwachten maar. Verder niks geen bijzonders meer, maar wel wil ik in deze laatste krant voor de vacantie van de ge legenheid gebruik maken om alle lezers van de A.H.-flitsen een ple- I zierig-e vacantie toe te wensen. BONAPARTE. I B.A. Ja, veel nieuws gebeurt er niet op de bouwafdeling. maar zo een enkele keer maken ze toch wel eens wat mee. De echtgenote van een van de collega's, die naast de fabriek woont, was buiten de was aan het ophangen. De huisdeur had ze even open gelaten en natuurlijk geen sleutel bij haar gestoken. Daarom viel de deur dan ook prompt in het slot. Moeder buiten radeloos, want die kon er niet in en de kinderen za ten binnen rustig te spelen alsof er niets aan de hand was. De buren konden niet helpen, want de sleutels pasten niet en waar kan men dan beter terecht dan in de timmerwerkplaats! Nou ja, om sleutels moet je daar ook niet komen hoor. Maarde heren wisten wel raad. Vooral de voor man, die stelde voor om betrokke ne z'n vrouw maar even door het WC-raampje te frommelen (dat zouden ze wel willen). Maar als u nagaat dat dat raampje slechts 22 cm breed is, nou dan moest dat wel een heel mager persoon zijn, en die vindt je alleen in de schilderswerkplaats. Toen die verflat dan ook door het raampje geschoven was, was het leed spoedig geleden. Zo ziet u maar weer: „een goede buur is beter dan een verre vriend." En tot slot, alle medewerkers en raadgevers, die bij deze burenhulp betrokken waren, nog wel be dankt. U. moesten overwerken. Maar ik ga nu in training voor schaatsenrij der, als het kan zal ik proberen bij de training in Overveen te komen. Dat training wel de hoofdzaak is om te willen slagen in een tak van sport, bleek weer overduide lijk, toen we met v. d. Ent van de C.F. spraken. Want dank zij die training heeft hij zich op weten te werken tot Nederlands Jeugdkampioen wor stelen lichtgewicht. „Ik heb er voor moeten trai nen," zei v. d» Ent; „eigenlijk wilde ik uitko men in de afd. vlieggewicht, maar ik was er te zwaar voor. Toen ben ik ie dere dag een kwartier in de warmkast van de C.F. gaan trainen. Ik werd wel lichter, maar niet licht genoeg, en ik kwam bij de lichtgewichten; en nog wel als de jongstenou, ik heb gewonnen." A.H. VOOR KWALITEIT! Dat T. J. ter Horst decora teur en knutselaar is, heeft hij getoond door een molen te ma ken, die louter gedecoreerd was met onze producten zoals erwten, bonen, rijst, thee, havermout, ver micelli e.d. Hierbij ziet u een foto van zijn kur.icstuk, waarvan de wieken onze slagzin: A.H. voor kwaliteit dragen. DAAR ZIT WAT IN- Zo'n uitwisseling dan altijd! Met de „Operettezangers" naar Duits land geweest en volgend jaar waarschijnlijk naar Luxemburg. En door zo'n trip krijg je steun punten voor je toekomstige va- cantiesOndergetekende is ten minste al door twee buitenlandse families uitgenodigd om de toe komstige vacanties bij hen door te brengen. En zo krijg je een stevige band in het buitenland. Het ls jammer dat de Engels sprekende landen voor ons werk nemers onbereikbaar zijn. Te dure reis en de tijd is daar te kort voor. Dus zoeken we het in de omliggende landen. M.

Personeelsbladen | 1954 | | pagina 3