AHWTSIN
Duiven houden, opwindende
en interessante sport
WWt
HL
Voor ons een vraag, ihans een weei
Kruideniersvak heeli
niets van glans verloren
Errol Garner
frekt zijn jas uit
peper en
80 °/0 extra rente
voor onze spaarders
AH-FLITSEN
Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. Zaandam
11e jaargang - No 8 Juli 1954
Verantwoordelijk eindredacteur
H. K. Engel, Hoofd Personeelszaken
Redactie: G. J. van Hulzen, in- en externe betrekkingen
Aan dit nummer werkten mee:
De Arbeidsstudieafdeling Peper en zout
J. Ph. Bartel son Personeelfonds
H. J. Bobbe Illustratie
W. de Groot Muziek
A. A. Koopman Willy Lust
W. van Maltha Illustratie
J. Schoen Illustratie
L. Visjager Illustratie
J. Visser Van Oost- en Westzijde
Verschijnt elke 3e Vrijdag van de maand. Copie binnen elke
2e Dinsdag van de maand bij Personeelszaken, post No 181.
J. Tonkes, die
werkzaam is op
de drups-afde
ling behoort
zonder twijfel
tot de gai'de
der gerouti-
neerden. ,,Het
zit bij ons in de
familie," ver
telt hij, „lange
tijd assisteerde
ik mijn broer,
maar in 1948
werd de ver
leiding te groot en begon ik
er zelf mee." Tonkes deed het
goed, want momenteel bezit hij
een prachtige collectie, waarop
menige liefhebber jaloers is. In
totaal 35 vogels en er zijn ver
schillende prachtvliegers bij; dat
wordt regelmatig bewezen door
de fraaie resultaten die hij met
af was. Het woord ..kruideniersgeest" en de z?n V°?eJf- behaalt. „Een inten
1 sieve studie en een up to date
Overgenomen uit „De Typhoon" van 10 Juli j.l.
Tijdens een driemaandelijkse vergadering van beroepskeuze-adviseurs, res
sorterend onder het departement van Sociale Zaken, die is gehouden ten
kantore van de N.V. Albert Heijn. maakte de heer G. Heijn. directeur van
dit bedrijf, de uitslag bekend van een jeugd-opinie-onderzoek over het
kruidcniersvak.
„Tot dusver meenden wij", aldus de heer Heijn. „dat het kruideniersvak in
ons land weinig belangstelling van de jeugd had. We hadden het idee. dat
de naam „kruidenier" zodanige negatieve associaties opwekte, dat de glans
van dit vak er voor velen
betekenis, die het spraakgebruik in Nederland hieraan gaf. zweefde ons
daarbij voor ogen. Bij een recent opinie-onderzoek onder M.U.L.O.-, H.B.S.-
en M.H.S.-leerlingen bleek, dat die mening geheel anders ligt.
Het woord „kruideniersgeest" associeerde deze jeugd met nauwkeurigheid;
de aanduiding „vooruitstrevendheid" kreeg een goede tweede plaats boven
bekrompenheiden „op de kleintjes passen". Als overweging van de
ondervraagden gold veelal: belangstelling voor het vak waarin zij een
goede boterham meenden te kunnen verdienen.
Dat voor dit vak een speciale scholing moet dienen, achtten de jongelui niet
noodzakelijk. Driekwart van de ondervraagden had er niets op tegen op
Zaterdagmiddagen te werken. Zij noemden zich tevreden met een andere
vrije middag. Het rijden op een bakfiets gedurende een jaar werd evenmin
als bezwaar gevoeld. Vrijwel eensluidend bleek het oordeel over het
salaris van de kruidenier: 400 per maand", aldus de heer Heijn.
Eigenschappen, die noodzakelijk zijn voor het goed uitoefenen van het
kruideniersberoep achtten de ondervraagden: ondernemingsgeest en koop
manschap. De meisjes voegden daar vrijwel unaniem „geduld" bij.
Overigens deelde de heer Heijn mee. dat dit opinie-onderzoek niet mag
worden gezien als het enig juiste. Want er is in den lande nog vrij veel
tegenstand tegen het beroep van kruidenier. Gezocht zal moeten worden
naar de oorzaken hiervan. De vraag doet zich gelden in hoeverre de
ouders hier invloed op hebben.
Het houden van duiven is een fascinerende bezigheid. Een sport en
tegelijkertijd een hobby, die de liefhebbers als het ware vast klemt
in een greep waaruit ze bijna nooit meer worden losgelaten. Waar
uit die liefhebbers trouwens nooit meer losgelaten willen worden,
omdat ze door die gevleugelde dieren dagelijks worden geboeid en
ook omdat ze er nimmer op uitgestudeerd raken. Want er komt heel
wat voor kijken om met duiven iets te bereiken, daarvoor moet men
zich alle mogelijke opofferingen getroosten en zich bijna voort
durend verdiepen in allerlei problemen, die zich in de duivensport
voordoen. Want slechts die duif zal in staat zijn om een vlucht op
succesvolle wijze te volbrengen, die door zijn baas op de meest se
cure wijze is opgeleid en waaraan geruime tijd meer dan gewone
aandacht is besteed. Dit alles en nog veel meer is ons duidelijk ge
worden toen we de afgelopen dagen enige personeelsleden bezoch
ten, die zich in hun vrije tijd plegen bezig te houden met het ver
troetelen van hun duiven en voor wie deze sport zonder overdrij
ving een groot brok levensvreugde is geworden.
toen we een stapel tijdschriften
op dat gebied op tafel zagen lig
gen, begrepen we dat hij kort voor
onze komst daarmee bezig was
geweest. In 1949 begon Heijstek;
collega Tonkes hielp hem, beiden
zijn nu bestuurders van „De Vlie
ger" en hun vogels zijn tot iets
in staat. Weet u hoe één der dui
ven van Heijstek heet? Tonkes!
„Al werd ik
duiven, als lid van de vereniging
Koog-Zaandijk hoopt hij het vol
gend jaar goede vliegers opgeleid
te hebben, wat hij nu doet is voor
bereiding, zo nu en dan een vlucht,
maar nog geen zware trajecten.
Gruys z'n duiven zijn op school,
straks gaan ze de practijk in. Of
hij wel eens op duiven gokt „Net
als de andere heren, die we spra
ken, op heel kleine schaal. Een
stuivertje of een dubbeltje, meer
niet, de sport is nummer één!"
verzorging, dat zijn factoren,
waaraan ik mijn successen toe
schrijf," zegt Tonkes, die lid is
van de vereniging „De Vlieger"
en door zijn clubmakkers als een
expert wordt beschouwd.
„Iedere Zondag
beleef ik weer
opnieuw span
nende ogenblik
ken," dit zijn
woorden van L.
Heijstek, die
zijn dagelijks
werk in het
grondstoffen-
magazijn ver
richt. Zondag's
bestaan er voor
Heijstek alleen
maar duiven in
het algemeen en zijn duiven in het
bijzonder. Daarbij uiteraard het deling
huisgezin, want deze liefhebber Hij heeft een
begrijpt, dat een sport of een lief- hok op 'n stuk
hebberij nooit ten koste van zijn land van zijn
gezin mag gaan. Evenals Tonkes vader. Nog
tracht Heijstek de duivensport tot maar een jaar
in de details te doorgronden en houdt Gruys
straatarm, dan
nog zou ik een
paar duiven
houden." J. C.
Jansen, werk
zaam in maga
zijn I, meent
dit serieus.
„Dit wil niet
zeggen, dat ik
de duiven be
langrijker vind
dan de boterham," zo gaat hij ver
der, „natuurlijk niet, maar mijn
zakcenten wil ik er graag voor
uitgeven." Op aandrang van zijn
vrienden is Jansen in de duiven
wereld terecht gekomen en daar
heeft hij nog geen minuut spijt
van gehad, integendeel, het spijt
hem dat hij er nooit eerder mee
begonnen is. Jansen is lid van
„Centrum" en kan met zijn vo
gels behoorlijk voor de dag ko
men. „Weet u wat belangrijk is,"
zei hij toen we weggingen, „de
medewerking van de vrouw, zon
der die medewerking behoef je er
niet aan te beginnen."
Midden in het
Westzijderve-'d,
ergens tussen
Zaandijk en
Wormerveer,
troffen we H.
Gruys, die op de
verpakkingsaf-
werkt.
Voor onze fabrieks-pickup heb
ben we o.a. een langspeelplaat
gekocht van de neger-pianist
Errol Garner.
Wij kunnen ons voorstellen, dat
u de eerste keer een beetje
vreemd opkeek, toen u zijn ma
nier van spelen hoorde, maar
dat went wel.
Bij opnamen van gramofoon-
platen is het in het algemeen
zo, dat er vele proefopnamen
gemaakt moeten worden, alvo
rens de operateurs tevreden
zijn.
Errol Garner echter trekt z'n
jas uit, doet z'n das los, steekt
een cigaret aan, kan nog niet
opgeven wat hij spelen gaat,
zegt wel dat 'ie klaar is, en
speelt voor de vuist weg 40
minuten voor een opname, die
foutloos is. En laat zich be
hoorlijk betalen.
HISTORISCH.
Kolenman, heb ik aan
vier mud kolen genoeg
deze zomer
WIST U:
dat wij deze zomer
herfstvacantie krijgen,
dat achter de ledige
kisten in de gang de
bouwafdeling schuilt,
dat vliegen goedkoper
is dan velen dachten,
dat men in bos en hei
voorzichtig moet zijn
met vuur,
dat Willy Lust
lange-af stand
gelijk,
direc-
99-jarige tot 75-jarige
zoon: ,,Dat heb je als
je kinderen meeneemt,
ze zijn te beroerd om
een stukkie te lopen!"
het
record
zal trachten te verbe
teren,nl.van Zaandam
naar Sydney.
dat het O.G. geen oud-
broodbak is.
dat achterde limonade
kratten het bakje voor
Uw peukje staat.
Hij
juffrouw.
teur had niets nodig!
t>ReTTi£
VflCfl»!
cyaan de z<=*ce*i
Zó ?>/<zcJi6
..Daar
me-
Siichiing Spaarfonds
Alberi Heijn
Door de Algemene Vergadering van
de aandeelhouders van Albert
Heijn N.V. werd op 9 Juni 1954
het aan aandeelhouders uit te
keren dividend conform het voor
stel van directie en commissaris
sen vastgesteld op 9
De vaststelling van het dividend op
dit percentage brengt met zich
mee, dat aan de spaarders bij
onze stichting een extra rente
zal worden uitbetaald, gelijk aan
80 over de in 1953 gekweekte
rente.
Ter toelichting zij vermeld, dat de
rentevergoeding over de ingeleg
de gelden als volgt is.
Over de inlagen wordt een rente
vergoeding gegeven van 3.9
per jaar, bovendien wordt een
extra rente vergoed, afhankelijk
van het dividend, dat door Al-
bert Heijn N.V. op de gewone
aandelen wordt uitgekeerd. Elk
geheel procent dividend, dat, bo
ven de 5 op de gewone aan
delen wordt uitgekeerd, geeft
recht op 20 toeslag op de over
het betreffende boekjaar ge
kweekte rente.
Indien het saldo van een spaar
rekening aan het begin van 1953
100.aanwees, dan wordt aan
het eind van het jaar 3.90 aan
rente vergoed.
Bovendien wordt, nu het dividend
op 9 is vastgesteld, een toeslag
gegeven van 9 5 4X20%
of 80 hetgeen in dit voorbeeld
80 van 3.90 of 3.12 is.
Deze spaarder heeft dus over
100.een rentevergoeding ont
vangen van 7.02 of 7.02
Zou het dividend op 8 zijn vast
gesteld, dan was de extra rente
8 5 3 X 20 of 60
-Het extra rentebedrag zal een de
zer dagen op Uw spaarrekening
worden bijgeboekt, waarvan U
een afrekening zult ontvangen.
Voor onze personeelleden, die nog
geen gebruik maken om op deze
voordelige conditie bij onze stich
ting te sparen, delen wij mede,
dat alle werknemers, in dienst
van het concern Albert Heyn
N.V., bü onze stichting kunnen
sparen.
Inlichtingen worden gaarne door
personeelsafdelingen verstrekt.
HET BESTUUR.