Hoe ging dat vroeger allemaal, vraagt Louis Visjager Zaanse koeken op de steiger rraemstoriscne vrouw hier bij Albert Heijn." „Over het verschil verzamelde graankorrels Voor U een vraagthans een weet Personeelfonds 1953 Het nut van fabrieksbrandweren AH-FLITSEN 3 DaV- ie. Vwe_r_g k-unncJi Kcnnc.?. J E42AAkr» „Ik ben in een bakkerij in Amsterdam begon nen, die niet groter was dan een goede 2 bij drie meter", vertelt Louis Visjager (3J^ jaar bij A.H.). „De baas was nogal dik, zodat ik zo af en toe onder de tafel moest gaan zitten, anders was er geen plaats genoeg." „Daar T^| 1 1 heb ik drie maanden qewerkt en toen kwam in ruimte hoef ik niet veel te vertellen, dat is Tienduizend jaar geleden reeds iarwe en gerst WIST U dat opgravingen ons hebben geleerd dat tarwe en gerst omstreeks 10.000 jaren geleden reeds aan de Westelyke oevers van de Middel landse Zee werden verbouwd? dat de West-Europese mens rogge en haver pas geruime tijd later leerde kennen? dat de praehistorische huisvrouw oorspronkelyk slechts de graan korrels verzamelde en als zodanig gebruikte en pas veel later ervoer, dat zij deze korrels ook kon roosteren? dat deze ontdekking voor haar dat ongeveer de helft der wereld een geweldige stap vooruit was, bevolking zich met tarwe en rogge omdat door verhitting de zaad- i voedt, vrijwel de rest met rijst, wand gemakkelijker van de kern gierst en mais? loslaat en dus zo het graan beter dat er tenslotte nog tal van volken kan worden fijngewreven? zijn, die het graan helemaal niet dat men door het bakken van kennen; voor de inboorlingen van dikke kluiten brei in warme as de Zuidzee en in sommige gedeel de aartsvader van ons tegenwoor- ten van Afrika en van Amerika dige brood bereidde?, het z.g. vla- vormt het zetmeel, bereid van be- brood? paalde knollen, van banaansoor- dat wij in de Bijbel kennis nemen ten en van het merg van palmen van de eerste tai-wedistributie de hoofdschotel, onder staatstoezicht, en van de En hiermede is dan de zaak van instelling van een contróle-insti- haver tot gort verteld. 22. tuut voor de graanteelt, t.w. in Egypte dat brei en vla ook de hoofdbe standdelen van het voedsel der Romeinse legioenen vormden, dat zij met deze spijs, die toch voor driekwart uit water bestond, het gehele Middellandse Zeegebied en West-Europa veroverden? dat voor de eenvoudige Euro peaan het wittebrood nog lange tijd een lekkernij bleef, ja zelfs een medicijn, dat aan zieken werd verstrekt dat toen het bierbrouwen in Euro pa een hoge vlucht begon te ne men, de bakkers er toe overgingen om het deeg met gist te door kneden, waardoor het zware zuurachtige deeg, waarmee de mensheid zich zo lang had gevoed werd opgevolgd door het meer licht verteerbare brood? maar dat het toch nog maar be trekkelijk kort geleden is, dat men voorgoed hiertoe overging, en dat j nog in 1666 de Franse medische ONTVANGSTEN Saldo 1952 2151.25 Contributie leden en bijdrage Directie Rente 6908.81 99.89 9159.95 Huwelijks herdenkingen 1560.— Geboorten 470.50 Jubilea 505.30 Ziekenverzorging 1375.00 Gepensionneerden 1310.00 Bijzondere noden 170.58 Melkverstrekking 223.23 Onvoorzien 766.11 Saldo 2779.23 9159.95 wel duidelijk.' „Ik werk nu aan de bandoven en wij ver werken zo een 4 ton deeg per dag. Als ik die ononderbroken stroom koekjes dag in dag uit zie voortglijden en ik denk dan nog eens even aan dat nauwe gedoetje bij die bakker in Am sterdam, dan vraag ik mijzelf wel eens af: hoe is het nu vroeger hier geweest." „Ook zo nauw?" „Ging alles met de hand?" „Ik heb wel eens gehoord dat zij hier alleen al met zo een man of 10 stonden." „En hoe zat dat met de andere afdelingen?" „Toen ik hier kwam stond ik werkelijk verstomd van die bandovens en andere machines, dat moet toch allemaal ge groeid zijn?" dit laatste strekt zich uit tot aan de Stille Oceaan ten Oosten van de Poolse rivier Weichsel verschijnen naast het bruinbrood in steeds sterker mate brij en pap op het menu; van het wittebrood, dat ook nog in het Zuiden van Rusland wordt gegeten, komen wij gaandeweg bij de gortepap te recht; van de gortepap gaan wij naar het vlabrood van de Kauka- siërs, en over de gierstepap van Voor-Indië belanden wij bij de rijstebrei der Oost-Aziaten. dat ongeveer 75 millioen mensen Het bestuur van het P.F. nog m lbbb ae r ranse meaiscne R Dop j Tuinman en J. Sikkes, faculteit besliste, dat gist scha- delijk was voor de gezondheid? dat zo in de loop van eeuwen de volgende „broodkaart" der mens heid ontstond, t.w. ten Westen van de Rijn wordt vrijwel uitsluitend wittebrood gegeten; ten Oosten van de Rijn ligt het gebied der gemengde brood soorten, dat langzamerhand aan gene zijde van de rivieren Elbe en Oder in het gebied van uitsluitend bruinbrood over- Arie van de Brink, die er nu zo een 34 jaar bij Albert l-Ieijn heeft op zitten kan zich die vragen alle maal wel goed indenken. „Ik kwam hier na mijn diensttijd en in de begin periode vond ik het ook al een machtig groot bedrijf." „Toen ik solliciteerde, moest ik eerst naar Baas Gerrit, toen naar Baas Jan en Mijnheer Hille en de Maandag daarop di rect beginnen." „Alles ging met de hand." „Maak jij maar eens een deegje en laat eens zien wat je kunt, zeiden zij tegen mij." „Nu dat ging wel, want mijn vader was ook bakker." „Met een spuit zak werden al die spritsjes op de platen gêspoten." „Voor Zaanse koekjes draaiden wij een „pille tje", ging het door de suiker en dan was het de kunst er met de hand alle even dikke plakken van te snijden." Met een zekere weemoed denkt Arie terug aan de goede oude tij den toen handwerk het nog mo gelijk maakte van die heerlijke ouderwetse koekjes te maken. Hij noemt namen van soorten die wij al bijna vergeten zijn; hij vertelt over deegjes van 80 pond en over de geroutineerde krachten die drie De Directie danken wij hartelijk van dergelijke deegjes verwerk- voor hun royale steun aan ons fonds. ten. Alsof het niets is. En in de zomer als het zo warm was moes ten de Zaanse koeken 's nachts op J. Sikkes - J. C. Berghege de steiger gezet worden, anders De kascommissie In tien jaren tijd deden zich aan de Zaanstreek meer dan zestig brandgevallen voor in onze be drijven, waarbij aanwijsbaar, met vrij grote zekerheid, kon worden vastgesteld, dat de Bedrijfsbrand weer door haar ingrijpen een gro te brand had weten te voorkomen. Nog tien dagen geleden, de dag vóór Kerstmis, wist Bruynzeels Brandweer een binnen in de Deu- .enfabriek opgetaste hoeveelheid van twee wagons stro, die in brand geraakte, te blussen. Al moest dan ook nog, wegens ge- orek aan zuurstofmaskers, de Zaandamse Brandweer ter hulpe lomen, het gevaar voor de rest /an deze zo brandgevaarlijke fa- oriek was afgewend, niet alleen door het gebruik van water, maar ook door het snel nemen van ver schillende veiligheidsmaatregelen. Wil men in een bedrijf van het optreden bij brand succes ver wachten van zijn eigen blusgroep, dan is één der voornaamste eisen, behalve natuurlijk de geoefendheid der manschappen, het aankweken van hun liefde voor het materiaal, in Zuid- en Zuid-Oost-Eui-opa, in dat zg in geval van brand be- Amerika en in Afrika zich met hoeven. Er zijn dikwijls, niet al- mais voeden? leen bjj de gemeentelijke brand weer, maar ook bij de fabrieks- brandweer, van die stille figuren, die, de fabrieken en de terreinen rondlopende, op allerlei dingen, de brandweer betreffende, letten. Ze zijn onbetaalbaar. Bij iedere brandweer, van welk soort deze ook moge zijn, speelt de zorg voor het materiaal een geweldige rol. Elk goed geaard brandweerman weet dat. Al wordt er nog zoveel geld uit gegeven voor eerste klas blusmid delen, ze zijn bij brand, als ze niet goed functionneren, van nul en gener waarde. Ja, integendeel Het ware beter geweest, indie: ze ontbroken hadden, want dar had men er ook niet op gerekend en gewacht. Zn in verband hiermede nog dit Het Is van belang, dat allen die n een bedrijf werkzaam zijn, de fabrieksbrandweer, die ook hun belangen beschermt, zoveel mo gelijk ter wille zijn. Dit kan o.m geschieden door slangenkasten, brandkranen, spuithuizen enzo voort vrij te laten en niet te blokkeren. H. L. M. v. Heijnsbergen. kwam er niets van terecht. Hoewel v. d. Brink nu de meest moderne machines bed.ent en goed (want, zoals hij zelf zegt, de mogelijkheid om fouten te maken is eerder groter geworden, denk maar eens aan de kleur van de koekjes, aan de warmte van de vlam en het zogenaamde bijgas- sen), is hij in z.jn hart toch altijd 1 nog de oude handwerksman ge bleven, die met liefde terug denkt aan de ouderwetse kleine kunst producten die hij letterlijk eigen handig stuk voor stuk maakte. „Maar," zo zegt hij, „de jongeren zoals Visjager kennen een nieuw vak; zij moeten er voor leren en zij moeten, net als wij vroeger, liefde voor hun werk hebben." „Anders branden de spullen er net zo aan als vroeger, al zijn de machines nog zo modern." Gerrit Mol heeft niets met de banketbak kerij te maken. Hij zat in de fourage, zoals dat heette, iets wat Visjager nooit heeft meegemaakt. Tot voor de oorlog had Al- bert Heijn een handel in mais, gerst, tarwe en wat dies meer zij. Voer voor dui ven, kippen, kanaries en noem maar op. Drie en dertig jaar heeft Mol tot nu toe bij Albert Heijn gewerkt en nu is hij via de erw ten en bonen bij de leeggoed-afde- ling beland. Hij heeft altijd ge werkt op afdelingen, die met transport en expeditie te maken hebben en ook wat dat betreft is er volgens Mol veel veranderd in ie loop der jaren, vooral wat de eiligheidszorg betreft. „Zo hadden wij vroeger b.v. een klein mannetje die bij de lier stond," vertelt Mol, „en die was zo eigenwijs als het achtereind van een varken." „Juist bij ons werk moest je met je tijd mee weten te gaan en bij dat hijsen bijvoorbeeld, als je in de open pakhuisdeuren stond, liep je altijd „el eens kans om er uit te val- .en." „Couperus, zo heette de -leine man, had daar natuurlijk ;een zin in en werkte zonder hijs- broek." „Wij hebben hem toen eens een uur of twee buiten de .eur gehangen in zo n broek om .ïem het nut van een dergelijk img te leren inzien." Mol, die nu de zorg voor het te- ugzenden en sorteren van de zakken heeft, had aan één voor oorlogs werkje een bijzondere he- ;el, maar, omdat hij volledig ver antwoordelijk was voor zijn eigen zerk kon hij er nooit onderuit. Jat was het bijscheppen in de zogenaamde „kaar" van de ver- chillende soorten graan. „Met Joeken voor je mond moest je in lie granen werken en je hebt er geen idee van dat je daar zo ...art van kunt worden." ..'s Mid- lags als je thuis kwam," zo ver- elde hij, „had je al gegeten en gedronken, zoveel stof had je naar a innen gekregen." „Dat is nu voorbij en het werk in de voor malige rijstopslagplaats is heel ..at schoner, zodat hij niet meer nkele dagen per week naar huis oehoeft te gaan zonder eetlust, in- .egendeel. «J. J. de Bruyn is 65 jaar en gaat dit jaar met pensioen. Hij is reeds 35 jaar bij ons werkzaam. „Vroeger was natuurlijk alles handwerk. We zijn begonnen in een kleine Kamer en na enige verhui zingen ten slot- .e h.er terecht gekomen op de J.B. 3. Vroeger was er meer va catie van producten, veel trek- ./erk, zijdedrups, roks, chocolade en zure peertjes e.d. _/e oude heer Albert mocht altijd j'raag zijn vrienden het hete trek- /erk laten proberen en was er eel plezier als men het deeg liet .allen of een blaar opliep, leneer Gerrit wist er ook raad nee. Als een lekke abrikozenbus .emorst had en hij trapte er met njn schoen in riep hij: Trek me ios!" /och is de heer De Bruyn het olkomen met de huidige massa- .'abricage eens. Hij heeft als mede- erkers o.a. G. Zwart (35 dienst uren), E. Vinke (28 dienstjaren) :n J. Tonkes (26 dienstjaren). De laatste 2 kwamen als 15-jarige jongens bij hem en hij heeft ze ,eheel opgeleid. Hij is erkentelijk oor de hartelijke medewerking lie hij nog steeds ondervindt. De heer De Bruyn heeft 6 klein kinderen en is een liefhebber van /issen en biljarten. Een foto van de bespreking voor deze Flitsen, V.l.n.r. de heren H. K. Engel, G. J. van Hulzen, G. A. van Rooyen, J. Sikkes, A. v. d. Hazel, W. Kley, H. J. Bobbe, L. Bouman, Mej. G. Meijn, J. Visser, J. Schoen, L. Hagens en M. J. C. van Noort

Personeelsbladen | 1954 | | pagina 3