maar ook de gezichten die je in
Nederland ook tegenkomt.
Bandung telt zo'n twee miljoen
inwoners. De theeplantages
waarnaar we op weg zijn liggen
in het Pengalegangebergte rond
Bandung, op 1500 tot 1825
meter hoogte. In totaal bestrij-
ken ze zo'n 13.960 hectare.
Torentje
De productie van thee begon
in Bandung door een Hol-
landse entrepreneur uit Den
Haag. Karel Anton Rudolf Bos-
scha kwam in 1887 naar
Nederlands-Indie. In Malabar
begon hij de theeplantage die
nu in handen is van de Indo-
nesische overheid. Nog steeds
staat op het hoogste punt de
toren van waaruit Bosscha zijn
hele plantage kon overzien.
Het is vier uur in de morgen.
We willen de zon zien opko-
men en zijn in Bosscha's toren
omhoog geklommen. Maar we
zijn een uur te vroeg. Het is
vreselijk koud. We zijn in de
tropen, maar hebben kippen-
vel. Een vuur moet ons warm
maken. Net zoals's nachts bij
de wachters, die op de kinine-
bomen moeten letten. Ergens
in de vallei schalt een gebed
vanuit een moskee.
Dian is met ons meegegaan.
Hij is de huidige planter van
Malabar. Net als Bosscha deed,
klimt hij elke dag in de toren.
'Hier krijg ik inspiratie. Kan ik
genieten als ik naar theeblade-
ren kijk die door het plukken
telkens van kleur veranderen.'
Hij maakt zich niet druk om
details. 'Ik sta hier niet om
plukkers te controleren.' Zijn
dochter van 7 zit op school op
de plantage. Ze heet Camelia,
naar de Latijnse naam van de
theeplant: Camelia Sinensis.
Als de zon opkomt, voelt de
warmte aan als die van een
straalkachel. De grijze berghel-
lingen veranderen in groen flu-
welen dekens. Een oude man,
Ohim, verzorgt het graf van
Bosscha. Hij laat een oude, ver-
geelde foto van Bosscha zien
die hij in zijn binnenzak be-
waart en wijst op het bankje
waar hij elke avond zat. Ohim
spreekt nog Nederlands, maar
durft het niet zo goed omdat
de huidige baas van de thee
plantage naast hem staat.
Dian: 'Dat is Java, mensen zijn
verlegen.'
AllerHande 11-2002 89