Jagen
onder
water
WIJ PROEVEN
Eerste studente volgde colleges
door gaten in de wand
Bouw uw eigen visboot!
NIET
op grote voet leven
,,'f W onder van haar eeuw
en t licht der lichten
Uitzonderlijke
vrouw
DE GOEDEN LEEUW
DIE OP BEDDEN
SLAAPT
NIEUWE, FASCINERENDE, LEERZAME SPORT:
WAT ZEGT DE DOKTER ERVAN?
met de buitenkant en
randen van onze tong
Schema van het menselijk smaakorgaan
WONDERBAAR
MAARWAAR
Hobbies voor mannen
Koffie zetten is een ritus
DE CAMERA
GAAT MEE!
De Romeinen aten al sla
Strikken en dunne, hoge hakken
ALLERHANDE
APRIL
,Jedere morgenzodra de studenten de academie binnen waren,
verliet een jonge, schone maagd, haar woning op de hoek van de
Voetiussteeg in Utrecht en volgde de heren met zedige tred,
vergezeld van een dienstmeisje. Zij volgde de studenten niet tot
in de collegezaal in de Oude Dom, maar ging een kamertje binnen
naast de collegezaal, van waaruit zij de professoren en studenten
door gaten in de houten wand kon zien en horen."
Zo Hep Anna Maria van Schurman, volgens de geschied
schrijvers, omstreeks 1630 in Utrecht college. De universiteit was ver
boden terrein voor vrouwen en Anna Maria kreeg heel wat te horen
over haar onbescheidenheid en onvrouwelijk* gedrag, dat, volgens de
heren, bestond uit het trachten de hun almachtige sexe te over
vleugelen.
Juffrouw Schurman trok zich
daar weinig van aan en ant
woordde: ,,Op de renbaan van
de wijsheid staat 't ieder vrij zich
in te spannen".
Zij legde zich toe op de theolo
gie en was daarin, schrijven haar
tijdgenoten, zover dat zij, was
zij een man geweest, met ge
mak een professoraat had kun
nen bekleden. Vele bekende theo
logen kwamen bij haar raad
vragen. Zij sprak veertien talen,
wist veel meer dan een vrouw
in die tijd behoefde te weten
van aardrijkskunde en geschiede
nis, van wijsbegeerte, van de
„telkonst", de astronomie, de
metaphysica, de physica en de
..geneeskonst". Zij beeldhouwde,
tekende, schilderde, borduurde
schitterend, musiceerde en schreef
boeken, en gedichten.
Toch was deze nog altijd be
roemde geleerde en kunstena
res geen blauwkous. C o n s t a n-
tijn Huygens heeft haar
charme in heel wat gedichten
bezongen en Cats liep een
blauwtje bij haar.
Talenwonder
Dat en nog veel meer over de
eerste, zij het illegale, studente
in ons land. kunt u te weten ko
men in het museum te Frane-
ker, waar de conservator u van
alles over haar kan vertellen.
Zij werd in 1607 in Keulen ge
boren, waarheen iaar Hervormde
ouders voor de godsdiensttwisten
waren gevlucht. In 1615 verhuisde
de familie naar Utrecht en in 1623
naar Franeker. Anna Maria heeft
de meeste tijd in Utrecht ge
woond, een gevelsteen op de hoek
van de Voetiussteeg duidt de
plaats aan, waar haar woning
stond.
Omdat het in één moeite door
ging, kreeg zij al jong, gelijk met
haar broers, les. Een meisje leer
de in die dagen geen Latijn en
Grieks, Anna Maria wel. Zij cor
respondeerde in die talen en
schreef er later haar boeken in.
Daar liet zij het echter niet
bij. Engels, Frans, Duits leer
de zij, Italiaans, Aethiopisch, Chal-
deeuws, Hebreeuws, Perzisch,
Turks, Syrisch en Arabisch. En
zij was niet klaar met een taal
als zij er zich maar zo'n beetje
in kon uitdrukken.
Van het Aethiopisch schreef zij
zelf een grammatica. Daarnaast
vond zij tijd om te borduren,
te schrijven, te beeldhouwen en
te schilderen.
Toch ook ijdel!
In Franeker hangen schil
derstukken van haar, voorna
melijk zelfportretten, die een
inteliigent, fijn gezichtje van
een schattig meisje laten zien.
Op een portret, geschilderd
door Van Mierevelt, dat
daar ook hangt, blijkt haar
neus echter veel groter en dik
ker te zijn. Gelukkig had Anna
Maria dus ook een typisch
vrouwelijke eigenschap. Zij
was ijdel
Men vindt in Franeker ook
haar borduurwerken, gravures,
die ze maakte, knipsels, tekenin
gen, geschildere miniatuurtjes en
verscheidene van haar boeken,
gedichten en brieven in He
breeuws, Grieks, Latijn en Frans.
In 1664 werd Anna Maria een
trouwe volgelinge van Jean de La-
bardie, stichter van een zeer
strenge godsdienstige sekte. Zij
volgde hem naar Amsterdam, in
ballingschap naar Duitsland en
later naar Wieuwerd in Fries
land, waar zij in 1687 overleed.
Anna Maria van
Schurman
zoals zij zichzelf op on
geveer dertigjarige leef
tijd uitbeeldde
Eenzelvig
Tevergeefs probeerden vrien
den, geleerden en kunstenaars
haar over te halen haar studies
voort te zetten. Zij bleef echter
Jean de Labardie trouw en her
riep ,,al haar schriften, die naar
losheid van gemoed en naar den
ijdelen en wereldschen geest rie
ken", zij liet zich niets meer ge
legen liggen aan de strijd voor
studierecht voor de vrouw en
veranderde helemaal. Wat ook
duidelijk op haar portretten is te
zien. Zij bemoeide zich niet meer
met haar vrienden, onder wie
Richilieu en Descartes,
die haar met zoveel anderen ,,'t
wonder van haar eeuw" en ,,'t
licht der lichten" noemden.
Twee werkstukken van Anna Maria van Schurman. in
het museum te Franeker te zien Links: haar gezangenboek,
waaromheen zij een geborduurde omslag maakte. Rechts: een
bijzonder mooi papierknipsel.
Men zegt dat het lichaam van
Anna Maria van Schurman ge
mummificeerd is en bijgezet in
de grafkelder van de Labardis-
ten. Gevonden heeft men de
mummie echter nooit. Haar boe
ken, tekeningen en schilderijen
zijn er echter nog, tenminste
enkele daarvan. Zij bewijzen
waartoe Anna Maria van Schur
man in staat was ondanks de
tegenwerking, die zij als vrouw
van alle kanten ondervond.
Aardappelen zijn
erg smakelijk
klaar te maken!
TI/IJ ZIJN nu eenmaal
een typisch aardappel
etend volk. Merkwaardig
echter, dat het merendeel
van de bereidingswijzen
van onze geliefde aardappel
hier onbekend zijn. Maakt
u wel eens
Aardappelen a Ia Bercy?
In een pan doet u een
stukje boter (margarine),
een fijn gehakt uitje, dan
roert u er wat meel door en
al roerende laat u dit meel
bruin worden. Dan voegt
u er langzaam wat kokend
water of nog liever wat
bouillon bij, steeds roerende,
zodat u ten slotte een fraaie,
gebonden saus heeft waar u
flink wat peper, zout naar
smaak en vrij veel fijn ge
hakte peterselie doorroert.
Dan schilt u een paar aard
appelen en snijdt ze in klei
ne dobbelsteentjes, die u in
deze saus langzaam laat
gaar stoven. Als u het in huis
heeft, voegt u bij de saus,
vóór de aardappelen erin-
gaan, een glas rode wijn.
Vóór het opdienen proeft u
even of het gerecht hartig
genoeg is.
Aardappelpannekoekjea
U kookt een stuk of zes
goed geschrobde, ongeschil
de aardappelen, u laat ze
wat afkoelen en pelt ze.
Daarna raspt u ze en ver
mengt ze met twee eieren,
twee eetlepels bloem, flink
wat peper en zout naar
smaak. Dit mengsel bakt u
met wat boter tot kleine
pannekoekjes die u zeer
warm met gebakken peter
selie opdient.
i
„TTAD je een goed hotel?"
„Prima." „Waar logeerde je."
„In De Gouden Leeuw".
Naast gouden zijn er rode, bron
zen en zelfs blauwe leeuwen. Het
werden bekende namen; zij waren
er de eeuwen door en in alle lan
den. Toch is er een tijd geweest
zonder deze uithangborden. Hoe is
men op de toch wel goede gedach
te gekomen een hotel een dergelijk
etiket te geven?
Voor het antwoord moeten wij
ver in de geschiedenis teruggaan.
Tot de tijd waarin een bed nog
geen gemeengoed wrfs. Meer een
privilege voor de edelen. Er waren
toen ook wel reizigers die een on
derdak vonden in de een of andere
herberg, maar daar sliepen zij dan
op de grond, op stro.
Totdat er een ondernemende her-
bergier was en natuurlijk in
Frankrijk die bedden liet maken
voor zijn gasten. Hij zal wat duur
der zijn geweest, dan zijn col
lega's, maar hij had ook iets bij
zonders aan te bieden. Dat wilde
hij ook wel naar buiten laten blij
ken en omdat er toen nog niet ge
adverteerd kon worden, liet hij
een bordje boven zijn deur aan
brengen met de woorden: ,,On lit
on dort" (Men slaapt op bedden).
Anderen namen dit over en hier
uit is „Lion d'Or gegroeid. Toen
er eenmaal een gouden leeuw was,
ontstonden er allerlei variaties.
Andere landen hebben dit voor
beeld gevolgd.
Iclik, ik heb je
T\E verschillende smaken wor
den waargenomen met behulp
van orgaantjes, de „smaakknop-
pen". Midden in zo'n knop be
vindt zich een ondiepe holte,
de z.g. ,^maakbeker"op de bo
dem van deze smaakbeker staan
de „smaakhaartjes"Smaakknop-
pen zijn gelegen aan de tong
punt, de tongranden en op de
bovenzijde van de tong; ook het
voorste deel van het weke ver
hemelte bezit er enkele. De lip
pen, het tandvlees, het wang
slijmvlies, de onderzijde van de
tong, het harde verhemelte en
de huig bevatten geen smaak-
knoppen. Wij proeven derhalve
uitsluitend met de bovenkant en
de randen van onze tong. Het
tongslijmvlies heeft diepe groe
ven; in deze groeven zijn de
smaakknoppen gelegen. Pas als
een stof in het speeksel is opge
lost en in deze groeven terecht
komt, kan hij worden geproefd;
onoplosbare stoffen kunnen
nooit worden geproefd (zie fi-
auur).
VIER SMAKEN
De door de smaakknoppen opge
vangen smaakimpulsen worden via
zenuw vezels (behorende tot de
zevende en negende hersenzenuw)
voortgeleid naar de hersenen. In
de hersenen eindigen de impulsen
het z.g. „smaakcentrum", dat
vlak bij het reukcentrum ligt. Pas
als het smaakcentrum is bereikt,
zijn wij ons van de smaak van
iets bewust: alle bewustzijn zetelt
immers in de hersenen.
Er bestaan slechts vier z.g.
„primaire smaken": z o e t, z u u r,
zout en bitter. Alle bekende
smaken zyn uit deze vier quali-
teiten samengesteld. Men zou dit
kunnen vergelijken met de kleu
renleer: alle kleuren zyn ook
slechts uit enkele „primaire kleu
ren" samengesteld, nl. de kleu
ren van de regenboog.
DE REUK
Bij de beoordeling van wat wij
smaak noemen speelt in werkelijk
heid ook de reuk een grote rol.
Tijdens het eten zijn smaak- en
reukgewaarwordingen nauwelijks
te scheiden.
A Smaakzenuwvezel B Het inwendige van de tong C Smaakknoop D Opper
vlak (boven) van de tong E Tongslijmvlies
Een der dertien vitale tref
fers. welke hel vestzakslagschip
„Admiral Graf Spee" dwongen
asyl te vragen in de monding
van de Rio de la Plata (Monte
video, Uruguay), was een oe
fengranaat die in hel heetst van
het gevecht dat de drie Engelse
oorlogsbodems tegen hun veel
sterkere tegenstander leverden,
door de bemanning van een ge
schutstoren bij gebrek aan mu
nitie. in een kanon werd ge
duwd. De granaat bleek latei-
zeer vitale delen van de Graf
Spee" te hebben getroffen.
Vroeger (nu nog?) hadden al
leen diegenen het recht de voeten
op tafel te leggen, die met een
zeilschip Kaap de Goede Hoop en
Kaap Hoorn hadden omzeild.
Buffalo Bill ontleende zijn bij
naam niet aan de buffel. Het
is maar de vraag oi hij ooit een
buffel heeft gezien Er waren
geen buffels in de Nieuwe We
reld Wel bisons. Hij velde er
in acht maanden tijds 4500, en
was zodoende een der velen die
de totale uitroeiing van het dier
bijna bewerkstelligd hebben.
De regering van West-Australië
liet in 1880 een met gaas bes. an-
nen hek aanleggen van een kleine
5000 km lengte dat de konijnen,
die uit de oostelijke staat kwamen,
moest tegenhouden.
Nero speelde niet op de viool
toen Rome brandde om de dood
eenvoudige reden dat de viool in
zijn dagen nog niet bestond. Het
kan hoogstens een luit zijn ge
weest. Verder was hij helemaal
niet aanwezig toen de stad
brandde, hij was mijlen ver weg.
0°K
mannen hebben hobbies. De een houdt van schilderen,
radio's of electrisehe treinen. De resultaten zijn niet zelden
bewonderenswaardig. En bovendien, wat een voldoening
schenkt het niet aan de knutselaars zelf na vele uren passen
en meten het resultaat te zien.
Een tip voor de mannen:
Bouw uw eigen uisboot.' Bij
een onzer vrienden hebben
we de mogelijkheden gezien.
Hij had nog nooit eerder een
schaaf of een beitel in de
handen gehad. Zijn prestatie
heeft ons enthousiast ge
maakt, zodat we contact op
namen met de ontwerper,
E. G. van de S t a d t
Scheepswerf N. V. te
Z aan d a m. Voor de prijs
van 137,50 levert deze een
compleet bouwpakket met
toelichting van alle houten
onderdelen, tot en met die
voor de riemen De vóór- en
achterspiegels, voorzien vav
opgelijmde verstijvingslatten,
zijn al voor u gebogen
Door zijn eenvoudige con
structie is het een ideaal
bootje voor de amateurbouw.
Het gewicht ervan is maar 30
kg., zodat het gemakkelijk
door twee personen uit het
water kan worden gelicht en
op de autokap of aan boord
van een groter schip kan
worden vervoerd maar toch
kan het op ruw water ge
makkelijk twee en op meer
beschutte wateren zelfs drie
man dragen. Het laat zich
goed roeien en is geschikt
voor een lichte aanhangmo-
tor van P.K.
Door er een mastje op te
zettenen er een steek-
zwaardje en een roertje aan
te maken, kan er ook mee
worden gezeild.
Het reukorgaan is gelegen in de
neus, en wel in het allerbovenste
gedeelte van de beide neusholten;
het is een geelgekleurd stukje van
het slijmvlies, voor een deel links
en rechts op het neustussenschot
gelegen. De totale oppervlakte van
het reukslijmvlies is slechts 2,5
vierk. cm. in de rechter, en even
veel in de linker neusholte, teza
men dus 5 vierk. cm. Allerlei die
ren, die meer „op hun neus af
gaan" dan de mens, hebben veel
meer reukslijmvlies: het opper
vlak ervan bedraagt bijv. 40—80
vierk. cm. bij honden.
REUKCELLEN
Het reukslymvlies bevat vele
millioenen reukcellen: van deze
cellen uit wordt de reukimpuls via
de eerste hersenzenuw (de reuk
zenuw) naar het „reukcentrum" in
de hersenen voortgeleid. Pas in de
hersenen ontstaat de reukgewaar
wording. Wilt men iets ruiken, dan
moeten deeltjes, die als reukprik
kel kunnen werken in de lucht
verbreid zijn („vluchtige" stoffen).
Terwijl men nu voor de smaak
vier primaire qualiteiten kent, is
er voor geuren geen indeling in
„primaire geuren" mogelijk. Er
bestaan tientallen systemen, vol
gens welke men de geuren heeft
willen indelen, doch geen van deze
systemen voldoet geheel. Vermoe
delijk kunnen geuren op zichzelf
alleen in „aangename" en „o n-
aangename" worden verdeeld.
J^E klassieke manier van kof
fie zetten is nog altijd: met
toewijding kleine scheutjes ko
kend water schenken op de vast
aangestampte koffie. Zo'n lang
zaam uitgedruppeld extract, het
zij memelk, hetzij met water
aangevuld, is het heerlijkste
kopie koffie dat men zich den
ken kan Deze klassieke manier
van koffie zetten duurt lang en
vereist alle zorgen.
Filter
Vlugger zet men koffie in een vlot
doorlopende filter, welke koffie
men onaangevuld kan drinken. Zo
kennen wij ook de zg. keteltjeskof-
fie, waarbij de koffie in een ijzeren
geëmailleerde kan of ketel wordt
gedaan, waarna de ketel wordt ge
vuld met kokend water en het ge
heel op een pitje blijft staan
trekken.
Iets hierop gelijkend is de manier,
waarop in België koffie wordt gezet.
Men hangt in een kan een grote
katoenen zak, die met een ring sluit
op de kan. In de zak de koffie
(meestal met cichorei) en daarna
kokend water opgieten.
Percolator
De ..percolator", die in vele
variaties voorkomt, berust op het
volgende principe: het in een kan
aan de kook gebrachte water wordt,
daar de kan goed afgesloten is, door
een buisje naar boven gevoerd en
door het zich daar bevindende, met
koffie gevulde, filter geleid; het uit
het filter lopende aftreksel wordt
weer in de kan opgevangen en gaat
dan dezelfde weg omhoog enz. Men
ziet de percolator van metaal met
glazen deksel: geschikt voor een
gasstel; óf geheel van glas met spi
ritusbrander. de zg. cona; of de
percolator functioneert geheel elek
trisch.
Espresso
Een, in de laatste jaren, po
pulair geworden methode is uit
Italië afkomstig: de „esp r e s-
so" Hierbij wordt door een in
genieuze machine kokend water
onder hoge druk door een kleine
hoeveelheid zeer fijn gemalen
koffie geperst. Het resultaat is
verrassend pittig.
Turkse koffie
Een in onze streken niet zo beken
de manier om koffie te zetten is de
zg. Turkse koffie.
De koffie, die tot een heel fijne
poeder is gemalen in een zeer spe
ciale molen, wordt in een vertind
koperen kannetje samen met water
en suiker boven een spiritusvlam
aan de kook gebracht. Als de "koffie
opbruist haalt men ze eventjes van
de vlam om even tot rust te laten
komen. Dan weer boven de vlam
laten opkomen, tot driemaal toe.
Meteen in een heel klein kopje
schenken en gloeiend heet.neen,
niet opdrinken maar voorzichtig
slurpen en het bezinksel in het
kopje laten!
Op de hierboven genoemde zet
wijzen bestaan weer talloze varia
ties en zolang er koffie zal bestaan,
zullen er steeds nieuwe zetwijzen
gevonden worden.
In dit verband zij gewezen op de
speciale koffiefilters, welke A.H. in
zijn assortiment voert. Juist deze week
zijn zij tot Prijswinner gepromoveerd,
met andere woorden een goede ge
legenheid om er op voordelige wijze
mede kennis te maken. (Zie pag. 4).
Twee buizen heeft de aqualong:
één voor de afvoer van de ver
bruikte lucht en één waardoor men
nieuwe zuurstof inademt.
afvoer van de uitgeademde en ver
bruikte lucht (vandaar de lucht
belletjes) en één waardoor men
inademt.
Met een aqualong kan iemand
wel een uur onder blijven. Hij
regelt automatisch, door een mem
braan waarop de waterdruk wordt
opgevangen, de druk van de ver
bruikte lucht. Hoe dieper je duikt,
hoe sneller de fles leegstroomt.
Ja, we zijn wel eens altijd
met zijn tweeën in zo'n geval
in die 25 meter diepe put van de
Vinkeveense plassen geweest.
Daar zie je de zon nog maar als
een waxinelichtje zo flets. Neen,
al te diep mag je met zo'n long
niet gaan; dan treedt er een
soort vergiftiging op, doordat de
EEN kleine 350 millioen km2 van onze aardbol (2/3 gedeelte) is
nog zo goed als onbekend. Dat is het domein der zeeën en alles
wat verder in de vorm van zout of zoet water deel uitmaakt van
de aardkorst. Bij dat twee-derde onbekende gedeelte behoren in elk
geval de Vinkeveense plassen onder Amsterdam niet. Want daar zien
de vissen op zomerdagen menselijke figuren, met zwemvliezen aan
de voeten en een kunstmatige long op de rug, behoedzaam neerduiken
in de groene sche-
mer der diepten.
Deze plassen zyn
van voren naar
achteren „afge
graasd" en zelfs het
diepste punt, dat
tot zo'n 25 meter
gaat, is reeds door
de geluidloos voort
glijdende wezens
bezocht.
Die plassen zijn het zwemgebied
van de Amsterdamse onderwater
zwemmers van de „Onderwater
Jager Club" (de O.J.C.) en hun
voorzitter, de heer J. M. van
Buuren (44)vertelt wat zy daar
wel doen.
„Wij jagen onder water", zegt
hij, „niet om te vangen of te
doden, wij jagen op foto's met
speciale waterdichtgemaakte ca
mera's! Een mooie sport!
Na de oorlog is het onder-
waterzwemmen erg in de mode
gekomen. Dat is ook te begrijpen:
de mens heeft altijd willen weten
hoe het er beneden uitziet. Was
het vroeger enkele minuten, nu
kunnen we, met behulp van ver
schillende apparaten halve uren,
uren zelfs, onder blijven zonder
hinder te ondervinden."
De ,,water"-long
Het belangrijkste apparaat daar
bij is wel de aqualong. Hierover
spreekt de heer Van Buuren: „In
het Sportfondsenbad aan de Frone-
manstraat, waar onze club oefent,
beginnen we aspirant-duikers de
kunst van het onderwaterzwemmen
te leren met snorkel-apparaten. Zij
hebben dus een bril voor en dra
gen zwemvliezen.
Dat snorkelapparaat is een een
voudige buis, die boven water uit
steekt en het onderwaterzwemmen
op geringe diepte mogelijk maakt.
Zo'n buis is voorzien van een auto
matisch sluitertje in de vorm van
een pingpongballetje in een soort
kooitje, dat wanneer de buis onder
gedompeld wordt de ademtoevoer-
afsluit zodat geen water kan bin
nendringen. Bij het oefenen gaat
het vooral om het aanleren van
bekendheid met het water en het
begrip ademen-langs-kunstmatige
weg. Daar is de hele opleiding op
gericht. Er mogen geen ongelukken
voorkomen! De zwemmer moet
leren zeker van zijn zaak en zeker
van zichzelf te zijn. Wie in paniek
raakt, kan heel wat gemakkelijker
verdrinken dan wie het hoofd goed
bij elkaar houdt. Een prachtige
sport", zegt de heer Van Buuren.
„Ook als je met een snorkelbuisje
een 40 cm onder water zwemt,
gaat er een nieuwe wereld voor je
open.
Keuring vereist
Wél dit: niet iedereen
mag onder water zwe m-
m e n! Wie mee wil doen moet
zich medisch laten keuren en de
uitrusting moet goed zijn. Dit
geldt met name voor de aqua-
longen, dus voor metalen flessen
op de rug, die met samengepers
te lucht zijn gevuld. Zelfgemaak
te instrumenten kunnen de dood
tengevolge hebben; het kan dan
gebeuren, dat de samengeperste
lucht ineens met volle kracht in
de longen stroomt.
De aqualong heeft twee buizen
terzijde van het hoofd: één voor
zuurstof in de gecomprimeerde
lucht verkeerd gaat werken. Maar
dat gebeurt pas bij diepten van,
zeg maar, honderd meter."
Niet te diep!
Op deze wijze verloor de Ameri
kaan Root, jurist van beroep, groot
liefhebber van de onderwaterzwem-
merij, eind 1955 het leven. Tegen
deskundig advies in probeerde hij
dieper te duiken dan 120 meter. De
roes. die op 3040 m optreedt,
kende hij en overwon hij, maar de
dodelijk geworden zuurstof, die
dieper ontstond, benam hem de
kracht om terug te keren.
Het tempo van opstijgen moet bij
diepduiken langzaam gebeuren: een
duiker, die b.v. een uur lang op 40
nieter diepte heeft gewerkt, moet er
ongeveer vijf kwartier over doen
om weer boven te komen. Hij mag
dus slechts 8 meter per kwartier
stijgen. Anders treedt de gevrees
de caissonziekte op; er ont
staan dan, als in uitgeschonken
spuitwater, belletjes in het bloed,
die dodelijk kunnen zijn. Zoals
spreekt komt de amateur-duiker
in het begin aan zulke diepten niet
toe.
Naar hei Zuiden
Vele Nederlanders, ook verschei
dene leden van de O.J.C., gaan
's zomers naar de kust van de Mid
dellandse Zee, waar het heldere
water de prachtigste tochten moge
lijk maakt. Daar doet men dan ook
voor de oudheidkunde belangrijke
vondsten. Heel bekend is de opzien
barende ontdekking van het Ro
meinse vrachtschip, waaruit vele
wijnkruiken, onbeschadigd en ge
vuld, werden opgehaald.
In ons land bestaan naast de
O.J.C. nog andere onderwaterzwem-
clubs, die nieuwe werelden hebben
zien opengaan door deze nieuwe
sport: ontdekkingen doen, de wereld
der vissen, de waterflora leren ken
nen, enz.
„Wij hebben wel leden, die op
vrije middagen gebruik maken
van hun sport", besluit de heer
Van Buuren, „om b.v. bij een
scheepswerf in het water gevallen
gereedschappen en instrumenten
op te duiken of om een onder
waterrails aan te leggen. Maar.
voor zoiets moet er eerst flink
geoefend worden. En dan nog
iets: alléén, dus zonder een met
gezel duiken is ook heel gevaar
lijk en verkeerd!"
De laatste toebereidselen i
een onderwatertocht in de Vinkeveense
plassen.
HET gebruik van sla is al zo
oud als de weg naar Rome.
De Romeinen gebruikten al sla,
bestaande uit de bladeren van
eetbare planten en kruiden. De
rauwe knapperige bladeren wer
den bestrooid met zout. Het la-
tijnse woord voor zout is „Sal".
Daarvan is het Franse woord
„salade" afkomstig. Ons woord
„sla" is daar weer van afgeleid.
Vermoedelijk waren het de
vermaarde koks van de Franse
koningen die het eerst salades
samenstelden. Zij maakten de sla
fris met azijn van verzuurde
teenstukjes,
leren hekken,
strikken.
ZOMERMODE SCHRIJFT VOOR
een paar flinke voeten heeft en
deze zomer toch naar de laatste
mode geschoeid wil gaan, zal enkele
concessies moeten doen. Uw aankoop van
verleden jaar zult u met een strik moeten
versieren en u zult een paar suède schoe
nen dienen aan te schaffen, versierd
met een teenstukje en een dun ^arjj
queemehakje vari leer in dezelfde o1
in een afstekende kleur.
Schoenen mei bandjes over de wreef
kunt u van de zomer met een gekust hart blijven dragen. De
nieuwste schoenen tonen bandjes hoog en laag op de wreef,
bandjes in de vorm van een T, dikke, dunne en dubbele bandjes.
Ook leren schoenen worden in
twee kleuren gemaakt. Hier in
cognackleur en wit.
U zult verder van de zomer
weer op de smalle, Italiaanse
leest lopen. Het ziet er echter
naar uit, dat de Nederlandse
schoenfabrikanten iets minder
puntig te werk gaan dan hun
Italiaanse collega's. Af en toe
duikt er een rondom recht af
geplat neusje op; men noemt dat
de carreeleest. Recht afgeplat
wil echter niet zeggen dat de
schoen daardoor z'n slanke leest
en puntige neus verliest.
Smalle schoentjes
HOE men het ook bekijkt, we
zullen onze voeten van de
zomer weer in smalle schoentjes
moeten wringen.
Er is een nieuwe platte hak,
die niets hoger is dan de hak
onder uw wandelschoen, maar
die toch elegant aandoet. Zij ziet
eruit als een watteauhak, waar
op iemand met een hamer een
flinke klap heeft gegeven tot er
nog maar anderhalve centimeter
van over was.
blauw, rood en af en toe een
lichtgeel schoentje. Groen heeft
het veld moeten ruimen. Even
als het generfde leer. Het is
alles glad leer wat de klok slaat.
Dit alles toonden de Neder
landse schoenfabrikanten op een
show in het Amsterdamse Carl
ton Hotel, waar zij ook vertelden
dat de Nederlandse vrouw steeds
meer hoog gehakte schoenen
koopt en steeds minder sport
schoenen, die nagenoeg geheel
van het toneel zijn verdwenen
en plaats hebben gemaakt voor
De zomerkleuren 1958 zijn j elegante, soepele wandelschoe-
beige in alle mogelijke tinten,1 nen, ook al op puntige leest.
wijn, smeuïg met olijfolie en
voegden kruiden van tuin en
veld toe om de smaak nog te,
verhogen.
In de vorige eeuw had elke
rechtgeaarde huisvrouw haar ei
gen hoekje in de tuin. Daar
kweekte zij haar eigen kruiden:
Bieslook, T h ij m, Mar-
jolein, Pimpernel, Ker
vel, Basilicum, Lieve
Vrouwenbedstro, Dra
gon. Dat kruidentuintje ver
zorgde zij zelf. Zij wist precies
hoe een bosje thijm op het hout
vuur die ondefinieerbare smaak
gaf aan geroosterd vlees. Zij
zou nooit vergeten om bij het
braden van varkensvlees een
takje citroenmelasse toe te voe
gen en zij zou het een fout ge
vonden hebben als zij de nieu
we Hollandse haring die zij op
tafel bracht niet een blauw B o-
rage-bloemetje in de bek
gestoken had.
Wat er bij ging.
Ook in het aanmaken van sla
was zij expert. Niemand beter
dan zij wist wat een blaadje D i 1-
1 e waard was in de sla en hoe
een teentje knoflook, even
langs de rand van de houten sla
bak gestreken, juist dat vleugje
geur geeft dat sla kan maken tot
iets heel bijzonders. Zij liet zich
niet afbrengen van haar gewoon
te om aan de sla een schraal
half lepeltje suiker toe te voe
gen.
Deze kunst van het kruiden
is verloren gegaan. Wij mensen
van deze tijd bezitten geen krui
dentuintje, en hebben te weinig
tijd. Wij verlangen produkten
die kant en klaar zijn en die ons
tijd besparen.
Slasaus - modern produkt
volgens oud recept
Tegenwoordig wordt slasaus vrij
wel algemeen gebruikt voor het
aanmaken van sla. Daarin zijn
dezelfde grondstoffen verwerkt
die de huisvrouw van vroeger ge
bruikte nl. azijn, sla-olie en ei
dooier. Fabrikanten van dit arti
kel hebben de aloude kunst van
het kruiden als het ware weer
uit de vergetelheid opgediept. Met
de kennis die verankerd ligt in
oude kookboeken en wat uit
overlevering bekend was, hebben
zij een mengsel van tuinkruiden
samengesteld waarvan de smaak
aan hun produkt precies datgene
geeft dat de sla tekort komt.